arch/ive/ief (2000 - 2005)

Mexico: De Zapatisten, Subcommandante Marcos & de media
by Tommy De Cock Tuesday December 31, 2002 at 01:10 AM
mediadoc.diva@skynet.be

Tweede deel in de DIOGENE(S)-serie over Zuid-Amerika en de media. En neen: Mexico ligt niet in Zuid-Amerika; maar de opstand van de Zapatisten en de rol van de media, is wel interessant. Het conflict in Chiapas is in belangrijke mate een media-oorlog tussen president Fox en de symbolische leider van de Zapatisten, "Subcomandante" Marcos.

Toen onlangs het gekibbel tussen Marcos en de Spaanse rechter Garzón (druk bezig met het muilkorven van het Baskische nationalisme) uitmondde in een soort van weddenschap tussen de twee, kwam de interesse voor de zonderlinge figuur Marcos, en daarmee ook de toestand in Chiapas zelf, weer volop in de aandacht.
(zie http://www.ipsnews.be/categorieen/internaf.asp?idnews=1524)

* Biografie van een schaduw

De fascinatie voor de pijprokende en achter een bivakmuts verscholen Marcos is zo oud als het conflict in Chiapas zelf. Vriend en vijand zijn het erover eens dat de welsprekendheid, de theatrale vaardigheden en de p.r.-talenten van "el Sub" er mede voor gezorgd hebben dat een regionaal probleem (zoals er wel meer zijn in de wereld) plots een globale dimensie kreeg. Marcos voelt zich als een vis in het water bij zoveel media-aandacht, en maakt op een heel handige en intelligente wijze gebruik van de communicatiemiddelen die het systeem hem ter beschikking stelt om Chiapas uit het isolement te halen en de repressie van de indiaanse bevolking op zijn minst te vermoeilijken.

Maar wie is nu die "Subcomandante" Marcos? De media laten er weinig twijfel over bestaan: het zou gaan om een zekere Rafael Sebastián Guillén Vicente, geboren in 1957 en reeds in zijn jeugdjaren omschreven als een "idealist met sociale bezorgdheden". Aan de universiteit (waar hij Filosofie en misschien ook Sociologie studeerde) zou hij in contact gekomen zijn met onder meer de Spaanse revolutionaire poëzie (Generatie van '27), cinema (Buñuel) en de Zuid-Amerikaanse literatuur als García Márquez. Geïnspireerd door het guevarisme en met het elan van een jonge intellectueel trok hij dan in 1984 definitef naar Chiapas.

Marcos zelf heeft steeds ontkend dat hij Rafael Guillén zou zijn en probeert hardnekkig de aandacht van zijn figuur af te leiden naar de indiaanse bevolking zelf. Hij wil "het raam van een venster waardoor wij het sociale onrecht en de miserie in Chiapas kunnen zien" zijn, maar slaagt slechts gedeeltelijk in dat opzet, want vaak blijven de "chiapanecos" in de schaduw staan terwijl Marcos, of hij het nu graag heeft of niet, volop in de schijnwerpers wordt gezet.

De ruime aandacht die vele buitenlandse intellectuelen (Ramonet, Chomsky, Saramago, Menchú, Touraine,...) besteden aan Chiapas heeft vaak een heel andere hoofdreden als oprechte sociale bewogenheid: een "antropologische interesse" voor Marcos en een literaire bewondering voor zijn teksten, een sentimentele romantiek (zo stelt Octavio Paz aan de kaak dat de buitenlandse media zonder veel feitenkennis het conflict dikwijls benaderen met een soort van folklorisch paternalisme) en dan zijn er ook nog de "koloniale kriebels" in wat de Spaanse schrijver Manuel Vázquez Montalbán het "revolutionair toerisme" van Westerse intellectuelen noemt.

* Een gevecht om de media

De strijd tussen het leger van de (neo)zapatisten EZLN en de centrale Mexicaanse regering was van meet af aan een gevecht om de media. In een interessant boek van de Mexicaan Raúl Trejo Delarbre ("Chiapas, La Comunicación Enmascerada", 1994) wordt de rol van de media gedurende de eerste maanden van de opstand zorgvuldig geanalyseerd (online versie op http://www.etcetera.com.mx/chiapas/chiapas.htm).

Hij kwam daarbij tot de conclusie dat de geschreven pers (met de krant La Jornada als boegbeeld van sympathie voor de opstand) en de radio ondanks de vaak onzorgvuldige berichtgeving, de zelfcensuur en het tekort aan onderzoeksjournalistiek toch in het algemeen een zekere mate aan objectiviteit aan de dag legde.

De televisie daarentegen haalde een ruim onvoldoende: ondanks het feit dat de T.V. veruit het meest bekeken en machtigste informatiekanaal is in Mexico (volgens een enquête in de hoofdstad vernam zo'n 82 % van de Mexicanen voor het eerst over het conflict via de televisie), kan het medium op weinig vertrouwen rekenen van de bevolking. Van alle ondervraagden oordeelde maar liefst 66 % dat de berichtgeving op de T.V. gemanipuleerd werd.

De televisie, met voorop Televisa, is dus, bewust of onbewust, een drijvende kracht in het ideologische offensief van de overheid. Een duidelijk voorbeeld van telecratie zoals het wel vaker voorkomt in Latijns-Amerika.

* Chiapas en de wereld

De opstand van de indiaanse bevolking is bovenal een rebellie tegen de massale uitbuiting van de natuurlijke rijkdommen die Chiapas kent en een schreeuw om zelfbeschikking en basisdemocratie.
De zapatistische revolutie is mede dankzij de propagandistische handigheid van Marcos uitgegroeid tot een paradigma voor de sociale strijd op globale schaal.

Het is een symbool geworden, een referentie voor de antiglobaliseringsbewegingen en een voorbeeld van hoe de nieuwe media (met een vooraanstaande rol voor het Internet) te gebruiken om informatie te verspreiden en wereldwijde netwerken van solidariteit te genereren, en dit op een transparente manier die die "routine van de demagogie" (zoals Wilson García de conventionele media noemt) overstijgt.

Afsluiten doen we met de woorden van Manuel Castells die in zijn boek "El Poder de la Identidad" op een treffende wijze de rol van de media in het conflict samenvat:

"Het nieuwe van de politieke oorlog in Chiapas was de opkomst van verscheidene kanalen die de feiten op een zeer gevarieerde manier interpreteerden. De publieke informatie die via de media en de alternatieve wegen de maatschappij bereikte was te omvangrijk om gecontroleerd te kunnen worden door de strategieën van de conventionele media. Marcos had een opinie, de Kerk had een opinie, de onafhankelijke journalisten hadden een opinie, net als de NGOs, enkele intellectuelen, vanuit de jungle [van Lacandona], vanuit Mexico-Stad of vanuit de financiële en politieke centra over de hele wereld. Die uiteenlopende meningen, vesterkt door de open media of door de gesloten media die de concurrentie daarmee aangingen, zetten de traditionele constructie van "de waarheid" op de helling."

Tommy De Cock

DIOGENE(S) 34