arch/ive/ief (2000 - 2005)

"Idee in het hoofd, camera in de hand" /Braziliaanse film herleeft
by Tommy De Cock Monday April 14, 2003 at 06:50 PM

De Braziliaanse film herrijst uit zijn as nadat neoliberalen eerder de geldkraan dichtdraaiden. Met een serie sociaal geëngageerde kwaliteitsfilms tot gevolg.

Net als in Argentinië, onlangs nog in de kijker op het filmfestival van Brugge (zie http://www.cinemanovo.be/2003/html/NL/program/sections/extra/fog0000000291.htm l), is ook in Brazilië de filmproductie aan een tweede leven begonnen. Zo is Cidade de Deus (City of God) een groot succes in Europa, en binnenkort worden ook Madame Satã van Karim Aïnouz en Abril Despeçado (Behind the Sun) van Walter Salles in de (betere) Belgische bioscopen verwacht.

Nochtans was de film in Brazilië in het begin van de jaren '90 op sterven na dood. Na een aanhoudende crisis binnen de filmsector draaide de toenmalige liberale president Collor de Mello de geldkraan definitief dicht, met de stille dood van het emblematische Embrafilme tot gevolg. Embrafilme was het staatsorgaan dat sinds de schitterende jaren '60 van de Cinema Novo filmmakers financieel ondersteunde en stond zowat symbool voor een lange en glorierijke filmtraditie in het land.

Na het aftreden van Collor volgde een verbazingwekkend snelle recuperatie van de filmsector, onder meer dankzij een aantal nieuwe wetten die het voor bedrijven fiscaal voordelig maakte te investeren in de cinematografische productie. Net zoals de "Ley del Cine" in Argentinië zorgde voor financiële ademruimte binnen de sector, zo voorzag in Brazilië de nieuwe "Ley del Audiovisual" extra subsidies. Ook de steun van regionale overheden speelde een rol (b.v. Rio-Filme).

* "Een idee in het hoofd en een camera in de hand"

Eén van de belangrijkste figuren is die van de regisseur Walter Salles Jr. Hij speelt voor velen een voortrekkersrol in de vernieuwingsbeweging binnen het Zuid-Amerikaanse filmlandschap. Salles debuteerde in 1990 met A Grande Arte (Exposure) en leverde met Terra Estrangeira (1995) één van dé pareltjes af van het afgelopen decennium. Salles werd echter vooral bekend om Central do Brasil (1997). De Gouden Beer die de film in de wacht mocht slepen op het filmfestival van Berlijn betekende ongetwijfeld een hoogtepunt voor de nieuwe generatie van filmmakers in Brazilië. Salles slaagt erin om in zijn films drie centrale thema's (verleden, herinnering en identiteit) steeds vanuit een andere invalshoek te bekijken. Zijn waardering voor de traditie van de Cinema Novo van de zestiger jaren heeft hij nooit verloochend.

Een aantal cineasten van toen (Pereira dos Santos, Diegues, Guerra, Saraceni, Lima,...) is trouwens nog steeds actief, maar hun aandeel in de "renaissance" van de Braziliaanse cinema is relatief beperkt. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor de nogal Hollywood-gerichte regisseurs zoals de broertjes Barreto. Een sleutelfiguur binnen de documentaire sector tenslotte is Eduardo Coutinho - en dat al sinds vele jaren.

Ook op de internationale filmfestivals wordt steeds meer rekening gehouden met de talentvolle groep van jonge en geëngageerde cineasten die onder het motto "een idee in het hoofd en een camera in de hand" (aldus de legendarische Cinema Novo regisseur Glauber Rocha) op zoek gaan naar de Braziliaanse identiteit van vroeger en nu. Zonder daarbij de sociale realiteit van een schizofreen land uit het oog te verliezen.

De financiële problemen om onafhankelijke films te realiseren blijven groot, maar hét probleem is vooral dat van het publiek. Hoe kan de "betere" Braziliaanse film de mensen naar de bioscoop lokken terwijl ze zo gewend zijn aan de commerciële programma's op de private TV-zenders die hen maar al te graag gedurende enkele uren per dag de armoede willen laten vergeten?


Tommy De Cock
DIOGENE(S) 48

Voor de volledigheid hier de volgens de Spaanse krant ABC zeven belangrijkste Braziliaanse films van het afgelopen decennium: 1) Terra Estrangeira (Walter Salles Jr. en Daniela Thomas, 1995), 2) Central do Brasil (Walter Salles Jr., 1997), 3) O Baile Perfumado (Paulo en Lírio Ferreira, 1997), 4) Santo Forte (Eduardo Coutinho, 1999), 5) Cronicamente Inviável (Sérgio Bianchi, 2000), 6) Lavoura Arcaica (Luiz Fernando Carvalho, 2000), 7) Cidade de Deus (Fernando Meirelles en Katia Lund, 2002)