arch/ive/ief (2000 - 2005)

PERSBERICHT - 31 juli 2003
Aan de redacties binnenland / politiek

OCIV vraagt volwaardig statuut voor Afghanen


Het Overlegcentrum voor Integratie van Vluchtelingen (OCIV) roept alle betrokkenen bij de Afghaanse hongerstaking op om de kalmte te bewaren en de dialoog verder te zetten. Zowel de overheid als de hongerstakers moeten beseffen dat deze penibele situatie niet zal worden opgelost door de zaken verder op de spits te drijven, enerzijds door de hongerstaking tot het uiterste voort te zetten, anderzijds door de hongerstaking af te doen als een gevaarlijke vorm van chantage.

Aan de basis van deze situatie liggen ernstige tekortkomingen aan de asielprocedure die door OCIV reeds vroeger werden aangeklaagd:
De Afghaanse asielaanvragen werden een hele tijd bevroren, niet behandeld. Het bevriezen van dossiers van asielzoekers afkomstig uit conflictgebieden dreigt een vaste praktijk te worden bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen. Eens het conflict min of meer onder controle is worden gelijktijdig een groot aantal negatieve beslissingen genomen. Dit leidt tot onbegrip bij asielzoekers die op het ogenblik van de aanvraag wel degelijk als vluchteling beschouwd konden worden.
OCIV heeft ernstige vragen bij het gelijktijdig versturen van de beslissingen naar alle Afghaanse asielzoekers. Advocaten worden momenteel overstelpt met vragen vanwege Afghaanse asielzoekers om een beroep voor hen in te dienen. De facto wordt door de groepsgewijze verzending van de negatieve beslissingen de beroepsmogelijkheid ernstig uitgehold.

Gezien deze fouten uit het verleden, en gezien de aanhoudende toestand van onveiligheid in Afghanistan, is OCIV van oordeel dat de Belgische regering haar verantwoordelijkheid moet nemen om de Afghanen een perspectief van zekerheid te bieden.
1. De beslissing om nu slechts een tijdelijk verblijf toe te kennen (tot maart of juni 2004) behouden, maar hieraan een beter verblijfsstatuut verbinden (machtiging tot verblijf). We verwijzen naar het regeerakkoord dat een bijkomend beschermingsstatuut voor oorlogsvluchtelingen voorziet. Afghaanse asielzoekers die niet konden erkend worden als vluchteling in de zin van de Conventie van Genève kwamen wellicht wel in aanmerking voor bijkomende bescherming.
2. Vanaf januari 2004 moet door onafhankelijke experts de humanitaire en veiligheidssituatie opnieuw geëvalueerd worden. Hierin is een taak weggelegd voor het Observatorium voor de Migratie, opgericht bij het Centrum voor gelijke Kansen. Er moeten ook garanties komen dat het ontwerprapport wordt voorgelegd aan deskundige organisaties zoals Amnesty International, Human Rights Watch en het UNHCR.
3. Indien uit deze evaluatie blijkt dat de situatie in juni 2004 niet fundamenteel verbeterd is moeten de Afghaanse asielzoekers een definitieve verblijfsvergunning krijgen.
4. Zij die nu al drie jaar of langer in de asielprocedure in België verblijven, moeten onmiddellijk een definitief statuut kunnen krijgen.

OCIV vraagt alle partijen in dit conflict, om op een serene wijze oplossingen te zoeken voor deze complexe situatie. In het bijzonder roept OCIV de Minister van Binnenlandse Zaken op om persoonlijk zijn politieke verantwoordelijkheid te nemen en de houding van de Belgische overheid in dit dossier opnieuw te bekijken.

Contact: Pieter De Gryse 02/274.00.24 GSM: 0478/444.121