Open brief van de Afghaanse gemeenschap in België aan Dewael en Verhofstadt by posted by christophe callewaert Thursday July 31, 2003 at 12:40 PM |
Sinds deze week is de situatie van de Afghaanse gemeenschap in België volop in de schijnwerpers gekomen. Veel aandacht ging naar de manier waarop veel mensen van onze gemeenschap hun lot kenbaar willen maken. Maar we willen vooral aandacht vragen voor de situatie waarin we ons bevinden en in dialoog hierover treden met de Belgische regering. Vandaar dit initiatief.
We hebben het gevoel door de Belgische overheid onheus behandeld te zijn. Voor ons is het niet veilig om terug te keren naar Afghanistan.
Ten eerste willen we de situatie schetsen van de Afghaanse vluchtelingen in België. Het merendeel van de Afghanen is naar België gevlucht vóór de Amerikaanse interventie in Afghanistan (op 7 oktober 2001). Deze mensen hebben meestal een lange periode van strijd met de Mujaheddin achter de rug en zijn daarom op de vlucht geslagen. Al deze mensen zijn tegenstanders van de fundamentalistische regimes die Afghanistan nog steeds overheersen. Om de bescherming te krijgen die we nodig hebben, deden we bij onze aankomst in België terecht een beroep op de asielprocedure. Maar in plaats van een spoedbehandeling van onze asielaanvraag, zijn we ondertussen driemaal het slachtoffer geworden van het Belgische asielbeleid.
Allereerst van het zogeheten Last in, First out (LIFO)-systeem dat door de commissaris-generaal voor de vluchtelingen in 2001 geïntroduceerd werd. Dat betekent dat wie asiel had aangevraagd voor januari 2001, laatst behandeld zou worden. Veel van de Afghaanse dossiers werden zo meteen naar achteren geschoven.
Tegelijk zijn we het slachtoffer van de ,,beslissingsstop'' die eind 2001 werd ingevoerd omdat de situatie in Afghanistan volgens de commissaris-generaal ,,te onduidelijk'' was. Die stop duurde opnieuw meer dan een jaar. Uit het verleden blijkt dat in Afghanistan voortdurend regimewissels kunnen plaatsvinden, soms om de zes maanden. Op wie of wat wacht de Belgische overheid dan om te beslissen? Het is een bedenkelijke praktijk om aanvragen te blokkeren omdat anders iedereen een erkenning had moeten krijgen.
We zijn het slachtoffer geworden van massale onterechte negatieve asielbeslissingen. Beslissingen die bovendien allemaal op hetzelfde moment verstuurd zijn. Daardoor kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat het om een collectieve en niet om individuele beslissingen gaat. Het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen is voortgegaan op een -- zeer aanvechtbare -- wijziging van de algemene situatie in Afghanistan. Naar die algemene situatie mochten we zelf tijdens ons asielinterview niet verwijzen, omdat we onze individuele vervolging moesten aantonen.
Die beslissingen werden gezamenlijk verstuurd. Daardoor was het bovendien bijzonder moeilijk om voldoende goede advocaten te vinden die ons konden bijstaan om op tijd beroep aan te tekenen. Wij vragen dan ook een nieuwe en gespreide betekening, om ons meer tijd te geven een degelijk gemotiveerd beroep in te dienen.
De Afghanen die in België verblijven zijn mensen die vaak politiek actief waren en die slachtoffer zijn geworden van etnische vervolging in Afghanistan. Het gevoel dat deze beslissingen onterecht zijn, leeft dan ook heel hard en heeft geleid tot de hongerstaking. Dat is geen chantagemiddel en we willen hiermee geen medelijden trachten op te wekken. Wel willen we zo onze rechten verdedigen. Die dreigen ernstig geschonden te worden.
Het is belangrijk een juist beeld te vormen van de situatie in Afghanistan. Daar heerst al meer dan twintig jaar een situatie van algemene onveiligheid. Zoiets los je niet op in één jaar.
Het rapport dat Human Rights Watch deze week lanceerde, bevestigt het grote gebrek aan veiligheid, zelfs in Kabul, waar de internationale vredesmacht aanwezig is. Fundamentalistische groeperingen zijn nog actief in het hele land. Zij bestrijden de mensen die zich vroeger tegen hen gekeerd hebben. Wij zijn tegen de islamitische fundamentalisten, daarom zijn we hier. Daardoor lopen we een groot risico in Afghanistan.
Er is niet één regering die heerst over Afghanistan. Elke provincie heeft zijn eigen president -- Hamid Karzai is in die zin hooguit de ,,burgemeester'' van Kabul in plaats van de president van Afghanistan. De regering heeft geen greep op de lokale machthebbers en kan ons niet beschermen tegen hun misbruiken en geweld. Dagelijks voeren de aanhangers van de Taliban en Al-Qaeda een guerrilla tegen hun tegenstanders. Ideologisch volgen de fundamentalistische krijgsheren onverminderd de Taliban-agenda. Dat er een ,,religieuze politie'' bestaat, is tekenend.
De etnische, religieuze en linguïstische strijd die al jarenlang woedt tussen verschillende groepen in Afghanistan, is er nog steeds. Wij hebben geen verweer tegen hen die tot de tanden bewapend zijn. Lokale warlords maken zich bovendien schuldig aan het in beslag nemen van persoonlijke bezittingen, verkrachting -- zelfs van kinderen --, ontvoering en moord. Wie durft opkomen voor een democratisch gedachtegoed, is niet zeker van zijn leven. Er is geen vrijheid van meningsuiting. Dat werd onlangs nog aangetoond door de arrestatie van een journalist die het aangedurfd had een artikel te schrijven waarin hij de fundamentalisten hekelde. Het ontbreken van een nationale, onafhankelijke politie en justitie laat mensen onbeschermd tegen lokale krijgsheren en gewapende bendes.
Er is bovendien een nieuw conflict aan het groeien: dat tussen de hooggeschoolden en de religieuzen (,,tussen de mannen met de das en de mannen met de tulband'', zoals ex-president Rabani het noemde). De terugkeer van de intellectuelen uit het buitenland naar Afghanistan wordt daarom als een ernstige bedreiging aangezien. Ook de reactie in Kabul op de hongerstaking in de Brusselse kerk was bijzonder beangstigend: deze mensen worden aangezien als 'afvalligen' omdat ze in een katholiek gebedshuis onderkomen zochten. Sowieso wordt de terugkeer van de vluchtelingen als een bedreiging gezien van de schaarse posities en huisvestingsmogelijkheden: ,,wie terugkeert neemt misschien wel onze plaats in''.
De situatie in Afghanistan is niet veilig, het wordt door alle mogelijke rapporten, getuigenissen en oproepen van ngo's bevestigd. Deze situatie zal nog lange tijd aanhouden. Niets wijst erop dat de regering of de internationale gemeenschap de situatie op korte termijn onder controle zal krijgen. Wij vragen dan ook aan de Belgische regering om ons niet langer in de onzekerheid te laten over onze toekomst. Veel van onze kinderen spreken intussen niet of nauwelijks nog hun moedertaal, ze gaan naar school en hun ouders zijn ook goed geïntegreerd. Ze zijn hier dan ook al lang. Maar de onzekerheid over onze toekomst is knagend, die onzekerheid opnieuw vooruitschuiven met een half jaar of een jaar (waarbij er een discriminerend onderscheid wordt gemaakt tussen mensen met en zonder kinderen) is voor ons bijzonder moeilijk te aanvaarden.
Daarom vragen wij eerste minister Guy Verhofstadt en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael dringend om de nodige bescherming van de Afghaanse vluchtelingen die in België verblijven te garanderen, nu en in de toekomst.
Mirbaz Ahmed Sakhi, Warasy Aqa Husain, Zalmai, Yusofzai Mostafa, Hakim Nawabi (In naam van de Afghaanse gemeenschap in België.)