Periodieke pers probeert minister P. Dewael te misleiden by een ingewijde Monday November 24, 2003 at 11:38 PM |
info@hotmail.com privé privé |
Op www.ajpp-vjpp.be, de webstek van de Vereniging van de Journalisten van de Periodieke Pers vzw, staat een merkwaardig verhaal over de manier waarop deze persvereniging de minister van Binnenlandse Zaken probeert wijs te maken dat er dringend een ander K.B. moet gemaakt worden. Het gaat over de erkenningscommissie voor de periodieke pers die nu enkel een adviesrol heeft voor de minister. Wie een perskaart aanvraagt, stuurt daarvoor een dossier met voldoende bewijsstukken in bij een commissie met leden uit de respectieve persverenigingen. Deze commissie wordt door de minister benoemd en zou volledig onafhankelijk van de persverenigingen moeten werken. Maar dat is zeer te betwijfelen, want de grootste vereniging in de periodieke pers, de vzw VJPP, wil nu de minister aan het verstand brengen dat hij dringend moet zorgen voor een nieuw K.B. Het huidige deugt niet, want twee opeenvolgende ministers van Binnenlandse Zaken zorgden ervoor dat een journalist toch zijn perskaart kreeg, hoewel de erkenningscommissie elke keer een negatief advies had uitgesproken. Op de webstek leest u hoe de VJPP vzw dit ongehoord vindt en dat dit de voornaamste reden is om de erkenningscommissie een eindbevoegdheid te geven. Niet de minister zou dan het laatste woord hebben, maar deze commissie. Dit lijkt niet verontrustend, maar dat is het wel. Het komt er op neer dat de vzw VJPP beweert dat de huidige erkenningsprocedure niet goed meer is, omdat de partijdige leden van een erkenningscommissie nu nooit het laatste woord hebben over het dossier van iemand die een officiële perskaart aanvraagt. Een merkwaardige kronkel. Dit ruikt naar manipulatie en zeer ondemocratische praktijken. De gevolgen zijn onaanvaardbaar. Wie is er voor een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure waarbij er geen erkenningscommissie meer aan te pas komt?
Bestudeer maar eens de toespraak van Louis Weenen, voorzitter van vzw VJPP op www.ajpp-vjpp.be Dit is het bedenkelijke fragment: "Twee opeenvolgende ministers van Binnenlandse Zaken hebben op een pijnlijke manier bewezen dat het KB niet werkt. De erkenningscommissie heeft alleen een adviserende taak. Daardoor werd twee keer eenzelfde journalist erkend door ministeriële tussenkomst, terwijl het advies van de commissie negatief was. Daarom vragen wij de minister om zeker het bestaande Koninklijk Besluit aan te passen. Als tussenstap. Het uiteindelijke doel moet een erkenning zijn door de overheid van de beroepsjournalist, ongeacht of hij voor een algemeen of gespecialiseerd medium werkt. Eén enkele erkenningscommissie moet zich uitspreken over het feit of iemand al dan niet de titel van journalist mag voeren.
vreemde kwestie by Christian Dick Tuesday November 25, 2003 at 01:19 PM |
Dat is een vreemde kwestie. Journalist is in ons land geen beschermd beroep, in tegenstelling tot fotograaf en apotheker. Iedereen heeft het recht om zich journalist te noemen als hij voor een medium werkt. Dat is ook logisch want er bestaat zoiets als persvrijheid. Het tot beschermd beroep maken van journalist is daarmee in tegenspraak.
Inderdaad: persverenigingen willen macht vergroten by een ingewijde Tuesday November 25, 2003 at 09:40 PM |
info@hotmail.com privé privé |
Inderdaad en vreemd is dat niet: de persverenigingen gebruiken hun leden om macht te verwerven, te behouden en te vergroten. Het beroep is uiteraard niet beschermd en iedereen mag zich journalist noemen. Maar alleen journalisten die voor een erkenningscommissie bewijzen dat ze voltijds en betaald werken, kunnen een officiële perskaart krijgen. Nu brengt een erkenningscommissie een niet bindend advies over elke perskaartaanvraag uit voor de bevoegde minister van Binnenlandse Zaken. Een officiële perskaart levert ook in de periodieke pers ook de beschermde titel op van 'journalist van beroep'. Dit in tegenstelling met de journalisten van de algemene of dagbladpers, die nog een extra dossier moeten indienen om de beschermde titel van 'beroepsjournalist' te kunnen krijgen en gebruiken. Wie een van deze titels ten onrechte gebruikt, kan correctioneel vervolgd worden en een geldboete en/of gevangenisstraf krijgen. Wat is er nu vreemd met de beweringen van Louis Weenen, voorzitter van de vzw VJPP? Hij beweert dat de huidige, adviesverlenende erkenningscommissie NIET werkt, omdat haar advies niet bindend is en de minister van Binnenlandse Zaken ook nog over elk dossier het laatste woord heeft. Gelukkig maar en dat moet ook zo blijven. Anders wordt een erkenningscommissie met partijdige leden uit de respectieve persverenigingen van de algemene en de periodieke pers de baas over elke perskaartaanvrager! Juist dat is zeer verdacht, verwerpelijk én gevaarlijk, omdat een perskaartaanvrager die wordt geviseerd of geen lid is van een van deze verenigingen, al bij voorbaat wordt benadeeld en geen officiële perskaart meer zal krijgen. In werkelijkheid zou elke perskaartaanvrager met een negatief dossier dan naar de Raad van State moeten gaan om de officiële perskaart te kunnen krijgen van de FOD Binnenlandse Zaken. Toppunt van dit alles? Op dit ogenblik is Louis Weenen van de VJPP vzw bezig met het beïnvloeden van de minister en zijn medewerkers, terwijl die niet eens de draagwijdte beseffen van deze bedoelingen. In feite heb ik een beter voorstel. De erkenningscommissie mag meteen afgeschaft worden, want die is toch onbetrouwbaar en partijdig. Ook extra ambtenaren bij de FOD Binnenlandse Zaken zijn overbodig. Elke perskaartaanvrager kan zijn dossier indienen bij de dienst bevolking van zijn woonplaats. Een dik dossier met bewijsstukken zoals kopieën van artikels of foto's en betaalbewijzen is ook volledig overbodig. Een attest van de fiscus kan voldoende zijn als daar de bevestiging in staat dat de perskaartaanvrager als journalist en tegen betaling heeft gewerkt. Dit systeem is niet alleen een administratieve vereenvoudiging: het sluit ook alle subjectieve aanpak en machtsconcentratie bij persverenigingen uit. Een officiële perskaart is een identiteitskaart die soms nuttig en belangrijk is voor de beroepsuitoefening.