Cancún: Kolonisatie stuit op toenemend verzet by Marc Vandepitte Friday September 12, 2003 at 11:44 PM |
Enkele bedenkingen bij de vergadering van de Wereldhandelsorganisatie
De Wereldhandelsorganisatie is een machtig orgaan. Het regelt de buitenlandse handel in goederen en diensten en in de nabije toekomst zal het misschien ook de spelregels vastleggen voor de investeringen. Haar regelgeving heeft voorrang t.o.v. de wetten van de nationale overheden, iets wat alleen maar kan begrepen als economische kolonisatie. Met dergelijke bevoegdheden beslist de WHO over leven en dood van honderden miljoenen mensen, in het bijzonder van de armsten van deze planeet.
Net zoals het IMF en de Wereldbank is de WHO gangmaker van de kapitalistische globalisering. Die wordt gekenmerkt door een ongekende concentratie van privé-eigendom en productie, en van politieke en militaire macht. De specifieke taak van de WHO bestaat in het vernietigen van de binnenlandse markten van de landen van het Zuiden ten voordele van de grote multinationals. De voorzitter van Via Campesina, een internationale NGO die boeren wereldwijd vertegenwoordigt drukt dit als volgt uit: “Er zijn honderd miljoen boeren ter wereld. Velen van hen en hun familie sterven van de honger omwille van de koers van het IMF, de Wereldbank en de WHO. Wie is er gewelddadiger? Zij hebben ons een economische dictatuur en economische oorlog opgelegd. De militaire oorlog is daarmee verbonden.”
Tegen deze economische oorlog komt het verzet stilaan op gang. Grote ontwikkelingslanden zoals China, India, Brazilië, Zuid-Afrika en gastland Mexico hebben in Cancún blok gevormd: de zogenaamde groep van 21. Deze landen staan in voor twee derde van de landbouwproductie wereldwijd. Zij willen een drastische inperking van de landbouwsubsidie van de rijke landen en willen hun eigen markten afschermen. Een voorbeeld. Een Afrikaan verdient iets meer dan de helft van wat elke koe van de EU jaarlijks aan subsidie ‘krijgt’. De boeren van de rijke landen ontvangen jaarlijks meer dan 300 miljard dollar aan subsidie, dat is meer dan vijf maal zoveel als de officiële ontwikkelingshulp. Volgens de VN en de Wereldbank zou een vermindering van die subsidies de wereldwijde armoede substantieel verminderen.
De groep van 21 wil het roer radicaal omgooien en eist het recht om hun eigen economieën te beschermen, net zoals de rijke landen dat in de initiële ontwikkelingsfase (negentiende eeuw en eerste helft van twintigste eeuw) ook gedaan hebben. Er is nog een tweede blok van 23 staten, voornamelijk kleine, grondstofarme landen. Ook zij hebben eisen gesteld, met name op het vlak van voedselveiligheid.
De EU en de VS zien dit toenemend verzet uit het Zuiden met lede ogen aan en doen er alles aan om andere landen ervan te weerhouden zich aan te sluiten bij deze dissidente allianties. Zij maken daarbij zoals gewoonlijk gebruik van chantage.
De groeiende tegenstelling tussen Noord en Zuid komt bovenop de grote meningsverschillen tussen de VS en de EU. Geen wonder dat Panitchpakdi, de directeur generaal van de WHO zich ernstig zorgen maakt over de goede afloop van deze onderhandelingen.
Het valt sterk te betwijfelen of de landen uit het Zuiden hun eisen zullen kunnen afdwingen, daarvoor zijn de krachtsverhoudingen nog te ongelijk. Maar Cancún toont wel duidelijk dat de tegenstellingen van dit kapitalistische wereldsysteem steeds scherper worden en dat de onderdrukte naties zich steeds militanter beginnen op te stellen. Het is dan ook geen toeval dat Che Guevara en Emiliano Zapata de iconen waren bij de openingsceremonie van het alternatieve forum begin deze week.
Marc Vandepitte, 12 september 2003