"De pers: waakhond of gifslang ?" - Reclameboy praat eigen praktijk goed by jpe Tuesday April 08, 2003 at 04:06 PM |
De volgende Diogenes-kritiek op de beweringen van reclameboy Bruno Vanspauwen in Knack, leidde al meteen tot venijnige reacties uit het reclamewereldje. Ochottekes toch.
Knack bracht op 2 april ook een interview van Joël De Ceulaer - een journalist die eerder al ontgoochelde door zijn onwil om te schrijven over de structurele 'kerkering' van het medialandschap - een interview dus, met Bruno Vanspauwen. Vanspauwen heeft een nieuw boek uit: "De reclamejongens". Eerder schreef de man al "Waarom reclame niet werkt" (een boek dat er - merkwaardig - niet in slaagde het bedrijfsleven te doen stoppen met het 'verliezen' van miljarden reclamedollars wereldwijd) en "De miljoenen van De Morgen".
Nu staat Vanspauwen er dan met zijn 'reclamejongens'. Uit het interview in Knack valt af te leiden dat het hem in feite te doen is om zichzelf en zijn stiel goed te praten. En hoe doe je dat het makkelijkst ? Door je kritikasters - in dit geval de journalisten - aan te vallen. Vanspauwen doet dat in meerdere stappen.
Eerst stelt hij dat we allemaal reclamemakers zijn. We willen allen ons zelf verkopen, aandacht vragen enzoverder. Vanspauwen moet hier wel de nodige simpelheid aan de dag leggen, een aantal woorden tot synoniemen verklaren en alle andere benaderingswijzen straal negeren. De Ceulaer die de geïnterviewde herhaaldelijk als "vakman" voorstelt, maakt het hem daarbij niet moeilijk.
Vanspauwen kan dus rustig verklaren dat er geen onderscheid meer bestaat tussen commerciële en niet-commerciële reclame. Hij zou de documentaire "Ieder van Ons" van Frans Buyens eens moeten zien. Daarin stelt een kritisch iemand dat hij tegen de "act de vendre" is, tegen het verkopen van zowel rechtse als ook van linkse visies. Hij wil niets verkopen, niets opsolferen. De woorden van de man bleven me bij en wat we nu met DIOGENE(S) doen ligt in dezelfde lijn. In plaats van te verkopen, in plaats van een leuk boekske à la Humo te maken, zoeken we met dit e-zine vrij compromisloos naar de waarheid. A la Diogenes voor stoorzender spelend, de pretentieuzen en de cynici à la Van-pauwen jennend ...
* Wie daar niet over durft spreken, houdt beter zijn teut
De tweede stap van Vanspauwen bestaat er in reclame te omschrijven als 'openlijke verleiding' - hij vergeet wel dat niet iedereen inzicht heeft in de trukendoos van de manipulerende reclamemakers - en de journalistiek te verwijten dat ze zich te vaak leent tot hand- en spandiensten die redactionele artikels over produkten en politici opleveren die de burger in het geniep 'verleiden'. Dat laatste is een terechte opmerking, het komt te vaak voor dat politici journalisten aantrekken als 'copywriters'. Maar Vanspauwen houdt het bij een vage algemene kritiek; geeft geen namen, geen concrete voorbeelden. Hij moet ze nochtans kennen, die heren en dames van de pers die bijverdienen door speeches en andere teksten voor politici te schrijven en die politici dan nog voor hun krant/tijdschrift te interviewen. Enzoverder.
De derde stap van Vanspauwen is dat hij de maatschappelijke relevantie van de media als "waakhond van de democratie" in vraag stelt. Terecht, maar hij vergeet wel te wijzen op de economische en politieke belangenvermening tussen persbonzen en bedrijfsleiders enerzijds (zie Thomas Leyssen, 'baas' van de VUM-krantengroep én Umicore, ex-Union Minière) en politici anderzijds (zie de banden tussen Van Thillo van De Persgroep en de VLD'ers Dewael en Verhofstadt). Wie daar niet over durft spreken moet - zoals ik Joël De Ceulaer al eerder (en toen minzaam) trachtte duidelijk te maken - zijn teut houden over de media.
* Het alternatief weer vergeten
Vanspauwen omschrijft de pers als "soms veeleer de gifslang van de democratie." Van wie het komt ...
Als voorbeeld geeft hij de politieke crisis in Antwerpen waar de media de zaken opgeklopt hebben. "Dat is een commerciële strategie" schrijft hij: "journalisten moeten het feuilleton gaande houden, om lezers te blijven lokken, om niet te moeten onderdoen voor de concurrentie." Waarop hij stelt dat "politici te weinig vergeven wordt in de pers". Een stelling waar iets voor te zeggen valt, maar die als ook Yves Desmet ze verdedigt in een edito in De Morgen, de wenkbrouwen doet fronsen. Wie verdedigt hier wiens belangen ? Zou het niet kunnen dat én de media én de politiek boter op het hoofd hebben en dat ze beide geplaagd door weinig geloofwaardigheid - zoals Vanspauwen opmerkt - grondig moeten veranderd worden ? Hetgeen voor de media pas kan als ze zich los kunnen maken van zowel commerciële als politieke belangen; een piste die door een aantal in het interview van De Ceulaer weer vergeten 'burgermedia' (als alternatief voor de commerciële en de staatsmedia) uitgewerkt wordt.
Even verderop in het interview stelt Vanspauwen - schijnbaar niet gehinderd door enige culturele/informatieve kennis terzake - dat "de publieke omroep in een commerciëler landschap beter is geworden." Van heel de inhoudelijke vernauwing van de BRT/VRT heeft hij in zijn reclamewereldje wellicht nog nooit gehoord. En in de commerciële en staatsmedia die hij wellicht alleen maar leest, zal hij er ook zelden van horen.
Tot slot hakt Vanspauwen met het jargon van een marketing-boy in op het communisme en de begrippen 'links' en 'rechts'. "Leven is verleiden en verleid worden. Zelfs nadrukkelijk niet verleiden kan een erg efficiënte verleidingsstrategie zijn" schrijft hij. Eindigen doet hij zo: "Wie niet dagelijks reclame maakt voor zichzelf, zal jong sterven of ongelukkig oud worden." Waarmee Vanspauwen en de jaknikkende De Ceulaer alleen maar tonen hoezeer ze gevangen zitten in een reclame-taaltje, in een neoliberale denkwereld waarin iedereen continu zichzelf als koopwaar aan het verkopen is. Het kynische leven met zijn vrije relaties tussen bewuste mensen die elkaar niets opsolferen, lijkt voor deze cynici niet voorbestemd te zijn.
(DIOGENE(S) 47)
Gifslang by Edith Tuesday April 08, 2003 at 09:53 PM |
edith.legrand@skynet.be |
De tijd waar de pers als publieke geweten fungeerde is lang verleden tijd. De beste manier om de pers te muilkorven is ze bezitten en er de eigen mannetjes op cruciale posten zetten. Denk aan Yves Desmet, de marionet van rechts, de oorlogverkoper.
De pers van vandaag is de gifslang, het gewillige instrument van machthebbers in hun onverzadigbare machtshonger.