arch/ive/ief (2000 - 2005)

Geneva Accoord
by Astrid Essed Wednesday, Jan. 14, 2004 at 12:12 PM
astridessed@hotmail.com

Commentaar op het Geneva Accoord.


Het Geneva Accoord
Artikel:

Geachte Redactie,

Eind october werd in Geneve het jongste vredesvoorstel voor het
Midden-Oosten, het Geneva-Accord, getekend door de
de Israelische ex-Labour minister van Justitie, Jossi Beillin, een
van de archtitecten van de Oslo-accoorden en de Palestijnse
ex-minister van Informatie, Yassir Abed Rabbo.
Vrijwel direct werd het vredesinitiatief door de linkervleugel van
de Arbeiderspartij en de Israelische vredesbeweging gepresenteerd
als een opzienbarende doorbraak in het vredesproces.
Nadere bestudering van de voornaamste punten
brengt echter aan het licht, dat er hier sprake is van een ernstige
schending van het Internationaal Recht.

De belangrijkste componenten van het Geneva Accord betreffen:

A De terugtrekking van de Israelische troepen uit bezet Palestijns
gebied
B Het afzien van het recht op terugkeer van de Palestijnse
vluchtelingen
C De regelingen rond de nederzettingen.
D De demilitarisatie van de nieuwe Palestijnse Staat en de externe
controle door een internationale troepenmacht.

A De terugtrekking van de Israelische troepen uit bezet Palestijns
gebied

De voorstanders van het Geneva-Accord beroepen zich o.a. op het
feit, dat bovengenoemd voorstel een belangrijke Israelische
concessie is.
Nog afgezien van het feit, dat een en ander niet als concessie
beschouwd kan worden, maar als de zeer late naleving van de in 1967
unaniem aangenomen VN-Veiligheidsresolutie 242 waarbij Israel werd
opgeroepen zich onmiddellijk en onvoorwaardelijk uit de in de
juni-oorlog veroverde gebieden terug te trekken, wijst nader
onderzoek bovendien uit, dat hier geen sprake is van de volledige
naleving van resolutie 242.

Er is namelijk een clausule ingebouwd, dat Israel, ook na deze
terugtrekking, voor de duur van
36 maanden onder auspicien van een internationale troepenmacht,
''een kleine militaire eenheid'' in de Jordaanvallei handhaaft,
waarvan de duur verlengd zou kunnnen
worden ''wanneer er zich relevante regionale ontwikkelingen
voordoen''

De uiterst vage omschrijving van de term ''relevante regionale
ontwikkelingen'' het vermoeden rijzen, dat Israel eventueel in de
toekomst de controle over dit gebied zal willen behouden of
verlengen, hetgeen indruist tegen resolutie resolutie 242.

B Het afzien op het recht van terugkeer van de Palestijnse
vluchtelingen:

In 1948 werden gedurende de oorlog tussen de nieuw-gestichte Staat
Israel en een aantal Arabische landen meer dan 750.000 Palestijnse
burgers van huis en haard verdreven door Israelische milities,
hetgeen een oorlogsmisdaad is volgens het Internationaal Recht [4de
Conventie van Geneve]
Ondanks de in de Algemene Vergadering van de VN aangenomen resolutie
194 waarbij Israel werd opgeroepen deze mensen de gelegenheid te
geven naar hun huizen terug te keren is hieraan door Israel nooit
gehoor
gegeven, noch is ooit door Israel het recht op
terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen erkend.
Nog afgezien van de praktische uitvoerbaarheid hiervan is het
Israel's internationale verplichting in dezen zijn
verantwoordelijkheid te nemen en dit recht te erkennen.

Het in het Geneva Accord gedane voorstel, dat de Palestijnen moeten
afzien van dit recht is niet alleen in hoge mate onrechtvaardig,
maar getuigt tevens van een ernstig gebrek aan respect voor het
Internationaal Recht [resolutie 194 en de 4de Conventie van Geneve]

C De regelingen rond de nederzettingen:

Weliswaar wordt er in het Geneva Accord voorgesteld de
Joods-Israelische nederzettingen in bezet Palestijns gebied te
ontmantelen, in de praktijk geldt dat niet voor alle nederzettingen.
Zo wordt er o.a. voorgesteld, dat drie nederzettingen in bezet
gebied worden geannexeerd door Israel en drie andere grote
nederzettingen als zodanig gehandhaafd blijven en
worden ''geintegreerd'' in een toekomstige Palestijnse Staat.
Dit is in strijd met het Internationaal Recht dat stelt dat alle
nederzettingen in bezet gebied illegaal zijn en als zodanig
ontmanteld moeten worden.

D Demilitarisatie van de toekomstige Palestijnse Staat en de externe
controle door een internationale troepenmacht.

Evenmin kunnen de voorstellen betreffende de demilitarisatie van een
toekomstige Palestijnse Staat, hetgeen inhoudt het verbod op een
eigen leger en de externe controle door een internationale
troepenmacht de toetssteen van de internationale rechtscriteria
doorstaan.

Nog afgezien van het feit dat de nieuwe Palestijnse Staat zo
gemakkelijk kan worden bedreigd door het technologisch zeer
geavanceerde Israelische leger is een en
ander als schending van het zelfbeschikkingsrecht
onaanvaardbaar, dat o.a. inhoudt het recht van zelfverdediging,
hetgeen impliceert het bezit van een eigen leger.
Ook de zogenaamde externe controle door een buitenlandse
troepenmacht is strijdig met het Internationaal Recht, omdat een en
ander een nieuwe bezetting impliceert.

Dergelijke voorstellen betreffende de belangrijkste items in het
Midden-Oostenconflict, vervat in het Geneva Accord, kunnen
nauwelijks als basis dienen voor een blijvende vredesregeling,
aangezien ze in strijd zijn met de meest fundamentele principes van
het Internationaal Recht.

De enige voorwaarde tot een duurzame vrede in het Midden-Oosten kan
slechts gebaseerd zijn op naleving van internationale rechts en
mensenrechtenregels, waarbij de VN resoluties een belangrijk
uitganspunt zijn.

Iedere andere regeling zal slechts leiden tot een grotere
escalatie van het conflict.

Astrid Essed
Amsterdam [Z-O]