Wekelijkse brief uit Cuba: La Plata by Gwen Falony Friday September 26, 2003 at 05:02 PM |
Brief uit Cuba, 26 september.
Hola burbujas,
Nog geen acht uur en het is alweer donker buiten: de dagen korten zoals ze alleen maar in Cuba kunnen korten. Deze week veel werk en regen, volgende week zon en cocktails: het jaarlijkse voedingscongres komt er weer aan en dat vindt niet geheel toevallig plaats in Varadero. Goed, men verwacht dit jaar van ons dat we een poster voorstellen, maar veel heeft dat allemaal niet om het lijf. Eigelijk heeft niets of niemand veel om het lijf in Varadero, eens zien dat we jullie nog een fotootje kunnen doormailen.
In Cuba maakt iedereen zich op voor de komende feestdag: 28 september wordt de verjaardag van de CDR´s, de wijkcomités, gevierd. De festiviteiten zijn van eerder laag profiel: de buren verzamelen zich, er wordt een walgelijk soepje op basis van banaan en vleesresten gekookt op een houtvuur op straat, enkelen wagen een danspasje, de nodige flessen straatrum worden op vakkundige wijze achterover geslagen. De voorbereidingen vragen heel wat meer inspanningen, in de aanloop naar 28 september wordt van iedereen verwacht dat hij of zij meehelpt de straat wat op te frissen. Al te diepe putten worden gevuld, de stoepranden worden gewit, de straattuintjes onderhouden. Naar Cubaanse gewoonte en bij gebrek aan beter wordt allerlei afval (blikjes en
verpakkingsmateriaal) omgetoverd tot feestelijke versieringen (slingers dus). Probleem is wel dat die versierselen na de festiviteiten niet opgeruimd worden en zichzelf al snel op iets minder wonderbaarlijke wijze opnieuw omtoveren tot ordinair afval, dat meestal blijft rondslingeren tot de volgende feestdag (gelukkig 10 oktober). Wat doen die CDR´s de rest van het jaar?
Oorspronkelijk werden ze opgericht om de prille Revolutie te verdedigen tegen aanslagen en meer van dat fraais. Momenteel is dat nog altijd hun belangrijkste opdracht, maar hun takenpakket is inmiddels veel uitgebreider geworden. CDR´s houden ´s nachts een oogje in het zeil, zien er op toe dat de ratsoenverdeling vlot verloopt, melden defecten aan het elektriciteitsnet of de waterleiding, grijpen in wanneer kinderen spijbelen, zorgen voor de mobilisatie op bijvoorbeeld 1 mei, spelen een cruciale rol bij het organiseren van de verkiezingen, noem maar op. Eigenlijk is zowat elke Cubaan lid van een CDR, die meestal de mensen van 1 of 2 huizenblokken verenigt. De CDR´s zijn de lijm die het Cubaanse sociale weefsel bij elkaar houdt, het zijn zij die ervoor zorgen dat zelfs een metropool als Habana nooit de problemen zal kennen die zo typisch zijn voor alle grootsteden in de rest van de wereld.
Over de rest van de wereld gesproken, voor we aan de voortzetting van ons reisverslag beginnen nog een kort berichtje uit Venezuela. Chávez was daarnet op de televisie, hij had het ondermeer over de aanslag die vorige week gepleegd werd op het presidentieel paleis in Caracas. Hij vertelde ook over een krant uit Miami die foto´s publiceerde van Cubaanse contrarevolutionairen en Venezolaanse coupplegers in gevechtstenue die verklaarden bezig te zijn met de voorbereidingen van een aanslag tegen zijn persoon. Chávez heeft een exemplaar van de krant afgeven op de Amerikaanse ambassade in Venezuela, maar wacht nog steeds op een reactie. Dat verbaasde hem van een land dat bekend staat om zijn hardhandige aanpak van het terrorisme. Morgen reist de man naar New York waar een Algemene Vergadering van de veiligheidsraad plaatsvindt. We wensen hem een voorspoedige reis, en vooral een behouden terugkeer.
Ons reisverslag bracht ons inmiddels al tot Bayamo, een zeer rustig stadje waar je je een goed beeld kan vormen van hoe Cuba er uit zag voor de dollar gelegaliseerd werd. Daar zullen we het echter een andere keer over moeten hebben, eerst trekken we de bergen in, naar de Comandancia de la Plata. Fidel en de zijnen landden 2 december 1956 op Playa Las Coloradas, een landing die niet zo voorspoedig verliep als gehoopt: Che zou ze later als een schipbreuk omschrijven. De rebellen kwamen niet op de afgesproken plaats aan land, ze moesten zich urenlang een weg banen door een mangrovewoud, de luchtmacht van Batista trakteerde hen onmiddellijk op een verwelkomingsbombardementje. Uiteindelijk wisten enkelen (slechts 12 van de 82 opvarenden van de Granma) zich te verzamelen in de bergen van de Sierra Maestra. Het rebellenleger groeide snel aan, door de steun van de plaatselijke boeren en de recruteringscampagnes van M-26 (de revolutionaire beweging in de steden). Het hoofdkwartier van het rebellenleger bevond zich in La Plata.
Momenteel kan je gedeeltelijk met een wagen tot aan de Comandancia (het laatste stuk moet je nog steeds te voet afleggen), maar het is niet moeilijk je in te beelden dat het kamp vroeger haast onbereikbaar was. De weg is zo stijl dat men het wegdek extra ruw gemaakt heeft om banden de nodige grip te verschaffen. Vanaf Santo Domingo, het laatste dorpje voor je echt de bergen intrekt, maak je de rit best in een vrachtwagen, liefst met je ogen dicht. De Comandancia zelf heeft wel iets weg van een vakantieverblijf, allemaal mooi afgewerkte houten hutjes in een prachtige omgeving. De gidsen (verplicht; je moet trouwens als toerist 11$ betalen om het natuurreservaat rond de Comandancia te betreden, foto´s nemen is verboden) vertellen je allerlei anekdotes over het leven van de Revolutionairen (bijvoorbeeld hoe ze een ijskast de bergen in wisten te sleuren), je kan de hut van Fidel bezoeken en zelfs een kijkje nemen in zijn toilet (we zagen een Engelse toeriste er zelfs gebruik van maken). Het bezoek aan de Comandancia was één van de hoogtepunten (letterlijk en figuurlijk) van onze reis, de natuur in de Sierra Maestra is werkelijk prachtig (alle gidsen zijn trouwens biologen die je regelmatig op uitzonderlijke planten wijzen).
Aanrader indien je ooit in de Sierra passeert: een ritje op een chibichana. Dat is een uit de kluiten gewassen skateboard dat de lokalen gebruiken voor het transport van zichzelf, goederen en personen. Bergop gaat het moeizaam, bergaf iets vlotter, misschien zelfs iets te vlot. Wij maakten gebruik van een chibichana om ons van Providencia naar Santo Domingo te verplaatsen, een traject van 7 kilometer. Een dorpsidioot, twee rugzakken en Gwen en Veerle op een houten karretje, scheurend in de bochten. Er bestaan foto´s van, helaas geen digitale.
Een korte brief vandaag, de vermoeidheid speelt ons parten. Volgende week zullen jullie het waarschijnlijk zonder nieuwtjes uit Cuba moeten stellen, we willen niet dat er zand in ons computertje kruipt. Welgemeende groeten,
Gwen
bedankt voor info by octo Saturday September 27, 2003 at 03:19 PM |
wat bedoelen jullie met 'waar je kan zien hoe cuba eruit zag voor de dollar gelegaliseerd werd'
ps Spijtig van die zand, want boeiende reportage.