arch/ive/ief (2000 - 2005)

Kapitalisme op z'n Russisch
by Bas van der Plas Wednesday April 23, 2003 at 05:36 PM

"De verwoesting van de planeconomie ontnam aan miljoenen Russen de mogelijkheid om zichzelf en hun gezinnen te voeden, te kleden en te huisvesten" schrijft Bas van der Plas in een lange analysetekst over maffialand Rusland.

Parasieten aan de top

"Mijn goede vriend Vladimir". Zo noemde George W. Bush de Russische president Poetin tijdens het staatsbezoek dat hij in september 2002 bracht aan de Russische Federatie. Maar uiteindelijk koos "de goede vriend" na lang dralen en veel twijfels in het Irak-spektakel de kant van de Europese bondgenoten Frankrijk en Duitsland. Heeft de Russische bevolking daar enig voordeel van?

Met de uiteindelijke keuze tegen de Amerikaanse oorlogshitsers kiest de Russische regering voor toenadering tot Europa, en dan vooral de Europese grootmachten Duitsland en Frankrijk. In de ontwikkeling van het Russische kapitalisme zal men het uiteindelijk ook van Europa moeten hebben. Nu, ruim tien jaar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie is er in de Russische Federatie een nieuwe bourgeoisie ontstaan die haar eisen aan de regering dicteert, en het is aan Poetin om aan deze eisen een politieke vorm te geven.
Sinds de overwinning van Jeltsin op de resten van de stalinistische bureaukratie tijdens de poging tot staatsgreep van augustus 1991, een gebeurtenis die het einde van de Sovjet-Unie inluidde, is voor een groot deel van de vroegere Sovjetbevolking een uitzichtloze periode van ellende, armoede en verval aangebroken. De enigen die in voorspoed leven zijn degenen die op tijd een greep hebben gedaan naar de vroegere staatsbezittingen, die op misdadige wijze hebben geprofiteerd van de "privatisering" en coalities zijn aangegaan met de onderwereld. Een nieuwe klasse ontstond op de puinhopen van de Sovjetstaat, een klasse van kleptocraten.
In 1992 beloofde Jeltsin zijn landgenoten nog dat door de introductie van een zogenaamde "shocktherapie", dat wil zeggen een snelle overgang van gecentraliseerd staatskapitalisme naar vrije marktmechanismen, de pijn binnen een paar maanden voorbij zou zijn. En vier jaar later, bij zijn overwinning in de presidentsverkiezingen van 1996 toen hij voor een tweede termijn gekozen werd, liet hij zijn landgenoten weten: "Nu ben ik er zeker van dat Rusland in 2000 een welvarend, democratisch land zal zijn." Inmiddels is al heel lang duidelijk dat de invoering van een vrije markteconomie in de Russische Federatie tot een regelrechte sociale catastrofe heeft geleid. De criminaliteit viert hoogtij, corruptie is er op alle gebied en degenen die zich verrijkt hebben uit de staatskas, de "nieuwe Russen", doen wat zij willen zonder zich veel van de wetten aan te trekken. Het herstel van het kapitalisme in Rusland heeft geleid tot de diepste depressie die ooit in een geïndustrialiseerde economie werd waargenomen. "De economie van Rusland is bijna ieder jaar geslonken. De produktie is in tien jaar tijd met ongeveer 53% afgenomen volgens de officiële statistieken. De fysieke infrastructuur is in verval geraakt: ziekenhuizen, wegen, gevangenissen, scholen en spoorwegen, met uitzondering van een paar prestigeprojecten in Moskou, zijn in een ongelooflijk slechte staat. Russen zijn slecht gevoed, slecht gekleed, slecht gehuisvest, slecht behandeld. Het duidelijkste teken van verval is dat de Russen jong sterven en dat er zo weinig kinderen worden geboren. De bevolking is ten opzichte van 10 jaar geleden met 6 miljoen afgenomen." Dat schreef het Britse blad de Economist in haar editie van 30 mei 2000.

"diefstal van de eeuw"

De Sovjet-Unie was ontstaan als gevolg van een staatsgreep in november 1917. Na het verslaan van de "binnenlandse vijand" en geallieerde interventielegers werd de basis gelegd voor een planeconomie. Buitenlands en binnenlands kapitaal werd onteigend en er kwam een staatsmonopolie op buitenlandse handel. Mede door de inzet van een ongekende repressie en terreur, vooral onder de 'rode dictator' Josef Stalin, werd de Sovjet-Unie uiteindelijk van een agrarisch land een moderne geïndustrialiseerde staat, die evenwel niets met 'socialisme' te maken had.
Na de Tweede Wereldoorlog brak al snel de periode van de Koude Oorlog aan en de bewapeningswedloop tussen de VS en de Sovjet-Unie leidde tot economische uitputting van de laatste. Tussen 1960 en 1970 vond er een scherpe daling plaats in de economische ontwikkeling van de Sovjet-Unie en aan het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw was het absolute dieptepunt bereikt. Tijdens de regeerperiode van Brezjnjev (1964-82) ontstond al een breedschalige schaduweconomie en namen corruptie en machtsmisbruik ongekende vormen aan. Brezjnjev's opvolger Andropov, het vroegere hoofd van de KGB, poogde de onder Brezjnjev ontstane 'bandeloosheid' de kop in te drukken door meer discipline in te voeren. Deze pogingen leidden wel tot een lichte opleving in de economie die duurde tot het midden van de jaren 80, maar de structurele problemen van de bureaucratische commando-economie lieten zich niet oplossen door repressieve maatregelen.
In 1985 werd Michail Gorbatsjov algemeen secretaris van de heersende Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Zijn politiek van perestrojka werd gebracht als een middel om de effectiviteit en kwaliteit van de economische produktie te stimuleren door marktgeoriënteerde hervormingen van de planeconomie. De pogingen van Gorbatsjov leidden tot een steeds fellere machtsstrijd in de partijtop, waar conservatieve elementen vochten voor behoud van hun positie en privileges. De eerste belangrijke hervormingsmaatregel van Gorbatsjov was de legalisering in 1986 van privé-ondernemingen in de vorm van coöperatieven, die onmiddellijk begonnen met het toepassen van staatseigendommen voor privédoeleinden. Het jaar daarop verordende Gorbatsjov dat fabrieksdirecteuren, die tot dan toe door de staat werden benoemd, nu per onderneming door het personeel gekozen moesten worden. Dit gaf de bedrijfsleidingen een grote onafhankelijkheid van het bureaucratische staatsapparaat en velen maakten van de nieuwe vrijheid gebruik om de bezittingen van de ondernemingen te privatiseren. In veel gevallen verkochten zij grondstoffen of eindprodukten aan bevriende coöperatieven tegen afbraakprijzen. Deze verkochten daarop de goederen aan de hoogste bieder, liefst tegen betaling in harde valuta's, en de winsten werden gedeeld met de directeuren van de ondernemingen. De "diefstal van de eeuw", zoals de privatisering van de Sovjeteconomie ook wel genoemd wordt, was begonnen.
De beslissing om ondernemingen los te maken van gecentraliseerd beheer en een versoepeling van het staatsmonopolie op buitenlandse handel leidde tot een onmiddellijke daling van het nationale inkomen. In het vierde kwartaal van 1990 meldde Goskomstat, het staatscomité voor statistiek, dat het nationale inkomen met 8,5% was gedaald in vergelijking met een jaar eerder. En in het eerste kwartaal van 1991 nam de daling met nog eens 10% toe.
"Rusland was in 1988-1992 een niemandsland tussen twee systemen. Staatscontrole over handel en export desintegreerde, maar de prijzen op de binnenlandse markt bleven onder controle, vaak op absurd lage niveaus. Iedereen die aan olie, diamanten of metalen kon komen voor roebels, en ze dan in het buitenland voor dollars kon verkopen, werd plotseling rijk. Dit vereiste wel de oogluikende toestemming van staatsambtenaren die de noodzakelijke vergunningen afgaven en de problemen aan de grens verzachtten." schrijft Thane Gustafson in 'Capitalism-Russian Style'.
De massale overboeking van inkomsten naar buitenlandse rekeningen zorgde voor een scherpe terugval van exportopbrengsten en een groeiende staatsschuld die harde aanvallen deed op de Russische goudvoorraden en valutareserves. In een poging het tij te keren werd in 1990-91 de import met 45% gereduceerd, maar de daaruit voortvloeiende tekorten verstoorden de produktie verder en droegen bij tot een groeiend besef dat de zaak uit de hand liep. Toen de druk toenam om orde in de chaos te brengen steunden zowel Gorbatsjov als Jeltsin het '500-dagenplan' van de econoom Stanislav Sjatalin, voor een snelle overgang naar een markteconomie.
'normaal' kapitalisme
De overgang naar kapitalisme vereiste de omvorming van gemeenschappelijk bezit tot het eigendom van individuele kapitalisten: het kapitaal. Van 1988 tot 1995 stonden de deuren in Rusland wijd open voor de brutalen en hun handlangers om zich staatseigendommen met een waarde van honderden miljarden dollars toe te eigenen. Deze "diefstal van de eeuw" vormde de Russische economie snel om tot een situatie die de kapitalistische leerboeken over economie als 'normaal' beschouwen: een kleine, steenrijke elite aan de top en een grote massa verpauperde arbeiders aan de onderkant van de maatschappij.
Het eerste stadium voor 'normale' kapitalistische verhoudingen in Rusland, een primitief proces van accumulatie van kapitaal, werd ingeleid met een versoepeling van de staatscontrole op exporten. Het tweede stadium, een in 1990 begonnen brede golf van speculatie, werd al in 1987 voorbereid met de beslissing van Gorbatsjov om het monopolie van de Staatsbank van de Sovjet-Unie te breken als onderdeel van de campagne om de greep van de centrale planning te versoepelen. In 1991 waren er al 1600 particuliere banken ontstaan. De particuliere banken converteerden roebelrekeningen met lage rentes van staatsondernemingen in harde valuta's, die zij gebruikten voor kortlopende leningen om exporttransacties te financieren. Bij beide transacties verdienden de banken grote bedragen: op de dollarleningen bedongen zij hoge rentes en dan nog eens wanneer de dollars weer werden geconverteerd naar intussen veel minder waard geworden roebels op de rekeningen van de eigenaren. Na de afschaffing van de prijscontroles in 1992 klom de inflatie naar 2500%. In dat financiële klimaat kon de vertraging van geldtransacties, al was het maar met een paar dagen, grote winst opleveren. De bureaucraten die hun roebelrekeningen voor deze doeleinden lieten gebruiken kregen natuurlijk ook hun stukje van de taart aangereikt.
In 1992 zette Jeltsin het derde stadium van de primitieve kapitaalaccumulatie in door de massale privatisering van staatsondernemingen. De fortuinen die waren vergaard met de bovenomschreven banktransacties werden nu door de oligarchen ingezet om algehele controle over de economie te krijgen. Architect van Jeltsin's privatiseringsprogramma was de nieuwe premier Jegor Gajdar, die in de Sovjetperiode nog was benoemd tot economisch redacteur van het blad 'Kommunist', het belangrijkste ideologische tijdschrift van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Gajdar gebruikte zijn positie om de overgang naar een markteconomie aan te bevelen als dé oplossing voor de Sovjetproblemen.
Het programma van de regering-Gajdar was de shocktherapie, grootschalige privatisering en een onmiddellijk eind aan de prijscontroles. De maatregelen leidden tot enorme inflatie die spaarrekeningen van 'gewone burgers' in een klap waardeloos maakte, en het tot bijna nul reduceren van de inkomsten van degenen die op vaste bedragen in roebels werden uitbetaald, zoals gepensioneerden en werkenden die op roebelcontracten waren aangesteld. In de geprivatiseerde bedrijven was het al gewoonte salarissen in dollars te berekenen.
"het is gestolen"
In 1999 werden door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) de hervormingen van de Russische economie geëvalueerd. Het 'Human Development Report for Central and Eastern Europe and the CIS' beschrijft het proces aldus: "De meest bepleite hervormingsstrategie ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet-Unie stond bekend als 'shocktherapie', of de 'big bang'. Er werd vanuit gegaan dat er een zekere 'pijn' geleden zou moeten worden, maar men nam aan dat de pijn van korte duur was en dat de uiteindelijke voordelen aanzienlijk zouden zijn. De 'big bang'-strategie onderscheidde drie fases. Ten eerste zouden staatsondernemingen worden geprivatiseerd met als resultaat de vorming van een kapitalistische klasse zonder de voorafgaande noodzaak van de particuliere accumulatie van kapitaal. Ten tweede zouden alle prijzen volledig worden geliberaliseerd, zodat prijssignalen konden worden benut voor de opsporing van grondstoffen en de verbetering van de economische doeltreffendheid. Ten derde zou buitenlands kapitaal worden gebruikt om de pijn te verzachten die werd veroorzaakt door een verlaging van produktie en inkomens."
Aan het eind van de jaren 90 had het bovenbeschreven proces er uiteindelijk toe geleid dat de Russische bourgeoisie uit een tiental clans bestond rond oligarchen die met elkaar in een strijd gewikkeld waren om de controle over de staat en de grondstoffen. Het Britse blad The Economist vroeg zich af waar de buitenlandse leningen aan Rusland waren gebleven: "wat gebeurde er eigenlijk met het geld dat werd geleend aan de Sovjet-Unie en aan Rusland? Alles samen bedroeg dat meer dan 150 miljard dollar. In theorie was het bedoeld voor de import van voedsel en de modernisering van de industrie en om de openbare financiën te steunen. Maar er is verbazend weinig resultaat te zien van de grote sommen die ermee gemoeid zijn. "Het is gestolen, zegt een ervaren Moskouse investeringsbankier." (The Economist, 11 januari 2001)
De "leningen" van westerse financiers bedroegen in 1998 30% van het Russische bruto nationaal produkt. Na toeëigening door een aantal parasieten aan de top van de Russische maatschappij blijven de leningen toch in de boeken staan als te moeten worden terugbetaald, met rente, door de verarmde lagen aan de onderkant van die maatschappij. De situatie lijkt volkomen uitzichtloos en dat is ook de positie waarin Poetin verkeert, tussen oligarchen en proletariërs. Vraag is welke keuze hij uiteindelijk maakt in de binnenlandse politieke situatie, nu hij op buitenlands vlak gekozen heeft voor het kamp van de Europese landen die niet aan het Amerikaanse lijntje willen lopen. Daarover zullen we ons buigen in een volgend artikel in dit blad.


Ontwikkeling van de kleptocratie

Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie verdeelde een tiental clans rond oligarchen in Rusland de erfenis van talloze miljarden. Een klasse van kleptocraten ontstond, maar voor het grootste deel van de bevolking resteerde ellende, armoede en verval. Een uitzichtloze situatie in een land waar Vladimir Poetin regeert in een positie tussen oligarchen en proletariërs.

De Russische mafia werd een belangrijke factor in de zich richting kapitalisme ontwikkelende economie. Veel bedrijven waren in handen van de georganiseerde misdaad, andere bedrijven betaalden 'beschermgeld' aan de mafia. Een groot aantal bedrijven was niet geregistreerd of trok zich niets aan van wetgeving, zij betaalden geen belasting, waardoor de staat geen inkomsten kreeg en bezuinigde op alle basisvoorzieningen zodat de verarmde bevolking het nog slechter kreeg. Volgens de Staatsbelastingdienst van de Russische Federatie betaalde ook maar slechts 16% van de wel geregistreerde ondernemingen hun belastingen volledig en op tijd, 50% deed dat onregelmatig en 34% negeerde alle belastingaanslagen. Vanuit bedrijven die in handen waren van criminele groeperingen ging men zelfs zover ervoor te zorgen dat belastingkantoren afbrandden, waarbij ook alle gegevens verloren gingen, andere ondernemers zetten huurmoordenaars in om al te lastige belastinginspecteurs een toontje lager te laten zingen.

daling levenspeil

Vroegere topfunctionarissen van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, leden van de nomenklatura, zijn prominent aanwezig onder de nieuwe bourgeoisie van Rusland. De Moskouse sociologe Olga Chrystanovskaya komt na bestudering van dit fenomeen tot de conclusie dat tweederde van de huidige Russische kapitalistische elite haar wortels heeft in de Sovjet-nomenklatura. "De rijkste en meest succesvolle onder hen werden van het begin gedekt door staatsbelangen. De oprichters van de machtige commerciële banken in de jaren 90 waren vertegenwoordigers van machtige krachten binnen de staat. Zij waren de agenten van een nieuwe financieel-politieke oligarchie, die staats- en privébelangen samenbond."
Met uitzondering van een aantal olie- en gasbaronnen kregen de meeste oligarchen van het nieuwe Rusland hun positie evenwel niet door hun plaats in de vroegere partijhiërarchie. In de Sovjettijd was bijvoorbeeld Vladimir Goesinsky van de Most-groep theaterdirecteur, Boris Berezovsky, de in Engeland verblijvende oligarch om wiens uitlevering Moskou heeft verzocht, was wiskundige en Michail Friedman van de Alfa-groep was natuurkundige. Goede connecties met de partijtop waren evenwel noodzakelijk.
De ontwikkeling van de kleptocratie in het Rusland van na 1991 zorgde voor een rampzalige daling van het levenspeil van de bevolking. Het Human Development Report van 1999 (zie ook deel 1 in Kleintje Muurkrant 377) meldt hierover: "Voor de jaren 90 stonden de landen van Midden- en Oost-Europa en van het GOS bekend om de hoge graad van basiszekerheid die zij hun bevolkingen boden. Het recht op volwaardige, levenslange werkgelegenheid was gegarandeerd. Hoewel de inkomens laag waren waren ze stabiel en verzekerd. Veel elementaire consumptiegoederen en diensten waren gesubsidieerd en met regelmaat verstrekt. Mensen hadden de garantie van eten en waren voldoende gekleed en gehuisvest. Zij hadden gegarandeerde gratis toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Zij kregen een inkomen wanneer zij met pensioen gingen en profiteerden regelmatig van andere vormen van sociale bescherming."
Onder het kapitalisme is het leven een stuk grimmiger en ook korter geworden. Tussen 1991 en 1995 daalde de gemiddelde levensverwachting van de Russische man van 63 naar 58 jaar. Groeide de Russische bevolking in 1990 nog met 2,4%, in 1996 was er een daling van 5,4%! De nationale gezondheidszorg stortte vrijwel volledig in en leidde tot een explosie van tuberculose en andere overdraagbare aandoeningen die daarvoor nog onder controle waren. "Veel van de ziekten die terugkeren zouden in bedwang gehouden kunnen worden door standaard immuniteitsprogramma's. Gevallen van polio, die zeldzaam zijn in het westen, beginnen terug te keren in Rusland...", schrijft het Human Development Report. Tussen 1989 en nu is Rusland in de ban gekomen van een ware AIDS-epidemie, terwijl het aantal gevallen van syfilis verveertigvoudigden. "Veel van deze problemen zouden kunnen worden opgelost, of tenminste in bedwang gehouden, door een goed functionerend openbaar gezondheidssysteem. De ernst van de problemen geeft echter aan dat de basisgezondheidszorg aanzienlijk is verzwakt...", aldus het Human Development Report.
De verwoesting van de planeconomie ontnam aan miljoenen Russen de mogelijkheid om zichzelf en hun gezinnen te voeden, te kleden en te huisvesten. Dit leidde niet alleen tot een enorme groei van allerlei vormen van sociaal wangedrag als drank- en drugsmisbruik en huishoudelijk geweld, maar ook tot een enorme groei van de dakloosheid en het aantal zelfmoorden. Het aantal gevallen van zelfdoding verdubbelde en ook het aantal moorden nam dramatisch toe. Vooral invaliden, gepensioneerden, kinderen en vrouwen werden het slachtoffer van het "nieuwe Rusland". Vrouwen kwamen steeds verder buiten de arbeidsmarkt te staan en zij die er nog aantrekkelijk uitzagen kregen een minimumloontje aangeboden, met de mededeling dat zij de rest konden bijverdienen door de directeur, chef of andere hogergeplaatste "in natura" van dienst te zijn. Ook geweld tegen vrouwen in het gezin nam toe, zij werden vaker slachtoffer van geweld door partners. Veel vrouwen die wanhopig op zoek waren naar een baan kwamen gedwongen in de prostitutie terecht.

"democratische rechten"

In het westen werden de veranderingen in Rusland begroet als "een overwinning van de democratie" en een "zege van de vrijemarkteconomie". De "democratische rechten" die de Russen nu gekregen hebben betekenen weinig meer dan dat tientallen miljoenen Russen vermalen worden door armoede, dakloosheid, honger en ziekten. Daar tegenover staat een kleine groep parvenu's, de nieuwe superrijken, die geen enkel belang heeft bij verdergaande maatschappelijke veranderingen in de richting van democratie, invoering van collectieve voorzieningen, innovatie of modernisering. Hun rijkdom is gebaseerd op het plunderen van de lucratieve delen van de instortende Sovjetstaat, de olie- en gasvoorraden, nikkel- en goudmijnen, televisiezenders en exportvergunningen en de banktegoeden van de Staat. Het Russische volk mort, maar behalve veel gemopper draagt men het lot alsof het om een collectieve ereschuld gaat. En wat kan je ook protesteren als je democratische rechten bestaan uit het hebben van twee of drie baantjes die nog onvoldoende opleveren om van te leven, als de energieprijzen stijgen en veel produkten in de winkels onbereikbaar worden? Als elke dag een doodvermoeiende strijd voor overleven is? Er bestaat Verelendung in Rusland, vooral in de provincie, in de kleine steden, op het platteland. De nieuwe rijken reizen naar westerse winkelparadijzen, de overige burgers moeten zonen en dochters afstaan voor een uitzichtloze oorlog in Tsjetsjenië, waar "dwaze moeders" proberen hun kinderen van het slagveld terug te halen.
Boris Jeltsin, de leider van de Russische contrarevolutie in 1991, vroeg bij zijn aftreden garanties voor politieke bescherming van zichzelf en zijn gezin voordat hij de leiding overgaf aan Vladimir Poetin. Poetin, afkomstig uit de KGB, werd in zijn triomftocht naar het presidentschap gesteund door directeuren van ondernemingen, de "nationale bourgeoisie" en natuurlijk zijn eigen KGB, als iemand die het opkomend Russisch kapitalisme kon "normaliseren" en het land terug kon zetten op de kaart als belangrijke factor in de internationale verhoudingen.
Poetin heeft de macht van het Kremlin over de regio's versterkt, gewerkt aan verbetering van de belastinginning en geprobeerd de oligarchen te muilkorven. Om buitenlandse investeerders aan te trekken heeft hij gezworen dat schulden op tijd zullen worden terugbetaald. Om dit waar te maken heeft hij in eigen land de subsidies op huisvesting, openbaar vervoer en andere maatschappelijke voorzieningen afgebroken en een nieuwe arbeidswetgeving ingevoerd die werknemers reduceert tot onmondige loonslaven.
Na een tiental jaren van scherpe daling steeg het Bruto Nationaal Produkt van Rusland weer in 1999 en 2000. Dit had deels te maken met stijging van de olieprijzen, maar vooral doordat na een financiële crisis in augustus 1998 de roebel met 75% devalueerde. Door de goedkope roebel werd de Russische export aantrekkelijker. Maar nog steeds stijgen de prijzen voor huisvesting, energie, transport, gezondheidszorg, onderwijs in een niet te stuiten en niet bij te houden tempo voor het overgrote deel van de bevolking. Het oude cliché van de rijker wordende rijken en de armer wordende armen zou een toepasselijke spreuk zijn voor het Russische staatswapen.
sleutelrol
Poetin probeert Rusland internationaal weer op de kaart te zetten. Hij verruilde zijn "goede vriend George W." voor steun aan de Frans-Duitse antioorlogscoalitie. Maar het zal de Russische bevolking worst zijn (als ze tenminste nog worst kunnen betalen). Het sociaal gewicht van de Russische uitgebuite bevolking is oneindig groter dan het was in 1917, en de bittere ervaringen met kapitalistische privatisering hebben alle illusies in de magie van de vrije markteconomie de kop ingedrukt. Maar uit de rangen van Lenin en de bolsjewieken, die in 1917 aan de weg stonden van aan antikapitalistische staatsgreep, is nu de leiding van de KPRF, de Communistische Partij van de Russische Federatie, voortgekomen. Zjoeganov en de zijnen is een antisemitische, prokapitalistische kliek van chauvinisten die Poetin's afbraakpolitiek steunt. In een verdere poging om een positie op de internationale markt te krijgen zullen de frontale aanvallen op de Russische bevolking in de komende jaren alleen maar heviger worden. De bevolking heeft de afgelopen tien jaar al de harde klappen opgevangen van het kapitalistisch herstel, maar blijft in aantal toch een potentiële machtige politieke factor.
Ondanks een immense rijkdom aan grondstoffen en een groot potentieel aan hooggekwalificeerde arbeiders, technici en wetenschappers heeft de reïntegratie van Rusland in de kapitalistische wereldmarkt gezorgd voor massale armoede en de verwoesting van sociale infrastructuren. De enige oplossing ligt in de algehele onteigening van de parasieten aan de top en de vorming van een planeconomie op basis van direct beheer door associaties van producenten. Een sleutelrol in deze richting zal een politieke organisatie moeten spelen die de kliek van de KPRF ontmaskert en die een werkelijk perspectief kan bieden aan de uitgebuite bevolking. De lessen van 1917 en verdere jaren hebben aangetoond hoe een machtsovername kan leiden tot ongebreidelde repressie en machtswellust. Laten de lessen van oktober 1917 een voorbeeld zijn voor nieuwe perspectieven in Rusland!

Over herstel van het kapitalisme in Rusland is meer te lezen in "Brat, een gids door crimineel Rusland" door Bas van der Plas. Uitgave Papieren Tijger, Breda.

Psychologische oorlogsvoering
by Edith Thursday April 24, 2003 at 11:22 AM

De psychologische oorlogsvoering is de meest doeltreffende en de goedkoopste. Immers, een deel van de populatie heeft een haatobsessie en is er als de kippen bij om deel te nemen aan de polarisatie.

Het voordeel van het onderhouden van de polarisatie naar de Russen toe, is dat de US de massavernietigingswapens die ze ijverig aan het produceren zijn, mogelijk niet zullen moeten gebruiken, aangezien wij onszelf wel vernietigen van binnenuit. Zotte kosten dus, of niet soms....