arch/ive/ief (2000 - 2005)

New York, 27 maart 2004

Excellentie,

Ik heb de eer mij tot zijne Excellentie te wenden om voor de Organisatie van de Verenigde Naties de aanwezigheid aan te klagen van de gekende terrorist van Cubaanse afkomst Luis Zúñiga Rey als lid van de officiële delegatie van de Verenigde Staten voor de 60e Conferentie van de Commisie voor de Mensenrechten (CMR) die plaats vindt in Genève.

De houding van de regering van de VS is wel erg paradoxaal, op een moment dat beelden van de terroristische aanslagen van 11 maart ll. in Madrid nog vers in het geheugen zitten, toen meer dan 200 personen omkwamen.

Voor diegenen die op een eervolle manier vechten tegen het terrorisme is het een regelrechte belediging en een totaal gebrek aan respect om diplomatieke bescherming en lidmaatschap van bovengenoemde delegatie te geven aan een individu met een gekend en omvangrijk crimineel verleden, wat de Speciaal Gezant van de VN betreffende Huurlingen, de Heer Enrique Bernales Ballesteros, aan dezelfde CMR in 1999 al gemeld heeft.

In zijn verslag vermeldde de Speciaal Gezant van de VN al dat Luis Zúñiga Rey, van Cubaanse oorsprong en momenteel verblijvend in Miami, deel uitmaakte van de clandestiene veiligheidsgroep Fundación Nacional Cubano-Americana (FNCA, Nationale Cubaans-Amerikaanse Stichting), een paramilitaire groepering.

Volgens het verslag van Bernales Ballestero van 1999 recruteerde Zúñiga Rey de Guatemalaan Percy Francisco Alvarado Godoy om de zwakke plekken van Cuba te onderzoeken die konden dienen voor terroristische aanslagenµ, zoals o.a. hotels, thermo-elektrische centrales en petroleumraffinaderijen.

De acties van Zúñiga Rey konden verhinderd worden aangezien Alavarado Godoy in werkelijkheid een agent van de Cubaanse Veiligheidsdienst was.

De huidige houder van een zetel in de VS-delegatie verliet Cuba op illegale wijze in 1973, om via de marinebasis van Guantanamo te arriveren in Miami waar hij meewerkte aan een operatie van het Central Intelligence Agency (CIA), die bestond uit een plan om het Cubaanse grondgebied te infiltreren teneinde sabotages uit te voeren en aanslagen te plegen op de levens van de belangrijkste leiders van het land.

Dit plan werd door de Cubaanse autoriteiten geneutraliseerd in augustus 1974. Zúñiga Rey werd opgepakt in bezit van explosieven en wapens. Berecht door de competente juridische instantie kreeg hij een celstraf van 25 jaar opgelegd, waarvan hij bij zijn vrijlating in 1988 er slechts 14 had uitgezeten. Bij zijn terugkeer in de VS vervoegde hij zich opnieuw bij de Fundación Nacional Cubano-Americana en was rechtsreeks of onrechtstreeks betrokken bij het plaatsen van bommen in hotels in Havana en bij andere terroristische activiteiten in Cubaanse ziekenhuizen.

De beslissing van de Regering van de Verenigde Staten om Luis Zúñiga Rey op te nemen in haar officiële delegatie voor de Commisie voor de Mensenrechten die op dit moment zetelt in Genève getuigt niet alleen van een gebrek aan respect voor de Organisatie van de Verenigde Naties. Tegelijk betekent de aanwezigheid van een individu met dergelijke antecedenten een veiligheidsrisico voor deze zitting en voor alle afgevaardigden die momenteel deel nemen aan de 60e zitting van de Commisie voor de Mensenrechten.

Welke waarde heeft het verslag van 1999 van de Speciaal Gezant van de VN betreffende Huurlingen, de heer Enrique Bernales Ballesteros, voor de Commissie voor de Mensenrechten?

Is het mogelijk dat dit verslag 5 jaar na de voorstelling ervan, gepresenteerd voor hetzelfde forum, in dode letter omgezet wordt en bespot wordt door de delegatie van een lidstaat die zichzelf voorstelt alsof hij een globale strijd tegen het terrorisme vecht?

Is het mogelijk om te zwijgen over de aanwezigheid van een individu met dit soort criminele en terroristische antecedenten binnen een organisme dat tot nu toe de volledige toepassing van de rechten van de mens als fundamenteel doel had?

Cuba hoopt dat de huidige president van de CMR de gepaste maatregelen zal nemen tegenover een ongepaste afgevaardigde en daar ook naar zal handelen. Als de aanwezigheid van Zúñiga Rey als normaal wordt geaccepteerd, wordt het terrorisme goedgekeurd in plaats van bestreden en zou een boodschap van compliciteit en ongestraftheid uitgezonden worden naar veroordeelde terroristen.

De Cubaanse delegatie is bereid om verdere gedetailleerde informatie over deze gekende terrorist en zijn daden in het verleden te verschaffen.

Afgezien van mijn plicht om dit repugnante feit op gepaste wijze aan te klagen en de lidstaten te waarschuwen voor dit misdrijf, heb ik ook de eer om van Zijne Excellentie te vragen om deze brief te verspreiden als document van de Algemene Vergadering onder thema 119 "Kwesties betreffende de mensenrechten" en thema 156 "Maatregelen om het internationale terrorisme te elimineren".

Orlando Requeijo Gual
Ambassadeur
Permanent Afgevaardigde

bron: http://www.granma.cu/espanol/2004/marzo/mier31/14carta.html