Over prostitutie en escortes in Cuba by Gwen Falony Wednesday September 03, 2003 at 01:59 PM |
We beginnen deze keer met wat we vorige week eindigden, met nieuws uit Latijns-Amerika en omstreken. In onze vorige brief vergaten we het te hebben over vriend Fidel, die opnieuw uitgenodigd was op de eedaflegging van een kersverse Zuidamerikaanse president.
Ditmaal vond het feestje plaats in Paraguay, sinds september vorig jaar trok de Jefe om dezelfde reden al naar Ecuador, Brazilië en Argentinië. De aanwezigheid van Fidel op dergelijke ceremonies is niet zo evident als dat van op afstand wel mag lijken: door de Cubaanse regeringsleider uit te nodigen nemen al die intredende presidenten eigenlijk een standpunt in tegen de economische blokkade van Cuba, tegen het neoliberalisme en tegen de ALCA, de vrijhandelszone die de VS Zuid-Amerika zo graag willen opdringen. Fidel uitnodigen komt eigenlijk overeen met Washington een schopje tegen de schenen verkopen. Een geweldige trap in het kruis komt er voorlopig niet van, maar alle begin is moeilijk. Cubaanse regeringsverantwoordelijken ontvangen is overigens niet zonder risico voor Zuidamerikaanse presidenten: in 1961 werd Che ontvangen door de toenmalige staatshoofden van Brazilië en Argentinië, respectievelijk een week en 6 maanden later werden beide heren precies om die reden door de rechtse krachten in hun land opzij gezet. Heden ten dagen is het klimaat blijkbaar iets gunstiger en mag Fidel overal op de koffie. In Paraguay liep hij zijn vriend Chávez overigens tegen het omvangrijke lijf. Gelukkig beschikt de Venezolaanse president over een stevig schoudergewricht want telkens hij Fidel ontmoet ontvangt hij de nodige schouderklopjes van de Cubaan.
Schouderklopjes van Fidel zijn niet te onderschatten, is het jullie nog niet opgevallen dat Jacques Rogge het laatste halfjaar schever loopt dan we van hem gewend zijn?
Een gevolg van de verwoestende slagen die hij bij zijn bezoek in Cuba van de Comandante mocht ontvangen. Om terug te keren naar de gebeurtenissen in Paraguay, de relatie tussen Fidel en Chávez bleek nog steeds opperbest. De twee gedragen zich samen echt als kleine kinderen: toen Fidel vernam dat de Venezolaanse delegatie net na hem geland was, verstopte hij zich op de luchthaven om zijn vriend in de rug te kunnen verassen, waarop Chávez uitriep dat hij in een hinderlaag gelopen was. Echt waar, niet gezeverd. Je moet het gezien hebben om het te kunnen geloven. Het zal je president maar wezen.
Zoals beloofd gaan we deze week verder met ons reisverslag. We waren in Santiago aanbeland, en daar maakten we kennis (van op afstand, weliswaar) met de beroemde, beruchte en alom geprezen Cubaanse prostitutie. Iedereen heeft het tegenwoordig over de spuigaten uitlopende prostitutie in Cuba: op reis vertoefden we in het aangename gezelschap van enkele Humo's waarvan de vervaldatum al lang verstreken was, en daarin haalden maar liefst 2 intellectuelen uit naar de Cubaanse seksindustrie. Eerst was er prof. Doc. Em. Etienne Vermeersch die de wereld liet weten dat hij na diepgaand veldonderzoek tot de conclusie is gekomen dat prostitutie ethisch verantwoord is behalve in landen als Cuba waar jonge meisjes moeten kiezen tussen zich prostitueren en honger lijden. Daarna kwam Susan Sontag, die zonder dat er naar gevraagd werd zelf over Cuba begon en het eiland opnieuw afschilderde als het bordeel van de Caraïben. Hoog tijd dat wij het hier ook eens hebben over de prostitutie in Cuba!
Waarom hebben we het net nu over prostitutie? Santiago is heeft een reputatie op dat vlak en inderdaad, we werden er voor het eerst in de 11 maand dat we hier al vertoeven met het fenomeen geconfronteerd. Voor het eerst, nu ja, in Habana hadden we eerder al drie prostituées gespot, wat eigenlijk nogal meevalt voor een stad van 2 miljoen inwoners. In Habana heeft men enkele jaren geleden acties ondernomen tegen de prostitutie, sindsdien zijn er in de hoofdstad amper nog hoertjes te vinden. In Santiago wordt je echter regelmatig op straat benaderd door jongens en meisjes. Overal in de stad zie je ook oudere blanke dames en heren in het gezelschap van jonge kleurlingen. Maar laten we proberen ons betoog ordentelijk op te bouwen en beginnen bij het begin.
Het leven in Cuba is niet altijd even gemakkelijk, we zeiden het eerder al. Toch zal iedere bezoeker aan het eiland moeten toegeven dat niemand hier honger lijdt, integendeel, zwaarlijvigheid is in Cuba een even groot probleem als in de meeste ontwikkelde landen, met alle problemen van hart- en vaatziekten die dat met zich meebrengt. Wie beweert dat in Cuba mensen zich prostitueren om geen honger te hoeven leiden, is een leugenaar. We kunnen aannemen dat Tienne Vermeersch over voldoende informatiekanalen beschikt om zich een realistisch beeld te kunnen vormen van het leven in Cuba.
Vermeersch is waarschijnlijk een anticommunist en wil in zijn anticommunisme zo ver gaan dat hij bewust leugens verspreidt over een socialistisch land. Benieuwd of hij dat ethisch te verantwoorden vindt.
Indien niemand in Cuba honger lijdt, waarom prostitueren Cubaanse meisjes en jongens zich dan? Het antwoord is duidelijk: om aan extra dollars te geraken om zich luxeproducten aan te schaffen. Omdat ze graag deel uit willen maken van het luxeleventje dat de meeste toeristen hier leiden. Omdat ze ook eens willen uitgaan in die dure discotheek, waar de toegangsprijs een voor hen onbetaalbare 10$ bedraagt en je 3$ moet neertellen voor een cocktail.
Omdat ze ook graag eens willen eten in dat restaurant waar dezelfde kreeft die je op straat voor 1$ van krijgen, 20$ kost. Alles in de toeristische sector blinkt, en het is als gewone Cubaan moeilijk om niet verblind te geraken door al die glitter.
Raamprostitutie en tippelzones kent men niet in Cuba. Om correct te zijn zouden we het beter hebben over de Cubaanse escortindustrie dan over de Cubaanse prostitutie.
Cubaanse jongens (meestal met weelderig rastakapsel, alle westerse vrouwen vallen ervoor) en meisjes slenteren rond bij toeristische trekpleisters, staan te wachten aan de uitgang van een duur hotel of aan de ingang van een dollardiscotheek. Ga je op hun aanbod in, dan tonen ze je de stad, nemen je mee naar restaurants, gaan met je naar een discotheek,... Jij betaalt alles, zij laten zich verwennen en krijgen nadien nog een stevige commissie van de uitbater van dat restaurantje waar jullie dineerden. We maken ons geen illusie over waar dat avondje uit meestal mee eindigt, maar we willen ook niet beweren dat alle jineteros en jineteras zo ver gaan.
Hoeveel escortmeisjes en -jongens zijn er zo in Cuba? Moeilijk te zeggen natuurlijk, we hebben er geen studie over gemaakt. Afgaande op onze indrukken, lopen er in België heel wat meer hoertjes rond dan in Cuba. We zeiden het al, in Habana zijn er amper. In Santiago springt het fenomeen meer in het oog omdat je regelmatig aangesproken wordt, maar het gaat hier nu ook weer niet om honderden meisjes en jongens. De berichten in de pers over de prostitutie in Cuba zijn sterk overdreven. Het is waar dat de Cubaanse overheid er graag mee uitpakte de prostitutie uitgeroeid te hebben, en dat het fenomeen sinds de invoering van het toerisme als randverschijnsel weer de kop opsteekt, maar om Cuba nu weer te gaan afschilderen als het bordeel van de Caraïben? Alle derde wereldlanden met en toeristische industrie kampen met het probleem, volgens de verhalen die we af en toe opvangen is de situatie in Brazilië of de Dominicaanse Republiek veel schrijnender. Berichten over uit de hand lopend sekstoerisme maken gewoon deel uit van de constante mediaoorlog die tegen Cuba wordt gevoerd. In dat opzicht moet je trouwens ook rekening houden met het aanzuigeffect van dergelijke berichtgeving.
Indien je overal kan lezen dat de seksindustrie in Cuba een boom kent, dan boekt de meer gegoede hoerenloper zijn volgende vakantie toch naar Cuba?
Wat verwachten die criticasters eigenlijk van de Cubaanse overheid? Hoe moet men de escortsector aanpakken? Moet men de Cubanen verbieden om te gaan of uit te gaan met westerlingen? We kunnen ons de koppen in de westerse media al voorstellen! 'Contact met buitenlanders verboden, Fidel muilkorft de bevolking!' Misschien is het beter de sekstoeristen aan te pakken. Dat is natuurlijk een delicate zaak voor een arm land dat 42% van zijn inkomsten haalt uit het toerisme. Bovendien zal ook dan de berichtgeving in bijvoorbeeld de Europese pers niet van de poes zijn. Voor je het weet raadt men af naar Cuba te reizen omdat er "willekeurige aanhoudingen" verricht worden tegen toeristen. Wie een mirakeloplossing weet voor het probleem, mailt die best door naar Fidel (Fidel.Castro.Ruz@gobierno.cu), hij zal er zeker rekening mee houden.
Om af te sluiten keren we graag nog eens terug naar het Humo-interview met mevrouw Sontag, Amerikaans schrijfster. Zoals gezegd verloopt het interview zeer vreemd, zonder dat de journalist Cuba ter sprake brengt, lanceert Sontag haar aanval tegen het 'Castro-regime'. Ze heeft het ondermeer over kleine criminelen die hier ter dood worden veroordeeld (dit gaat over drie kapers die er mee dreigden 40 mensen om te brengen, leve de kleine criminaliteit!) en over de seksindustrie in Cuba die gigantische proporties zou aannemen (zie bovenstaande). Verder beweert ze dat ze niet gelooft dat de VS Cuba ooit zullen binnenvallen (volgens ons vergist ze zich hier schromelijk, maar dat is een andere discussie) en haalt ze uit naar García Márquez, die dat wel gelooft en daarom weigert Cuba te veroordelen voor het uitvoeren van de doodstraf. Eigenlijk is haar uithaal naar Márquez de kern van het betoog van Sontag.
Als we ons niet vergissen verliepen de gebeurtenissen begin april ongeveer als volgt: onmiddellijk na het voltrekken van de doodstraf tegen de kapers, circuleerde in de kringen van vooraanstaande intellectuelen een petitie die Cuba hiervoor scherp veroordeelde (ondertussen vielen de VS Irak binnen, als intellectueel moet je je prioriteiten stellen). Mevrouw Sontag tekende die petitie en interviewde in die dagen tevens Márquez.
Kort nadien verscheen op CNN en Español een bericht verspreid door Sontag, waarin ze wist te vertellen dat ook Márquez de Cubaanse overheid veroordeelde in een interview afgenomen door haarzelf. De dag daarop zette Márquez dat bericht recht met de mededeling dat hij zich nooit voor de kar van het imperialisme zou laten spannen. Sontag op haar muil natuurlijk, ego gekrenkt en blijkbaar in die mate dat ze er nog steeds niet van over is. Intellectuelen zoals Sontag hebben het duidelijk veel te druk met hun imago als intellectueel om nog tijd te hebben om zich af te kunnen vragen wat er zich echt in de wereld afspeelt.
Zolang ze overal maar een mooie mening over hebben is er niets aan de hand, dat die mening geen enkele voeling meer heeft met de realiteit en zelfs misbruikt kan worden om oorlogen mee te rechtvaardigen, is bijzaak. Wanneer de VS het land binnenvallen om 'de afschuwelijk dictatuur van Fidel Castro' (het citaat komt uit het bewuste interview) te
verdrijven, zal Sontag daar ook wel weer iets over willen
vertellen. Het zal ons benieuwen.
Groeten uit het land van de yoghurtdrinkers,
Gwen