arch/ive/ief (2000 - 2005)

Ya Basta?
by Maarten Van Hove voor het Uilekot Monday January 20, 2003 at 01:17 PM
Maarten.Van.Hove@pandora.be

Andersglobalisme. Geen Vlaming of hij heeft er wel een mening over. Zij het stenenwerpend en grafittispuitend gespuis, of een voorhoede die een revolutie in het denken moet teweegbrengen, de rode draad door deze warboel van meningen is dat slechts een enkeling hier en daar écht zicht heeft op deze kleurrijke beweging.

Andersglobalisme. Geen Vlaming of hij heeft er wel een mening over. Zij het stenenwerpend en grafittispuitend gespuis, of een voorhoede die een revolutie in het denken moet teweegbrengen, de rode draad door deze warboel van meningen is dat slechts een enkeling hier en daar écht zicht heeft op deze kleurrijke beweging.

Het is dan ook de absolute verdienste van David Dessers, Jan Dumolyn en Peter Tom Jones, dat ze in 2002 naar buiten stapten met het boek ‘Ya Basta! – Globalisering van onderop'. Het boek speelt immers rechtstreeks in op dit gigantische gat in de objectiviteit van het collectieve denken, en biedt een brede en diepgaande achtergrond over wat, wie, hoe en waarom dit andersglobalistisch beest is.

Verdomd typisch voor zowel het andersglobalistisch clubje als de zogenaamde tegenstanders in de pers, is het schrijnende gebrek aan aandacht dat dit boek kreeg.
‘Ya Basta!' laat geen geschiedkundig gat open, biedt talloze hoofdstukken bezinning en een stevige aanzet andersglobalistische theorievorming, maar werd, naast enkele scheldpartijen op de eigen website Indymedia en enkele afkrakende recensies vanuit luie perszetels, totaal genegeerd.

Een beetje vreemd eigenlijk, als je naar de inhoud zelf kijkt. Waar de schrijver van ‘De antwoorden van het andersglobalisme', de journalist Dirk Barrez, in 2001 lauweren kreeg van de hele Vlaamse goegemeente en nog steeds overal mag opdraven voor debatten, krijgen de drie schrijvers van ‘Ya Basta!' stank voor dank voor al hun moeite. Neem het aan van iemand die beide boeken las: ‘De antwoorden van het andersglobalisme' leerde me niks bij, terwijl ik met ‘Ya Basta!' vaak aan mijn stoel gekluisterd zat. Dirk Barrez bracht immers vooral zelfbevestigende, subjectieve interviews met Porto Alegre genodigden, terwijl Dessers, Dumolyn en Jones 358 pagina's vooral geschiedkundige feiten brengen.

Als je naar de vorm en de profilering kijkt, wordt er echter veel duidelijk. De drie schrijvers bevinden zich op glad ijs.

Ten eerste zijn ze géén goed ingeburgerde journalisten verbonden aan sociaal aanvaarde NGO's. Ze hebben ook géén drie-eenheid van oplossingen als de tobintaks, een wereldwijd minimuminkomen en een Wereld Sociale Organisatie als wonderoplossingen tegen neoliberale vernietiging. Nee – de drie schrijvers behoren tot de marge in de samenleving die door Mooi Vlaanderen gemakshalve als ‘Klein Links' wordt bestempeld. In hun analyses en voorgestelde oplossingen gaan ze verder dan wat maatschappelijk aanvaard wordt, en dus is het terug naar af voor de heren.

Ten tweede zou je dan denken dat Andersglobalistisch Vlaanderen het boek als een nieuwe Bijbel zou aangrijpen, gewoon omdat de rest het niet doet. Wederom fout. De schijvers van ‘Ya Basta!' zijn niet echt sympathiek tegenover de PVDA – ook al wordt de term voorzichtigheidshalve nergens in het boek vermeld. Een mediakanaal als Indymedia kent echter heel wat PVDA-lezers en schrijvers, en die hadden het boek liever kwijt dan rijk. Solidair maakte het boek met de grond gelijk, en de rest van het Vlaamse andersglobalisme is blijkbaar minder sterk geïnteresseerd of georganiseerd om het te recenseren, wat de oorverdovende stilte verklaart.

Ten derde ligt het boek nu al een maand op mijn keukentafel en heb ik er tussendoor twee of drie andere boeken gelezen. Voor wie zichzelf niet tot een bepaalde kleur wil rekenen of voor wie gewoon op zoek is naar informatie over het andersglobalisme: opgepast! Dit boek is niet voor gevoelige zielen! De eerste honderd pagina's bieden immers géén info over het andersglobalisme, maar wel over het grote Globaliseringsmonster. Voor de eerste keer las ik het allemaal samengebundeld, met bronnenmateriaal onderbouwd, zo objectief als we maar met bescheiden middelen kunnen. Wat je dan krijgt is een zo schrijnend verhaal dat je er instinctief een krop van in de keel krijgt en woedend het boek opzij gooit. Wil je dit boek lezen, dan moet je door het eerste deel bijten, en dat is een bittere hap.

Nu ja, ik ben erdoor geraakt, en al bij al moet ik dan zeggen dat ik blij ben dat ik het heb gelezen. Na de analyse van de staat van de wereld komen immers persoonlijke intermezzo's van individuele actievoerders, gedichten, ooggetuigenverslagen, een lange lijst andersglobalistische protesten, een weergave van het Vlaamse andersglobalisme dat de confrontatie met de eigen fouten niet schuwt, open vragen waar elke actievoerder die verder kijkt dan zijn neus lang is mee zit, bedenkingen over de rol van vakbonden in dit proces, enzovoort. Kortom: dit boek is een must voor elke Vlaamse andersglobalist, journalist, politicus en denkende burger die ernstig nadenkt over de toekomst.

Vooral de compilatie van ooggetuigenverslagen van de oorlog om Genua door Peter Tom Jones las als een thriller. Ook voor wie het boek niet zal lezen, doe toch de moeite om het open te leggen op pagina 211 en zeker dit stuk te lezen. Het is immers schrijnend dat we alles weten over het huwelijk van Filip en Mathilde, terwijl onze media het blijkbaar gemist heeft dat in deze Italiaanse stad in juli 2001 zowat alle democratische rechten massaal werden geschonden. Dit verhaal verdient evenveel aandacht als de val van de Berlijnse Muur.

Toch moet ik voor elke lezer ook enkele waarschuwingen meegeven. Het boek durft hier en daar nogal subjectieve meningen uitwasemen. Toen ik bijvoorbeeld het stuk over het Vlaamse andersglobalisme las, leek het alsof ik werd bestookt met de woorden ‘Attac, Attac, Attac'. Alle respect voor Attac, maar het lijkt me intellectueel oneerlijk, zeker voor mensen die ambiëren objectief te zijn, om te laten uitschijnen dat Attac de stuwende kracht was achter de meeste Vlaamse andersglobalistische protesten. Dit is niet fair tegenover die duizenden anderen die ook hun energie in hun idealisme steken.

Evenmin fair vind ik dat de schrijvers het hier en daar blijkbaar niet kunnen laten om de lezer in het denkproces naar mogelijke oplossingen vooral hun meningen te presenteren. Weliswaar is het een onbewust proces om de eigen visie te willen verkondigen, maar ik vind het in de zoektocht naar antwoorden voor onze kleurrijke beweging belangrijk dat alle meningen zonder oordeel aan bod komen. Anders krijg je een monoloog die de eigen visie bevestigt, maar die oneerlijk is omdat vele andersdenkenden niet de middelen hebben om ook hun mening in een boek op te tekenen. Dit boek was beter totaal waardenvrij geweest in dit aspect.

Tenslotte vind ik het vreemd dat de schrijvers in de inleiding van het boek aanhalen dat betogen plezant zou zijn – samba en actietheater hebben de plaats van starre betogingen ingenomen. Misschien ben ik wel een van de weinigen, maar ik zie het plezier niet in van opkomen tegen onrecht. Is het zo neergetypt om nieuw bloed naar het andersglobalisme te lokken? Persoonlijk vind ik dat de boodschap moet zijn: iedereen is welkom, maar besef waar je aan begint, en als je komt, blijf dan ook als het plots niét meer plezant is.

Precies voor deze reden wil ik dit boek als verplichte lectuur aanraden voor iedereen die maatschappelijk betrokken is, maar ten stelligste afraden aan slechts op zoek is naar plezier. ‘Ya Basta!' ademt nergens plezier uit. Het is eerder een vrij integere, diepgaande analyse dat als studie zeker een plaats naast boeken over mei '68 verdient. Dat de schrijvers dit huzarenstukje als eersten in Vlaanderen aandurfden, maakt het des te belangrijker. Het boek kan een aanleiding vormen tot een meer genuanceerde beeldvorming voor buitenstaanders, en tot bezinning voor elke andersglobalist.

Maarten Van Hove