arch/ive/ief (2000 - 2005)

Gesprek met de Zuid-Koreaanse journaliste Kim Minju
by Cécile Thursday January 23, 2003 at 04:10 PM

De jonge Zuid-Koreaanse journaliste Kim Minju schrijft voor een progressief blad dat opkomt voor de hereniging van het schiereiland. Ze is momenteel in België en bewijst hoe dynamisch de beweging tegen de Amerikaanse bezetting in Zuid-Korea is. Vanwege de wet op de nationale veiligheid, die positieve publicaties over Noord-Korea nog altijd verbiedt, zetten we haar foto niet in onze krant en hebben we haar naam veranderd. Ze geeft ons ook een overzicht van de geschiedenis van haar land.

Het lijkt erop dat de strijd tegen het Amerikaans imperialisme in Zuid-Korea weer opleeft. Hoe komt dat?

Kim Minju. Na de verkiezing van president Kim Dae Jung in december 1997 hoopten velen op radicale veranderingen. Maar ze hebben begrepen dat één man het systeem niet kan veranderen en vooral dat het hoofdprobleem in Zuid-Korea de Amerikaanse bezetting is. Het Amerikaans imperialisme is te merken aan drie elementen: hun misdaden tijdens de Korea-oorlog (waar de bevolking pas nu weet van krijgt), hun militaire basissen op ons grondgebied en het Internationaal Muntfonds.

In de zomer van 2000 is bij ons strijd geleverd tegen de Amerikaanse militaire basis van Maehang-ri. Dat was een belangrijk moment. De omwonenden hebben echt last van die basis want ze dient als proefterrein voor luchtbombardementen. Er zijn al herhaaldelijk doden gevallen. Elk jaar raken mensen gewond door bommen of verloren kogels. Vaak worden ook huizen getroffen.

Die basissen zijn daar al sinds 1963 maar slechts weinig mensen hadden daar belangstelling voor. Vandaag is dat precies omgekeerd. Dank zij de strijd hebben we contact met de inwoners van Vieques, een eiland van Porto Rico, dat ook als schietterrein dient voor de US Navy. Zo hebben we internationale solidariteit kunnen bewerkstelligen.

In juni vorig jaar drong een groep militanten een Amerikaanse basis binnen om er een betoging te houden. Twee journalisten onder hen werden gearresteerd door de Amerikaanse militairen en 48 uur vastgehouden in de basis. Hun verhaal deed de ronde in heel land en heeft veel mensen geschokt. Vooral omdat het Amerikaanse soldaten waren die hen arresteerden. De betogers zijn toen beginnen vragen om een herziening van het akkoord over het statuut van de Amerikaanse troepen.

Diezelfde maand werden twee jonge meisjes doodgereden door een Amerikaanse pantserwagen...

Kim Minju. Hun dood heeft de mensen diep geraakt. Vooral ook de vrijspraak van de twee schuldige soldaten door een Amerikaans militair gerechtshof heeft de bevolking geschokt. De mensen zegden cynisch: "Als de soldaten niet verantwoordelijk zijn, is het misschien de tank? Ze moesten de tank dan maar arresteren..." Ongeluk of niet, dat was niet de hoofdzaak. Dit was doodslag, een misdaad. De Koreanen eisen excuses van de Amerikanen. Dat is heel belangrijk. Tijdens de Wereldbeker voetbal waren de Koreanen erg trots. Ze hadden het gevoel dat Korea in het middelpunt van de wereld lag. En dan worden die twee meisjes doodgereden en dat lijkt voor de Amerikanen van geen enkel belang. Ze hebben ontdekt dat hun regering hondstrouw is aan de VS.

Na de dood van die meisjes zijn er veel betogingen geweest...

Kim Minju. De eerste was een betoging georganiseerd via het internet. Een jongen had de dag na hun dood een artikel verspreid met een oproep voor een fakkeltocht. Honderden jongeren kwamen bijeen voor het gemeentehuis. Middelbare scholieren namen het initiatief en vormden het gros van de beweging. Ze reageerden spontaan: "Die twee meisjes zijn onze vriendinnen, onze zussen, wij hadden net zo goed kunnen sterven."

De organisaties die militeren voor de vrede en de hereniging van het land zijn ook bij de beweging gekomen. Ontelbare betogers van uit heel het land werden georganiseerd. In december was er elke avond een fakkeltocht in Seoel. Op de grote betoging was er 300.000 man. En op 31 december kwamen zowat een miljoen mensen naar de herdenking voor die twee meisjes.

Hoe uit zich dat anti-Amerikaans gevoel?

Kim Minju. Veel jongeren boycotten de Amerikaanse producten. De directeur van McDonald's in Korea zei: "Ik ben heel boos op George W. Bush, want hij doet mijn winsten zakken. Ik haat die kerel." De jongeren zijn niet tegen de Amerikaanse cultuur of tegen het Amerikaanse volk maar tegen de huidige politiek van de VS. De Amerikaanse militairen durven hun basissen niet meer uit. Ze krijgen overal opmerkingen en scheldwoorden naar het hoofd geslingerd door de mensen. Zelfs in de clubs en de bars waar ze vroeger kwamen, hangt nu een bordje met: "Amerikanen, jullie zijn hier niet welkom".

Dat doet denken aan de studentenbewegingen van de jaren '90 tegen de Amerikaanse bezetting,...

Kim Minju. Inderdaad. En aan de universiteiten zijn er nu hevige debatten over die nieuwe beweging. Sommige linkse organisaties proberen de coördinatie in handen te nemen en ordewoorden te lanceren. Maar ze worden niet altijd gevolgd door de basisgroepen. Anderen zeggen dat dit anti-Amerikanisme een voorbijgaande mode is. Ik denk dat het eerder bewijst hoeveel kracht er uitgaat van de beweging voor de hereniging van het land en tegen de Amerikaanse bezetting, hoezeer die beweging aanslaat bij de gewone mensen. Het zijn die mensen die een nieuwe president aan de macht hebben gebracht, Roh Moo-hyun. Dat is voor hen iemand die wil dat Korea respect afdwingt, iemand die nee durft zeggen tegen de VS.

Vroeger betoogden de mensen tegen de VS en tegen de Zuid-Koreaanse regering. Vandaag zijn ze tegen de VS omdat ze houden van Korea. Het anti-Amerikaans gevoel is een positief gevoel geworden. De jongeren weten niet veel over het verleden, over de oorsprong van de opdeling. De ouderen van vandaag waren vroeger wel goed op de hoogte, veel politieker. Maar sinds 1996 kent de linkse studentenbeweging nogal wat problemen. Er was eerst een golf van repressie met veel aanhoudingen. Militanten werden bestempeld als communisten en raakten geïsoleerd. Vandaag moeten ze weer aansluiting zoeken bij het militantisme. De huidige beweging eenmaken, dat is de grote uitdaging. De meer politieke studenten moeten opnieuw het initiatief nemen, ze moeten hun toeschouwersrol afgooien.

Naast de verkiezings-overwinning van Roh Moo-hyun, is er ook de vooruitgang van de Democratische Partij van de Arbeid, geleid door de linkse syndicalist Kwon Young-gil, die 3,9 procent van de stemmen haalde.

Kim Minju. Bij de verkiezingen van 1997 had die partij maar 1 procent, vandaag heeft ze de steun van syndicalisten, militante studenten maar ook van gewone arbeiders. Sommige aanhangers van de DPA stemden echter voor Roh, in december, om te verhinderen dat er een pro-Amerikaanse kandidaat zou winnen. Wij denken dat de DPA meer dan 10 procent kan halen bij de parlementsverkiezingen eind dit jaar.

Op 15 juni 2000 is men begonnen met de hereniging via de ontmoeting tussen de leiders van noord en zuid. Hoe kijkt men tegenwoordig naar het noorden?

Kim Minju. Wij voelen nu goed aan dat wij één volk zijn. Sinds juni 2000 kregen de Noord- en Zuid-Koreanen dikwijls de kans elkaar te ontmoeten. Er waren toeristische reizen in de bergen van Keumgang in het noorden. Ik ging zelf twee keer mee. Er waren culturele en sportieve uitwisselingen. En tijdens de Aziatische Spelen in Pusan, in september 2002, kon iedereen met de Noord-Koreanen praten.

In het begin gaf dat echt een schok. Die van het zuiden stonden echt verbaasd. "In het noorden kunnen ze ook lachen en grappen maken", stelden ze vast. Dat geeft toch een idee van de propaganda die wij vijftig jaar lang hebben ondergaan. De mensen ontdekten dat we veel punten gemeen hebben, in ons dagelijks leven, in onze cultuur. Ze zagen ook dat er in Noord-Korea heel mooie vrouwen zijn! Met schitterende traditionele gewaden. Er was een groep artiesten die Zuid-Korea echt heeft ingepalmd. Er is al een fanclub ontstaan via het internet met al tienduizend leden! Dat is een concrete manier om de hereniging van het land te steunen.

Hoe kijken ze tegen het oorlogsgevaar aan?

Kim Minju. Eerlijk gezegd geloven ze niet dat de VS Noord-Korea zouden durven aanvallen. Dat ligt veel te dicht bij, heel het schiereiland zou kunnen verwoest raken. Ze zijn ook niet bang voor Noord-Korea. "Vijftig jaar al slaan ze ons om de oren met de dreiging van het noorden en er is nooit oorlog gekomen", zeggen ze. Ze denken dat het noorden zeker nooit het zuiden zou aanvallen. De oudsten maken de vergelijking met 1994 toen de VS ook met oorlog dreigden tegen het noorden, voor ze een akkoord afsloten over de nucleaire kwestie.

De Zuid-Koreanen zijn niet erg actief in de anti-oorlogsbeweging en dat vind ik spijtig. Ze zijn zich niet erg bewust van de oorlogsdreiging tegen Irak. Vandaar dat ik binnenkort naar Irak ga, om alles met eigen ogen te zien en mijn landgenoten te overtuigen.

Mogen we een foto van jou?

Kim Minju. Liever niet, nee. Er zijn nu wel veranderingen in mijn land maar het is nog altijd delicaat positief te spreken over de onafhankelijke hereniging van Korea. Mijn collega's en ikzelf worden beschouwd als voorstanders van het noorden, omdat ons blad artikels plaatst van Noord-Koreaanse journalisten. De censuur heeft toegeslagen. Maar de "wet op de binnenlandse veiligheid" is nog altijd van kracht. En die verbiedt elk contact met het noorden en elke uitspraak die gunstig is voor Noord-Korea. Daarom komen wij ook op voor het schrappen van die wet.