arch/ive/ief (2000 - 2005)

Standpunt van Minister DEWAEL na de mededeling van de federale ombudsman betreffende de beëindiging van de hongerstaking van de Afghaanse actievoerders.

De oplossing bevindt zich volledig binnen de krijtlijnen van het Belgische standpunt zoals dat vanaf het begin werd bepaald door de Minister.

Er werd niet ingegaan op hun eis van een collectieve regularisatie.

De verduidelijkingen en de praktische modaliteiten hebben de Afghaanse actievoerders uiteindelijk tot rede laten komen.
De suggestie van een politieke groepering om de ontwerprichtlijn inzake bijkomende bescherming versneld om te zetten, bood geen oplossing daar deze richtlijn niet veralgemeend van toepassing is op de huidige Afghaanse situatie. De Minister zal snel na de goedkeuring van de richtlijn door de Europese Raad deze richtlijn omzetten naar Belgisch recht en dat in overeenstemming met het regeerakkoord.
Om alle misverstanden te voorkomen volgt hierna het standpunt met alle verduidelijkingen:

A.
Herëvaluatie van de humanitaire en veiligheidssituatie zal door de Minister, na raadpleging van de bevoegde Belgische diensten (commissariaat-generaal, Buitenlandse Zaken, Premier), na kennisname van de NGO-rapporten door de Minister én na consultatie van de Europese partners binnen de EU, gebeuren begin 2004 waarna de Minister zal beslissen over een al of niet verder verblijf.

B.
- Werken wordt toegestaan voor alle Afghanen die voor 1 januari 2003 een asielaanvraag hebben ingediend én een negatieve beslissing hebben ontvangen. Dit maakt mogelijk om nuttige ervaring op te doen in het licht van de heropbouw van Afghanistan.
- Onontvankelijkverklaarden: ad hoc regeling (Voorlopige toelating tot tewerkstelling) zal uitgewerkt worden met Minister van Tewerkstelling
- Weigeringen te gronde met beroep Vaste Beroepscommissie: werken kan nu al waardoor er geen specifieke regeling dient uitgewerkt te worden.

C.
Individuele regularisatie kan, nu en in de toekomst, op grond van artikel 9.3 vreemdelingenwet mits toepassing van het volgende principe (algemeen principe dat volgt uit omzendbrieven 1997 en 1998 en uit de tijdelijke regularisatiewet)
Elkeen die het statuut van vluchteling heeft aangevraagd zonder een uitvoerbare beslissing te hebben ontvangen binnen een termijn van drie jaar (families met schoolgaande kinderen) of 4 jaar (alleenstaanden of koppels zonder kinderen) kan worden geregulariseerd tenzij betrokkene naar het oordeel van de Minister een gevaar betekenen voor de openbare orde of de nationale veiligheid.
Onder uitvoerbare beslissing wordt verstaan:
- Onontvankelijkheidsbeslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken waartegen geen dringend beroep werd ingediend bij de commissaris-generaal
- bevestigende beslissing van de commissaris-generaal (onontvankelijkverklaarden)
- weigeringsbeslissing ten gronde door de Vaste Beroepscommissie
- weigeringsbeslissing van de commissaris-generaal waartegen geen beroep werd ingediend bij de Vaste Beroepscommissie
De verlenging van de termijn van het ‘bevel om het grondgebied te verlaten’ (tot maart 04 of juli 04) wordt meegeteld om te komen tot een termijn van drie of vier jaar.
De toepassing van dit principe betekent dat vandaag:
• elkeen die een asielaanvraag heeft ingediend voor 1 januari 2000 individueel geregulariseerd kan worden
• Families met schoolgaande kinderen die een asielaanvraag hebben ingediend voor 1 juli 2000 individueel kunnen worden geregulariseerd.
Dit betekent ook dat de individuele regularisatie in de toekomst ook toegestaan zal worden voor zij die op het moment van hun aanvraag aan de voorwaarden van het principe voldoen.
De Dienst Vreemdelingenzaken zal binnen een redelijke termijn beslissen over de individuele aanvragen. Wanneer deze de drie maanden overstijgt, hebben de actievoerders de mogelijkheid om de federale ombudsman te vatten (toepassing algemeen principe werking ombudsman). Er zal niet overgegaan worden tot een gedwongen verwijdering alvorens beslist is over de individuele regularisatieaanvraag.

D.
Aanduiden van een duidelijke contactcel binnen de Dienst Vreemdelingenzaken om eventuele praktische problemen inzake het bekomen van maatschappelijke dienstverlening bij de verlenging van het bevel doeltreffend op te lossen binnen de wetgeving terzake.

E. De Minister zal de beschouwingen van de federale ombudsman inzake de werking van zijn administratie in overweging nemen.
Contactpersoon Stefaan KERGER 0476 497 832