Vrijdagvoormiddag,
begin van een nieuwe week, slaapdronken nog slenter ik van 't centrum
van de stad naar Zurenborg en dwars de openliggende leien. Een
langgerekte zandbak, ik fantaseer er spelende kinderen en schopjes en
bmx-jes bij, een kroostrijk Antwerpen dat van de werf van eeuw een
zondagse speeltuin maakt. De verbeelding is al lang van de macht
verdreven.
Ik pik auto en caravan op
in
Zurenborg : cruising Antwerpen Noord. Van Zurenborg naar
Borgerhout, in
sommige straten lichtjes klaxonerend, verbaasde blikken, hier en daar
een duim omhoog. We krijgen het gevoel dat mensen ons al een beetje
beginnen te herkennen. Later op de week op 't St. Jansplein wordt dat
gevoel bevestigd als we pamfletten uitdelen : 'ach, ja, dat
caravanneke, we hadden het al gezien, we vroegen ons al af ...'.
Langs de Turnhoutse baan
naar 't De
Coninkplein, 't St. Jansplein, Stuivenbergplein, 't Schoolplak en den
Dam. Hier en daar houden we halt, om een pamfletje uit te delen en om
Elke, die een filmdocument maakt over de Ronde, de kans te geven te
filmen. Het wordt een beetje een luie, trage dag. Een gevoel dat
tekenend zal blijken voor de hele week. We stoppen bij het Oude
Badhuis, het stedelijk wijkcentrum op Stuivenberg waar we ook onze
persconferentie hielden. Ik wil de caravan droppen voor 't café,
een
geïmproviseerde parkeerplaats waar vaak autos staan. Geen probleem
voor
de verantwoordlijken van 't Badhuis die de Ronde genegen zijn. Maar
toch niet doen zegt één van hen. Sinds een paar weken
doet de politie
niks anders dan bonnen schrijven voor autos die niet binnen de strikt
aangegeven parkeerstroken staan. Dat zal wel een onderdeel vormen van
het nieuwe mobiliteitsplan voor de wijk zegt hij schouderophalend. Hij
heeft niet de indruk dat er veel mensen zijn die zich storen aan het
ordeloos parkeren. Misschien zijn er wat klachten gekomen van mensen
uit de naburige blokken. En de stad is supergevoelig voor het minste
wat nog maar zou kunnen geïnterpreteerd worden als overlast.
Zaterdag, terwijl Jos op
Radio Centraal zit en het verslag doet van de week spoor ik naar
Brussel, naar de vergadering van de 'werkgroep economische
democratie' van attac. Deze werkgroep wil het 'wetsontwerp
Decroly', een voormalig Ecolo-parlementslid, op de agenda krijgen.
Het wetsvoorstel wil een aanvulling geven op de 'wet Renault',
ontstaan na de Renault-sluiting en een formeel kader scheppen voor
onderhandelingen bij een sluiting. Vele syndicalisten ervaren deze wet
als een lege doos. Het 'wetsontwerp Decroly' wil die leegte
invullen door bedrijven, bij sluiting en/of collectief ontslag, een
aantal verplichtingen op te leggen rond vervangde tewerkstelling e.d.m.
Vanuit de werkgroep werd
het idee geopperd om ook in Antwerpen iets te doen rond 'Decroly'.
En in de discussie die daaruit volgde werd het idee van 'De Ronde
van 't Noord ' geboren. Het idee
om daar 'Decroly'
in op te nemen werd een beetje verdrongen door de actualiteit van de
bibliotheken, de ziekenhuizen, de vuilnismannen… Het rommelt binnen de
Antwerpse stadsdiensten en daar wilden we op inspelen : het thema
van
onze laatste avond handelt dan ook over de stad als motor van
tewerkstelling en de problematiek van de Antwerpse schuldenlast die
verhindert om een ernstig sociaal en tewerkstellingsbeleid te voeren.
Behalve misschien bij het onderwerp vluchtelingen, vormt die
schuldenlast en zijn beperkingen tot het voeren van een beleid die deze
opleggen, de kern van veel van de thematieken die we aanraken.
Zondag en tegen tweeën
zakken we, te voet, af naar de Groenplaats. Het 'Platform Allochtone
Vrouwen
verzamelt er om te betogen tegen het verbod op het dragen van een
hoofddoek. Het is een zelfbewuste, plezante groep oudere en jongere
vrouwen, met en zonder hoofddoek, haast allen van Noordafrikaanse
afkomst. Betoging, enkel voor vrouwen, vermeldt één van
hun plamfetjes.
Hier geen grijze baard achter elke vrouw zoals dat volgens sommigen in
Parijs het geval zou zijn geweest. Ons pamflet wordt nieuwsgierig
onthaald. Attac is ook hier vooral bij naam bekend. Het gesprek rond
onderwijs, met o.a. Mohamed Chakar van komende woensdag intresseert hen
het meest. Enkele, vooral jonge vrouwen, beloven te komen.
Maandag, en het is de week
van de
diversiteit in het onderwijs. Een onmogelijk begrip, zoals Mohamed
Chakar later deze week zal zeggen op het debat. Het benadrukken van die
diversiteit werkt marginaliserend, stelt hij daar. Je hebt kinderen met
leerachterstanden, met taalachterstanden, met gebrek aan schoolse
vaardigheden. Die zijn echter niet cultuurgebonden. Die problemen vindt
je zowel bij kinderen van allochtone als van autochtone afkomst. Goed
onderwijs moet op die problematieken en de oplossing ervan gericht
worden en niet vertrekken van cultuurverschillen : dat is naast de
kwestie. Veel juister zou het zijn om te vertrekken vanuit het idee van
democratisering van het onderwijs, zoals dat in de jaren 60 en 70
ontwikkeld werd voor de arbeiderskinderen. Toegegeven, die maatregelen
hebben minder opgebracht dan verhoopt maar qua uitgangspunt zaten die
ideeën veel juister. En hij zal het nog enkele keren herhalen
tijdens
het gesprek : 'wij,
Berbers, Marokkanen, Turken zijn/waren arbeiders, daarvoor zijn we naar
hier gekomen. Onze kinderen zijn arbeiderskinderen. Maar men heeft ze
nooit als dusdanig willen beschouwen.
Maar terug naar maandag,
zwerfdag, het
gemotoriseerd wandelen door de wijken, hier en daar stoppen, de caravan
parkeren op een strategisch plekje. Jos bedeelt pamfletten aan een
school waar in het kader van de 'week van de diversiteit' een
studienamiddag gehouden wordt. Wij keren terug van de Dam, via de
Slachthuislaan, even de sporthal 'All Inn
binnenwippen, een sporthal die ondertussen uitgegroeid is tot een
stevige zelforganisatie van en voor Berberse kinderen, jongeren en
jongvolwassenen, door bepaalde figuren binnen de Vlaamse gemeenschap
smalend ' die ghettosporthal' genoemd. Met hun geslaagd
integratiebeeid hebben zij natuurlijk veel recht van spreken.
Rond de vieren wordt het
drukker. Er
verschijnt ook, dagelijks ritueel, meer politie op straat. We stoppen
een halfuurtje op het De Conickplein. Een 5-tal parouilles met de wagen
passeren, tweemaal een duo agenten te voet, de laatsten met een hond.
Het is op dat halfuur tijd steeds de gekleurde medemens die prijs
heeft. Het gaat over verkeerd geparkeerde autos, over paperassen, over
… De stijl van de agenten verschilt van partouille tot patrouille zoals
we ook al de voorbije week opmerkten : sommigen zijn beleefd,
geduldig,
correct … wat niet altijd even gemakkelijk is. Anderen zijn ronduit
lomp in hun aanpak ; getuigen van een soort onvermogen tot
communicatie, beginnen na twee woorden al te dreigen met
procesverbalen.
De 'globale aanpak Muyters' werkt,
vertelden enkele Afrikaanse mensen : een aantal onder ons blijft
gewoon
binnen ; schrik, angst om buiten te komen. Intimidatie zegt later
iemand anders : ze willen ons hier weg. Ze willen hier een proper,
net
pleintje - wat het trouwens is sinds het opnieuw aangelegd werd - maar
zonder ons. Wij zouden de mensen afschrikken die straks naar de nieuwe
bibliotheek komen. Wij zijn overlast, weet u wel.
Het politiebeleid rond het
De Conickplein heeft een groot struisvogelgehalte vertellen ook
medewerkers van de 'Ketelpatouille
(zie onder). Men pakt mensen op waarvan men op voorhand weet dat die
onuitwijsbaar zijn. Simpelweg omdat de landen waar de mensen vandaan
komen hen botweg weigeren te erkennen als hun inwoners.
Stuur dan zo iemand een maand naar een gesloten centrum : een vorm
van
opsluiting zonder proces. En daarna laat men die mensen noodgedwongen
weer vrij : rechtenloos, statenloos.
Dinsdag en weerom het ritme
van file,
het ritme van de werf. Borgerhout ligt bezaaid met halve ronde punten,
halve manen met dikke witte ribbels die vooral snelheidsduivels in toom
moeten houden ; ze werken wel die dingen. Met de caravan is het
uitkijken geblazen om geen rampaaltjes te kraken. Aan één
van die
pleintjes dat uitmondt in zo'n bocht houden we halt. Dat is politiek,
daar doen we niet aan mee, zegt mijn gesprekspartner, een wat oudere
man. De repliek, politiek, ok, maar geen partijpolitiek, overtuigt mijn
gesprekspartner maar half. Hij neemt het pamflet mee, belooft het thuis
te lezen. We komen het vaker tegen, dit soort reactie.
En we slenteren rijdend en vertellend en pamfletten verdelend de avond
en de volgende dag in.
Woensdag en we passeren de
markt op het
St.Jansplein. Effe toeren en ik vind een lange parkeerplaats op de hoek
van 't plein. Een miezerig regentje houdt ook hier veel volk van de
markt. We lopen rond, delen uit, slaan af en toe een praatje. Het thema
armoede en sociale uitsluiting raakt de mensen wel : soms, maar
niet in
het merendeel van de reacties, wordt een direct oorzakelijk verband
gelegd met 'de vreemdelingen', die overigens niet verder
gespecifieerd worden. Een fijne babbel is het met een 96 jaar oud
dametje, zoals ze zelf trots zegt. Ze is er nog klaar bij en vindt het
goed wat we doen. 'Ik zou wel willen komen naar de informatieavond',
zegt ze 'maar 't is te ver en 't zal te vermoeiend zijn'
en ze wenst ons nog succes voor we verder gaan. Het is trouwens
opvallend dat we meer aanspraak krijgen, althans daar op de markt, van
oudere mensen. Waarschijnlijk omdat ze meer tijd hebben, misschien ook
omdat de markt en het aangesproken worden op de markt meer bij hun
ervaring aansluit. En er wonen uiteraard nogal wat ouderen in deze
wijken.
Soms krijgen we helemaal niks uitgelegd : het Toren van
Babelfenomeen, er worden heel wat verschillende talen gesproken op de
markt. Het luidruchtig markbargoens van de kraamhouders verstaat
daarentegen iedereen.
Terug de wagen in en met
een lange
vrolijke zwieren over de brede straten lans het St. Jansplein de
Gumarusstraat in en dan de smalle Diepestraat, op weg naar de '"PSC-building'
op het eveneens openliggende Schoolplak. Er is de wekelijks 'Open
Huiswerking'
en de badges die Bert ondertussen maakte, vinden er gemakkelijk een
drager. Haasten dan naar een school in de Lange Gasthuistraat waar een
discussienamiddag over onderwijs en diversiteit plaatsvindt.
Ondertussen belt Elke iemand van de dienst evenementen van de stad om
de aanvraag te doen voor het feest op het De Coninckplein.
'Ge
moet het niet proberen, ge krijgt toch geen toelating, die zwarten
maken veel te veel kabaal, als die willen feesten dan moeten ze maar
naar 't St. Jansplein en dat ze daar in 't midden hun tent maar opzetten'.
Dat zijn zo ongeveer letterlijk de woorden die Elke te horen kreeg.
Navraag maakt duidelijk dat de ambtenaar in kwestie al eerder berispt
werd. Achter haar woorden schemeren ook de contouren van het nette,
propere De Coninkpleinbeleid door.
Woensdagavond en we slepen
de caravan tot voor de deur van 'Omnimundo',
de school waar zo dadelijk de debatavond over onderwijs in een
multiculturele wijk zal doorgaan. We zorgen voor wat ambiance als we de
caravan per ongeluk dwars, met zijn achterwielen in de goot parkeren en
hem er met louter man- en vrouwkracht niet uitgesleurd krijgen.
Toeterende bussen en aan aandacht geen gebrek. Moeten we meer doen, zo
'n onhandigheidje uithalen.
Een dertigtal mensen dagen
op voor het
debat. Het aantal onderwijsmensen en het aantal geïnteresseerde
buurtbewoners is ongeveer gelijk verdeeld. Voor een gedetailleerd
verslag van de discussies verwijzen we ook naar later ; een
volledig
uitgeschreven verslag van de discussies zal nog gemaakt worden. We
stippen nu even de tussenkomst van Mohamed Chakar, hierboven al
vermeld, aan en het exposé van Evita Willaert en Lies
Créve, studentes
Afrikanistiek. Zij hameren op het belang van meertalig onderwijs, van
jongs af aan. Vanuit de vaststelling dat een stevige kennis van de
moedertaal enorm bijdraagt tot de ontwikkeling van andere talen en
cognitieve vaardigheden.
Uit eigen ervaring weet ik
dat daarrond
in de States en Nederland al heel wat onderzoek is verricht en
experimenten opgezet. In de Antwerpse stadsbibliotheek vind je daar
trouwens behoorlijk wat literatuur over. Gedateerd lijkt het soms want
veel van die werken dateren van eind de jaren '80, begin de jaren '90.
Vlaamse en/of Belgische publicaties vind je er opver dat onderwerp
niet. De discussie, het onderzoek, het experiment hieromtrent moet
eigenlijk nog beginnen. Hoewel uit de reacties van de onderwijsmensen
blijkt dat men er in verschillende scholen, op een verschillende
manier, mee bezig is.
In
de marge van dit debat wil ik even opmerken dat dit een punt is, die de
mensen van AEL op de agenda zetten, een tweetal jaar geleden al, en zij
zeker een gesprekspartner zouden moeten kunnen worden in het ruimere
debat als het er komt.
Uit de interventies en de
gesprekken
achteraf blijkt, dat ondanks de wat academische benadering soms, hier
stof tot discussie is aangeboden. Vooral dan m.b.t. tot een aantal
pedagogische en didactische invalshoeken. Het debat over de organisatie
en heroriëntering naar een emanciperend onderwijs als
maatschappelijk
project, als een project dat een stedelijke overheid op zich zou kunnen
nemen, is minder aan bod gekomen.
24:00 uur en we haken de
caravan aan de
wagen, een plaatsje zoeken waar zijn grote logo's nachtelijke en
ochtendlijke voorbijgangers kunnen verbazen.
De
Ketelpatrouille is een
organisatie, werkend met vrijwilligers, die zich het lot aantrekt van
de zwarte, vooral uit Nigeria afkomstige prostitués. Het is een
nuldelijnsorganisatie die zeer laagdrempelig werkt. Begeleiding naar
gezondheidszorg van de meisjes is één van de
hoofdactiviteiten van de
Ketelpatrouille die daarmee een 350-tal sexwerkers bereikt. Op 30
januari organiseerde de Ketelpatrouille een info-avond over Arika in
het Schipperskwartier. We waren er, in een avant-première van de
Ronde,
meer dan welkom met de caravan en bedeelden een 40-tal pamfletten,
gaven mensen een woordje uitleg over de Ronde.
Onder het publiek
ook 2 mensen van de politie, van de cel mensenhandel. Die zijn welkom,
zegt Frank Coolen, één van de bezielers van de
Ketelpatrouille. Dat
zijn correcte mensen waarmee we duidelijke afspraken hebben.
Wie
niet welkom waren zijn een cameraploeg van één of andere
schimmig
mediafirmaatje. Ze hebben zich vlak bij mij opgesteld : ze willen
Frank
uit zijn kot lokken, hem jennen, hem pakken. Elke, onze cameravrouw zal
later opvangen dat één van hen als tipgever voor de
politie werkt ; het
laat zich raden voor wie.
Frank ontplooit tijdens het debat een
interessante visie over de prostitués waarmee zij werken.
Uiteraard
zijn daar een aantal slachtoffers van mensenhandel bij ; dat zijn
de
verhalen die veel mensen ook kennen uit de pers. Maar de meeste meisjes
die wij bereiken zijn economische vluchtelingen. Die komen bewust naar
hier om hier om met prostitutie aan de kost te komen én hun
familieleden in Nigeria te ondersteunen. Uiteraard raken die meisjes
zelden op een officiële manier het land binnen en gebruiken zijn
filières van mensensmokkelaars. Wat zij daarvoor neertelden
dient
uiteraard terugbetaald. Als wij excessen merken in deze gang van zaken
- voor zover we er weet van hebben, want het blijft een moeilijk
toegankelijk milieu - proberen we toch te interfereren, op basis van
een soort billijkheidsprincipe dat ook binnen hun gemeenschappen
gehanteerd wordt.
Frank
pleit verder voor het heropenstellen van de Oude Manstraat en het
creëren van plaatsen daar waar de meisjes in hygiënische en
veilige
omstandigheden kunnen werken. Een idee waar ook een aantal mensen
binnen de Antwerpse gemeenteraad voor te vinden zouden zijn. Het zou
ook de tippelaarsters van de straat kunnen halen en op die manier die
overlast beperken. Sinds de opkuis van de lokale politie onder leiding
van S. Muyters heeft de prostitutie zich alleen maar verplaatst :
via
Brussel en Charleroi terug naar Antwerpen, vooral naar de wijken rond
het De Conickplein en de Atheneumbuurt. En sinds Muyters en zijn ploeg
daar neergestreken zijn, naar het Stadspark en zelfs tot aan de brug
van de Azijn.
Van een spreidingsbeleid gesproken.
|