Recensie van Resist! Veel meer dan een cultuurschok by Kris Velter Thursday April 24, 2003 at 03:28 PM |
kris.velter@antwerpen.be |
Resist! Veel meer dan een cultuurschok (Dyab Abou Jahjah en Zohra Othman) “Overal is er verzet. De 300.000 Indische vrouwen die zich organiseren in de Self Employed Womens Association, de landloze boeren in Brazilië, de Zapatisten in Mexico, ze behalen overwinningen waarvoor de media blind blijven.” (Han Soete en Christophe Callewaert in het Voorwoord)
Resist! Veel meer dan een cultuurschok
(Dyab Abou Jahjah en Zohra Othman)
“Overal is er verzet. De 300.000 Indische vrouwen die zich organiseren in de Self Employed Womens Association, de landloze boeren in Brazilië, de Zapatisten in Mexico, ze behalen overwinningen waarvoor de media blind blijven.” (Han Soete en Christophe Callewaert in het Voorwoord)
“Filosoferen helpt niet, een vuist maken wel” (Zohra Othman)
Bij een boek is het zelden relevant om te vertellen over het persoonlijke leven van de auteur(s). Maar dat ligt bij een verkiezingsboek wellicht anders. Een eerder politiek boek heb ik de grond in geboord net omwille van het feit dat de vorm de inhoud overtrof. In 2001 verscheen van Jan Blommaert het boek ‘Ik stel vast’ dat perfect illustreert wat er mis is met de meeste verkiezingsboeken: de politieke vernieuwing van de jaren negentig, argumenteerde Blommaert, is slechts een dun laagje cosmetica, een louter communicatieve vernieuwing gebaseerd op stijl en beeldvorming. Die beeldvorming is niet langer de verpakking, maar de substantie van de politiek geworden. In een tijd waarin politiek meer en meer macht moet afstaan aan de economische wereld en ideologieën hebben afgedaan als modernistische onzin, kan politiek niet anders meer dan zich bezighouden met anekdoten, imago en taalgebruik.
Maar deze kritiek is niet van toepassing op dit boek van Resist (de samenwerking van de PVDA en de AEL) omwille van het feit dat het leven van beide auteurs, en dan vooral dat van Abou Jahjah, intrinsiek altijd – impliciet of expliciet – een ‘politiek leven’ was en is. Ik recenseer hier dus uitdrukkelijk een boek en verwijs niet naar het media-optreden van Abou Jahjah. De man is opgegroeid in Libanon, op de grens met Palestina. Hij weet wat oorlog is: vier jaar lang woonde hij in Hanin, een dorp aan de grens met Palestina, omringd door vier dorpen die collaboreerden met Israël. In 1978 zijn de Israëli’s ‘officieel’ het land ingetrokken, maar de infiltratie van collaborateurs was al langer aan de gang. “De collaborateurs hebben toen alle dorpelingen op het centrale plein verzameld en voor de ogen van iedereen tien mensen afgemaakt.” Heel de problematiek in Irak draait volgens hem niet alleen over de olie, maar belangrijker is het verderzetten van het koloniale project in de derde wereld. Daarom is Abou Jahjah voorstander van één grote Arabische staat om zich te bevrijden van dat kolonialisme. In België heeft Abou Jahjah een tijd bij de socialistische vakbond gewerkt als coördinator van de migrantenwerking maar botste op de structuur van het ABVV. Toen daagde het hem dat ze moesten kiezen voor de zelforganisatie: Al Rabita werd opgericht dat later de AEL, “een nationalistische beweging […] met een moslim-democratische inspiratie” zou worden.
Enkele misverstanden wil ik uit de weg ruimen. Wil de AEL de Arabische wereld importeren in België? Natuurlijk niet. “De brede meerderheid van de Arabieren in België en Nederland voelt zich Arabisch én moslim en vormt de eigen identiteit op basis van deze twee concepten.” De discriminaties zijn het probleem, niet de cultuur van de allochtonen. Is de islam conservatief? De AEL ziet de islam als een progressieve ideologie. “De islam stelt dat je de materiële problemen kan overwinnen door de materiële wereld te controleren.” Wat met de jihad, de heilige oorlog? “Als moslim ben je verplicht te strijden tegen onderdrukking. De strijd kan verschillende vormen aannemen. Het kan zelfs een militaire strijd zijn. Jihad betekent ook dat je jezelf als persoon op zo’n ethisch niveau tilt, dat je een belangrijke schakel wordt in het menselijk project.” De AEL zijn geen bende terroristen, maar vrijheidsstrijders. Scheiding tussen Kerk en Staat? Ik citeer letterlijk: “Voor ons is het systeem van scheiding tussen kerk en staat perfect, wij willen niet dat religieuze instellingen zich bemoeien met de staat, maar aan de andere kant willen we ook niet dat de staat zich bemoeit met de godsdienst. Met een geloof moet je niet gaan onderhandelen. Je moet met politieke vertegenwoordigers overleggen hoe je de staat organiseert.” Oplossing: een aculturele staat en een multiculturele maatschappij. Hiermee wordt ingegaan tegen een eurocentrische opvatting als zou de westerse cultuur superieur zijn en dat andere culturen zich daaraan moeten aanpassen. De positie van de vrouw? Er wordt een onderscheid gemaakt tussen normen, die worden vastgelegd in de wet, en waarden, die subjectief zijn. Over de gelijkheid van man en vrouw zegt de voorman van de AEL: “Dat zijn normen, want dat staat in de grondwet. Er zijn antidiscriminatiewetten die gerespecteerd moeten worden.” En naïef over de verkiezingsresultaten zijn ze zeker niet: zelfs al wordt er één zetel gehaald, dan gaat de verandering niet komen via de verkiezingen. “Je stem is een statement en je moet dat statement maken.”. En wat met de samenwerking tussen de atheïsten van de PVDA en de AEL? Beide partijen maken dezelfde analyse wat betreft de oorlog tegen Irak. De ervaringen in de Arabische wereld hebben trouwens aangetoond dat moslims en communisten goed kunnen samenwerken. Enkele jaren geleden stonden communisten op de lijst van Hizbollah bij de verkiezingen. Ook het verzet in Palestina is een voorbeeld van een samenwerking tussen moslims en communisten.
Zohra Othman vertelt haar verhaal minder abstract, zoals dat bij Abou Jahjah soms het geval is. Zij is afkomstig uit Marokko, maar heeft daar maar drie jaar geleefd en heeft geen enkele herinnering aan dat land. Haar vader was havenarbeider die in Tanger werk vond, maar veelal ook niet. In 1971 is ze naar België gekomen. Haar vader werkte in fabrieken die allemaal failliet gingen. Niettemin was in moeilijke tijden een grote solidariteit tussen autochtonen en allochtonen. “Ik begreep toen dat er meer was dan een ‘cultuurschok’. Er is in de eerste plaats een klassenprobleem. […] Mijn vader is niet afgedankt als ‘Marokkaan’ maar als arbeider.” Op school had ze dezelfde ideeën: “Ik heb op school alles geleerd over het christendom en over de Grieken en de Romeinen. Maar over Irak en Mesopotamië leer je niets. Over China leer je evenmin iets. We worden afgeschilderd als gevaarlijk, barbaars en achterlijk terwijl dat helemaal niet zo is.” Net zoals Abou Jahjah stelt ze dat er meer is dan de westerse cultuur. Tijdens haar studentenperiode, na zwarte zondag, besloot ze zich te engageren bij de toenmalige jongerenwerking van de SP in Sint-Niklaas. In theorie was iedereen voor het stemrecht voor migranten. “Maar als het er op aankwam het stemrecht erdoor te krijgen, kwamen de maars boven…” Vorming heeft ze bij de Jongsocialisten ook niet gekregen. De reden: “Ze hebben geen ideologie meer, dus welk socialisme zouden ze de mensen nog meegeven als voor hen socialisme evenveel betekent als telkens weer de kant van de werkgevers en van ‘de markt’ in bescherming nemen.” Over Cuba zegt ze: “In Cuba is er geen racisme. In een socialistische maatschappij is geen racisme nodig om de mensen tegen elkaar op te zetten, onder elkaar te verdelen. Men zegt dat de moordenaar van Achrak een ‘ziek mens’ is. Maar dat is niet de vraag. De vraag is hoe ziek de maatschappij is waarin racistische moorden kunnen gebeuren.” Op een bepaald moment sloot ze zich aan bij de PVDA. Ze is intussen advocate en heeft de verdediging van Tiny Mast op zich genomen. Ze is marxiste en beseft nu dat als je de geschiedenis vanuit een dergelijke optiek bekijkt, dat je dan leert kijken vanuit de mensen en niet vanuit koningen en keizers. “Elke verandering is er gekomen door de strijd van de mensen.” En over de samenwerking met de AEL: “Maar wat ons bindt, is toch veel belagrijker! Als zij vanuit de islam tot de conclusie komen dat het imperialisme moet bestreden worden en wij maken dezelfde analyse vanuit een wetenschappelijke houding, het marxisme, dan hebben we misschien beiden een ander uitgangspunt, maar onze strijd tegen het imperialisme is wel dezelfde en dat is wat ons bindt.”
Zijn er dan helemaal geen bezwaren? Zeker wel. Los van het feit dat het boek niet echt goed is geschreven, bijvoorbeeld het klassieke refereren naar (het is refereren aan) en enkele andere fouten (het boek is trouwens opgetekend en uitgeschreven door Han Soeten en Christophe Callewaert van Indymedia), heb ik bedenkingen bij de volgende uitspraak van Abou Jahjah: “Wij willen dat de Amerikanen in bodybags terugkeren uit Irak.” En verder: “Ethisch gezien nemen we afstand van de moord op onschuldige burgers van de WTC-torens. Maar we nemen geen afstand van de bedoeling Amerika met militaire middelen te slaan en om doelwitten als het Pentagon en het Witte Huis aan te vallen. Dat zijn volgens mij legitieme doelwitten.” Ook bij de Beginselverklaring, afgedrukt aan het einde van het boek, zijn aantekeningen te maken: bijna alles draait om de oorlog tegen Irak. De taal is bovendien te combattant: “Resist! beoordeelt de toenemende agressie en oorlog in de wereld als een laatste poging om zijn wereldvisie te vuur en te zwaard op te leggen.” Het pleidooi voor moslimscholen is natuurlijk wel wettelijk in orde, maar als vrijzinnig humanist blijf ik streven voor intercultureel gemeenschapsonderwijs.
Ondertussen is er in de pers ook een debat ontstaan rond Resist! Er verscheen een artikel in De Morgen (12/04) met als titel “Aan de AEL zeggen wij: we zullen Resist niet steunen.” Ondertekend door onder andere Ludo Abicht, Eric Goeman, Jaap Kruithof en Jenny Walry. Daarin is sprake van het terugplooien van de allochtonen op de eigen gemeenschap. Ze spreken zich ook uit tegen Bin Laden, wat de AEL niet doet. En inderdaad is het ook niet duidelijk welke plaats wordt toegekend aan de islam in het privé-leven. Probleem is dat de ondertekenaars enkel het platform van Resist hebben gelezen en niet het boek. Misschien dat dan hun standpunt over de positie van de vrouw verandert. Eveneens zullen opvattingen over scheiding van Kerk en Staat moeten worden genuanceerd. Wel ben ik akkoord met de stelling dat de PVDA een fundamentalistische partij is met een stalinistisch verleden dat veel mensen afschrikt. “De PVDA trekt geen enkele verantwoorde conclusie uit de stalinistische katastrofen [sic] zoals de dood van miljoenen mensen, de goelags, de ecologische verkommering en het immense democratische deficit.” Op de website van Indymedia vind je over deze discussie heel wat commentaar. Veel rommel ook. Zo verwijt Jan-Pieter Everaert Kruithof dat hij een riante proffenwedde heeft en een Poolse werkvrouw. Straks is Kruithof nog een kapitalist! Een beetje serieus blijven hé. Ik steun volledig de stelling van Kruithof dat alle kleine en versplinterde groepen ter linkerzijde van de SP-A een front moeten vormen. Zelf kijk ik ook met aandacht naar de Nederlandse SP. Op het kritisch internetmagazine DIOGENE(S) leest men ook dat Kruithof telefonisch heeft laten weten dat hij niets tegen Abou Jahjah heeft, dat hij met AEL wil samenwerken en dat het zeker niet opgaat om hem van racisme te beschuldigen. “Kruithof stoort zich met name aan de manier waarop de PVDA volgens hem altijd de gang van zaken wil dirigeren – een kritiek die je ook buiten Kruithofs vriendenkring hoort – én aan het feit dat ze nog altijd achter Stalin aanlopen.” Ik ben het hiermee volledig eens. De PVDA moet af van zijn stalinistisch imago en de linkerzijde moet ophouden met vechten en een front vormen. Hopelijk tegen de volgende verkiezingen. Want, verdomme, de tijd dringt!
(Kris Velter)