arch/ive/ief (2000 - 2005)

Semira Adamu/Tijdslijn
by raf Wednesday September 10, 2003 at 04:01 PM
raf.custers@euronet.be

De dood van de Nigeriaanse asielzoekster Semira Adamu op 22 september 1998 maakte in Europa en Afrika massaal protest lost tegen de deportatie-politiek van Fort Europa en voor het recht van elk individu om te migreren waar hij of zij verkiest. De tijdslijn van 1998.

25 maart 1998.
Semira Adamu komt rond 7:50 uur per vliegtuig in ons land aan. De Nigeriaanse is 20 jaar oud. Ze wordt meteen “onderschept” (aldus procureur Steppé tijdens de eerste zitting van het proces-Semira op 10 september 2003) omdat ze met een “vervalst paspoort” reist. Semira vraagt politiek asiel. Nog dezelfde dag wordt ze overgebracht naar het Centrum-127 in Melsbroek, een doorgangskamp voor klandestiene migranten.

3 april 1998.
Haar aanvraag voor asiel wordt afgekeurd. Ze wordt overgebracht naar het asielzoekerskamp 127bis in Steenokkerzeel.

De volgende maanden gaat Semira Adamu communiceren met de buitenwereld, onder meer met de activisten van het Collectief tegen de Uitwijzingen (CCLE).

21 juli 1998.
Gewelddadige poging om Semira Adamu te “repatriëren”. “In het vliegtuig ben ik beginnen roepen en huilen. Acht mannen kwamen rond me staan, twee gardes van Sabena en zes politie-agenten. De gardes hebben me gedwongen, ze duwden overal op mijn lichaam en één van hen hield een kussen voor mijn mond. Ik ben bijna gestikt”, zegt Semira daarover aan het CCLE.

Uit Barbelés de la Honte (verschenen bij Luc Pire): “Ici, c'est vraiment horrible. On se réveille le matin et on regarde la télévision jusqu'au soir. J'ai pu obtenir quelques livres, Lise Thiry m'en a amené. Je me sens très seule. La plupart des gens que je connaissais, ils les ont transférés dans d'autres centres. Je ne sais même pas où ils sont. Je suppose qu'ils essayent de nous isoler, de rompre les contacts qu'on peut établir avec les autres.
Après l'évasion, j'ai eu tous les employés sur le dos. On me surveille tout le temps, j'ai toujours quelqu'un derrière moi. Pendant une semaine après le 21 juillet, on n'a plus eu le droit de téléphoner”.

Dinsdag 22 september 1998.
“Zesde repratriëringspoging”, volgens het gerecht. Procureur Steppé vermeldt volgende tijstippen:
9:45 uur: Semira “laat zich gedwee overbengen naar het vliegtuig”.
uur X. : Semira gaat in coma.
uur X. : ze wordt aan boord gereanimeerd; de reanimatie duurt 30 minuten, haar hart gaat weer kloppen; ze wordt in coma overgebracht naar het ziekenhuis Saint-Luc in Woluwe.
4:15 uur: de beschuldigde rijkswachter Cornelis wordt een eerste keer verhoord.
Cornelis bevestigt dat hij na het drama aan boord is opgevangen door het stressteam van de rijkswacht in de luchthaven, dat hij al gepraat heeft met een psycholoog èn dat er een mini-vergadering heeft plaatsgevonden met alle betrokken collega-rijkswachters en de oversten Van den broeck en Weckhuysen.

Dinsdag 22 september 1998.
Aan Saint-Luc komen tientallen sympathisanten en activisten voor open grenzen samen. Circa 21:30 wordt bevestigd dat Semira Adamu dood is. De actievoerders vertrekken met auto’s naar het asielzoekerskamp 127-bis in Steenokkerzeel. Daarna rijden ze door naar het huis van minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback in Kessel-Lo. Ze eisen zijn ontslag. De actie duurt tot na middernacht.

Dinsdag 22 september 1998.
De gevangenen van 127-bis in Steenokkerzeel gaan in hongerstaking nadat ze gehoord hebben dat Semira Adamu is omgebracht. Alle communicatie met de buitenwereld wordt afgesloten. Ze mogen niet radio en televisie volgen.

Woensdag 23 september 1998.
Louis Tobback geeft een persconferentie in de Senaat. Maar de deelnemers aan een protestactie tegen de Europese deportatiepolitiek slagen erin door te dringen tot in de Senaat. Een uniek feit in de geschiedenis van het sociale protest in België.

Donderdag 24 september 1998.
Betoging voor de Dienst Vreemdelingenzaken op de Jacqmainlaan in Brussel. Protestacties zijn aangekondigd voor donderdag en vrijdag in Lyon en Parijs.

Minister Tobback neemt ontslag, vier dagen na Semira’s dood.

8 oktober 1998.
Het stoffelijk overschot van Semira Adamu is overgebracht naar Nigeria.

9 oktober 1998.
Een 100-tal mensen betoogt voor de Belgische ambassade in Lagos, hoofdstad van Nigeria, “om te protesteren tegen de dood van Semira Adamu” (AFP). Maar uit heel Afrika zijn intussen ontdane reacties gekomen over de gewelddadige dood van de asielzoekster.

De Belgische staat slaat terug met roddels: “Semira is een leugenares die uit Nigeria is gevlucht omwille van een banale familie-affaire”.