arch/ive/ief (2000 - 2005)

The New York Times liet gisteren verschillende oud-medewerkers van de CIA aan het woord die herinneringen ophalen aan hun samenwerking met Lyad Allawi. De Iraakse neuroloog die het vorige week schopte tot de interim premier van zijn land werd in 1992 gerecruteerd door de CIA. Hij stond aan het hoofd van de Iraqi National Accord (INA), een schimmige organisatie van Iraakse opposanten die tussen 1992 en 1995 onder leiding van de CIA bomaanslagen uitvoerde in Bagdad en Iraakse overheidsinfrastructuur saboteerde.

De Iraakse regering beweerde indertijd dat de aanslagen vele burgerslachtoffers maakten. Het gaat ondermeer om een ontploffing in een bioscoop. Eén CIA-medewerker herinnert zich een bom in een schoolbus waarbij kinderen omkwamen. Andere CIA'ers beweren dan weer dat de aanslagen weinig schade aanrichten en niet veel effect hadden.

De Britse krant The Independent kon enkele jaren geleden de hand leggen op een videotape waarop een lid van de INA, Amneh al-Khadami die zich voorstelt als de hoofdbommenlegger van de organisatie, zich beklaagt over het gebrek aan financiele middelen.

Geen schaamte
In een reactie beweert Lyad Allawi geen graten te zien in zijn samenwerking met de CIA: “Wegens onze strijd tegen het regime van Saddam Hoessein hadden we contact met heel veel verschillende veiligheidsdiensten ook die van de VS,” zei de nieuwe premier na een kabinetsraad. “Wij schamen ons daar ook niet voor,” voegde hij er aan toe. Op de beschuldiging van de aanslagen wou hij niet ingaan.

Over de aanstelling van de nieuwe premier vochten de verschillende fracties een flink robbertje uit. Lyad Allawi was de favoriet van de CIA. Zij zien hem als een alternatief voor de oplichter Chalabi die dicht bij de neoconservatieven staat. De plotse openheid van enkele CIA'ers moet wellicht in het kader van die rivaliteit worden gezien.