arch/ive/ief (2000 - 2005)

Interview Jan Vandeputte: "Geen zin in radicaal mini-vakbondje"
by christophe callewaert Monday, Mar. 22, 2004 at 11:40 AM

De relatie tussen Mia De Vits en kleinlinks verliep op zijn zachtst gezegd niet hartelijk. Meermaals kreg de voormalige voorzitster van het ABVV het tijdens haar twee jaar durende bewind aan de stok met vakbondsmilitanten uit kleinlinkse hoek die van binnenuit onophoudelijk kritiek spuwen op de in hun ogen te lakse houding van de ABVV-leiding. Toen zij vorige week haar overstap naar de politiek bekend maakte, zullen er wellicht vreugdekreetjes geklonken hebben in de huiskamer van Jan Vandeputte, ABVV-voorzitter van de RVA aan Vlaamse kant, die zijn sympathie voor de PVDA niet onder stoelen of banken steekt.

“Of ik tevreden ben? Voor een stuk wel, want nu komt er meer klaarheid in een situatie die al lang bestond. Ik had problemen met het inhoudelijke programma van Mia De Vits en dat heeft niets met haar persoon te maken. De oriëntatie die zij aan de hele ABVV probeerde op te leggen was in grote lijnen het verdedigen van wat er op regerings- en patronaal niveau beslist werd. Door de stap die ze nu zet maakt ze publiek wat ze al lang op doet. Dat werd al meteen duidelijk toen ze de dag van haar overstap in Terzake de fiscale amnestie van de regering verdedigde waarop journaliste Phara de Aguira haar toelachte: “U hebt het al helemaal onder de knie.””

Het is toch wel zeer verregaand om te stellen dat Mia De Vits de werkgeversbelangen verdedigde. Haar reactie op de voorstellen om werklozen meer te gaan controleren was bijvoorbeeld bijzonder scherp.

Het verzet tegen die maatregelen kwam niet van haar kant! De jacht op werklozen was onbespreekbaar. Niet alleen binnen het FGTB (Franstalige vleugel van het ABVV, cc), maar ook in verschillende geledingen van het Vlaamse ABVV. Mia De Vits heeft hemel en aarde verzet om er een genuanceerd standpunt door te krijgen dat de regering de mogelijkheid gaf om in de zelfde lijn te kunnen doorgaan. Zeggen dat ze de patronale en regeringslijn verdedigt, is natuurlijk overdreven omdat zij in haar functie van voorzitter van de vakbond voor een formulering moest zorgen die voor een redelijk ruime kring binnen de vakbond aanvaardbaar was.

Maar vakbondswerk is toch ook onderhandelen en niet enkel voortdurend oorlog voeren tegen regering en werkgevers?

Na zo'n onderhandelingen hoor je hen dan vaak zeggen: “We konden er niet meer uithalen.” Ik vind dat je in zo'n situatie altijd voor ogen moet houden waar de machthebbers van dit land naar toe willen. Van daaruit moet je dan oordelen wat De Vits doet. De rest is een mistgordijn. Vandaag zien we dat men radicaal voor de amerikanisering van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid kiest. Daar wil men binnen 10 of 15 jaar uitkomen. Als de voorzitster van het ABVV dan zegt dat de werklozen beter een slechte job hebben dan geen job, dan zijn dat de woorden waarmee Vandenbroucke zijn amerikaniseringsplan tracht te slijten. Natuurlijk zal De Vits gedwongen zijn om nuances aan te brengen en om af en toe te temperen want zij moet het aan haar basis verkocht krijgen. Op verschillende momenten moet ze iets anders doen dan het bureau van de SP.a graag had gezien.

De SP.a is voor jullie wel echt het zwarte beest. Je kan toch niet ontkennen dat het veel erger wordt met een regering waar VLD, CD&V en N-VA de lakens uitdelen?

Ik begrijp dat mensen zo denken. Mensen zoeken altijd steun. We zitten allemaal in een moeilijke situatie met ons werk en met ons inkomen. We zoeken naar bondgenoten die ons kunnen helpen om uit die precaire situatie weg te geraken. Als iemand van een bepaalde partij voortdurend herhaalt dat alles gratis wordt, dan denken de mensen dat als er 10 % van waar zou zijn, dat al goed zou zijn. Maar ook hier tellen de harde feiten en de realiteit. Wie is er in België de best onderlegde strateeg op het punt van het afbreken van alle opgebouwde regels rond arbeid? Dat is geen liberaal. Het spijt mij verschrikkelijk: maar dat is minister Vandenbroucke. Zijn voorganger Onckelinx, eveneens een socialiste heeft de eerste belangrijke stappen gezet en Vandenbroucke maakte het werk nu af aan een snelheid die we nog nooit eerder gezien hebben. En dan is er ook nog Landuyt aan Vlaamse kant. Het kan mij uiteindelijk niet veel schelen tot welke partij die mensen behoren. De eerste vraag is voor mij: wat doen zij? Ik heb Vandenbroucke aan het werk gezien tijdens een debat in Lokeren waar hij kwam spreken over dienstenchèques. Voor hij aan zijn powerpointpresentatie begon zei hij: ik ga doen alsof ik spreek voor werkgevers. De helft van de zaal zat vol werklozen. Zoals Eddy Wally shacochen verkoopt op de markt, stond hij daar werklozen te verkopen. Voor die vermeende werkgevers legde hij dan uit wat ze allemaal moesten doen om premies op te strijken bij het aanwerven van werklozen. Dat zijn de feiten en in tweede instantie stel ik mij dan de vraag tot welke partij die man behoort. Als je het op Europees vlak bekijkt, zaten de socialisten overal op de sleutelpositie op het moment dat die liberale maatregelen doorgevoerd werden.

Het is dan toch wel de verdienste van Mia De Vits dat ze de modernisering van de vakbond op de sporen heeft gezet?

Dat is een moeilijk punt. Heel wat mensen die actief zijn binnen de vakbond hebben daar een probleem mee. Zij zijn voor een modernisering want er moet wel degelijk fantastisch veel veranderen - zeker in het ABVV - om de dienstverlening te verbeteren.

Is die minder goed dan bij het ACV?

Historisch bekeken is dat bij het ACV beter uitgebouwd. De structuur van het ACV die gericht is op de plaatselijke dienstverlening is altijd prioritair geweest. Die weegt zwaarder door dan de structuur die gericht is op de bedrijven. Bij het ABVV is dat net omgekeerd. Er zijn heel wat mensen en ook verantwoordelijken die dee dienstverlening willen verbeteren. En dat is 100 % toe te juichen. Maar de vraag is binnen welk kader je dat doet. Mia De Vits is de grote promotor van de modernisering. Maar als ik dan lees dat Mil Kooyman zegt: 'In Wallonnië hebben ze ons verplicht om zegeltjes te drukken en dat in het tijdperk van de computer en het internet'. Tja,... Is dat nu de essentie van de modernisering? In Wallonië willen ze dat systeem met de zegeltjes behouden omdat ze willen dat een bode elke maand bij de mensen langs gaat om een zegel in het boekje te plakken. Of dat een afgevaardigde van een bedrijf de ganse fabriek moet rondgaan om zegeltjes te plakken. Wat kan je daar op tegen hebben? Misschien zijn de zegeltjes zelfs een betere methode om de leden te betrekken bij het vakbondswerk dan de anonieme domiciliëringen via de bank. Dat hanteren als het voorbeeld van achterlijkheid is niet eerlijk. Wat de mensen verwachten is dat ze goed geholpen worden als ze een probleem hebben. As je dan op het grote niveau al die maatregelen laat passeren en zelfs goed praat, wat betekent dan nog een moderne dienstverlening op het terrein?

De maatschappij is ondertussen grondig veranderd. De vakbond wordt vaak gezien als een conservatieve organisatie. Moet de vakbond niet mee evolueren met de maatschappij?

Vorige week was er een zeer pijnlijke, maar ook zeer interessante tussenkomst van Robert Voorhamme, een vooraanstaand SP.a-lid die eveneens zijn carrière begon bij de vakbond om dan later bij de SP.a verder te gaan. Hij had het ook over modernisering. Bij hem ging het niet over het zegeltje, maar wel over dat andere aspect. Ik heb ooit een congres bijgewoond waarvan Voorhamme de lijnen had uitgezet. De maatschappij is geëvolueerd en we komen tot nieuwe types verhoudingen waaruit nieuwe opdrachten volgen voor de vakbond, dat was de boodschap.

Dat is toch zo?

Ook hier hangt het er van af hoe je dat invult. De arbeidsovereenkomst waarbij de arbeider na zijn schooltijd terechtkomt in een fabriek waar hij tot aan zijn pensioen zal blijven, is verleden tijd. Ik zie dat bij de RVA. Mensen van 30 komen niet met één C4'tje naar de RVA, maar met een hele boek ontslagbrieven van alle jobkes die ze ondertussen gedaan hebben. Ofwel zeg je dan: dat is nu éénmaal zo en we gaan onze dienstverlening aanpassen aan die situatie. Of ga je er van uit dat het de taak van de vakbond is om aan de alarmbel te trekken? Om te vragen wat er aan de hand is en om een tegenstrategie te ontwikkelen? Natuurlijk moet de vakbond zich aanpassen, maar dan wel in die zin dat ze in staat zijn om de nieuwe ontwikkelingen die de kapitalisten opleggen te kunnen bestrijden. Dat is natuurlijk iets anders dan zeggen dat je je moet aanpassen aan die veranderingen.

Aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen is toch ook aandacht krijgen voor andere thema's: discriminatie van migranten, werklozen, interims, antiglobalisme, milieu.... Je ziet dat nog weinig jongeren geïnteresseerd zijn in de vakbond dus op dat vlak is er toch ook heel wat te doen?

Dat is juist, maar ook hier wordt het interessant als je kijkt wie welke standpunten innam in dit debat. Iemand als Mia De Vits ging altijd heel hard op de rem staan als het ging om het contact met de antiglobalisten. Aan de andere kant heb je mensen zoals Mil Kooyman die voeling hebben met dit soort bewegingen en die beseffen dat de vakbonden op dat terrein niet mogen afwezig blijven. Je kan niet anders dan hem daarin 100 % gelijk geven. Maar in de discussie over de toekomst van de federale vakbond neemt Mil Kooyman dan weer zeer ontgoochelende standpunten in. De ouderwetse Walen stelt hij tegenover de moderne Vlamingen. Dat is absoluut niet de tegenstelling binnen het ABVV. Als er een tegenstelling is, is het die tussen diegenen die kiezen voor het beleid zoals het uitgetekend wordt door de machtigen en diegenen die zoeken met de middelen die ze hebben naar een tegenstrategie. De bondgenoten die hij had toen hij mee wilde opstappen in de andersglobaliseringsbetogingen dreigt hij nu kwijt te geraken. Maar ik ben er van overtuigd dat we daar een eerlijk debat kunnen over aangaan met hem.

Ontken je nu niet de verschillen tussen Walen en Vlamingen? Er is toch wel degelijk oppositie geweest vanuit de Franstalige vleugel tegen Mia De Vits?

Er is inderdaad een grote tegenstelling die zich óók uitdrukt langs de taalgrens. Maar die heeft een inhoudelijke grond. Ik kan me perfect voorstellen dat je als verantwoordelijke van de streek rond Charleroi onmogelijk kan gaan vertellen aan je leden en militanten dat je voorzitster niet negatief staat tegenover een vorm van verscherpte controle op werklozen. Dat ligt anders dan een vakbondssecretaris die dat moet gaan vertellen in Gent of Antwerpen. In Charleroi kan je dat gewoon niet maken. De werklozen moeten nu bewijzen dat ze beschikbaar zijn. Maar beschikbaar voor wat? De economische situatie die verschillend is in de regio's heeft natuurlijk invloed op de standpunten die worden ingenomen. Maar dat is niet omdat het Walen zijn en dus per definitie conservatief.

Waarom richten jullie eigenlijk geen eigen vakbond op in plaats van te blijven wroeten in een structuur waar je altijd weer op tegenstand stuit?

Wat mij persoonlijk sterkst overtuigt dat we het niet moeten doen is mijn eigen parcours. Iedereen weet waar ik voor sta en sommigen hebben daar serieuze problemen mee. Maar toen er op een bepaald moment een voorzitter binnen de RVA moest gekozen worden, heb ik mij op vraag van enkele mensen kandidaat gesteld. Zo ben ik verkozen geraakt. Iedere dag dat ik hier werk sterkt mij in de overtuiging dat wij een poging doen om op een inspirerende manier aan vakbondswerk te doen. Als ambtenaren van de RVA worden wij geacht zo weinig mogelijk vraagtekens te plaatsen bij de tewerkstellingsmaatregelen. Wij hebben dat met een grote groep mensen wel gedaan. Het alternatief is dat ik met drie of vier gelijkgezinden een klein RVA-vakbondje zou oprichten. In die grote vakbond zijn er heel veel mensen op zoek naar een perspectief en een dynamiek en naar een klein beetje ondersteuning. Als wij dan toch de pretentie hebben om te zeggen dat we dat kunnen aanbieden, moeten we dat dan maar doen ook. Samen met anderen natuurlijk want vergeet niet dat het boemvol goede mensen zit. Ik ontmoet nog iedere dag mensen die elk op hun terrein en met hun capaciteiten een stukje kunnen bijdragen en binnen die vakbond voel ik mij fantastisch op mijn gemak.

Dus wie ook de nieuwe voorzitter wordt, van de luizen in de pels zijn ze nog niet af?

(lacht) Nee absoluut niet. En ik hoop dat we een voorzitter krijgen die van Aarlen tot Oostende hetzelfde zegt en die de mensen bij elkaar durft te brengen. En dat het ook iemand is die ruimte durft te geven. Die meer geïnteresseerd is in ruimte en dynamiek dan in beperkingen en grenzen.