arch/ive/ief (2000 - 2005)

Verslag Belgische civiele waarnemers in Palestijnse bezette gebieden.
by Tobias Tuesday February 18, 2003 at 07:17 PM

"Welkom in het land van de gekken". Zaterdag 15 februari Much ado about nothing. Dat geldt toch voor mijn aankomst op de Ben Goerion luchthaven in Tel Aviv. Ik had me immers vooraf een beetje zenuwachtig gemaakt over de vragen van het onthaalcomité. Misschien begrijpelijk na alle verhalen over teruggestuurde delegaties. gepost door Dirk Adriaensens.

Zaterdag 15 februari

Much ado about nothing. Dat geldt toch voor mijn aankomst op de Ben Goerion luchthaven in Tel Aviv. Ik had me immers vooraf een beetje zenuwachtig gemaakt over de vragen van het onthaalcomité. Misschien begrijpelijk na alle verhalen over teruggestuurde delegaties. De Belgen die, in groep, geprobeerd hadden deel te nemen aan de Palestijnse versie van het World Social Forum in december ll. zijn immers allemaal teruggestuurd "omdat het een bende terroristen was" ... vooral vertegenwoordigers van ngo's en ander onguur gespuis.
Voor wie er nog aan twijfelt, ik tik dit verslag wel degelijk in een internetcafé in Jeruzalem. Een kwartiertje onschuldig vragen beantwoorden heeft me het Beloofde Land binnengeloodst. Niet iedereen van onze waarnemersmissie van negen deelnemers kwam er even gemakkelijk vanaf: een spervuur van vragen, koffers openmaken en alles eruit, apart in een lokaal genomen worden, verhalen van reisgezellen aan elkaar toetsen, ... het hoorde er allemaal bij. Of ze ons geloofd hebben - we hadden immers allemaal een verhaal verzonnen over ons reisdoel - doet er niet toe. We zijn zonder uitzondering binnengeraakt.

Na de nachtelijke vlucht ziet mijn zaterdag er verder geamputeerd uit. Ik heb geslapen tussen 6 en 13 uur in Knight's Palace, ons hotel in het christelijke stadsdeel net binnen de wallen van het oude Jeruzalem. Met Nour, onze chauffeur voor de week, en Evelyn, onze reisbegeleidster, gaan we de vier dames van ons gezelschap oppikken op de luchthaven, om daarna naar Tel Aviv te rijden. Daar is immers om 18 uur verzamelen geblazen voor de betoging tegen een oorlog in Irak. Niet het betogersaantal (een 2000-tal), maar vooral de symbolische waarde van dit protest op deze plaats blijken een hart onder de riem van wie vecht voor vrede, een beladen term hier (hoeft het nog gezegd?).
Op het plein waar de toespraken na de betoging worden gehouden, staat een hond te genieten van de plas waarin hij zijn poten koelt. Aan de andere kant van het muurtje dat het water op het plein houdt, staan de ordediensten opgesteld. Onder hen een groot aantal jongeren, sommigen duidelijk minderjarigen, met een fluo hesje van de politie. Een duo jonge snotapen (in mijn ogen toch) met een machinegeweer op de rug. Is Israel een gemilitariseerde staat?

Zondag 16 februari

Om halfnegen beseffen we - kamergenoten Flor, Peter en ik - dat we ons overslapen hebben. Nog een half uurtje voor het ontbijt en om, buiten de muur van de oude stad omdat Nour nu niet binnen mag (hij is Palestijn), klaar te staan voor de rit naar Bethlehem. Een kwartiertje later rijden we al op Bezet Gebied (Betwist Gebied volgens Israel). Evelyn verbaast zich erover dat we, bijna onbegrijpelijk, vlot mét de wagen (wat blijkbaar evenmin een evidentie is) door het checkpoint geraakt zijn. Gewapende militairen, paspoorten tonen, beton- en andere blokken, (lastige) vragen beantwoorden zijn de ingrediënten van elk checkpoint. Hopelijk zal ik ze, geconditioneerd door de herhaling, niet missen in België...

Op de heuvel rechts van ons ligt een joodse nederzetting. In een wijde cirkel errond afgebroken huizen, ruige begroeiing en een greppel met hoog opgestapelde gedraaide prikkeldraad. Palestijnen zouden het checkpoint kunnen omzeilen. We beklimmen de heuvel waarop het Palestijnse Beit Jala is gebouwd. Een vallei met daardoor by-passroad 60 scheidt het dorp van Gillo, één van de oudste Israelische nederzettingen. In heel de Westelijke Jordaanoever liggen al meer dan 1200 km niet voor Palestijnen toegankelijke by-passroads. De veiligheid van de kolonisten moet gegarandeerd worden.
Kapotgeschoten, afgebroken en verlaten huizen sieren de zijde van Beit Jala die uitkijkt op Gillo. De veiligheid van de 50.000 kolonisten moet gegarandeerd worden. De kogels uit de Palestijnse geweren kunnen de vallei tussen Beit Jala en Gillo niet overbruggen. De Israelische kanonnen,
Apache-helikopters en F16's wel.

Omdat ons busje een geel-zwarte (Israelische) nummerplaat draagt, mag het zich zowel op Israelisch als "Betwist" gebied bewegen. De groen-witte nummerplaten, die ik in Bethlehem voor het eerst zie, mogen niet voorbij de checkpoints. Verschillende ervan liggen trouwens als roestige wrakken langs de kant van de weg. De militaire operaties in de lente van 2002 hebben hun aantal de hoogte in gedreven, minder roestig maar even kapot. De Palestijnse politie werd duidelijk geviseerd. Een verzameling blauwe perte totales getuigt daar in stilte van. Even stil roepen de met de grond gelijkgemaakte plaatselijke overheidsgebouwen om onze aandacht. Er was onder andere een politiekantoor in gehuisvest. De mensen die er op het moment van de bombardementen binnen zaten, hadden wellicht zelfs niet meer de tijd voor een schietgebed. Ze kunnen het niet meer vertellen. Aan de overkant van de straat gaapt een leegte tussen twee huizen ons aan. Het huis stond in de vuurlijn. Geen nood. Met geld van de Italiaanse overheid en van UNDP (het ontwikkelingsprogramma van de VN), en met de steun van het Palestijnse Ministerie van openbare werken en huisvesting wordt het heropgebouwd.

"In 2002 kreeg Bethlehem negen op de twaalf maanden, 24 uur op 24 uur, af te rekenen met een 'curfew' of uitgaansverbod.", begint Mohammed, oprichter van Badil, zijn verhaal. Badil is een organisatie die opkomt voor de rechten van de Palestijnse vluchtelingen in en buiten Palestina. Tijdens de oorlog van 1948 werden bijna 800.000 Palestijnen verdreven. De Palestijnse cultuur die gebaseerd was op het kustleven, werd verminkt. Velen moesten immers landinwaarts hun heil zoeken. 555 Palestijnse dorpen werden verwoest of helemaal weggeveegd. De namen werden verhebreeuwst "om het geheugen te wissen", aldus Mohammed. De grote steden werden niet verwoest maar wel gekoloniseerd door zionistische joden.

Er is nog steeds geen oplossing voor de situatie van de ondertussen 5,2 miljoen vluchtelingen - twee derden van de Palestijnen. Het zogenaamde vredesproces van de jaren 90 bracht hun geen soelaas. Ook na (de akkoorden van) Oslo 'genieten' de Palestijnen alleen maar het verblijfsrecht op wat Israel Betwist Land noemt en wat wij als de Bezette Gebieden kennen. Ze hebben dus geen Palestijns staatsburgerschap (want Palestina bestaat niet voor Israel).

Badil eist het recht op terugkeer en compensatie voor verloren land en goed op voor de op de vlucht gedreven Palestijnen. De organisatie is er in geen geval voor te vinden dat er "concessies over individuele burgerrechten" worden gesloten. Volgens Mohammed zit daarin de lotsverbondenheid van Israel

en de vluchtelingen. De Palestijnse kwestie zal nooit opgelost raken zonder een rechtvaardige regeling voor de vluchtelingen. En daarin speelt Israel een essentiële rol. Bovendien moeten de veranderingen samen aangepakt worden. De enige leefbare oplossing is één staat zonder (interne) grenzen waar joden en Palestijnen samen leven, aldus Mohammed.

Hij vreest wel dat de cowboymentaliteit van de VS roet in het eten kan gooien. Bush' antiterrorismecampagne zal het fundamentalisme aanwakkeren en op die manier noodlottig worden voor zowel Palestina als Israel. Israel zal immers niet kunnen weerstaan aan de druk. Nu al is haar economie aan het instorten en zijn heel wat Israeli's geëmigreerd. Het moreel van de Israelische bevolking zit op ongekende diepten.

Sinds het uitbreken van de tweede Intifadah, nu dik twee jaar geleden, is in de Bezette Gebieden het hele leven zowat ingestort. Mohammed: "Toch overleven we, dankzij onze solidariteit. Sinds het begin van de tweede Intifadah ga ik niet meer op restaurant, maar deel ik mijn loon met andere families. Ik héb immers nog een inkomen." Hij gelooft dat de pacifistische aanpak van een massabeweging het tij kan keren. Als jongere was hij radicaler. Hij was lid van het Volkfront voor de Bevrijding van Palestina.
Herhaaldelijk zat hij in de gevangenis, waar hij werd gemarteld. Zijn engagement voor de Palestijnse zaak is hij daardoor niet verloren. Het vuur in hem lijkt langs zijn bloeddoorlopen ogen een uitweg te zoeken.

Het vuur van de zelfmoordaanslagen noemt hij zinloos. Ze zijn de wanhopige poging om terug te slaan met het enige wapen dat de Palestijnen kunnen inzetten: hun lichaam. Volgens Mohammed hebben die aanslagen op zich niks te maken met geloofsovertuiging. Ook communisten doen het. En hoogopgeleide mensen, soms met een baan en een degelijk inkomen. Vijftig procent handelt op eigen houtje, niet gesteund of gestuurd door welke organisatie ook. "Op een bepaald moment bereik je een kritiek punt.", zegt Mohammed. "Als een F16 zes uur boven Bethlehem cirkelt alvorens zijn lading te droppen, wie is dan de terrorist? Kinderen pissen nu letterlijk in hun broek als ze een hoog geluid horen. Mijn moeder was getuige van de geboorte van een baby aan een checkpoint. De vrouw - in barensweeën - had twee uren gewacht op de toestemming om naar het hospitaal te mogen. De navelstreng moest met een steen worden doorgesneden. Daarna zeiden de militairen laconiek dat ze niet meer naar het hospitaal hoefde. Ze was immers al bevallen. Palestijnse studenten worden soms voor de keuze gesteld: verder studeren en collaboreren of hun studies stopzetten. Zo wordt hun elk toekomstperspectief ontnomen."

"Ik ben er zeker van dat elke Palestijn wel eens met de gedachte van een zelfmoordaanslag speelt. Vraag maar eens aan Evelyn (onze begeleidster, die sinds september in Palestina verblijft) of zij er nog niet aan gedacht heeft." En nog:"Als we F16's en Apaches zouden hebben, zou geen enkele Palestijn er zelfs maar aan denken zichzelf op te blazen." Maar laat het duidelijk zijn, Mohammed vindt de zelfmoordaanslagen zinloos, maar hij begrijpt wat mensen ertoe drijft.

Na ons gesprek rijden we naar een kerkhof voor 'martelaars' van de Intifadah, vlakbij het vluchtelingenkamp van Deheishe. De 'martelaars' zijn alle Palestijnse slachtoffers gedood door het Israelische leger of de kolonisten. Op het graf van een veertienjarige jongen staat een foto van zijn vrienden die zijn nog warme lijk wegdragen. Op weg naar school werd hij neergeschoten omdat hij met stenen gooide. Meer naar rechts rust het stoffelijk overschot van een vader van zes kinderen. Op weg naar de universiteit, waar hij studeerde, werd hij doodgeschoten aan een checkpoint.

De aanleg van het kerkhof wordt gefinancierd door de Italiaanse overheid en UNDP (zie ook eerder).


Het is tijd om te gaan slapen. Morgen meer, als we tijdig terug in Jeruzalem

zijn. Slaapwel,
Tobias.

Voor een dagelijks verslag van deze observatiemissie, kan je terecht op de website van het Actieplatform Palestina, http://www.11.be/palestina

Je kan ook terecht bij volgende personen voor het laatste nieuws, om direct contact op te nemen met de groep ter plaatse, of om de deelnemers met hun verhaal te ontmoeten na hun terugkeer:
* Mirjam Van Belle, medewerkster Vlaams Palestina Komitee,
mirjam.vanbelle@oxfamsol.be, 02/501.67.44 of 0497/43.57.13
* Sabine Craenen, secretariaat Actieplatform Palestina,
sabine.craenen@fos-socsol.be <mailto:sabine.craenen@fos-socsol.be>,
02/552.03.15 of 0486/36.19.88