arch/ive/ief (2000 - 2005)

De Gats in vraag en antwoord
by Attac-Vlaanderen Tuesday January 14, 2003 at 07:55 PM
vlaanderen@attac.be 0476/990714 (Eric Goeman) Louisbergkaai 10 - 9000 Gent

Op 9 februari 2003 wordt er in Brussel massaal betoogd tegen de GATS. Andersglobalisten, vakbonders, NGO's en gelijk wie een halt wil toeroepen aan de uitverkoop van onze samenleving zal er betogen tegen de liberalisering en privatisering van onze openbare diensten. Omdat we zouden weten waartegen we betogen, deze inleiding.

Wat is de WHO ?

De Wereldhandelsorganisatie (WHO) werd opgericht op 1 januari 1995 ter vervanging van het Algemeen Akkoord inzake Tarieven en Handel (GATT, General Agreement on Tariffs and Trade). De grote vernieuwing is het feit dat de WHO het statuut van internationale organisatie bezit, in tegenstelling tot het GATT-akkoord dat slechts een onderhandelingsforum was. Het is haar rol om te verzekeren dat geen enkel van haar leden zich aan geen enkele vorm van protectionisme zou bezondigen. Dit wil zeggen dat geen enkel land dat de eindtekst van Marrakesh (ondertekent in april 1994) ondertekende belemmeringen voor de toegang tot haar markt mag opleggen (de WHO heeft een geschillenorgaan dat eventuele schendingen van het verdrag behandelt). De akkoorden van Marrakesh, die de WHO stichtten, hebben vier multilaterale akkoorden voortgebracht: het akkoord over de goederen, diensten, intellectuele eigendomsrechten en het stichtingsakkoord van de WHO zelf.

Wat is de GATS ?

De GATS (General Agreement on Trade in Services) is het Algemeen Akkoord over de Handel in Diensten, het multilateraal akkoord dat de handel in diensten wil vrijmaken.

Wat zijn diensten ?

Het wordt steeds moeilijker om diensten van goederen te onderscheiden, aangezien elk goed uiteindelijk ook een dienst vertegenwoordigt. Wanneer goederen 'geconsumeerd' worden op de markt, moeten ze immers getransporteerd, verdeeld, verkocht, hersteld, … worden. De diensten maken dus een aanzienlijk deel uit van de hedendaagse socio-economische activiteiten die de WHO in 12 categorieën onderbrengt: professionele diensten (justitie, boekhouding, auditing, architectuur, engineering, stedelijke en ruimtelijke planning, medische en paramedische diensten, dierengeneeskunde, enz...) en ondernemingsdiensten (onderzoek en ontwikkeling, immobiliën, huur en leasing, publiciteit, opinie- en marktonderzoek, uitzendarbeid, onderhoud, verpakking, enz); telecommunicatie en communicatie; bouw en engineering; distributie (van kleinhandel tot groothandel); onderwijs, milieu (water, afval, geluid, lucht, enz...): financiële diensten (banken, verzekeringen, en andere financiële diensten); gezondheid en de sociale sector; toerisme; cultuur, ontspanning en sport; vervoer (weg, lucht, spoor, enz...) en andere diensten (energie, post, enz...).

Wat zijn de doelstellingen van de GATS ?

Volgens de WHO wordt de welvaart van de landen afgeremd door een inefficiënte en dure dienstensector. De oplossing die de WHO naar voor schuift is de concurrentie. Deze wordt verondersteld efficiëntie, kwaliteit van diensten, de meest brede keuze voor de verbruiker, de laagste prijs, meer jobs en een grotere transfer van technologie te kunnen genereren.
Het is duidelijk dat de vermarkting van de diensten, die voor een deel (de openbare diensten) ontsnappen aan de privé-belangen, een belangrijk doel van het verdrag vormt.

En de logica van de onderhandelingen ?

De onderhandelingen verlopen in drie stadia: elke lidstaat diende voor 30 juni 2002 aan de WHO en de betrokken landen mee te delen welke sectoren van diensten zij graag geliberaliseerd zouden willen zien binnen andere landen. Vervolgens heeft elke lidstaat tot 31 maart 2003 de tijd om de WHO en de andere lidstaten te laten weten welke diensten zij ter liberalisering aanbieden. Daarna volgen de bilaterale(1) onderhandelingen tussen de landen waarin overeengekomen wordt wie wat liberaliseert en wat daar tegenover staat. De resultaten van deze bilaterale onderhandelingen worden tenslotte 'gemultilateraliseerd' door de 'clausule van de meest bevoordeelde staat' toe te passen. Die clausule bepaalt dat een land een buitenlandse dienstenverstrekker niet mag discrimineren ten opzichte van een verstrekker uit een andere WHO-lidstaat die dezelfde dienst aanbiedt. De handelsvrijheid tussen twee WHO-lidstaten geldt dus automatisch voor alle WHO-lidstaten.

Welke argumenten heeft de WHO ?

De WHO plaatst drie grote categorieën argumenten tegenover de bezorgdheid en de kritieken die geformuleerd worden:

De diensten die in het kader van het uitoefenen van de overheidsautoriteit worden geleverd, vallen buiten de GATS.
Het verdrag biedt overheden de mogelijkheid om sectoren of subsectoren uit te sluiten voor onderhandeling en het ritme van de liberalisering behoort tot de bevoegdheid van de overheden.
De aangegane engagementen kunnen ongedaan gemaakt worden mits enkele voorwaarden.
Maar wat zegt het verdrag werkelijk ?
Volgens artikel 1 is het GATS-akkoord niet van toepassing op 'diensten die verstrekt worden binnen het kader van de overheidsmacht', maar -en dit is een belangrijk detail- artikel 1c omschrijft dit als 'elke dienst die verstrekt wordt noch op commerciële basis, noch op basis van concurrentie met één of meerdere verstrekkers'. Gezien het feit dat privéscholen en -ziekenhuizen concurreren met openbare diensten in nagenoeg elk land, blijven in de realiteit enkel de politie, het leger en het gerecht buiten deze definitie. Ook de Europese verdragen hanteren deze logica.
Het verdrag is van toepassing op alle maatregelen die in verband staan met de handel in diensten, of deze maatregelen nu genomen werden door de centrale, regionale, lokale overheden of niet-gouvernementele autoriteiten d.m.v. delegaties. Het klopt niet dat het verdrag staten de mogelijkheid biedt om hun liberaliseringsengagement te beperken want de logica van het verdrag bestaat er net in dat deze beperkingen worden uitgeschakeld. Voor het eerst, en in tegenstelling tot het verdrag over de handel in goederen (GATT), stelt de GATS expliciet (deel IV) dat de leden in opeenvolgende ronden naar een steeds grotere mate van liberalisering zullen streven. Wanneer een staat zich tot een engagement verbindt, dan kan het daar pas na drie jaar op terugkomen, en dient het te onderhandelen met de landen in kwestie over de 'schade' die het hen berokkent. In uitzonderlijke gevallen kunnen staten een omvangrijk publiek belang of een cruciaal probleem in de betalingsbalans laten gelden, maar de terugtrekkingsvoorwaarden zijn zo fenomenaal groot dat de staten op dit moment waarborgen onderhandelen voor een dergelijk noodgeval.

Wat is de positie van de Verenigde Staten en de Europese Unie ?

De WHO geeft aan dat het de overheden zijn die beslissen over hun engagement. De WHO is immers een intergouvernementele instelling die handelt op basis van consensus onder haar lidstaten.
De positie van de Europese Unie en de Verenigde Staten is van belang, niet enkel omdat het de twee economische grootmachten zijn maar ook omdat hun onderhandelingsmarge erg groot is. Dat heeft te maken met het mandaat dat de lidstaten van de EU aan Europees commissaris Pascal Lamy aanboden om in hun naam te onderhandelen en over de mogelijkheden van de regering-Bush om handelsakkoorden te onderhandelen die niet via het Amerikaanse Congres hoeven te passeren ('fast-track'). De bedoeling van deze grootmachten is om zoveel mogelijk punten door bilaterale onderhandelingen binnen te halen, omdat de ontwikkelingslanden in multilaterale onderhandelingen veel 'sterker' staan. Volgens Pascal Lamy, Europees commissaris van handel: 'Als we onze eigen toegang tot buitenlandse markten willen verbeteren, dan kunnen we onze eigen beschermde sectoren niet ongemoeid laten. We moeten klaar zijn om over alle sectoren te onderhandelen, als we deel willen hebben aan een globaal akkoord'.
De Verenigde Staten bevestigen dat: 'ons doel is het verkrijgen van een belangrijke opheffing van de handelsbeperkingen in alle dienstensectoren, eerst door de nationale regelgeving die reeds aan de regels van de GATS onderworpen is aan te snijden en vervolgens de beschikkingen die vandaag nog niet binnen de GATS vallen om uiteindelijke alle mogelijke handel in diensten te bestrijken'.

Welke toekomst is er voor de openbare subsidiëring ?

De GATS ziet subsidiëring als één van de mogelijke belemmeringen van de handel in diensten. Staten die engagementen nemen in een dienstensector moeten elke subsidie die toegekend worden in de betrokken sector aangeven als een beperking van het principe van de 'nationale behandeling' . Dit principe bepaalt dat een WHO-lidstaat aan buitenlandse bedrijven dezelfde voordelen moet aanbieden als degene die de nationale dienstenverstrekker ten beurt valt om zo elke oneerlijke concurrentie tussen nationale en buitenlandse producenten te vermijden.

Welke toekomst zit er in voor de overheidswetgeving ?

De WHO herhaalt dat het objectief van de GATS is om te liberaliseren (d.w.z. het openen van nieuwe dienstensectoren voor privé-actoren), en niet om te dereguleren. De private actoren zullen zich dus -volgens de WHO- plooien naar de verplichtingen van de publieke sector als ze ermee willen concurreren.
Maar de WHO voegt eraan toe dat de enige omstandigheid waarin nationale regulering aangevochten kan worden, geschillen tussen staten is. Concreet: een staat kan een klacht indienen bij het geschillenorgaan van de WHO, de rechtbank van de internationale handel, wanneer men vermoedt dat een nationale regulering een handelsbelemmering vormt. Het is dus de geschillencommissie van de WHO die bij geschillen zal oordelen of regulering nodig is of niet. Bij veroordeling omwille van een dergelijk geschil moet een 'regulerend' land haar regulering opgeven.
Er bestaat dus een reëel risico op de ondermijning van de nationale staat. Dit behoort tot de kern van de strategie die gehanteerd wordt om de regulgevende macht van de staat te verzwakken, en bij uitbreiding de politiek volledig buitenspel zetten.

Staan de kapitaalstromen en de lonen op het spel ?

In tegenstelling met de akkoorden over de handel in goederen, hebben de GATS wel betrekking op de beweging van kapitaal en personen, via de bepalingen 3 en 4 over hoe diensten verstrekt kunnen worden.
De GATS wegen dus op de nationale regelgeving om 'goede omstandigheden' te verzekeren voor het kapitaal dat geïnvesteerd wordt in de onderneming die in het buitenland werkt (bepaling 3). Dit wil zeggen dat zij een absolute vrijheid van beweging krijgen. De logica van het MAI (Multilareral Agreement on Investment) is dus terug van nooit weggeweest(2).
Maar het weegt ook op de lonen aangezien men de import van goedkoper buitenlands personeel voor de transnationale dienstenverstrekking wil liberaliseren (bepaling 4). In feite kan deze bepaling leiden tot het blijvend stimuleren van de 'braindrain' van de ontwikkelingslanden door bedrijven de volledige vrijheid te geven om goedkope, competente arbeidskrachten uit het zuiden te importeren. Wat uiteindelijk de lonen in de rijke landen onder druk zou kunnen zetten. Het ingevoerde personeel zou slechts een verblijfsvergunning krijgen voor de duur van het arbeidscontract en zal dus niet geneigd zijn zich aan te sluiten bij een vakbond, wat ook de syndicale organisaties onder druk zal zetten.

Hoe zit het met de Europese campagne ?

Attac heeft samen met NGO's en vakbonden een Europese anti-GATS campagne gelanceerd. Een kort overzicht: in het Verenigd Koninkrijk werd al actie gevoerd (brieven naar parlementairen, dialoog met hen, briefkaarten-campagne, akkoorden met de vakbonden, een manifestatie van meer dan 12.000 mensen), in Duitsland (grote bijeenkomst de 14e september in Keulen, studentenstaking), in Nederland (briefkaarten), in Oostenrijk, Frankrijk (campagne voor de verdediging van de openbare diensten met de vakbonden), in Spanje (coördinatie met de NGO's en de vakbonden in de drie voornaamste steden) en in België een gedecentraliseerde Attac-campagne in een twaalftal steden in mei 2002 en op het Belgisch Sociaal Forum in september 2002. Op mondiaal vlak werd bovendien een verklaring van de vakbonden gelanceerd.

Wat zijn de doelstelling van de campagne ?

De diensten van algemeen belang uit de onderhandelingen halen (d.w.z. uit het kaderakkoord het artikel 1c over de concurrentie en de handelsbasis van een dienst laten opschorten), een evaluatie van de impact van de liberalisering op de fundamentele rechten afdwingen en de toegang tot de fundamentele goederen voor iedereen doen garanderen.

Hoe zit het met de politieke opvolging van de GATS-campagne in de Europese Unie ?

Aangezien de onderhandelingen geheim zijn (de aanvragen gaan niet buiten het secretariaat van de WHO, uitzonderingen niet te na gesproken), is het moeilijk om de evolutie ervan te kennen. Maar enkele 'lekken' laten toch toe om een eerste, hetzij onvolledige, bilan op te maken over de onderhandelingen binnen de Europese Unie.
De sectoren die men aan ontwikkelingslanden vraagt om te liberaliseren zouden zich tot drie à vijf 'beperken': telecommunicatie, financiële diensten, transport, leefmilieu en toerisme. De Europese Unie herhaalt dat er geen sprake van is om aan gezondheidszorg noch onderwijs te raken, maar er zou wel een vraag zijn t.o.v. de Verenigde Staten (onderwijs gefinancierd door private fondsen).
Men herhaalt eveneens dat men niet aan de watervoorziening wil raken, maar de verdeling van water en zelfs de toegang tot water zijn wel in bepaalde vragen terug te vinden. De industriëlen en de financiers, vertegenwoordigd door lobby-organisaties als het European Services Forum (ESF), zijn de voornaamste vragende partij(3). Er is een commissie Handel in het Europees Parlement, maar deze bestaat slechts uit 8 of 9 afgevaardigden, niet eens één per land. Het comité 133 komt eens per week samen(4). Grote overwinning: de dagorde van deze bijeenkomsten is eindelijk geopenbaard. Men dient ook op te merken dat, theoretisch gezien, 10% van het budget van de Directoraat-Generaal Handel van de Europese Commissie besteed wordt aan de evaluatie van in hoeverre liberalisering verzoenbaar is met duurzame ontwikkeling.

En wat is de politieke evolutie in België ?

De 10e juli 2002 ging er een debat door over de GATS in de commissie externe betrekkingen van Kamer en Senaat.
Verschillende bevestigingen volgden: de lijst met liberaliseringsaanvragen die neergelegd is bij de Commissie is niet openbaar; het debat over de definitie van 'openbare dienst', subsidies en transparantie van de openbare markt is volop aan de gang in multilaterale onderhandelingen; ambtenaren hebben een technische tabel opgemaakt en politici zullen zich hierover moeten uitspreken; de parlementsleden moeten de duizenden pagina's van het dossier ontvangen om er zich in het nieuwe parlementaire jaar over uit te spreken. In januari 2003 zou de minister voor Buitenlandse Handel ook een consultatie-vergadering organiseren over de lijst sectoren die ter liberalisering aangeboden zouden worden.

___________________________

(1) Bilaterale onderhandelingen zijn onderhandelingen tussen twee landen. Multilaterale onderhandelingen zijn onderhandelingen tussen alle leden.
(2) Akkoord dat binnen de OECD werd onderhandeld, en dat investeerders de complete vrijheid zou geven tegenover regeringen. De MAI werd in 1998 onder druk van massaal protest afgeblazen.
(3) Zie hiervoor The European Services Forum (ESF)
(4) Het comité 133 heeft als doelstelling de Europese handelsbeslissingen te coördineren. Het is daar dat de EU-lidstaten discuteren over het Europese standpunt in de GATS. Het bestaat uit hoge functionarissen, alsook uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat en uit de Commissie. De naam is afgeleid van het artikel 133 uit het Verdrag van Amsterdam die de handelsrelaties regelt.

(Voor diegenen die meer willen weten, op http://www.attac.org/belgie/gats/teksten09.html
vind je een volledige pagina teksten over de GATS, privatiseringen & liberaliseringen).

(Op ons forum http://forum.vl.attac.be/forum/index.php
kun je de recentste ontwikkelingen mee opvolgen).

een geloofwaardige attac !
by geert calis Sunday January 26, 2003 at 10:35 PM
g.calis@pi.be

Ik ben altijd verheugd om een info -of opiniestukje van jullie op indymedia te lezen. Het vormt een noodzakelijk tegengewicht tegen de -dikwijls veel te uitvoerige- discussies tussen steeds dezelfde personen.
Bedankt attac ! Mijn morele en geldelijke steun heb je !

Geert Calis
evergem