arch/ive/ief (2000 - 2005)

De Franstalige stembusgang: zelfde vlag, andere lading
by Dave Sinardet (posted by jpe) Friday August 29, 2003 at 09:46 PM

Een ingekorte versie van een interessante analyse van de jongste verkiezingen in heel België. Met aandacht o.a. voor extreem-rechts en de links-rechts-as.

Voor "Samenleving en politiek, tijdschrift voor een democratisch socialisme" .(zie http://users.pandora.be/samenleving-en-politiek) schreef UIA- medewerker Dave Sinardet een lang en gedegen artikel waarin hij de jongste verkiezingen in Franstalig België analyseerde en vergeleek met die in het Nederlandstalige landsgedeelte. Met instemming van de auteur vatten we de tekst kort samen tot ongeveer de helft - met de volgens ons interessantste conclusies. Waar we tekstblokken weglieten werd dat aangeduid met (...). (jpe)

--------------

De Franstalige stembusgang: zelfde vlag, andere lading


* Er werden eigenlijk twee aparte verkiezingen gehouden

Als er op het eerste zicht iets opvalt aan de verkiezingsuitslag in het Franstalige landsdeel, dan is het wel dat er weinig opvalt. Het verdict van de Franstalige kiezer lijkt als twee druppels water op dat van de Vlaamse kiezer. Dat is opmerkelijk, want de stembusslag van 18 mei was in wezen confederaal. Het politieke landschap in België is goeddeels op taalbasis gescheiden. Vlamingen kunnen niet voor Walen stemmen en omgekeerd. Bovendien zijn de partijen die zich, aan weerszijden van de taalgrens, op dezelfde ideologische basis beroepen, in grote mate van elkaar vervreemd. Al brachten VLD en MR daar een week voor de verkiezingen een opvallende verandering in door zich te profileren als één politieke familie, een contract te ondertekenen met gezamenlijke uitgangspunten voor de volgende legislatuur en af te spreken niet zonder mekaar in een regering te stappen. Al is het evident dat de liberale as er kwam vanwege zuiver strategisch electorale motieven (wat overigens niet meer dan logisch is), was dit in theorie een opvallende trendbreuk in de Belgische politiek communautaire relaties. Zo werd het blijkbaar ook in de Franstalige pers opgevat want daar was het onderwerp van commentaar en discussie tijdens de debatten. Niet zo in de Vlaamse pers, waar het enkel zonder veel duiding werd genoteerd. Samen met het feit dat het meer om een verkiezingsstunt ging dan om een doordachte politieke oriëntatie (zoals dat wel het geval is bij de jarenlange groene samenwerking) beperkte dit de effecten ervan in de praktijk. Al wisten opmerkzame kiezers wel dat een stem voor Verhofstadt er ook één voor Michel was en vice versa.

De verkiezingen bleven dus in wezen confederaal. Er werden de facto twee aparte verkiezingen gehouden waarvan men op de verkiezingsavond de resultaten samen heeft gelegd om er de toekomstige coalitie uit te kunnen distilleren. Dat vergde op 18 mei echter bijzonder weinig moeite omdat de stemevoluties opvallend gelijklopend waren. (...)

* Extreem-rechts mee in kolk van Vlaamse 'infotainment'

Voor christen-democraten aan weerszijden van de taalgrens was de stembusgang een belangrijke test. (...) De treffend gelijkaardige uitslag voor Vlaamse en Franstalige christen-democraten bevestigt alleszins de sociologische analyse dat de ontkerkelijking de partijen parten gaat blijven spelen.

Beide liberale partijen slaagden wel in hun opzet om hun positie te verstevigen, al kon de MR wel een mooier resultaat voorleggen (bijna 4% meer in de Franstalige kieskring voor de senaat). Hier waren de groeistrategieën die beide partijen de voorbije jaren hanteerden opvallend gelijkaardig. Het doel was hetzelfde: een grote volkspartij worden. De middelen verschilden soms, samen met het vijandsbeeld dat daarmee gepaard ging. (...)

Extreem-rechts stijgt ook beduidend in beide landsdelen, maar de reactie daarop verschilt grondig. Terwijl de algemene verontrusting hierover zowat hét gespreksonderwerp was op de sets van de Franstalige zenders op 18 mei, bestonden de weinige reacties in Vlaanderen in de zoveelste oproep om het cordon sanitaire te doorbreken. Er kan geen groter verschil bestaan tussen Vlaamse en Franstalige politici in hun houding tegenover extreem-rechts. Beelden van Bracke en Crabbé die op de sofa zitten te keuvelen met Dewinter of Annemans over hun gezinsleven: het is voor elke politicus over de taalgrens onvoorstelbaar. Het is bovendien ook vrij uniek, want hoewel extreem-rechts in vele andere landen wel aan het woord wordt gelaten zijn er weinig plaatsen waar het ook mee in de kolk van het infotainment wordt gezogen.

Onlangs was er nog opschudding over het feit dat Jean-Marie Le Pen anderhalf uur spreektijd kreeg op de Franse televisie, maar het bleef wel een zuiver politiek gesprek. Enkele dagen voor het extreem-rechts onderonsje op de VRT besloot MR-kopstuk Jacques Simonet de VTM-studio waar hij was uitgenodigd te verlaten toen Gerolf Annemans binnenwandelde. Het verschil is tekenend.

Al kunnen er wel kanttekeningen bij geplaatst worden. Zo hanteerde Roger Nols, een vroegere partijgenoot van Simonet, als burgemeester van Schaarbeek een taalgebruik tegenover migranten dat de confrontatie met de campagnes van het Blok perfect kan doorstaan. Simonet zelf drukte zich in deze materies ook niet altijd even fijnzinnig uit. Maar tegenover extreem-rechtse partijen is de houding heel consequent. Geen enkele vertegenwoordiger van het FN was op radio of tv te zien, ook niet na de verkiezingen. Wie wou weten hoe FN-kopstuk Daniel Féret er eigenlijk precies uitziet, moest op Ter Zake afstemmen. Of een uitgebreide mediacoverage in de media de score van het FN nog zou verhoogd hebben is moeilijk te zeggen, maar het is duidelijk dat bij de Franstaligen een normalisering van extreem-rechts, zoals die zich in Vlaanderen weer duidelijker aftekende tijdens de campagne, nog niet voor morgen is.

* Links-rechts-as voor de PS inzet van de verkiezingen

De opvallendste gebeurtenis in zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel was echter de herschikking aan de linkerkant van het politieke spectrum: het forse verlies van de Groenen en de (daaraan gekoppelde) sterke winst van de socialisten. Deze viel vooral op in Vlaanderen, maar was toch ook zeer beduidend bij de Franstalige kiezers. Sinds de enorme piek van 1987 had de PS een derde van zijn kiezers verloren. De partij was tijdens de vorige legislatuur in de Kamer maar nipt groter dan de MR en in de Senaat zelfs kleiner. De verkiezingen van 18 mei gaven de PS opnieuw een grote voorsprong. In de senaat komt dit zelfs neer op een stijging van 40 % in vergelijking met het vorige resultaat. Ook de redenen voor de socialistische zege zijn in grote mate gelijklopend in beide landsdelen en daarmee dus ook de redenen voor de groene ondergang. Zowel Agalev als Ecolo verloren ongeveer 60% van de kiezers die ze hadden in 1999. (...)

Groot verschil met de hervormingen bij de sp.a is dat de vormelijke vernieuwing bij de PS gepaard gaat met een duidelijke verlinksing van het discours. De links-rechtsas, die in Vlaanderen steeds meer als achterhaald beschouwd wordt, vormde voor de PS van Di Rupo dé inzet van de verkiezingen. (...)

Het inhoudelijke luik van de vernieuwing kreeg vooral vorm in de Ateliers du progrès, talrijke debatavonden in Wallonië en Brussel die openstonden voor iedereen die wou nadenken over de inhoudelijke koers van de partij. De deuren werden geopend voor de christelijke arbeidersbeweging, NGO's, andersglobalisten en andere vertegenwoordigers van het ruime progressieve middenveld. Di Rupo, die deelnam aan het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre, maakt van de strijd voor een andere globalisering een volwaardig hoofdstuk in het partijprogramma en op congressen. Jonge progressieven, die zich enkele jaren tevoren niet konden terugvinden in de oude PS, raken stilaan sterk gecharmeerd.

Een goede vernieuwingsoperatie moet eveneens veruitwendigd worden in de lijstvorming, wat leidde tot personeelsvernieuwing. Van de 25-koppige kamerfractie zijn er 9 kersverse kamerleden verkozen. Er stonden een aantal verruimingskandidaten op de lijsten die het belang van het middenveld moesten illustreren zoals Pierre Galand, de oud-voorzitter van de CNCD (de Franstalige NGO-koepel); Christiane Vienne, federaal secretaris van de MOC (de Christelijke arbeidersbeweging) of Jean Cornil, de ondervoorzitter van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding. Het is deze inhoudelijke terugkeer naar de oude vaste waarden, gekoppeld aan een aansluiting bij de jonge, nieuwe links-progressieve krachten die Di Rupo, onder de noemer van een bocht naar links, heeft uitgespeeld. (...)

* "Het product past zich ten dele aan de markt aan"

Het bovenstaande toont aan dat gelijkaardige vlaggen wel eens andere ladingen kunnen dekken. Dit betekent allerminst dat de gehele Franstalige politieke klasse anders zou denken dan de Vlaamse, zoals wel eens beweerd wordt. Dit is enkel het geval voor de communautaire problematiek en zelfs daarover zijn er niet onbelangrijke verschillen tussen Vlaamse en Franstalige partijen onderling en vooral ook binnen die partijen. Wel zijn er binnen de politieke families op sommige vlakken verschillende inhoudelijke ideologische oriëntaties. Dat is niet onlogisch. Het product past zich ten dele aan de markt aan. In Wallonië is de economische crisis immers nog steeds van die aard dat een traditioneel links discours er op veel bijval kan rekenen. En hoewel in het Vlaanderen van vandaag alles zeker niet zo rooskleurig is als sommigen het willen voorstellen, is men daar toch makkelijker onder de indruk van een goedkopere autoverzekering. Dat zorgt voor wisselende coalities tijdens de formatiegesprekken. Zeer veralgemenend zou je kunnen stellen dat de links-rechtsas er op socio-economisch vlak als volgt uitziet: PS-sp.a-MR-VLD. Op de levensbeschouwelijke breuklijn en meer algemeen op socio-cultureel vlak varieert de opstelling naargelang de thema's. Op alles wat met veiligheid, asielbeleid of migranten te maken heeft, zorgt de hete adem van het Vlaams Blok ervoor dat de Vlaamse partijen geneigd zijn repressievere standpunten in te nemen. Dat leidt ertoe dat MR en sp.a hier wel eens op dezelfde lijn staan, met PS en VLD aan weerskanten. Of dat de VLD geïsoleerd is, zoals over het migrantenstemrecht. Over een thema als adoptie voor holebikoppels zijn het dan weer de Franstalige liberalen die alleen staan. Maar dat kan over 10 jaar weeral heel anders zijn. Bovendien is lichtblauw nog steeds blauw en donkerrood nog steeds rood. Maar vooral het electoraal-strategisch element mag niet vergeten worden. Dat brengt sommige partijen ertoe standpunten in te nemen waarvan men weet dat ze nog voor de onderhandelingstafel zullen sneuvelen. Dat is soms de voornaamste reden waarom ze worden ingenomen.

Dave Sinardet