arch/ive/ief (2000 - 2005)

Auteur Ludo De Witte over de Arabisch-Europese Liga
by Interview door David Dessers Friday February 07, 2003 at 03:35 PM
sap-pos@freegates.be 02/523 40 23 Plantinstraat 29, 1070 Brussel

"Lees Lenin nog eens over het recht der naties op zelfbeschikking. Kijk naar wat Trotsky verdedigde in de jaren 30. Hij stelde dat men klaar moest staan om eventueel het recht op afscheiding van de Afro-Amerikanen in de VS te steunen als die dat zelf zouden eisen. Er bestaat een traditie in progressieve middens om zich achter een dergelijke strijd voor nationale bevrijding te scharen."

"Links moet deze beweging de hand reiken"

"Lees Lenin nog eens over het recht der naties op zelfbeschikking. Kijk naar wat Trotsky verdedigde in de jaren 30. Hij stelde dat men klaar moest staan om eventueel het recht op afscheiding van de Afro-Amerikanen in de VS te steunen als die dat zelf zouden eisen. Er bestaat een traditie in progressieve middens om zich achter een dergelijke strijd voor nationale bevrijding te scharen." Auteur Ludo De Witte, die internationale faam maakte met zijn boek "De moord op Lumumba", steekt zijn sympathie voor Dyab Abou Jahjah niet onder stoelen of banken. "Het gaat om een beweging voor nationale bevrijding die de progressieve linkerzijde zou moeten steunen."

Interview David Dessers

Ludo De Witte werkt aan een boek over de Arabisch Europese Liga en zijn onbetwiste frontman Dyab Abou Jahjah. Tijdens de aanhouding van Abou Jahjah, eind november, riep hij op initiatief van Netwerk Recht mee een vergadering samen om in het verweer te gaan tegen de aanhoudende criminalisering van AEL.

Ludo De Witte: Die aanhouding van Dyab Abou Jahjah kwam als een boomerang terug in het gezicht van het establishment. Je kan twee periodes onderscheiden. Zo'n half jaar voor die aanhouding kwam er een enorme mediacampagne op gang tegen Abou Jahjah. Een moddercampagne die ik alleen maar kan vergelijken met de mediacampagne tegen Lumumba in 1960 of de campagne die voor de tweede wereldoorlog tegen Hitler werd gevoerd. Leugens en verdachtmakingen waren niet van de lucht. Er zouden wapens gevonden zijn bij de AEL. De organisatie zou gefinancierd en geleid worden vanuit het buitenland. Hezbollah zou de touwtjes in handen hebben. Citaten werden vlotjes uit hun context gerukt. Zowel de populaire als de kwaliteitspers roerden de oorlogstrom. Alleen De Standaard heeft af en toe een kritisch geluid laten horen, maar de globale politieke lijn van de krant was zeer negatief. Abou Jahjah werd met alle mogelijke politieke middelen bekampt.

De aanhouding vormde een soort keerpunt. Wat Verhofstadt, Duquesne of Van Pel verklaarden in het parlement, enkele uren voor de arrestatie, was een brug te ver. Ze eisten uitzonderingswetten en acties van het gerecht om Abou Jahjah politiek uit te schakelen. Hun uitspraken brachten de officieel zo geroemde principes van de rechtsstaat en de scheiding der machten in het gedrang. Abou Jahjah was een politiek gevangene. Daartegen kwamen veel progressieven en democraten in het verzet. Tweehonderd academici ondertekenden een protestbrief. Sinds de vrijlating van Abou Jahjah zijn veel politici en mediamensen van tactiek veranderd: de diabolisering is vervangen door het doodzwijgen van de AEL. Ondertussen maalt in de coulissen de gerechtelijke molen tegen de AEL traag, maar zeker, verder.

De AEL is een uniek fenomeen. Voor het eerst krijgen de allochtonen een autonome politieke stem. Bevolkingsgroepen van allochtone afkomst worden geconfronteerd met discriminatie en achterstelling op het vlak van tewerkstelling, en van toegang tot onderwijs en huisvesting. Racisme is dagelijkse kost. Ze vormen, objectief bekeken, een onderdrukte en uitgebuite nationaliteit. Tot het einde van de jaren zeventig kwam er vanuit die middens zelf nooit veel verzet tegen de onderdrukking. De "eerste generatie" werd in de eerste plaats naar hier gehaald als "gastarbeiders". Het was de bedoeling dat zij zouden terugkeren nadat ze hier voor hun job hadden gedaan. Pas met de tweede generatie ontstond in allochtone middens een begin van politisering. Dikwijls kwam dat erg rudimentair tot uitdrukking; denk maar aan de 'migrantenrellen' in Vorst van 1991.

Die politisering werd op zeer paternalistische wijze gekanaliseerd via het Commissariaat voor het Migrantenbeleid, geleid door Paula D'Hondt, en nadien door het Centrum voor Gelijke Kansen van Johan Leman. Deze methode was volledig gericht op wat D'Hondt "de inpassing" van allochtonen noemde. Allochtonen moeten in die visie de wet respecteren, maar ook respect voor een aantal sociale basiswaarden opbrengen. Dat laatste wordt zeer vaag gehouden. Inpassing betekent eigenlijk onderwerping aan het bestaande bestel, terwijl alle cultuur- en identiteitselementen die niet passen in de Belgische of Vlaamse dominante cultuur en ideologie, worden verbannen. Paula D'Hondt wou "een voldoende aantal bekwame allochtonen" recruteren om dit programma uit te voeren. Zelforganisatie, een eigen eisenplatform en eigen acties van allochtonen werden bij voorbaat afgewezen. Het kwam erop neer dat een kleine allochtone elite in de cenakels van het establishment zou meewerken aan "de inpassing" van hun achterban. Ondertussen gebeurde er bitter weinig om de toestand van onderdrukking en uitbuiting om te buigen.

De nieuwe generatie van allochtonen is veel mondiger. Ze zijn hier geboren, weten dat ze hier zullen blijven en eisen het recht op om hun stem te laten horen. Bij de AEL en Dyab Abou Jahjah tref je een naar mijn gevoel unieke combinatie aan van verregaande politisering, grote intelligentie én onafhankelijkheid ten opzichte van het establishment. De integratiesector is afhankelijk van subsidies, en is daardoor aan handen en voeten gebonden. De AEL is dat niet, en spreekt dus met een onbevangen stem. Bovendien heeft deze organisatie een interessante strategie.

In feite kunnen de allochtonen drie strategieën volgen. Ten eerste, men kan assimileren en zich individueel trachten in te passen. Denken we aan iemand als Mimount Bousakla. Zij verwerpt haar eigen achtergrond en vergeet de structurele mechanismen achter de onderdrukking of verwijst er hoogstens eens als in een ritueel naar. Zij predikt de American Dream als uitweg. Ten tweede, er is de reformistische strategie: een kleine bevoorrechte elite uit de gemeenschap integreert zich in het establishment en de traditionele partijen om via lobbying de scherpe kantjes van de onderdrukking af te ronden. Tot slot is er de weg van de zelforganisatie, op basis van een eigen programma. Via mobilisatie wil men de krachtsverhoudingen wijzigen, vanuit het besef dat men gelijke rechten niet krijgt maar moeten afdwingen. Die strategie krijgt nu via de AEL vorm. Dat is volgens mij uniek in de West-Europese geschiedenis. Je kan het eigenlijk alleen maar vergelijken met wat er in 1964 en 1965 in de VS is gebeurd, toen Malcolm X de zwarte bevolking in de VS rond een revolutionair programma trachtte te organiseren.

Aanvankelijk wilde de AEL pas een lijst vormen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Na de aanhouding werden de plannen gewijzigd, er komt reeds een lijst bij de parlementsverkiezingen van dit voorjaar. Een goed idee?

Ludo De Witte: Het feit dat de AEL van mening is veranderd - dat is overigens niet de eerste keer - bewijst dat die organisatie geen diabolisch plan ten uitvoer brengt dat eventueel vanuit het buitenland wordt gestuurd. Ik vrees dat het initiatief te vroeg komt omdat de AEL de tijd niet krijgt om nog voor de verkiezingen de opgebouwde vijandigheid bij "autochtonen" weg te werken. De mediacampagne heeft enorme wonden geslagen. Verder is de uitbouw van de AEL bij de allochtonen zelf verre van voltooid: alleen bij de radicale, gedeklasseerde jeugd in Antwerpen lijkt het potentieel goed aangeboord, maar velen van hen zijn nog te jong om te mogen stemmen.

Het initiatief op zich is interessant, omdat de AEL een lijst wil indienen die is opgebouwd rond de strijd voor de gelijkberechtiging van allochtonen. Dat moet vorm krijgen in de prominente plaats van de AEL op de lijst, en ook in het minimumplatform dat iedereen die aan de lijst meewerkt, moet onderschrijven. Wat houdt dat minimumeisenplatform in? Vooreerst, de wegwerking van discriminaties en achterstelling op het vlak van tewerkstelling, onderwijs en huisvesting van allochtonen, zonder dat ze "in ruil" de eigen identiteit moeten opgeven. Ten tweede, een onvoorwaardelijke veroordeling van een oorlog tegen Irak. En ten derde, steun aan het Palestijnse verzet tegen de Israëlische bezetting. Dat is de kern. Daarrond wil de AEL een breder electoraal alternatief uitbouwen, dat ruimte geeft aan andersglobalisten, ecologisten,... Uiteraard behouden alle kandidaten de volledige vrijheid om hun eigen propaganda te voeren.

Progressieven zouden dit initiatief moeten steunen. Ik zie geen tegenstelling tussen het steunen van een nationale bevrijdingsstrijd en andere progressieve eisen. Lees Lenin nog eens over het recht der naties op zelfbeschikking. Kijk naar wat Trotsky verdedigde in de jaren 30. Hij stelde dat men klaar moest staan om eventueel het recht op afscheiding van de Afro-Amerikanen in de VS te steunen als die dat zelf zouden eisen. Er bestaat een traditie in progressieve middens om zich achter een dergelijke strijd voor nationale bevrijding te scharen.

Waarom gebruik jij de term onderdrukte nationaliteit?

Ludo De Witte: Het gaat om een bevolkingsgroep die op het vlak van basisrechten als tewerkstelling, onderwijs en huisvesting wordt gediscrimineerd. Die onderdrukking past in een uitbuitingssysteem: allochtonen worden ingezet in de economische sectoren waar het zwaarste werk wordt geleverd, de lonen het laagst zijn en het moeilijk is om vakbonden uit te bouwen. Racisme, monoculturalisme en chauvinisme zijn elementen van de imperialistische cultuur die deze onderdrukking moeten rechtvaardigen. De huidige hetze tegen "de islam" past in die traditie: zo wordt de oorlogsinspanningen van Washington en haar NAVO-bondgenoten om in het Midden-Oosten een nieuwe imperialistische orde op te leggen gerechtvaardigd, en wordt tezelfdertijd de onderdrukking van de Arabische en moslimgemeenschappen in Europa gelegitimeerd.

De allochtonen zien zichzelf als Belgen, maar ook als leden van een aparte bevolkingsgroep. De toestand is complex en aan evolutie onderhevig, want naarmate de politisering van de groep stijgt - onder invloed van de anti-moslimhetze hier, de repressie van leiders als Abou Jahjah, de groeiende werkloosheid of nieuwe slachtingen in Palestina en Irak - stijgt hun nationaal bewustzijn, dat is: hun wil om als groep voor hun rechten op te komen. Nationalisme is een dynamisch politiek begrip. De geschiedenis leert ons dat nationalistische gevoelens en de drang om volksrechten op te eisen evolueren. De graad van nationalisme van de Basken in Frankrijk is lager dan die van de Basken in Spanje. Nationalisme kan zowel progressief als reactionair zijn. Het nationalisme van een Lumumba en van de niet-Russische volkeren ten tijde van het tsarisme of het stalinisme was bijvoorbeeld progressief.

Het Vlaams nationalisme is lang progressief geweest. Men kwam op voor de gelijkberechtiging van een gediscrimineerd volk. Naarmate de Vlaamse burgerij binnen het establishment dominant werd, is dat Vlaams nationalisme verworden tot een hefboom van die burgerij om voordelen af te dwingen, en heeft het conservatieve en zelfs reactionaire kenmerken gekregen. Men moet dus steeds naar de concrete situatie kijken om te oordelen of het al dan niet om een progressief nationalisme gaat. De AEL is duidelijk een spreekbuis van een progressief-nationalistische stroming.

Is het toch geen probleem voor de linkerzijde, voor marxisten, om scheep te gaan met een organisatie die werkt op basis van religieuze uitgangspunten?

Ludo De Witte: De AEL is geen politieke organisatie die zich definieert aan de hand van religieuze criteria. Dat klopt niet. Binnen de AEL werken een waaier van linksen, pan-Arabische nationalisten en progressieve moslims aan de uitbouw van een werkelijk nationale beweging die een politieke stem geeft aan de Arabische en moslimgemeenschappen. Met dat laatste wordt iedereen bedoeld die zich identificeert met de moslimbeschaving. Dus ook mensen van Iraanse of Turkse afkomst, niet alleen Arabieren. Het concept "Arabische en moslimgemeenschappen" is geen paard van Troje waarmee reactionaire islamisten een platform krijgen, maar een politiek-historisch concept dat al veel eerder is geïntroduceerd door de marxistische historicus Maxime Rodinson.

De Arabische en moslimgemeenschappen waaraan de AEL refereert, vormen een concrete politieke realiteit. Het gaat om halfkoloniale, door het imperialisme overheerste landen, waar de ontwikkeling van het kapitalisme nooit volledig is doorgezet. Daar treft men een aantal prekapitalistische verhoudingen aan. Politiek-religieuze elementen spelen er een grotere rol dan in bij ons. Het kapitalisme heeft hier een machtige arbeidersklasse gecreëerd. De ontvoogdingsstrijd van de arbeiders heeft de burgerlijke revoluties uitgediept en de maatschappij verregaand geseculariseerd. In de halfkoloniale landen is dat niet het geval. Dat is een realiteit, en die realiteit is een onderdeel van de nationale identitiet van allochtonen hier. Dit is voor de AEL een vertrekpunt - een bouwsteen waarmee ze een authentiek nationale beweging wil uitbouwen. Het doel van de AEL is de vorming van een échte massabeweging, die zoveel mogelijk krachten en tendensen wil verenigen en winnen voor de ontvoogdingsstrijd. Wij moeten dat aanvaarden. We mogen geen sektarisme aan de dag leggen, zonder dat we onze opvattingen over godsdienst en dergelijke hoeven weg te steken.

Wat zegt de AEL bijvoorbeeld over onderwijs? De organisatie spreekt zich uit voor een multicultureel staatsonderwijsnet, waarbinnen er naast andere godsdiensten ook plaats moet zijn voor de islam en de moslimcultuur in de brede zin van het woord. Als dat niet mogelijk is, wil de AEL dezelfde rechten als het katholieke net, en dus ook islamscholen. Progressieven zijn tegenstanders van geprivatiseerd onderwijs, a fortiori als dat op basis van een geloofsovertuiging wordt georganiseerd. Onderwijs mag niet aan de gemeenschap ontrukt worden. Als dat toch gebeurt, wordt via een omweg de scheiding van kerk en staat op de helling gezet. Ik denk dat wij daarover duidelijk moeten zijn en dus de eerste optie die de AEL naar voor schuift, steunen.

Dyab Abou Jahjah heeft heel wat progressieven de gordijnen in gejaagd met zijn uitspraken over de positie van de vrouw en over homoseksualiteit.

Ludo De Witte: Daarom zegt men wel eens dat de standpunten van Abou Jahjah reactionair zijn. Ik vind dat fundamenteel verkeerd. Het politieke programma van de AEL is voor 95 procent progressief, en de strategie, die steunt op de zelforganisatie en de mobilisatie van die onderdrukte bevolkingsgroep, is revolutionair. De AEL is een revolutionair-democratische organisatie. Abou Jahjah komt op voor gelijke burgerrechten, voor allochtonen en autochtonen, maar ook voor de gelijkberechtiging van man én vrouw en van homo's én hetero's. Dat is de kern van het politieke programma. De moslimcultuur is een andere zaak. Veel moslimleden van de AEL vinden dat de vrouw een specifieke taak heeft in de opvoeding van de kinderen tijdens de eerste levensjaren, en verder vinden ze dat heteroseksualiteit de norm is. Ik verwerp die opvattingen: ze zijn het product van prekapitalistische maatschappelijke verhoudingen, die verstoken zijn van de verworvenheden van de strijd van de arbeidersklasse en de vrouwenbeweging.

Dat mogen we helemaal niet wegsteken. Maar dit maakt geen deel uit van het basisprogramma van de AEL. Als je daarop de AEL afrekent, dan kan je evengoed stellen dat we in 1960 de antikoloniale strijd van Lumumba niet hadden mogen steunen. Hij probeerde een brede volksbeweging mee te trekken in een politieke dynamiek, en daartoe werkte hij ook samen met stamhoofden die echter reactionaire opvattingen hadden over de rol van de vrouw. Zoals toen hebben we de plicht om samen te werken met revolutionaire emancipatiebewegingen, ook als sommige leiders en leden ervan conservatieve standpunten verdedigen over in dit stadium secundaire kwesties.

Ik beweer niet dat de emancipatie van de vrouw een secundaire kwestie is, of dat we daarover "moeten zwijgen" tot er betere tijden aanbreken. We moeten vandaag over deze cruciale kwestie spreken. Maar tezelfdertijd moeten we ondubbelzinnig steun verlenen aan de ontvoogdingsstrijd van de allochtone gemeenschap zoals ze is en niet zoals we zouden willen dat ze zou zijn, zo niet veroordelen we ons tot eeuwig toekijken vanop het balkon van het grote gelijk. Als de progressieve linkerzijde de AEL aan haar lot overlaat en het establishment toelaat haar te isoleren, dan komt de AEL onder druk van diegenen die zich willen terugplooien op een bekrompen, zelfs obscurantistisch nationalisme. Vergeet niet dat de AEL een jonge beweging is, in volle ontwikkeling, zonder uitgekristalliseerde ideologie. Het kan nog alle kanten op. Ik denk dus dat de progressieven deze beweging de hand moeten reiken, in de praktijk hun sérieux moeten aantonen en als partner ermee in dialoog moeten gaan. In dat proces zullen de progressieve krachten binnen de AEL van ons kunnen leren en zich versterken, maar minstens even belangrijk, zal de progressieve linkerzijde van revolutionaire nationalisten kunnen leren en een klein gedeelte kunnen aflossen van haar historische schuld tegenover de progressieve nationale bevrijdingsbewegingen die in de loop van de afgelopen eeuw veel te weinig steun van die linkerzijde kregen.

Lapsus?
by Bart Vinck Friday February 07, 2003 at 05:00 PM

"Een moddercampagne die ik alleen maar kan vergelijken met de mediacampagne tegen Lumumba in 1960 of de campagne die voor de tweede wereldoorlog tegen Hitler werd gevoerd."

Tegen of door Hitler?

Wij willen geen wapen zijn!
by Edith Friday February 07, 2003 at 08:03 PM
edith.legrand@skynet.be

De emancipatie van de vrouw mag geen instrument zijn om in te zetten teneinde een bevolkingsgroep in diskrediet te brengen. Het zijn de heren Dewael en Verhofstadt die het meest aggressief met de vrouwenproblematie om zich heen meppen. Daar zijn wij vrouwen niet gelukkig mee. Het creëert de valse indruk dat er voor autochtone vrouwen geen vuiltje aan de lucht zou zijn, terwijl er heel wat donderwolken boven ons hoofd hangen. Voor zover er binnen de allochtone gemeenschap mannen zijn die hun vrouw onderdrukken, gaan deze mannen zich in het nauw gedreven voelen en zich strakker opstellen naar hun vrouwen toe. Forceer aub niets. Blijf van onze problematiek af. Laat ons dat zelf op een serene manier oplossen.

Van zodra wij als wapen niet bruikbaar meer zijn, laten de heren Verhofstadt en Dewael ons toch vallen. Hun belangstelling voor ons reikt maar zover als we nuttig zijn als wapen in een strijd die de onze niet is.