ACV-Transcom
meent dat voor de overgrote meerderheid van de betrokkenen de
toekomst vol gevaren is.
Natuurlijk
zou ACV-Transcom zich ironisch kunnen uitlaten over het ‘speciale
overheidsbedrijf’ dat Belgacom geworden is. Dit bedrijf, dat
nu reeds over een belangrijk aandeel aan privé-aandeelhouders
beschikt, zal morgen een deel van haar kapitaal op de beurs
genoteerd zien en een belangrijke groep medewerkers tellen die
niet alleen statutair zijn, maar tegelijkertijd
‘werknemers-aandeelhouders’!
Zolang
de publieke dienstverlening en het sociaal welzijn van de
werknemers er bedreigd zijn, laat dit bij ACV-Transcom een
slecht gevoel na. De komende periode zal een periode van grote
onstandvastigheid zijn. Hoe zullen immers de doelstellingen van
een “publieke onderneming” te verzoenen zijn met deze
van een ‘private onderneming’? Een publieke
onderneming zoekt naar ‘sociaal rendement’, een
private naar ‘financieel rendement’.
ACV-Transcom
twijfelt er niet aan dat de IPO (Introduction Public Offer of
Beursintroductie) de privatiseringsdrang voor de nationale
telecommunicatieoperator zal aanwakkeren. Inderdaad, vandaag
blijft de overheid de meerderheidsaandeelhouder van de
onderneming, maar zij engageert zich niet om dit zo te houden. De
financiële markt zal enorme druk uitoefenen op de overheid om
haar meerderheidsaandeel af te staan. Bovendien zou, in deze
tijden van aanhoudende budgettaire moeilijkheden, het vooruitzicht
naar een nieuwe ‘uitzonderlijke opbrengst’ de overheid
in verleiding kunnen brengen.
In
de komende maanden zal ACV-Transcom dus bijzonder waakzaam zijn en
alles in het werk stellen om het publieke karakter van de
onderneming te bewaren.
Ondertussen
moet ACV-Transcom vaststellen dat het management niet spaarzaam is
met de middelen die zij besteedt om haar personeelsleden te
overtuigen tot het intekenen op de aandelen.
ACV-Transcom
voelt zich niet gedupeerd. Het gaat hier niet enkel om het
overtuigen van duizenden personen om de stap naar de beurs te
zetten en zo een beetje geld te incasseren. Het gaat hier
voornamelijk om het versterken van de ‘vereenzelviging’
van het personeel met het bedrijf, om het winnen van de werknemers
voor de nieuwe ultraliberale ‘bedrijfscultuur’, om
iedereen te overtuigen van de heilzaamheid van een
alomtegenwoordige ‘marktideologie’.
Het
is niet de rol van ACV-Transcom om de private investeringen aan
te moedigen. ACV-Transcom voelt zich evenmin geroepen om de rol
van Pontius Pilatus te spelen. Iedereen is volledig vrij in het
maken van zijn/haar keuze.
ACV-Transcom
beschouwt het echter wel als haar plicht om de gevaren omtrent
‘bezoldigde aandeelhouders’ duidelijk te onderlijnen.
De belangen van de aandeelhouders gaan immers niet noodzakelijk
samen met de belangen van de loontrekkenden. De eersten willen een
financieel rendement, al voeren ze daar al dan niet een politiek
van sociale afbouw voor. De tweeden wensen de bescherming van hun
verworvenheden, dit in termen van werkgelegenheid,
arbeidsvoorwaarden en koopkracht.
ACV-Transcom
vestigt eveneens de aandacht op het aspect dat de ‘kleine
aandeelhouders’ geen inspraak hebben. In geval van ernstige
moeilijkheden van de onderneming zouden de
werknemers-aandeelhouders op langere termijn wel eens alles kunnen
verliezen: hun werk én hun spaargeld!
Daarom
zal ACV-Transcom haar verantwoordelijkheid dragen en dus nooit
sociale opofferingen aanvaarden die alleen maar de verbetering van
de koers van het Belgacomaandeel tot doel hebben.
ACV-Transcom
zal regelmatig het personeel – én de bevolking! –
informeren over de beursgang en de initiatieven die hiermee
samengaan.
|