Bolivië tussen armoede en rebellie by Tommy De Cock Sunday March 02, 2003 at 02:12 PM |
mediadoc.diva@skynet.be |
Niemand minder dan Milan Kundera zei ooit dat optimisme de opium is van het volk. Carnaval zal dit jaar dan ook intenser dan ooit gevierd worden in Bolivië, want de economische en sociale toestand is er ronduit dramatisch.
Het historische leed dat het Andesland werd aangedaan is representatief voor "La Patria Grande" (Latijns-Amerika) in haar geheel: kolonialisme, imperialistische onderdrukking, bloedige dictaturen, een onoverbrugbare buitenlandse schuld en heel veel armoede.
Sinds 1985 kent het land een liberale economie volgens de recepten van het IMF en de Wereldbank. Dat houdt haast vanzelfsprekend een uitverkoop in van natuurlijke rijkdommen als mineralen en gas, die vaak in handen komen van buitenlandse en transnationale ondernemingen. Ook de huidige regering o.l.v. de rechtse president Gonzalo "Goni" Sánchez de Losada volgt braaf de dictaten van deze neoliberale twins op. Een nieuwe anti-sociale regeringsmaatregel om de financiële crisis te boven te komen was de druppel die de emmer deed overlopen bij de straatarme bevolking. Dat de regering ondanks de bloedig onderdrukte volksopstand en het verzet van de politie toch in het zadel kon blijven zitten, heeft het vooral te danken aan de gematigde opstelling van de voornaamste krachten die achter de sociale explosie van de voorbije weken stonden. Zij hechtten vooral belang aan het beschermen van de democratie in Bolivië en vonden het geen prioriteit om te ijveren voor een "Boliviaanse 20e december" (naar het Argentijnse voorbeeld).
De regering van haar kant herleidt de rellen tot een "samenzwering tegen de democratie" (wat ook Duhalde heeft geprobeerd in Argentinië) en maakt dankbaar gebruik van de situatie om zich op te werpen als enig alternatief voor "de chaos en het vandalisme".
* De inheemse factor
Zoals dat ook elders gebeurt in Latijns-Amerika heeft de corruptie van de klassieke politieke partijen, en vooral hun overmogen om de arme meerderheid (de inheemse bevolking incluis) te integreren, geleid tot de opkomst van linkse en populistische bewegingen. De Boliviaanse media spreken van "El Factor Indígena" (de inheemse factor) wanneer ze het hebben over de populariteit van radicale indianenleiders zoals Evo Morales (Movimiento al Socialismo - MAS) en Felipe Quispe (Movimiento Indigenista Pachacuti - MIP). Een degelijk onderbouwd programma hebben zij niet, dat heeft in feite
niemand in Bolivië, maar ze brengen de politiek wel wat dichter bij het volk en zetten in tegenstelling tot de regering ook sociale thema's op de agenda. Het bundelen van de krachten van de drie voornaamste sociale bewegingen in Bolivië (naast MAS en MIP is er de arbeidersbeweging COB) zou in de toekomst kunnen zorgen voor een fors tegengewicht voor de logica van de uitbuiting, niet enkel in de straat maar ook in het Parlement.
* Kruistochtmentaliteit van de V.S.
"Coming man" Evo Morales moest tijdens de presidentsverkiezingen van vorig jaar slechts nipt de duimen leggen voor Sánchez de Losada. De opmars van Morales is in feite een onmiskenbaar bewijs voor het falen van het cocabeleid in Bolivië. Het Amerikaanse War on Drugs programma heeft weinig van doen met humanitaire hulp of internationale solidariteit, maar moet onder meer de gastoevoer vanuit Bolivië naar Californië vrijwaren. Evo Morales strijdt reeds jarenlang tegen de vernieting van de cocavelden ("cocales") omdat volgens hem het cocablad deel uitmaakt van de traditie en de cultuur van het land. De plant kent heel wat onschuldige toepassingen en is voor vele boerenfamilies een onontbeerlijke bron van inkomsten. Waar men in de V.S. - en bij uitbreiding in het volledige Rijke Noorden - niet opgekomen is, is dat coca in Bolivië gebruikt wordt als verdovingsmiddel om het hongergevoel te stillen. Misschien wordt het dus eens tijd om te beginnen met het bestrijden van de honger.
DIOGENE(S) nr 42 - mediadoc.diva@skynet.be