arch/ive/ief (2000 - 2005)

Heiligverklaring Guy Mortier - Hoe de Humo-cultuur Vlaanderen veroverde
by Jos Vranckx Monday May 12, 2003 at 06:34 PM

Eind maart ging Guy Mortier met pensioen als algemeen hoofdredacteur van Humo.De man die alle heilige huisjes sloopte, werd kritiekloos de hemel in geprezen. In DIOGENE(S) hebben we al vaker de vloer aangeveegd met Humo.Vandaar dat we u met veel plezier deze "kritische okkernoot" aanbieden van Jos Vranckx. Laat het u twee keer smaken.

Eind maart ging Guy Mortier met pensioen als algemeen hoofdredacteur van Humo. Onder lof bedolven en boven alle kritiek verheven. De man die alle heilige huisjes sloopte, werd kritiekloos de hemel in geprezen. Maar in DIOGENE(S) hebben we al vaker de vloer aangeveegd met de Humo- pretenties. Vandaar dat we u hier met veel plezier de "kritische okkernoot" aanbieden die Jos Vranckx voor het weekblad Tertio schreef. Laat het u twee keer smaken.

* "De held van een generatie'' ?

Guy Mortier kreeg eind maart een afscheidsfeest in het Sportpaleis dat al weken van tevoren was uitverkocht. De 12.000 aanwezigen bejubelden Mortier als hun held en gids, een Mozesfiguur die het hypocriete en saaie Vlaanderen naar het beloofde land van de Verlichting en de lolbroekerij heeft geleid.

Yves Desmet van De Morgen vatte het mooi samen: "Guy heeft Vlaanderen van onder de kerktoren gehaald.'' Alle Vlaamse kranten wijdden huldeartikels aan hem. De peetvader van de kritische journalistiek, de man die van schoppen tegen het gezag zijn handelsmerk maakte, werd kritiekloos en met beate bewondering bejegend. Alsof Humo een heilig huisje is geworden en Mortier nog bij leven heilig verklaard.

"Hij werd als een god geëerd,'' noteerde de verslaggever van De Morgen. Alle coryfeeën van de Vlaamse rock- en mediawereld waren op Humo's Pop Poll de Luxe aanwezig. De show werd rechtstreeks door Studio Brussel uitgezonden en was nadien integraal op Canvas, in twee afleveringen, te zien. De VRT besteedde royaal aandacht aan het afscheid, met op de radio een interview in 'Voor de Dag' en een 'Grote Guy Mortier Quiz' in 'De Nieuwe Wereld' van Fried'l Lesage. Op Canvas kreeg hij een bijdrage in 'Ter Zake' over hoe goed hij wel was. Bruno Wyndaele had hem uiteraard ook te gast in 'De laatste Show' waarbij hij Mortier "de held van een generatie'' noemde.
Zoveel lof kan niet meer gezond zijn. Voor iedere weldenkende onderzoeksjournalist moet zoiets volstaan om meteen de andere kant naar boven te spitten.

* De gouden greep

"Ik was alles behalve links toen ik begon,'' vertelde Mortier ooit aan De Haagse Post. "Ik was wat je zou kunnen noemen een romantische idealist, zoals zoveel jongelui die op een katholieke school zijn opgevoed en daarna hun geloof hebben verloren, maar ze houden iets van de missionaris in zich.''

Die missionarishouding manifesteerde zich bij Mortier in een onderuit halen van alles wat hij in zijn jeugd in het college van Mol en in de katholieke Kempen als waardevols gepresenteerd had gekregen. Hij had nieuwe idolen gevonden: de rock-'n-roll, de kolder van Godfried Bomans, de linkse 'no nonsense'-journalistiek van Vrij Nederland.

"Ik heb een agressieve, snelle, jonge en nogal brutale verslaggeving geïntroduceerd,'' aldus Mortier. "De boemannen, de machtigen te lijf gaan, dat sprak me geweldig aan. Ineens hadden we een jeugdig publiek dat geweldig met ons meeleefde. We maakten veel grappen om de autoriteiten. Een oneerbiedige benadering die nieuw was voor Vlaanderen, en dat sloeg enorm in.''

Tot ontsteltenis van de toenmalige katholieke uitgever Dupuis, die na hevig tegensputteren uiteindelijk overstag ging vanwege de commerciële triomfen. Want Humo groeide met sprongen uit tot het grootste weekblad op de Vlaamse markt, met een verkoop van 240.000 exemplaren.

De gouden greep die Mortier haast onaanraakbaar maakte en Humo deed evolueren van een braaf familieblad tot de Moniteur van een generatie, was dat hij verschillende doelgroepen op hun wenken bediende. Met als basis het katern met de tv-programma's, handig en overzichtelijk, waaraan in het exploderende tv-tijdperk net grote behoefte was. Op die manier kwam Humo in de huiskamer van modale Vlaamse gezinnen en maakte zich daar onmisbaar. Daarbij voegde zich de opkomende rock 'n roll, de popmuziek die almaar meer jongeren fascineerde en voor wie Humo met zijn popkatern eveneens een gat in de markt vulde, want nergens anders vond je deskundige besprekingen van platen en concerten en interviews met vedetten. Jongeren kregen bovendien een toenemend economisch gewicht, ze hadden altijd meer te consumeren, zodat de adverteerders zich verdrongen in de Humo-kolommen en het geld binnenstroomde.

Dat was de ruggengraat waarop de 'vrije en ongebonden' Humo-journalistiek zich kon ontplooien. Aanvankelijk in de geest van Mei 68, waarvan Humo de ideeën in Vlaanderen deed doorbreken: een combinatie van linkse maatschappijkritiek en libertijnse moraal.


* 'Buikgevoel' voor wat mensen wilden horen en lezen

Dankzij de combinatie van tv-gids, muziek- en opinieblad bereikte Humo een publiek van zowel huismoeders en dakwerkers als linkse intellectuelen en dweperige tieners. Bindmiddel was de humoristische en kwajongensachtige saus die Mortier over alles heen gooide. In de jaren 70-75, toen het blad zijn snelste opgang maakte, zochten velen in Humo wat ze moesten denken. "Ik ken veel mensen die zeggen dat Humo een bijbel was, die van buiten werd geleerd,'' zei Mortier daarover.

Hij had nooit een doordachte politieke ideologie en had geen hoge pet op van intellectuelen, maar reageerde vanuit een 'buikgevoel' voor wat mensen wilden horen en lezen. Het politiek correcte denken moet hij hebben uitgevonden. In de jaren zeventig-tachtig manifesteerde zich dat in het openlijk flirten met het gauchisme. 'Dwarskijker' Willy Courteaux, die ook de brievenrubriek Open Venster redigeerde, stak zijn communistische sympathieën niet onder stoelen of banken. Het was toen al 'links' en 'kritiek' wat de Humo-klok sloeg. In het medialandschap ging deze journalistiek algauw als een soort standaard gelden. Wie mee wilde zijn, moest Humo lezen. Wie met de cartoons van Kamagurka niet kon lachen, hoorde er niet meer bij.

* Een Humo-geloof

"Tegen de schenen stampen zoals een kwajongen. Boosaardig graag. Om alles lachen, graag. Grappig durven zijn op alle mogelijke plekken, in alle mogelijke onderwerpen, oneerbiedig zijn… Dat is ingeslagen, dat heeft zich uitgebreid,'' zei Mortier in Pub in september 1991.

De Humo-stijl werd een trendy bij De Morgen en de openbare omroep, en deinde ook uit naar de andere media. De Humo-cultuur en -denkwereld veroverde Vlaanderen: ironisch, meedogenloos kritisch, een zich afzetten tegen al wat tradities en eigenheid betrof, zowel de Vlaamse als christelijke, die moesten zoveel mogelijk worden ontmaskerd, gedemystificeerd en gedeconstrueerd. Waarden en normen werkten voor de Humo-journalisten als een rode lap op een stier.

Voor velen kwam het allemaal over als een bevrijding, een soort nieuw geloof, met eigen dogma's en taboes en eigen ongeschreven wetten. Je was pas progressief en eigentijds als je Humo las.

* Humo bepaalde 'wat in was'

Toen links uit de mode geraakte, paste Mortier zijn concept probleemloos aan in een postmoderne richting, wat hem trouwens op het lijf gegoten zat. De mix van entertainment, politiek, topsport, BV's, film en literatuur, van 'hoge' en populaire cultuur, alles door elkaar. Humo bleef een boegbeeld van progressiviteit, van het verleggen van grenzen en neerhalen van taboes, en werd ook meer sexy. Mediaseksuologe Goedele Liekens kon haar blijde boodschap van seksuele bevrijding volop kwijt in de kolommen. Typisch was de cover waarop Mortier met open gulp poseerde naast Goedele. Succesvol waren de borstenserie, de serie over lesbische nonnen en het nummer waarbij gratis een condoom werd meegeleverd. Of reeksen zoals De zeven hoofdzonden, waarbij het zesde en het negende gebod natuurlijk het meeste aandacht kregen. Mortier haalde trouwens vaker inspiratie in het katholieke vocabularium van zijn jeugd.

In het popkatern konden jongeren zich blijven uitleven. Humo maakte Torhout-Werchter groot en surfte op zijn beurt mee op de golven van de popfestivals-hype, met als gevolg dat het lezerspubliek zich voortdurend verjongde en Humo ook voor hen de standaard bleef. Ook al kwamen er ondertussen kapers op de kust. Een moeilijk moment voor Mortier was de lancering van de commerciële televisie, ook vanwege zijn bevoorrechte relatie met de toenmalige BRTN. Humo deed pogingen om met enkele schandaalreportages VTM onderuit te halen, maar gaf zich uiteindelijk gewonnen.

De cartoons van Ever Meulen en Kamagurka met hun typische absurde en cynische - vaak macabare - spot kleurden het blad in grote mate. Maar het marketingconcept was absoluut ijzersterk, en daarbinnen pasten ook auteurs als Tom Lanoye, Herman Brusselmans en Kristien Hemmerechts. Zij werden systematisch gepromoot, want zij pasten perfect in het pseudo-anarchistische beeld. Andere Vlaamse literatuur en cultuur bestonden gewoon niet. Humo bepaalde wat in was. Een 'format' waar Mortier strak de hand aan hield. Over zijn 'ijzeren greep' deden de ex-redacteurs die eind 2001 naar Bonanza overstapten een boekje open. Mortier beleefde met Bonanza enkele spannende weken. Maar maanden later was hij het weer die triomfeerde.

* Hoe Humo Van Rossem in het parlement bracht ...

Een schitterende marketingtruc waren zijn wekelijkse radiospotjes "Die ochtend" in de krantenwinkel. Bovendien trad Mortier ook op in allerlei tv-programma's - "Alles kan beter" - waar hij zijn oertalent als komiek en satiricus ten volle kon uitleven. Dat noemt men cross-media marketing.

In de jaren negentig verloor Humo haar rebelse karakter en werd almaar meer mainstream, platter en gewoner. Wat zeker meespeelde was de concurrentie van Dag Allemaal. Mortier moest zijn ambitie opgeven de grootste te zijn in Vlaanderen en kon dat maar moeilijk verkroppen. Veelzeggend was de manier waarop Humo Jean-Pierre Van Rossem, de voormalige beursgoeroe die prat ging op zijn verzameling sportwagens en 'wijven', groot maakte en hem ook in het parlement bracht met een monsterscore. De geniale oplichter kreeg van Mortier alle ruimte. Er bestond duidelijk een affiniteit tussen die twee: allebei cowboys die zich niets aantrekken van normen en gezag, vrijschutters, volwassen kwajongens zeg maar. Dat Van Rossem een schaamteloze profiteur was die niet gehinderd werd door enige morele scrupule, was voor Humo volstrekt bijkomstig.

* Lijkenpikkerij

Een dieptepunt van wansmaak brak aan toen Humo in juli 1998 uitpakte met de viervoudige (zelf)moord in Kasterlee en een interview bracht met de daders, het koppel dat zijn kinderen (19 en 24 jaar oud) ombracht en daarna zelfmoord pleegde. Een kroniek van aangekondigde dubbele zelfmoord en moord. Met een macaber radiospotje van Mortier: "Gisteren nog aan gene zijde, vandaag in Humo.''

"Humo doet aan lijkenpikkerij,'' reageerde ondermeer de Gentse ethicus Koen Raes. Maar het blad legde de golf van kritiek hautain naast zich neer en gaf zijn critici er stevig van langs. Humo heeft altijd gelijk. Pas op wie daaraan durft te raken.

* Mix van roddels, halve waarheden en ideologisch venijn

"Snel reageren op bullshit van alle aard,'' aldus het journalistieke credo van Mortier. In de loop der jaren heeft Humo een hoop geruchtmakende dossiers gepubliceerd, helden gemaakt en gekraakt. In naam van de journalistieke integriteit. Typisch voor Mortier is dat hij nooit enig ongelijk heeft toegegeven, wat ook blijkt uit de interviews bij zijn afscheid.

Dossiers over Vanden Boeynans, de roze balletten, de bende van Nijvel met de suggestie dat de politie medeplichtig was, het gevangenisdagboek van drugssmokkelaar Van Esbroeck…. Humo maakte helden van gangsters en boeven, drugsgebruikers, seksmaniakken en sjoemelaars. Omgekeerd jaagden de 'onderzoeksjournalisten' genadeloos op al wie een rechts en een katholiek imago had. Paul Vanden Boeynants, Leo Tindemans, Wilfried Martens, Leo Delcroix en andere "rechtse conservatieve zakken'' werden - dixit Mortier - "aan de muur gespijkerd''. Datzelfde lot viel in 1985 de Gazet van Antwerpen te beurt in de serie 'De rechtse krant van de linkeroever', met een mix van roddels, halve waarheden en ideologisch venijn.

Uit zijn interviews van de voorbije weken blijkt dat Mortier nog altijd prat gaat op zijn dossier over de 'Spekpater', de onlangs overleden Werenfried van Straaten: "De laatste generaal van de Koude Oorlog.'' Dat de man zijn zwakke kanten had, daarover bestaat geen twijfel. Maar die verdwijnen in het niets bij het feit dat hij vele levens heeft gered en over de hele wereld noden heeft gelenigd, zoals ook werd uiteengezet in het uitgebreide hulde-artikel dat de (linkse) Britse krant The Guardian aan zijn dood wijdde. Humo-redacteurs hebben overigens nooit enige gevoeligheid of respect betoond voor wat mensen religieus kan inspireren en bezielen.

* Kwaadaardig, inderdaad

Veel heisa verwekte het blad ook met de affaire 'notaris X'. Humo beschuldigde een Antwerpse notaris, met Vlaams-nationale roots, van pedoseksueel misbruik van zijn twee kinderen. Achteraf bleek deze zaak op een uit de hand gelopen echtelijk dispuut te berusten. De kinderen hebben het hele verhaal ontkend. Mortier blijft er evenwel bij dat hij gelijk had en dat hij de anonimiteit van de notaris altijd heeft gegarandeerd. Maar voor de betrokkene was het een nachtmerrie die hem en zijn gezin aan de rand van de afgrond bracht.

Het enige schandaaldossier waarover Mortier wel spijt heeft betuigd, is de serie over Hugo Camps (1986), de toenmalig hoofdredacteur van Het Belang van Limburg, waardoor die tot ontslag werd gedwongen. "Achteraf had ik het gevoel dat dat ook mij kon overkomen,'' bekent Mortier nu berouwvol. "Als mensen dingen over je beginnen te verzamelen… Ik zou niet weten wat, maar de mensen kunnen kwaadaardig zijn en zaken verdraaien,'' verklaarde hij in De Morgen van 22 maart jongstleden. Kwaadaardig, inderdaad.

* "Journalistiek van de verschroeide aarde"

Mortier vindt nu zelfs dat de Antwerpse schepenen met hun Visa-kaarten te streng zijn aangepakt, dat alles "op een verschrikkelijke manier uit zijn context is gerukt.'' Dat we dat nog mogen meemaken: het Humo-boegbeeld dat begrip vraagt voor gezagsfiguren, ook al hebben ze gesjoemeld. Leo Delcroix zal dat graag vernemen. De toenmalige minister liet in het zwart bijklussende postbodes aan zijn huis in Frankrijk werken en werd door Humo-onderzoeksjournalisten genadeloos opgejaagd, waarbij zijn beruchte Atoma-schriftjes werden uitgeplozen. Wat hem de kop kostte. Maar hij was dan ook CVP'er, en nog wel een rechtse.

"Journalistiek van de verschroeide aarde,'' zo noemde Derk-Jan Eppink, ex-redacteur van NRC Handelsblad en destijds van De Standaard, de Humo-aanpak, naar aanleiding van de X1-getuigenissen rond de vermeende pedofilienetwerken. Eppink omschreef het in De Standaard van 4 februari 1998 als: "Journalistiek waarin alles is toegelaten en waarin geen verantwoording meer is verschuldigd. Iedereen kan iedereen straffeloos beschuldigen van de ergste dingen: moord, fraude, zelfs van medeschuld aan genocide. En als het niet waar is, haalt men onverschillig de schouders op. Men richt zich niet op het feitenrelaas maar op hele en halve conspiraties en manoeuvres. Er is geen hang naar de feitelijke structuur, maar naar de mysterieuze wereld erachter. (…) Er zijn ook altijd dezelfde ingrediënten: seks, netwerken, prominenten en Paul Vanden Boeynants.''

* Product van het "postmorderne cynisme"

Voor de huidige Humo-hoofdredacteurs Oosterwaal en Schavers wordt het een helse klus om Humo een nieuw profiel te geven na Mortier, want Humo-klonen vind je vandaag overal in de Vlaamse media. Humo kan vandaag eigenlijk niet meer rebels zijn, want waartegen kan het blad nog rebelleren? Vlaanderen is ge-Humo-ïseerd. Op de VRT spat de kwajongensachtige joligheid voortdurend van radio en tv af. De lol kan niet meer op, zelfs niet meer in de politieke programma's. We amuseren ons kapot in Vlaanderen. Dat doet denken aan een uitspraak van de Franse filosoof Alain Finkielkraut: "Een wereld die niet alleen grappen maakt, maar die alléén nog maar grappen maakt, en die alle grappen maakt, en die van alles een grap maakt. En die zich tenslotte nog niet eens ernstig afvraagt of het ernstig is, maar die zich alleen onbezorgd, leeg, afvraagt of het wel amusant is.''

Ook ideologisch heeft Humo zijn slag thuisgehaald. Het vertrouwen in instellingen is nog nooit zo laag geweest. Het respect voor het gezag heeft afgedaan. De zuilen zijn ingestort. Alle mogelijke alternatieve samenlevingsvormen zijn erkend. Veel jongeren geloven in niets meer, behalve in geld en consumptie. De kerk is gemarginaliseerd en geloof is haast een nieuw taboe geworden. Waartegen kan Humo nu nog schoppen? "Alles van waarde is weerloos,'' dichtte Lucebert. Tegenover het cynisme, de ironie en de spot komt elk moreel en religieus discours belachelijk en volkomen irrelevant over. Behalve als je, zoals de alomtegenwoordige Rik Torfs, hetzelfde ambivalente discours hanteert.

Humo is een product van wat Patricia de Martelaere 'het postmoderne cynisme' noemt. Een cynisme "dat het redeneren voor of tegen de kennis helemaal heeft opgegeven en waarin de optie van idealen zelf lachwekkend of onbegrijpelijk wordt''. In zijn boek "Op de ruïnes van de waarheid" legt VUB-socioloog Mark Elchardus de link tussen de arrogantie van de zelfverklaarde progressiviteit en de nieuwe maatschappelijke breuklijnen, zoals die zich onder meer hebben gemanifesteerd in de opkomst van extreem-rechts. De progressieve beeldenstormers hebben systematisch belachelijk gemaakt en ondermijnd wat mensen zin en houvast gaf, de waarden van gezin, gemeenschap, overtuiging, de continuïteit met het verleden. "Voor deze critici waren dat nog slechts overgebleven debiliteiten van een achtergebleven massa. Voor hen telt slechts het tijdloze heden van de individuele wil of preferentie. Het individu kiest. Die keuze dient niet te worden verantwoord, en morgen kan het individu weer anders kiezen.''

* Met de gratie van kapitaal en consumptie, glitter en show

"Men kan niet anderen de maat nemen en zelf onbemeten blijven,'' zegt Eppink. Humo heeft altijd graag de maat genomen van anderen en de journalistiek van het Grote Gelijk gehuldigd. Maar de tijd komt dat onze helden op hun beurt worden gedemystificeerd. In een pluralistisch medialandschap moet er vanzelfsprekend een plaats zijn voor bladen die tegendraads, kritisch en satirisch zijn. De situatie verandert als de kwajongens zich een quasi-monopoliepositie aanmeten en vanuit hun verworven machtspositie en superioriteitscomplex andere opinies en waardeschalen systematisch onderuithalen, doodzwijgen of in de hoek van folklore, bedrog en hypocrisie stoppen. Terwijl ze zelf alleen maar hun ding hebben kunnen doen met de gratie van kapitaal en consumptie, glitter en show.

Dit artikel werd - met dank aan auteur en uitgever - overgenomen uit het christelijke weekblad Tertio, http://www.tertio.be

DIOGENE(S) 52

Eén Diogene(s) 52 in plaats van 15 is genoeg
by quiest Monday May 12, 2003 at 08:32 PM
quiest@steun.be

Sorry maar een beetje serieus blijven - 15 x nieuws over nieuws duwt de rest de dieperik in - Eén post met inhoudstafel en verwijzing naar Diogenes 52 zal wel genoeg zijn zeker?