arch/ive/ief (2000 - 2005)

Open brief naar de minister van onderwijs

Sint-Katelijne-Waver, 2 april 2004




Geachte mevrouw de minister

Gisteren en vandaag waren voor mij zeer moeilijke dagen. Als jonge leraar, die het 5de jaar in de praktijk staat, begon ik dit schooljaar in het TSO en BSO in SJABI-Puurs met een interim-opdracht. Vanaf de maand oktober zette ik die opdracht verder vanuit de vervangingspool.

Begin januari eindigde die interim, maar ik kreeg al snel zicht op nieuwe uitdagingen. Gedurende het tweede trimester kreeg ik 16uur Nederlands in St-Amalberga te Temse, 4uur Toegepaste Informatica in SJABI-Puurs en 2u ankeropdracht in de ankerschool SJABI-Puurs. Vanuit die ankeropdracht werkte ik een project uit voor zorgverbreding en leerling-gericht werken in het Beroepsonderwijs. Beide interims worden verlengd, maar toch waren de 2 eerste dagen van april, voor mij dagen van afscheid geworden.

Omdat ik door het KA in Ekeren werd gereserveerd ter vervanging van een collega die met zwangerschapsverlof gaat na de paasvakantie, moet ik mijn 2 huidige interims laten staan. Ik laat hierdoor zowel directies, collega’s als leerlingen in de steek. Uiteraard hebben de leerlingen in Ekeren ook recht op onderwijs, maar het menselijke aspect aan deze situatie is ver te zoeken. Mijn leerlingen in Puurs en Temse krijgen nu wellicht hun 3de leerkracht op korte tijd, als er tenminste vervangers gevonden worden.

Ik begrijp dat juridisch gezien hier niets tegen in te brengen valt, maar op menselijk vlak vind ik dit een zwaar falen van het systeem van de vervangingspool. Het is dan ook een nadrukkelijke vraag naar u toe om het systeem aan te passen en lopende interims ALTIJD voorrang te geven. Zo vermijdt men in de toekomst dergelijke moeilijke momenten.
Ik heb van heel veel collega’s en leerlingen een hart onder de riem gekregen, en dat lucht op. Maar het meest treffende vond ik de opmerking van Suleyman (uit een 3de jaar BSO-afdeling Metaal): “Meneer, ge gaat ons toch niet in de steek laten en naar Antwerpen gaan hé. Kunt ge dat niet regelen dat iemand anders daarnaar toe gaat en gij bij ons blijft” (dixit)

Ik hoop dat u begrijpt hoe zwaar het mij momenteel valt en dat dit dermate frustrerend is als jonge leraar, dat je veel zin moet hebben om in het onderwijs te blijven en niet te ontvluchten naar andere jobs. Ik doe mijn job doodgraag, en wil geen uitdagingen uit de weg gaan, maar ik krijg het gevoel een pop aan een koordje te zijn waarmee gespeeld wordt. Hoe zou u reageren als u uw werk niet mocht afmaken? Ik weet dat het niet uw persoonlijke fout is, maar u kan als eindverantwoordelijke voor het onderwijs in deze wantoestanden wel verandering aanbrengen. Het is een oprechte noodkreet uit de onderwijspraktijk om een eind te maken aan het gespeel met jonge leraars…

Met beleefde groeten,
Kenneth Rumes, leraar-speelbal in handen van de vervangingspool