Aanhouding Ned militair by Astrid Essed Wednesday, Jan. 14, 2004 at 12:03 PM |
astridessed@hotmail.com |
Commentaar op verontwaradiging nav aanhouding door het OM van de in Zuid-Irak van moord/doodslag verdachte Nederlandse militair.
Ingezonden stuk
Geachte Redactie,
Ik heb met verbijstering kennisgenomen van de in bepaalde
politiek-militaire kringen geuite verontwaardiging tegen de
aanhouding van een inmiddels uit voorlopige hechtenis ontslagen
Nederlandse militair, die ervan verdacht wordt in Zuid-Irak bij een
legeractie tegen plunderaars een Irakees van een grote afstand in de
rug geschoten te hebben.
Hun verontwaardiging is erop gebaseerd, dat hierdoor onzekerheid zou
kunnen ontstaan bij de Nederlandse militairen over de al dan niet
toelaatbare geweldstoepassing.
In de eerste plaats is dat geen rechtvaardiging om niet over te gaan
tot de aanhouding van een militair, die ervan verdacht wordt een
burger op grote afstand in de rug geschoten te hebben, hetgeen een
oorlogsmisdaad is volgens het Internationaal Recht.
In de tweede plaats geeft de 4de Conventie van Geneve als
internationale regelgeving betreffende de bescherming van burgers in
oorlogs en bezettingstijd een juridisch kader voor het toegestane
geweld.
Een van de grondregels is dat militaire acties, die tegen burgers
gericht zijn, streng verboden zijn, tenzij er sprake is van een
byzondere situatie zoals een uit de hand gelopen confrontatie tussen
burgers en militairen.
Dan mag er na het lossen van waarschuwingsschoten gericht geschoten
worden, maar uitsluitend als er sprake is van een levensbedreigende
situatie, hetgeen volgens de gegevens van het Openbaar Ministerie
niet het geval was.
Uiteraard moet de schuld van de betrokken militair nog worden
vastgesteld.
In dit verband vind ik echter het door deze verontwaardiging
gehouden impliciete pleidooi voor straffeloosheid een ernstige
bedreiging voor de Nederlandse en internationale rechtsprincipes.
Astrid Essed
Amsterdam [Z-O]
Bij dezen aan alle redactieleden en medewerkers een gelukkig, gezond
en succesvol 2004 toegewenst