NGO’s stappen naar Europees Hof voor Mensenrechten by Pieter De Gryse Wednesday October 01, 2003 at 10:52 AM |
Op 17 september 2003 werd Nicole, een jong Angolees meisje, overgebracht vanuit het gesloten centrum in Brugge naar de transitzone van de luchthaven van Zaventem. Zij verbleef daar tot 27 september 2003. Het meisje is momenteel “vermist”.
De ondergetekende NGO’s veroordelen deze onmenselijke en onwettige praktijk. De transitzone is geheel ongeschikt om mensen dagenlang vast te zetten. Er zijn bijvoorbeeld geen slaapplaatsen en enkel openbare toiletten om zich te wassen.
Het geval van het Angolese meisje is geen alleenstaand geval. In het voorbije jaar werden ons 7 gevallen gemeld van personen die werden vastgehouden in de transitzone van de luchthaven.
Deze mensen, die eerst opgesloten zaten in een gesloten centrum, werden allemaal vrijgelaten door een onafhankelijke rechtbank. De gerechtelijke beslissing tot vrijlating werd echter niet gerespecteerd door de Belgische Staat. In plaats daarvan werden zij onder dwang overgebracht naar de transitzone van de luchthaven waar zij enkele dagen tot enkele weken verbleven.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is het dossier van twee Palestijnse asielzoekers die begin februari 2003 vastgehouden werden in de transitzone. Gezien de recente gebeurtenissen brengen wij kort de omstandigheden van deze zaak in herinnering.
De Palestijnen kwamen respectievelijk op 24 en 27 december 2002 aan in België. Allebei vroegen zij asiel aan op de luchthaven van Zaventem en werden zij opgesloten in het centrum 127. De Kamer van Inbeschuldigingstelling beval respectievelijk op 30 januari 2003 en 2 februari 2003 hun vrijlating uit het gesloten centrum. Ondanks deze arresten plaatste de Dienst Vreemdelingenzaken beide personen in de transitzone. Zij werden er respectievelijk 12 en 15 dagen vastgehouden. Ondanks het feit dat de Kortgedingrechter van Brussel hun vrijlating beval uit de transitzone werden zij op 15 februari 2003 opnieuw overgebracht naar een gesloten centrum. Ze werden uiteindelijk uitgewezen naar Libanon op 5 en 8 maart 2003.
In deze zaak werd op 6 augustus 2003 een klacht ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens door de betrokkenen samen met een aantal NGO’s: OCIV (Overlegcentrum voor Integratie van Vluchtelingen),CIRE (Coordination et Initiatives pour Réfugiés et Etrangers), de BRAX (de Beweging tegen Rassenhaat, Antisemitisme en Xenophobie) en de APD (Aide aux Personnes Déplacées).
Jesuit Refugee Service Belgium en la Ligue des droits de l’homme steunen deze klacht zonder zelf verzoekende partij te zijn.
Al deze organisaties hebben in het verleden meermaals deze praktijk aangeklaagd omwille van haar onwettig en onmenselijk karakter.
Het lijkt ons van het grootste belang dat in een democratische rechtstaat de beslissing van een onpartijdige en onafhankelijke rechter gerespecteerd wordt. Geen enkele administratie heeft het recht om een gerechtelijke beslissing te negeren.
Het verzoekschrift dat werd neergelegd in Straatsburg klaagt volgende verdragsschendingen aan:
- Schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele Vrijheden. Dit artikel verbiedt foltering en onmenselijke en vernederende behandeling :
· de omstandigheden waarin de Palestijnen werden vastgehouden in de transitzone : geen slaapplaats, enkel openbare toiletten om zich te wassen enz.
· de slechte behandeling tijdens hun detentie en tijdens de gedwongen uitwijzing.
- Schending van artikel 5 : recht op vrijheid en veiligheid :
· het plaatsen in de transitzone.
· het niet respecteren door de Belgische Staat van de gerechtelijke beslissing tot vrijlating.
- Schending van artikel 6 : recht op een billijk proces :
· geen respect voor de gerechtelijke beslissingen tot vrijlating.
- Schending van artikel 8 : recht op privéleven:
· de omstandigheden van hun detentie in de transitzone : een totaal gebrek aan privacy en permanente blootstelling aan nieuwsgierigheid.
- Schending van artikel 13 : recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel :
· geen respect voor de gerechtelijke beslissingen tot vrijlating.
· uitwijzing ondanks een hangend beroep bij de Raad van State.
· uitwijzing zonder antwoord op hun aanvraag tot verblijf op grond van artikel 9.3 van de wet van 15.12.1980.
In afwachting van de uitspraak van het Europees Hof eisen de genoemde organisaties dat de Belgische Staat de aangeklaagde praktijk onmiddellijk stopzet.
Contacten : Meester Sylvie Saroléa, advocaat van de verzoekende partijen, 067/21.08.33 of 010/47.88.32
OCIV : Pieter De Gryse : 02/274.00.24
CIRE : Gerald Gaspart : 02/629.77.10