arch/ive/ief (2000 - 2005)

De geboorte van Maria Fernanda en andere mirakels
by Gwen Falony Saturday, Jan. 24, 2004 at 4:58 PM

Geboren worden en sterven in Cuba. Hoe overleeft een land een veertig jaar durende boycot? Gwen Falony bericht vanuit Cuba.

Hola peloteros,

Winter in Habana: droog en fris. Ideaal weertje om te fietsen, zou je denken, helaas zien onze fietsen zelf dat tegenwoordig niet echt zitten. Zoals zoveel van de produkten die je hier in de dollarwinkels aantreft, zijn onze fietsen niet echt van optimale kwaliteit. Wat wil je, het embargo verplicht de Cubanen hun waren aan te kopen aan de andere kant van de wereld. Wil je die produkten hier dan aan een aanvaardbare prijs (de gemiddelde Cubaan beschikt nu ook weer niet over zoveel dollars) aan de man brengen en er nog iets aan verdienen ook (25% van de kostprijs van de produkten in de dollarwinkels gaat naar de Cubaanse staat), dan zit er niets anders op dan in China of Zuidkorea de goedkoopst mogelijke brol op de kop te tikken. En dat valt soms wel te merken aan de kwaliteit. Bijkomend probleem is dat de staatsbedrijven die dollarprodukten invoeren (bijvoorbeeld Cimex) niet steeds voldoende wisselstukken importeren om aan de vraag te voldoen. Vele Cubanen hebben zich dan ook een duur huishoudtoestel aangeschaft dat na een jaar of twee de geest geeft en quasi onherstelbaar blijkt omdat de hersteldiensten niet over voldoende materiaal beschikken.

Gelukkig bestaan er genoeg 'talleres' waar handige Cubanen die voor eigen rekening werken hun diensten aanbieden. Waarborg kennen die gasten natuurlijk niet, en hoewel je ze in peso's moet betalen, kan de rekening wel eens gepeperd blijken. Overigens, het is niet omdat je bij de officiële staatswinkels geen wisselstukken kunt vinden, dat je ze niet gewoon op straat kunt kopen. Spiksplinternieuw, vaak nog in de originele verpakking. In Cuba valt er wel heel veel van de vrachtwagens, soms zelfs op bestelling. Het gebrek aan wisselstukken en de diefstal op het werk, twee punten die niet toevallig regelmatig terugkeren op de agenda van het Cubaanse parlement.

Over naar iets totaal anders: sinds vorige week zaterdag telt ons gastgezin 9 leden in plaats van de gebruikelijke 8 (de hond niet bijgerekend). Yanet, de dochter van onze gastvrouw en tevens onze buurvrouw, is bevallen van haar tweede kindje: een flinke jonge dochter waarvan verwacht wordt dat ze binnen afzienbare tijd naar de naam Maria Fernanda zal luisteren. We maakten in Cuba reeds een huwelijk en een geboorte mee, rest ons nog een begrafenis (we hebben al iemand op het oog, onze relatie met de inwonende grootmoeder is er nog steeds niet op verbeterd). Geboorten in Cuba zijn ware macho-bedoeningen: vrouw en gezelschapsdame (moeder, zus, vriendin,...) gaan naar het ziekenhuis om de klus te klaren, het mannelijke gedeelte van de familie blijft thuis bij de telefoon en zet het op een zuipen. Eigenlijk is de aanwezigheid van mannen in het kraamziekenhuis helemaal niet gewenst: van de vader wordt verwacht dat hij zich net als iedereen aan de bezoekuren houdt.

Aan de staat van de hospitalen in Habana (in de rest van het land lijkt dat beter mee te vallen) kan je trouwens nog zeer goed zien dat Cuba een derde wereldland is dat herstellende is van een economisch zeer zware periode. Niet al te proper (naar het schijnt zijn de toiletten verre van hygiënisch - het is moeilijk enthousiast schoonmaakpersoneel te vinden indien het loon slechts 120 peso bedraagt), slechts op enkele uren van de dag stromend water (de patiënten moeten een emmer meebrengen om zich op het gepaste tijdstip te kunnen bevoorraden), elektriciteitspannes,... Cubanen laten een verwant nooit alleen achter in een ziekenhuis, naast elk bed staat een schommelstoel waarin dag en nacht een familielid de wacht houdt om het verblijf in het ziekenhuis draaglijk te maken. Het eten in de ziekenhuizen is legendarisch slecht: meermaals per dag moet een ander familielid langskomen om zieke en oppasser te bevoorraden. Momenteel wordt een serieuze inspanning geleverd om iets aan de situatie te veranderen, maar er is nog veel werk aan de winkel. Bovendien gaat het geld dat naar de gezondheidszorg gaat in de eerste plaats naar de aanschaf van meer en nieuwe medische apparatuur en medicijnen, de infrastructuurwerken hinken blijkbaar wat achterop.

Als je sommige hospitalen bekijkt, heb je het moeilijk om te geloven dat de mensen in dit land een levensverwachting hebben die deze van vele ontwikkelde landen overtreft. Bovendien wist Cuba het sterftecijfer van kinderen onder de 6 jaar terug te dringen tot 6,3 op 1000. Op het Amerikaanse continent scoort enkel Canada beter met een prachtige 5. Hoe kan dat dan, indien de situatie in de ziekenhuizen zo slecht is? Iedere Cubaan zal je onmiddellijk vertellen dat de Cubaanse dokters fantastische mensen zijn die met weinige middelen mirakels weten te verrichten. Bovendien mogen de ziekenhuizen dan niet steeds even proper zijn, je zal er wel de modernste toestellen aantreffen (het is wel mogelijk dat je enkele uren moet aanschuiven voor je er gebruik van kan maken, soms moeten familieleden van de zieke reeds zeer vroeg uit de veren om te verzekeren dat de patiënt die dag onderzocht kan worden). Eind vorig jaar heeft men een serieuze inspanning geleverd om er voor te zorgen dat sommige diensten, zoals het maken van een elektrocardiogram, in alle wijkhospitalen voorhanden zijn (vroeger moest men hiervoor naar 1 van de grotere hospitalen van de stad). En natuurlijk, we waren het haast vergeten (we verblijven al te lang in Cuba en beginnen net als de Cubanen bepaalde uitzonderlijke verwezenlijkingen als normaal te beschouwen): de geneeskunde in Cuba is gratis en voor iedereen toegankelijk. Maar dat wisten jullie natuurlijk al. Anders bij deze.

Gezondheid en geneeskunde
by Bert De Belder Saturday, Jan. 24, 2004 at 8:21 PM
bert.de.belder@skynet.be

Toch even aanstippen dat de prachtige gezondheidsindicatoren die een arm derdewereldland als Cuba haalt, niet in de eerste plaats met de gezondheidszorg of de geneeskunde te maken hebben. Zoals Gwen die beschrijft, is daar inderdaad nog wel werk aan de winkel - hoewel het in Cuba vergeleken met de rest van Latijns-Amerika meestal goed meevalt. Maar de belangrijkste factoren die de gezondheid van kinderen bepalen, zijn niet medisch, maar sociaal, economisch, politiek en cultureel: voedingstoestand, gezinsinkomen, koopkracht, onderwijsniveau,... Het is vooral dààr dat Cuba het verschil maakt, door zijn maatschappij op maat van zijn mensen.