Humanitaire actie in Irak: medische neutraliteit of solidariteit? by Bert De Belder Monday March 10, 2003 at 10:55 PM |
bert.de.belder@skynet.be |
Artsen Zonder Grenzen weigert zich uit te spreken tegen de oorlog. Geneeskunde voor de Derde Wereld daarentegen wil niet "neutraal, onpartijdig en onafhankelijk" zijn in deze Busherie, en stuurt een medische solidariteitsmissie naar Irak.
De komende oorlog tegen Irak wordt een humanitaire catastrofe van zelden geziene omvang. Rapporten van internationale ngo's hebben het over 250.000 directe en 200.000 indirecte slachtoffers. Het gezaghebbend Brits medisch tijdschrift The Lancet (22 februari) rekent voor dat de oorlog 7,4 miljoen mensen afhankelijk zal maken van humanitaire hulp. Niet te verwonderen dat gezondheidswerkers in Groot-Brittannië, Spanje en België initiatieven namen om deze ramp af te wenden. Met een Open Brief aan de Belgische regering tekenden al meer dan 1200 artsen, studenten en professoren geneeskunde verzet aan tegen de oorlog en tegen elke rechtstreekse of onrechtstreekse Belgische deelname eraan (http://www.g3w.be). "Als gezondheidswerkers hebben wij niet alleen een verzorgende maar ook een preventieve taak", stellen ze. Voorkomen is beter dan genezen, dus in geen geval oorlog. Zo simpel is dat.
Blijkbaar liggen de zaken niet zo eenvoudig voor de mammoet van de hulporganisaties, Artsen Zonder Grenzen. Tine Dusauchoit, algemeen directeur van AZG, zegt dat haar organisatie de Open Brief niet kan ondertekenen omdat "het niet onze rol is te besluiten of die oorlog al of niet moet worden gevoerd (Het Nieuwsblad, 13 februari). Wablieft? Een humanitaire organisatie die zich niet uitspreekt tegen de oorlog? Inderdaad, zo verklaart Tine in een opiniestuk in De Standaard (24 februari), want onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid liggen aan de basis van humanitaire actie. Ze klaagt – terecht - de "militarisering van de humanitaire actie" aan, doelend op Amerikaanse ngo's die zoete broodjes bakken met het VS-leger. Maar ze wijst ook de Iraakse overheid met de vinger, die "het moeilijk heeft met onze vraag om onafhankelijk te werken" (De Standaard, 14 februari). In De Morgen van14 januari is ze nog duidelijker: "In die zin maken we geen onderscheid tussen Saddam en Bush."
Artsen Zonder Grenzen maakt een denkfout door humanitair werk het label "neutraal" te willen meegeven. Uiteraard moet een gezondheidswerker elke zieke of gewonde waarmee hij geconfronteerd wordt naar best vermogen helpen, zonder enige discriminatie. Maar niets in de medische ethiek vraagt onpartijdigheid van gezondheidswerkers. Op een internationale conferentie die in 1991 in Maastricht werd gehouden over De Schending van de Medische Neutraliteit merkte professor Frits Kalshoven op dat de term medische neutraliteit in het internationaal recht niet eens bestaat. Bijna een eeuw geleden al, vlak voor de Eerste Wereldoorlog, in een periode die even conflictueus was als de huidige, legde de Franse professor Renault uit waarom: "Stellen dat dokters neutraal zijn, zou betekenen dat ze onverschillig staan ten opzichte van een conflict waarbij de toekomst van hun land op het spel staat." Vertaald naar vandaag: stellen dat artsen neutraal zijn in deze oorlog, zou betekenen dat ze onverschillig staan ten opzichte van een conflict dat niet alleen Irak, maar het hele Midden-Oosten en grote delen van Azië kan meesleuren in een spiraal van geweld, dood, ziekte en miserie.
Élke humanitaire actie is onvermijdelijk ook politiek. En daar is op zich niets verkeerds mee. De vraag is alleen wélke politiek die actie ondersteunt, en ten voordele van wié. Sommige ngo's verkiezen te vaccineren van achter de zandzakjes van een VS-invasiemacht, of droppen voedselpaketten in het spoor van clusterbommen, zoals laatst in Afghanistan. Anderen willen overal de sticker van hún ngo opkleven, en willen alleen onder hún voorwaarden aan de slag. Maar waarom zou je als arts in Irak niet onvoorwaardelijk je diensten aanbieden aan het ministerie van Volksgezondheid en de Rode Halve Maan? Waarom zou je de bestaande gezondheidsdiensten van dat land - die door twaalf jaar oorlog en embargo bijna op apegapen liggen - en de uitstekende Iraakse artsen niet gaan versterken met je aanwezigheid, je solidariteit, je hulp? En waarom zou een buitenlandse ngo geen medewerkers ter plaatse houden, ook als er bommen vallen, in plaats van ze terug te trekken en de Iraakse gezondheidswerkers aan hun lot - en aan de bommen - over te laten? ("Onze plaatselijke medewerkers nemen dan over", meldt Unicef fijntjes.)
De ngo Geneeskunde voor de Derde Wereld vzw heeft in overleg met de Iraakse autoriteiten beslist om een team van twee artsen naar Irak te sturen in de dagen voor de oorlog uitbreekt. Dr. Geert Van Moorter en Dr. Colette Moulaert zullen in Irak blijven tijdens de bombardementen en de invasie, als directe getuigen van de Amerikaans-Britse oorlogswreedheden. Ze zullen meeleven met de getroffen bevolking. Ze kunnen de gezondheidseffecten van de oorlog monitoren en het functioneren van de Iraakse gezondheidsdiensten observeren. Ze zullen hun Iraakse collega's bijstaan als de nood het hoogst is.
Tine Dusauchoit en ik studeerden samen geneeskunde aan de K.U.Leuven. In 1981 namen wij allebei deel aan een vijfdaagse hongerstaking voor El Salvador. We hongerden ter nagedachtenis van de Salvadoraanse aartsbisschop Mgr. Romero, die de militaire moordmachine van de regeringsjunta had opgeroepen niet te doden, "No matarás!" - en daarvoor zelf was vermoord. We hongerden ook in solidariteit met het Salvadoraans verzet en zijn bevrijdend maatschappijproject.
Vandaag zetten de imperiale heersers uit de Verenigde Staten een zwaarbewapende armada in tegen Irak, een land dat koppig zijn eigen weg wil gaan. Geneeskunde voor de Derde Wereld roept opnieuw "No matarás!" naar de militaire agressor, en is consequent solidair met het slachtoffer. Inderdaad, als artsen kiezen wij ervoor om niét neutraal, niét onafhankelijk en niét onpartijdig te zijn. Omdat we vooral niet onverschillig willen zijn voor de richting die onze wereld uitgaat.