arch/ive/ief (2000 - 2005)

[Het vergrijzingsdebat] Gilbert De Swert (ACV): "We evolueren naar een Brits systeem
by christophe callewaert en han soete Thursday, Feb. 12, 2004 at 6:22 PM

'Objectief 200.000' stond er metershoog geprojecteerd op de muren van de kasteelhoeve in Gembloux waar de regering-Verhofstadt midden januari in conclaaf was . Met de toen genomen maatregelen zet de regering voor actieven en vergoede niet-actieven veel op het spel. "We evolueren naar een basis-sociale zekerheid op zijn Brits". Dat zegt Gilbert Deswert, hoofd van de studiedienst van het ACV. Een interview.

De regering en dan in het bijzonder minister van Werk en Pensioenen Frank Vandenbroucke werkt aan een nieuw groot verhaal. De tanker NV België moet worden gekeerd als we hem niet op de klippen willen laten lopen, zo drukt deze laatste het plastisch uit.

Gilbert Deswert, hoofd van de studiedienst van de christelijke vakbond ACV, vat dat nieuwe verhaal in één zin samen: “We evolueren naar een Brits model.” Dat betekent volgens hem: geen regels en een minimale basis sociale zekerheid.

“Die basis sociale zekerheid mag een klein beetje beter zijn dan in de VS want we moeten toch over iets kunnen stoefen. Maar voor de rest zit gans Europa op de lijn van de Britse premier Tony Blair. Wie meer wil dan het minimum zal zelf een beroep moeten doen op privé-verzekering en dat zal zo zijn voor de gezondheidszorg als voor de pensioenen.”

Werklozen vizeren

De 200.000 jobs die beloofd werden, zitten er niet in volgens het ACV?

Gilbert Deswert: De conjunctuurherneming die er aan komt, zal niet groot genoeg zijn om dat doel te halen. Volgens de gouverneur van de nationale bank zal de groei amper 16.000 nieuwe jobs opleveren. Maar ondertussen blijft de beroepsbevolking wel aangroeien. Zodat ondanks die 16.000 jobs de werkloosheid toch zal toenemen. Er is minstens 2 % groei nodig om de productiviteitsstijging én de groei van de beroepsbevolking op te vangen.

Ondertussen toont de harde realiteit dat er nog steeds iedere dag jobs verloren gaan door herstructureringen. En dan zijn er ook nog de plannen om te snoeien in de werkgelegenheid binnen de overheidsbedrijven waarvan de gevolgen nog zichtbaar moeten worden in de cijfers. Die herstructureringen zullen misschien niet allemaal nieuwe werklozen opleveren, maar er zullen wel minder banen zijn.

We gaan dus zelfs niet in de richting van 200.000 nieuwe jobs. We zien wel dat men diegenen die werkloos zijn, beter wil controleren. Men heeft ook al ingeschreven in de begroting hoeveel men wil besparen op de werkloosheidsuitkeringen. Voor 2004 rekent men op 46 miljoen euro.

Over hoeveel werklozen gaat het?

Gilbert Deswert: Je kan het zelf uitrekenen. 46 miljoen euro gedeeld door 5.000 euro per werkloze.
Artikel 80 op basis waarvan werklozen kunnen worden geschorst, treft nu zo'n 7 à 8.000 mensen per jaar.

Is de schrapping van artikel 80 een sociale maatregel?

Gilbert Deswert: Met Artikel 80 werd vooral één bepaalde groep werklozen geviseerd: de samenwonenden en dan nog meestal vrouwen. Maar in feite zegt Vandenbroucke nu: om te vermijden dat we één bepaalde groep discrimineren, gaan we voortaan iedereen even hard aanpakken.

Hoelang neemt de beroepsbevolking nog toe?

Gilbert Deswert: Nog tot 2008. De groei zal wel stilaan trager worden. De beroepsbevolking neemt toe omdat vrouwen die niet werkten, vervangen worden door vrouwen die wel willen werken. Het gaat dus om een sociale verschuiving. Op dit moment is er zeker nog geen vergrijzing want het is de 'dunne' generatie van 40-45 die nu op pensioen gaat. Pas vanaf 2010 gaan we echt een vergrijzing zien.

Private pijler

De discussie over de vergrijzing en de eindeloopbaan werd uitgesteld tot electoraal minder woelige tijden. 'We staan voor een nieuwe olieschok' zegt Vandenbroucke. Kunt u hem daarin volgen?

Gilbert Deswert: Nee, dat is overdreven. We hebben nu een verhouding tussen actieven en vergoede niet-actieven van één op één. Bij die laatste horen de werklozen, de gepensioneerden en de invaliden. We zitten nu dus al met een verhouding die zeker niet gunstig is. Tot nu toe weten we daarmee om te gaan én slagen we erin om dat te betalen. Vermits we het nu al doen, zullen we dat straks ook wel kunnen.
In de toekomst zal de groep van de gepensioneerden wel toenemen, maar door de demografische ontwikkeling zal ook het aantal werklozen en bruggepensioneerden automatisch afnemen. De instroom van jongeren op de arbeidsmarkt zal afnemen en dus zal men zich automatisch moeten richten op oudere werknemers. Je krijgt dus een communicerend vat.

Ziet u dan geen enkel probleem?

Gilbert Deswert: Er zijn twee knelpunten, de pensioenen en de gezondheidszorg.

Ten eerste gaat het bedrag van het pensioen al jaren relatief achteruit. En daar doet Vandenbroucke geen moer aan. Er is nagenoeg geen koppeling aan de evolutie van de welvaart. De gepensioneerden die acht jaar geleden op pensioen gingen krijgen nu 2 % meer dan toen. Dat is alles. Dat kost 4 miljoen euro per jaar.

Ook het verschil tussen het laatste inkomen en het pensioen gaat achteruit. Het pensioen wordt berekend op het geheel van de lonen, dus ook op die van 30 jaar geleden. Vroeger hield men rekening met de gemiddelde stijging van de lonen en niet enkel met de indexatie. In 1997 hebben de toenmalige ministers Colla en Dehaene dat afgebouwd.

Men verwijst altijd naar Frankrijk en Duitsland, maar dat soort hervormingen is hier al zeven jaar geleden doorgevoerd. Stilaan zitten we bij de laagste vervangingsratio (dit is het verschil tussen het laatst ontvangen loon en het pensioen, nvdr) van Europa.

Laten we die eerste pijler teloorgaan? Dat is nu blijkbaar de politiek die gevoerd wordt.
Het antwoord op die teloorgang is de tweede pijler: pensioenfondsen en groepsverzekeringen, liefst op ondernemingsvlak en voor zoveel mogelijk werknemers. De pensioenskloof moet gedicht worden door de tweede pijler. Maar die tweede pijler is er niet voor iedereen. Voor periodes van werkloosheid telt die niet en in sommige kleine ondernemingen zal men er ook niet van kunnen genieten. Het voordeel van ons systeem is dat alle periodes worden meegeteld. Of men nu werkloos was of ziek, voor de berekening van het pensioen is het alsof men al die tijd gewoon aan het werk bleef. Maar dat uitzonderlijke systeem wordt nu ondergraven.

Het tweede grote knelpunt is de gezondheidszorg. De vergrijzing is een alibi om daar nog meer verkeerd te laten lopen dan er nu al verkeerd loopt. De kosten swingen de pan uit en we zijn nog lang niet aan vergrijzing toe.

Inktvis-verhaal

U vertelt wel een heel ander verhaal dan we gewoon zijn?

Gilbert Deswert: Ach, het verhaal van de vergrijzing wordt gedramatiseerd om van alles verkocht te krijgen. Men verspreidt de boodschap: 'uw wettelijk pensioen zal niet genoeg zijn, neem uw voorzorgen'. De verzekeringsmaatschappijen doen daar natuurlijk gretig aan mee. Iedereen doet er aan mee. Ook de professoren: van de onderzoekers met de beste bedoelingen als Mark Elchardus tot Vuchelen en consoorten. Ze vertellen allemaal hetzelfde verhaal.

Bevangen door de angst dat de eerste pijler niet zal volstaan, investeert iedereen al zijn middelen in de tweede pijler. Zelfs ganse sectoren als de metaalsector laten zich daartoe verleiden. De bijdragen die je in de tweede pijler stop en die ook nog eens fiscaal aftrekbaar zijn, kan je niet geven aan de eerste pijler waardoor het draagvlak voor die eerste peiler nog meer verzwakt. Het is dus de volmaakte selffullfilling prophecy. Je organiseert wat je voorspelt.

Louter pragmatisch is het als werkgever ook veel interessanter om het extra geld dat je aan de werknemers wil geven in een pensioenfonds te storten dan om het uit te keren als loonsverhoging. Van een loonsverhoging gaat een deel naar de fiscus en een ander deel naar de RSZ. Als je het in een pensioenfonds stopt, houd je twee derde over aangezien de bijdragen fiscaal aftrekbaar zijn en aangezien de belasting op groepsverzekeringen bijzonder laag is. Er wordt slechts 20 % van afgehouden en niet 70 % zoals bij een loonsverhoging.

Waar komt dat vergrijzingsverhaal vandaan?

Gilbert Deswert: Het is al een tijdje bezig. Het zelfde verhaal kon je ook al horen bij de Europese Commissie maar dan met andere motieven. Zij willen vooral een kapitaalmarkt creëren die de concurrentie aankan met de VS. Daarvoor moet er zoveel mogelijk geld vloeien naar de verzekeringsmaatschappijen en banken zodat de Europese financiële markten kunnen concurreren met de andere continenten. Het verhaal komt dus echt van alle kanten.

In België moesten we eerst begrotingsoverschotten creëren om de Maastrichtnormen te halen, nu om de vergrijzing te kunnen betalen. Dergelijke zaken gelden dan wel plots niet meer als men een belastingsverlaging wil doorvoeren.

Het is een discours dat veel dominanter en overweldigender is dan alle discours die ik ooit gehoord heb. Je kent het discours van de liberalisering van de markten, de zogenaamde washington-consensus, wel ik vind dit verhaal nog veel allesomvattender, 'inktvis-achtiger'.

Iedereen doet mee, want iedereen is natuurlijk bekommerd om zijn pensioen. Dat is de psychologische ondermijning van de sociale zekerheid. Als men geen vertrouwen meer heeft in de betaalbaarheid of in het sociaal karakter, wordt het geloof in de sociale zekerheid ondergraven. Men doet het zowel met de hospitalisatieverzekering als met de pensioenfondsen.

Wij evalueren naar een soort basis sociale zekerheid. Op Europees vlak is er een harmonisering tussen het Brits model en het Bismarckmodel (het model zoals wij tot nu kenden in België met een sterk uitgebouwde solidariteit, nvdr). Het Brits model is duidelijk aan de winnende hand. 'Brits model' betekent geen regels. Met Blair is het iets minder uitgesproken dan met Thatcher, maar de kern blijft hetzelfde. Er is een basis sociale zekerheid voor heel de bevolking en die mag wel wat beter zijn dan in de VS want we moeten toch over iets kunnen stoefen. Maar voor de rest zit men helemaal op die lijn.

Waar mogen we ons de komende maanden nog aan verwachten?

Gilbert Deswert: Studies en studies die nog eens het zelfde zullen proberen te bewijzen. Het is precies op dit psychologische vlak dat wij het zeer moeilijk gaan krijgen.

Langer werken

U zegt nu wel dat Vandenbroucke overdrijft, maar er is toch dat objectieve cijfer dat zegt dat Belgen amper 36,6 jaar van hun leven werken.

Gilbert Deswert: Ik weet niet of dat cijfer klopt. Ik vraag mij af hoe ze daaraan komen. Als ik de huidige cijfers zie, krijg ik het vermoeden dat men twee dingen vermengt. Ik denk dat men de instapleeftijd van de jonge generatie van nu én de uitstapleeftijd van de oude generatie van vandaag neemt. Men gaat echter niet kijken wanneer de mensen die nu op hun 58 stoppen met werken begonnen zijn. Ik zeg niet dat dit zeker zo is, maar ik wil wel eerst de cijfers zien.

Het is wel zo dat als de generatie die nu de arbeidsmarkt betreedt, zou stoppen aan 57 jaar, dat we dan inderdaad aan loopbanen van 36 jaar komen. Maar het is helemaal niet zeker dat diegenen die nu op 22 beginnen ook op 57 gaan stoppen, zelfs als we geen maatregelen nemen.

Ze zijn later afgestudeerd, ze krijgen later kinderen en zullen dus langer moeten werken vooraleer de kinderen afgestudeerd zijn. In sommige sectoren als de non-profit bestaat het wel nog, maar de grote labeurjobs verminderen toch. Er zijn wel nog psychologisch terroriserende jobs, maar de rest is veel meer geautomatiseerd.

Ik voorspel dat diegenen die nu beginnen waarschijnlijk niet zullen en zelfs niet willen stoppen op hun 57. Het feit dat men in de bedrijven veel minder makkelijk jongeren zal kunnen recruteren, zal dat nog in de hand werken. Jongeren worden schaars en zullen dus ook meer moeten worden betaald. Bedrijven zullen zich dus wel moeten richten op oudere werknemers. Als het blijft zoals het nu is, is er natuurlijk wel een probleem. (fijntjes) Maar ik begrijp dat een minister moeilijk kan zeggen dat een probleem vanzelf zal opgelost worden.

U zegt dat zware jobs verdwijnen. Maar het is toch een evolutie dat men van een werknemer alsmaar meer flexibiliteit verlangt?

Gilbert Deswert: De grote tegenstelling is inderdaad dat men van de mensen verlangt dat ze langer én tegelijkertijd harder gaan werken want België moeten flexibel genoeg zijn om te kunnen concurreren. De minister die zowel bevoegd is voor werk als voor pensioenen zal twee dingen vragen. Als Minister van Arbeid flexibiliseert hij de werktijden. Zaterdagwerk, zondagwerk en overuren, alles moet kunnen. Dat staat haaks op de stelling dat men tussen 25 en 50 iets minder hard moet werken om zo langer aan de slag te kunnen blijven. Men zal moeten kiezen want de twee samen zullen niet gaan.

Welke mogelijkheden ziet u voor werknemers die aan het eind van hun latijn zijn?

Gilbert Deswert: Voor categorieën van werknemers die zware jobs hebben, kan je het statuut van 'werknemer in moeilijkheden' invoeren. Zij zouden dan kunnen stoppen op basis van de loopbaan en het leven dat ze gehad hebben. De non-profit heeft daar een goede aanzet gegeven. Voor zware beroepen voorzien ze een arbeidsduurvermindering vanaf 45. Dat is een maatregel die navolging verdient in andere sectoren.

Alternatief plan

Het ACV beweert een ambitieus alternatief plan voor sociale verbeteringen te hebben.

Gilbert Deswert: Dat plan zal binnenkort worden bekendgemaakt. Ik heb onlangs een punt gezet achter de nieuwe versie. Het plan was immers aan actualisering toe. Op basis van alle opmerkingen heb ik het bijgewerkt. Intern gaan we daar nu vorming rond geven zodat alle militanten goed voorbereid zijn. Uiteraard gaan we ook politiek druk op de ketel zetten.

Wat zijn de grote lijnen van jullie plan?

Gilbert Deswert: Wij vragen de opdeling van de sociale zekerheid in twee pijlers: de persoonsgebonden risico's en de arbeidsgebonden uitkeringen. Kinderbijslag en gezondheidszorg worden historisch door arbeid gefinancierd. Dat heeft geen zin meer. Het is zelfs niet wenselijk. Best zou zijn dat iedereen daar recht op heeft. En als dat zo is, moet ook iedereen daaraan bijdragen naar draagkracht.

Daarom denken we aan een algemene sociale bijdrage op alle soorten bruto-inkomens. We hebben berekend hoeveel dat moet zijn. De sociale zekerheid wordt vandaag voor 70 à 75 % betaald door belastingen op arbeid. De rest komt van staatssubsidies. In totaal wegen die twee sectoren 20 miljard euro. Wij stellen voor om al wat van de staat komt over te hevelen naar de pijler van de persoonsgebonden risico's. Dan heb je al 11 miljard.

Ten tweede zijn er de inleveringen van de jaren '80 en '90 die nu nog bestaan: die vervang je door een algemene sociale bijdrage. De inkomens uit arbeid zouden dan minder betalen. Roerende en onroerende inkomens zouden dan weer meer betalen. Net als de ondernemingen en de zelfstandigen.

Het zou volgens onze berekeningen om een verschuiving van 40 % gaan. Nu betalen de lonen alles, terwijl ze in ons voorstel nog slechts 60 % zouden betalen. En dan houden we in onze berekening dan nog enkel rekening met de gekende inkomens.

Het komende jaar zullen jullie dan vooral gebruiken om jullie standpunt te verspreiden?

Gilbert Deswert: We krijgen een serieus najaar. Je hebt niet alleen deze belangrijke discussie. Maar er zijn ook nog de interprofessionele onderhandelingen met de discussies over de loonnorm en de vertegenwoordiging van werknemers in KMO's.

Is er zenuwachtigheid?

Gilbert Deswert: Er is veel ongenoegen. Er wordt gemopperd over allerlei kleine maatregelen, maar voorlopig nog onvoldoende om te zeggen dat euh... 'de peper in de reet zit'.

Is dat omdat de globale visie ontbreekt?

Gilbert Deswert: De mensen zien de deelaspecten. Werklozen is niet de eerste bekommernis in bedrijven. Daar leeft wel de schrik voor de eindeloopbaandiscussie. Je krijgt een gevoel van verkramptheid, onzekerheid omdat niets duidelijk is. Maar de zielen worden wel gemasseerd.