arch/ive/ief (2000 - 2005)

Noord-Zuidbeweging vernieuwt: verslag MeAnders
by Maarten Van Hove voor derdewereldbeweging Monday December 30, 2002 at 02:12 PM
rob.adriaensen@11.be

In september kwamen 900 medewerkers en vrijwilligers van een brede coalitie van derdewereld-NGO's samen in de vijf Vlaamse provincies. Hun doelstelling: de beweging vernieuwen zodat de kracht ervan zou verbeteren. Dit is hun voorlopige verslag, met onderaan mijn eigen noot. Feedback kan hieronder of op het bovenstaande adres.

"HET BELANG VAN MEANDERS IN HET VERNIEUWINGSPROCES

Op het vernieuwingsweekend in september 2001 brachten we 250 mensen bijeen uit 30 verschillende organisaties om invulling te geven aan de vernieuwing. Bij MeAnders! namen 900 personen uit evenveel organisaties in 5 verschillende provincies tegelijkertijd deel aan de dialoog. Een grote, heterogene groep mensen vertrouwd met de Noord-
Zuidbeweging gaf een zo concreet mogelijke invulling van de krachtlijnen zoals deze in het weekend uitgezet waren en in een aantal werkgroepen reeds verder uitgewerkt werden.

MeAnders! probeerde dus via de dialoog de Noord-Zuidbeweging in beweging te brengen. Vernieuwen wordt op die manier een voortschrijdend en natuurlijk proces, dat zich voltrekt door er aan te werken, door voortdurend nieuwe wendingen te geven. Precies zoals een rivier meandert….

HET RESULTAAT VAN MEANDERS

MeAnders! werd net zoals het vernieuwingsweekend ervaren als succesvol. Het nieuwe en sterke element in deze evenementen is dat aangetoond werd dat het mogelijk is om beleid te maken op een zeer participatieve manier met een grote groep mensen en dat het mogelijk is om vanuit een grote diversiteit en vanuit een sterke dialoog te komen tot een gemeenschappelijk referentiekader.

De ervaring van MeAnders! leert ons ook welke pijlers de onderbouw moeten vormen voor het vervolg van het vernieuwingsproces:

 Proces van verbreding en verdieping verder zetten (nu vooral klemtoon op verdieping)
 Terug inbedden van het vernieuwingsproces in de structuur van de Noord-Zuidbeweging (tot nu toe werd het proces vooral aangestuurd door ad hoc werkgroepen)
 Het cultiveren van de dialoog en een procesmatige aanpak

Van alle dialoogsessies werden de samenvattingen bijgehouden en gebundeld per provincie. Van het geheel werd per thema een syntheseverslag opgemaakt, dat zo dicht mogelijk aansluit bij de originele verslagen. Bij de verdere uitwerking van de thema's zijn deze syntheseverslagen een goede vertrekbasis. Om het overzicht over het geheel te bewaren werd deze beknopte versie gemaakt.

DE RESULTATEN VAN DE DIALOOGSESSIES

THEMA 1: MINDER VERSNIPPERING, MEER SAMENWERKING

Uit een toetsing blijkt dat het uitgangspunt ‘minder versnippering, meer samenwerking' nog steeds herkend wordt. De klemtoon ligt echter niet op sterke versnippering, maar wel op de overtuiging dat meer samenwerking leidt tot betere resultaten.

Die samenwerking ziet men vooral op lange termijn, gericht op het ontwikkelen van een gemeenschappelijke strategie en een goede planning met overleg en procesmatig tot stand gebracht.
Voorbeelden van samenwerking die gewaardeerd worden zijn: de Schone Kleren campagne, GROS, de gecoördineerde campagnes voor zover ze het projectmatige overstijgen, concrete voorbeelden van lokale samenwerking.
Samenwerking wordt als onbestaande gepercipieerd op internationaal vlak.

Uit de dialoog blijkt duidelijk hoe de sector zich kan organiseren om meer samenwerking te realiseren.

 Inhoudelijk en thematisch beter op elkaar afstemmen om samenwerking te realiseren in campagnes, beleidsbeïnvloeding en studiewerk.
 Samenwerking rond de Zuidwerking dringt zich op.
 Een duidelijke rol aan de koepel toekennen rond drie kerntaken: politieke beleidsbeïnvloeding; organiseren van overleg tussen de verschillende ngo's; functionele samenwerking stimuleren

De hefboom voor meer en betere samenwerking situeert zich dus vooral op nationaal niveau. Op lokaal niveau voltrekt deze samenwerking zich reeds in de praktijk en zou dus meer een voorbeeldfunctie voor het nationaal niveau kunnen vervullen. De samenwerking op internationaal vlak zou zich vooral moeten richten op beleidsbeïnvloeding van overheden, instellingen en bedrijven, in het kader van de andersglobaliseringsbeweging.

HOE VERDER?

De Noordraad (overleg- en beleidsorgaan van de koepel voor het bewegings- en campagnewerk) lijkt ons het meest geschikte kanaal om dit thema verder op te volgen en initiatieven te ontwikkelen om de samenwerking te bevorderen.

THEMA 2: FONDSENWERVING

Uit het weekend is gebleken dat fondsenwerving één van de kerntaken is die dringend aan herziening toe was. Omdat het thema complex en vrij technisch is, werd een projectgroep opgericht om het dossier voor te bereiden en een voorstel uit te werken over de gemeenschappelijke visie en strategie voor fondsenwerving. Vanuit deze projectgroep werden op MeAnders! een aantal vragen en hypotheses voorgelegd.

Fondsenwerving wordt vooral aanzien als een middel om partners/projecten uit het Zuiden te ondersteunen en om beleidsbeïnvloeding te realiseren; en in mindere mate om educatief werk te leveren. Beleidsbeînvloeding in Noord en Zuid wordt duidelijk onderschreven als een legitieme doelstelling van fondsenwerving; dit moet gepaard gaan met een eerlijke, duidelijke en correcte communicatie over het gebruik van de middelen en met een degelijke ondersteuning van de vrijwilligers om die boodschap goed uit te dragen.

De stelling dat financiële resultaten voorkomend uit fondsenwerving in sterke mate het politiek gewicht van de organisaties bepalen, klopt volgens de deelnemers slechts gedeeltelijk. Dit is vooral waar op nationaal vlak en voor grote organisaties, mede door het systeem van medefinanciering door de overheid.
Beweging maken is minstens even belangrijk als fondsenwerving om te wegen op politiek.

Is er nood aan een gemeenschappelijke fondsenwervingscampagne? Het antwoord hierop is eerder genuanceerd. Veel mensen zien een grote waarde in een gemeenschappelijke fondsenwervingscampagne. Evenveel mensen vinden het niet noodzakelijk te komen tot één campagne, maar wel om thema's op elkaar af te stemmen. Vertrekken vanuit hetzelfde verhaal kan best, maar daarbij moet de eigenheid van de ngo's behouden blijven om de rijkdom van de verscheidenheid te behouden en de betrokkenheid (want minder abstract) te realiseren. Het komt er dus vooral op aan om gemeenschappelijke afspraken te maken voor de verschillende fondsenwervingscampagnes en te komen tot een gemeenschappelijke visie over fondsenwerving. Komen tot een vorm van fondsenwerving voor het geheel van de beweging is absoluut niet prioritair, maar het kan, op voorwaarde dat er een meerwaarde in zit voor de beweging coherent met de boodschap.

Over de veelheid aan thema's en de spreiding van de acties over het jaar zijn de meningen redelijk duidelijk. De veelheid aan thema's verzwakt de globale boodschap; niet zozeer de verscheidenheid van aanpakken of de spreiding in het jaar. Ook in dit verband wordt verbondenheid in verscheidenheid benadrukt. Het leggen van eigen accenten betekent een aanvulling en een grotere garantie op het bereiken van meer en verschillende doelgroepen.
Een duidelijke meerderheid is er ook van overtuigd dat het belangrijk is om één of een beperkt aantal thema's voor een langere periode vast te houden. Dit principe maakt afstemming tussen organisaties nog meer noodzakelijk.

Over straatacties is men het roerend eens. Straatacties zijn een vertrouwd middel dat we moeten behouden, niet alleen omwille van het financieel resultaat, maar vooral omdat dit de hele beweging op de been brengt.

HOE VERDER?

Met de conclusies van deze dialoogsessie wordt verder gewerkt in de projectgroep ‘Fondsenwerving'. Deze projectgroep zal opgevolgd worden door de Noordraad. Deze problematiek hangt ook nauw samen met het beleidsbeïnvloedend werk dat vooral opgevolgd wordt door het Dagelijks Bestuur en indirect door de Noordraad, hetgeen belangrijk is voor het meenemen van de ideeën rond het afstemmen van thema's.

THEMA 3: RELATIE TUSSEN DERDEWERELDBEWEGING EN ANDERSGLOBALISME

Wat precies de positionering moet zijn van de Noord-Zuidbeweging ten aanzien van de andersglobaliseringsbeweging werd nooit eerder expliciet uitgeklaard. Uit de dialoogsessie van MeAnders! blijkt echter zeer duidelijk dat iedereen zich sterk tot zeer sterk aangesproken voelt tot deze beweging. Iedereen is het er roerend over eens dat de Noord-Zuidbeweging een actieve bijdrage moet leveren aan de andersglobaliseringsbeweging. Sommige deelnemers sturen aan op een echte trekkersrol, andere zijn dan weer wat gematigder, maar allen willen zich duidelijk inschakelen in die wereldwijde beweging.

Andersglobalisering wordt omschreven als een wereldwijde beweging, waarbij samengewerkt wordt over de grenzen van thema's en zich richt tegen de neo-liberale globalisering. De beweging verschaft inzicht over de samenhang en ziet vooral de mogelijkheid om impact te hebben over multinationale ondernemingen en instellingen (greep krijgen op bestuursorganen en op machtscentra zoals IMF, aandeelhouders, EU, wereldbank).

De verwachting om zich als één beweging te profileren en daardoor onze slagkracht te vergroten wordt zeer expliciet geformuleerd. Het aansluiten bij deze ruimere beweging kan omdat er zoveel raakvlakken zijn. Het streefdoel is hetzelfde als van de Noord-Zuidbeweging: nastreven van een rechtvaardige wereld; een wereld waar de democratische regelgeving boven de economische macht staat. Gelijkenissen uiten zich ook op andere aspecten: het vertrekken van thema's die lokaal leven; het herwinnen van het radicale (niet gewelddadig, wel doortastend en kritisch); het creëren van een omgeving om de eigen burgerzin en verantwoordelijkheid op te nemen; politiek lobbywerk om de besluitvorming te beïnvloeden; generatieoverschrijdend werken; werken op diverse niveaus (lokaal, nationaal, internationaal); flexibel kunnen inspelen en mobiliseren rond belangrijke items in de actualiteit. De meerwaarde ligt vooral dat deze beweging een kader aanreikt om tegelijkertijd de complexiteit en de verwevenheid bloot te leggen.

Vooral de pijnpunten neigen tot enige terughoudendheid. De beweging is vooral een protestbeweging. Er zijn weinig eensgezinde standpunten en er is veel versnippering. De beweging heeft een gewelddadig imago. De beweging is ook eerder een Noordbeweging. Het Zuiden is niet prominent aanwezig. De beweging is ook op zoek naar organisatieprincipes, naar een soort structuur. Duidelijk is dat er nood is aan afstemming en coördinatie, maar ook aan diversiteit in organisatievormen en actievormen.

HOE VERDER?

Op dit moment wordt dit onderwerp ad hoc aangekaart op verschillende plaatsen. Er is echter een duidelijke vraag om het potentieel van de Noord-Zuidbeweging explicieter in te brengen, maar ook weloverwogen. Wellicht kan de Noordraad hiervoor de nodige aanzetten geven.

THEMA 4: ANDERE ACTIEVORMEN

Deze dialoogsessie leidde eerder tot het verduidelijken van de randvoorwaarden, dan tot voorstellen van nieuwe soorten actievormen.

Vooral de nood aan een actiebeleid of referentiekader rond actievoeren kwam sterk tot uiting: duidelijke doelstellingen vooropstellen; duidelijke boodschappen formuleren; acties afstemmen op doelgroep; evaluatiecriteria bepalen. In de dialoogsessie grijpt men terug naar voorbeelden die goed gelukt zijn (Worldshake, Vierkant voor Afrika, Schone Kleren Campagne); naar het belang van samenwerking met verschillende bewegingen binnen en buiten de sector en samenwerking over verschillende niveaus (lokaal, nationaal en internationaal); en naar de behoefte om het Zuiden te verbinden aan het actievoeren (niet duidelijk hoe dat moet). Opvallend afwezig is het belang van internet en de verwijzing naar het sociaal forum of de andersglobaliseringsbeweging.

Bij acties op individueel vlak verwijst men vooral naar inleefreizen en acties gericht op zelfkritiek en gedragsverandering. Deze acties stimuleren vooral eigen engagement, betrokkenheid en samenhorigheid en vervullen een voorbeeldfunctie voor de onmiddellijke omgeving.
Bij acties op lokaal vlak verwijst men vaak naar laagdrempelige activiteiten gericht op bereiken van een breed en heterogeen doelpubliek. Zeer belangrijk is dat de aandacht voor het lokale niveau echt wel nodig is, omdat plaatselijke, lokale problemen deel uitmaken van dezelfde analyse en het leggen van deze verbanden essentieel is om het draagvlak te kunnen verbreden.
Acties op Vlaams/nationaal vlak zijn dan weer vooral gericht op grootschaligheid, op het bereiken van het groot publiek en op een politieke vertaling van acties. Mediaondersteuning en een goede persstrategie zijn hierbij cruciaal.
Op internationaal vlak gaat het dan vooral over acties die de legitimiteit van instellingen, bedrijven en overheden aantasten. Netwerkvorming is hier essentieel: naar Europees en Wereldforum, en ook niet alleen aangestuurd vanuit het Noorden, maar ook vanuit het Zuiden.

Actie voeren is een kerntaak van de beweging die sterker kan uitgebouwd worden in de toekomst. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:

 Actie is het middel bij uitstek om een goed onderbouwd dossier te verkopen
 Continuïteit van acties, het langdurig volhouden van acties
 Haalbare en meetbare resultaten vooropstellen en vooral terugkoppelen van de geboekte resultaten (korte termijn en langere termijn)
 Belang van acties op meerdere niveaus en goede doorvertaling vinden naar de verschillende niveaus om meer resultaten te halen (vb 0,7 is niet doorvertaald naar lokaal en individueel niveau).
 Zichtbaarheid
 Nood aan duidelijke boodschap, onderbouwd met dossierkennis en laagdrempelig
 Verruiming van achterban

Het is ook duidelijk wat niet goed werkt: geïsoleerde acties en acties die een negatieve beeldvorming of het bevestigen van vooroordelen oproepen.

HOE VERDER?

Op dit moment wordt dit thema nog niet systematisch en gecoördineerd aangepakt. Ook hier is de Noordraad het meest aangewezen om dit thema op de agenda te plaatsen en een aanzet te geven om vooruitgang te boeken.

THEMA 5: RELATIE MET HET ZUIDEN

Het meest kenmerkend voor onze relaties met het Zuiden is dat ze sterk wordt aangevoeld als éénrichtingsverkeer en dat we bij het bedenken van oplossingen om dit te doorbreken gevangen zitten in ons denken over het Noorden en het Zuiden. Opvallend (maar niet echt verwonderlijk) is dat deze dialoogsessie veel succes kende op MeAnders!

Eenrichtingsverkeer wordt duidelijk benoemd: een te eenzijdige agendabepaling in het Noorden; beslissingen worden niet gelijkwaardig genomen; geldtransfers bepalen de relatie; politieke strategie en lobbywerk worden gestuurd in en door het Noorden, ook al gaat het over internationale problemen; een andere cultuurbeleving; in het woordgebruik verraden we een impliciete veronderstelling van minderwaardigheid van het Zuiden en de overtuiging dat het Noorden hierin verandering kan brengen. Het is daarbij ook nog de vraag in hoeverre de betrokkenen van de Noord-Zuidbeweging bewust zijn van het fenomeen van de sterke economische verwevenheid tussen Noord en Zuid en van de gevolgen van de globalisering.

Meer partnership betekent vooral: een goede dialoog opzetten; komen tot wederzijds gedragen doelstellingen en strategieën; tweerichtingverkeer dat moet uitmonden in sterkere netwerken; transparantie en rechtstreekse overlegstructuren; de basis versterken en interculturaliteit in onze werking inbedden (geen "witte" beweging blijven)

HOE VERDER?

De Zuidraad (overleg- en beleidsorgaan van de koepel voor de werking in en met het Zuiden) bestudeert het syntheseverslag en maakt een plan op om de nodige stappen te zetten om het éénrichtingverkeer te doorbreken en om initiatieven te nemen die kunnen leiden tot een gelijkwaardiger partnership.

THEMA 6: COMMUNICATIE EN MEDIASTRATEGIE

Hoewel de Noord-Zuidbeweging op nogal wat sympathie kan rekenen van de bevolking is het overheersende beeld van het grote publiek eerder negatief: idealistisch, onrealistisch, naiëf, versnipperd, alternatievelingen, gericht op geld inzamelen, weinig resultaatgericht,…
Het beeld over hoe de beweging wèl wil overkomen is in de dialoog verscherpt: positief beeld; deskundig; sterk, met visie en gebundelde krachten; armoedebestrijding in het Zuiden en in het Noorden; realistisch; alternatief voor het neoliberale denken, zonder daarom extreem links gedachtegoed aan te hangen; concrete duidelijke boodschappen.

Uit de dialoog over communicatie-instrumenten in het algemeen kunnen we leren dat er een grote mix en verscheidenheid is en ook nodig is naar vorm en inhoud. Essentieel hierbij is dat de doelgroepen inspraak hebben en duidelijk betrokken worden bij de totstandkoming en realisatie ervan. Verder is het ook noodzakelijk dat de boodschap herkenbaar, duidelijk en beknopt is. Ook is er een duidelijke oproep om meer nieuwe media te gebruiken: internet en SMS.

Een aantal voorstellen voor het bundelen van communicatie werden specifiek onderzocht.

 Eén logo voor de Noord-Zuidbeweging wordt door een duidelijke meerderheid als een goed voorstel gezien. De suggestie is dat de bestaande logo's blijven bestaan, maar dat er ook een gemeenschappelijk logo is dat overal gebruikt wordt en waardoor het verband met het geheel verduidelijkt wordt. Het ene logo moet een uitdrukking zijn van het gemeenschappelijke. De andere logo's dienen om de diversiteit en de complexiteit van het verhaal aan te duiden.
 Eén woordvoerder per specialisatie voor de Noord-Zuidbeweging is een voorstel waarvoor ook een duidelijke meerderheid te vinden is. Diverse organisaties specialiseren zich in thema's en deze organisaties kunnen dan als woordvoerder optreden voor het geheel van de beweging. De woordvoerders worden dus gekoppeld aan de organisaties waar de knowhow aanwezig is. Eén woordvoerder voor het geheel van de beweging ziet men beperkt tot de rol van doorverwijzing (!) of tot die aspecten die het thematische overstijgen.
 Eén verhaal voor de Noord-Zuidbeweging roept bij nogal wat deelnemers de schrik op dat de diversiteit hierdoor zal verdwijnen. Waar wel éénsgezindheid over bestaat is het uitdrukken van een gemeenschappelijke analyse, visie en strategie, waarbij duidelijk de relatie kan gelegd worden naar de manier waarop verschillende organisaties dit op een eigen wijze doorvertalen naar hun achterban. Een beetje zoals de andersglobaliseringsbeweging een veelheid van invalshoeken kent, maar toch in dezelfde richting gaat.
 Eén webstrategie. Daarover is men het unaniem eens: dit moet er komen en heeft een meerwaarde voor de beweging.

Aan het nieuwe tijdschrift worden op vlak van visie, inhoud en vorm duidelijke verwachtingen geëxpliciteerd.

 Visie: kritische kijk op ontwikkelingssamenwerking en de beweging
 Inhoud: ondersteunen van de basisgedachte van de beweging; complexe thema's duidelijk uitleggen; achtergrondinformatie en concrete feiten; ook niet-actuele thema's; over Zuid en Noord en over de relatie tussen beide
 Vorm: redactionele autonomie; toekomstgericht (modern, jong, niet té alternatief); blad met pit, niet grijs en ondefinieerbaar; verwijzen naar andere media; geen melige foto's.

Het verankeren van het nieuwe tijdschrift wordt sterk benadrukt, alsook de rol die de ngo's hebben om het tijdschrift actief bekend te maken bij de eigen achterban. Ook het aanwenden van de knowhow van de ngo's is een manier om tot verankering in de beweging te komen.
Er is ook nog veel potentieel en een grote interesse om hierover na te denken om dit tijdschrift ook op lokaal vlak sterker te verankeren. Hier wordt vooral gedacht aan de rol van de lokale comités en het onderwijs.

HOE VERDER?

De informatie rond het tijdschrift en de webstrategie wordt reeds opgenomen in beide projectgroepen. Het lijkt ook evident dat al wie beroepshalve met deze materie bezig is, hierover ook de syntheseverslagen bekijkt en nagaat hoe rekening kan gehouden worden met deze voorstellen. Voor het geheel lijkt de Noordraad opnieuw het aangewezen kanaal om deze problematiek verder op te volgen.

WAT NA MEANDERS?

MeAnders! is opnieuw een duidelijke mijlpaal in het vernieuwingsproces. Zowel naar vorm als naar inhoud (enorme rijkdom aan ideeën) is duidelijk geworden dat het proces gedragen wordt door een brede groep en dat de inhoud voldoende sterk en uitnodigend is om de volgende stappen te zetten.

Voor de raad van bestuur van 3 december werd reeds een eerste aanzet gegeven over de verdere richting van het vernieuwingsproces. Dit wordt de komende periode verder uitgewerkt en geconcretiseerd door de procesgroep. We doen er alles aan om de dynamiek van de vernieuwing niet stil te laten vallen.

We zijn er ons ten volle van bewust dat in het zog van het vernieuwingsproces veel dingen "spontaan" zullen gebeuren. Toch moeten telkens grote lijnen uitgezet worden, die ervoor zorgen dat dingen in gang getrokken worden en dat het ook een participatief gebeuren blijft."

MIJN EIGEN NOOT

Op deze website wordt maar al te vaak met scherp geschoten op NGO's. De verwijten zijn voor een stuk terecht, al zijn ze even vaak overdreven, gekleurd, ongenuanceerd, en voorbijgaand aan de positieve verdiensten van die organisaties.

Persoonlijk weet ik dat de meeste van die verwijten ook bekend zijn, en leven bij, een groot aantal medewerkers van de NGO's. Het spreekt ruimschoots in hun voordeel dat ze de koe bij de horens hebben gegrepen met de start van hun vernieuwingsproces, nu twee jaar geleden.

Het is een moeizaam proces, want zoals bij elke groepering is men maar al te vaak blind voor de eigen fouten. Er bestaat een psychologische groepsdrang die het eigen kamp verbloemt en de andere kampen verwijt. Maar er worden stappen vooruit gezet: MeAnders was een open denkproces voor iedereen die zich aangesproken voelde tot het welslagen van de derdewereldbeweging.

Ik was er aanwezig. Mijn balans? Een poging met verdienste, niet steeds even verregaand, maar meer dan wat ik had verwacht.

In de paar workshops die ik meevolgde, ging ik sterk in tegen vele gedachten die er leefden. Dit moest wel vond ik, want de aanwezigen behoorden voornamelijk tot NGO-kringen, zij het werknemers of vrijwilligers. Ikzelf behoor tot geen van beide, en zat dus met denkbeelden die voortsprongen uit de acties van onder andere Pink & Green en Indymedia. Acties waarvan ik denk dat de NGO's zowel kunnen leren als lessen kunnen trekken hoe het soms ook niét moet.

Ik heb dit verslag met toestemming van Rob Adriaensen, de trekker van het vernieuwingsproces vanuit 11.11.11, hier gepubliceerd naar eigen vraag. Waarom? Heel eenvoudig: ik vind het absoluut ongepast dat stuurlui aan wal bergen kritiek spuwen op een organisatie, terwijl ze onvoldoende de kansen grijpen om mee te denken aan vernieuwing, als die kans zich voordoet.

Die kans doet zich voor, nu meer dan ooit: 2003 wordt het jaar van het officiële Belgische Sociale Forum én van de volgende stappen in het vernieuwingsproces. Het is nu aan elke basisactivist met een (constructieve) mening om mee in dit proces te stappen indien hij of zij meent dat de kansen tot slagen van het andersglobalisme te klein zijn zonder een sterke derdewereldbeweging als partner en geallieerde.

Voor wie zou geloven dat de NGO's tégen het andersglobalisme zouden zijn, hier een fragment uit de samenvatting van hierboven, zodat het duidelijk gegrift staat in jullie hoofden:

"Wat precies de positionering moet zijn van de Noord-Zuidbeweging ten aanzien van de andersglobaliseringsbeweging werd nooit eerder expliciet uitgeklaard. Uit de dialoogsessie van MeAnders blijkt echter zeer duidelijk dat iedereen zich sterk tot zeer sterk aangesproken voelt tot deze beweging. Iedereen is het er roerend over eens dat de Noord-Zuidbeweging een actieve bijdrage moet leveren aan de andersglobaliseringsbeweging. Sommige deelnemers sturen aan op een echte trekkersrol, andere zijn dan weer wat gematigder, maar allen willen zich duidelijk inschakelen in die wereldwijde beweging."

Met andere woorden: we zijn geen vijanden maar partners.

Op MeAnders in Gent heb ik echter NIEMAND gezien van de basisactivisten die ik al zoveel kritiek op NGO's heb horen spuwen, op deze site of privé. Nochtans was MeAnders open voor iedereen, ikzelf ben er gewoon binnengewandeld en niemand keek me buiten, integendeel. Was het een gebrek aan communicatie naar buiten toe, dat ervoor zorgde dat er zo weinig basisactivisten waren? Wellicht. Maar nu weet je het dus, en is er geen enkele reden waarom je niet je feedback op het proces zou meedelen aan Rob Adriaensen.

Meer informatie vind je op het bovenstaande adres (zowel de bovenstaande samenvatting als een langere synthese van de resultaten uit de vijf provincies), en je ideeën kunnen makkelijk naar Rob's emailadres.

Het is tijd om de polarisatie binnen het andersglobalisme te stoppen. Dit is jouw kans om je ideeën en vragen te uiten.

En tot op het Belgisch Sociaal Forum in mei!


...
by ... Monday December 30, 2002 at 02:39 PM

Voor de eerlijkheid mag je toch toevoegen dat dit mega-super-NGO-evenement blijkbaar enkel in eigen kringen werd bekend gemaakt...
En dan verwijten dat de anti-globalisten er niet waren...

Nope
by Maarten Van Hove Monday December 30, 2002 at 03:05 PM
Maarten.Van.Hove@pandora.be

Ze verweten dat niet, en ik heb gezegd dat de communicatie naar buiten toe niet zo goed was. Maar nu weet je het toch?

Constructief graag.

NGO's en kritiek
by Stijn O. Thursday January 02, 2003 at 01:56 AM

Dank je Maarten voor dit verslag.

Ik wil toch even wat van mijn eigen frustraties ten aanzien van NGO's weergeven. Niet om verder te polariseren, maar omdat er rekening mee gehouden zou kunnen worden.

* NGO's houden bv. dikwijls te weinig rekening met het feit dat een hele hoop sociale bewegingen binnen de anti/andersglobalistische beweging zonder vrijgestelden en subsidies werken. Dat vertaalt zich in:

- het organiseren van vergaderingen tijdens de werkuren of het verschuiven van datums zonder rekening te houden met het feit dat niet iedereen zomaar agenda kan wijzigen

- er al te veel van uitgaan dat iedereen dezelfde expertise heeft of dat diegenen die de expertise hebben daarom ook beter weten hoe de campagnes te voeren

- op vele NGO-vergaderingen zie je dezelfde groep mensen die elkaar kennen en op elkaar ingespeeld zijn; er is vaak een gebrek aan bewustzijn van wat voor (hiërarchische) effecten dat heeft op niet-professionele activisten/geëngageerden die niet tot de incrowd behoren en de regels van het spel niet kennen

Dat legt een zware hypotheek op de inspraak van vele anti/andersglobalistische groepen. Het is duidelijk dat een aantal sterkere, meer hiërarchische organisaties (NGO's) de dynamiek van de Sociale Fora domineren in Europa.

Het volgende ESF is in Parijs. Dat is een verschrikkelijk slechte keuze. Frankrijk/Parijs heeft dit niet nodig. Als er een gebied is in Europa dat erg veel zou hebben aan de dynamiek van Sociale Fora dan is het Oost-Europa wel. Oost-Europeanen hebben bovendien veelal niet de middelen om zich tot in West-Europa te verplaatsen. De belofte reisbudgetten beschikbaar te maken lost weinig op. Die zullen hoogstwaarschijnlijk door de meest georganiseerde groepen opgenomen worden.

Ook in België vertrekt het SFiB teveel vanuit sterk georganiseerde groepen/NGO's en blijft een grote groep minder/ongeorganiseerde mensen in de kou staan. De Sociale Fora laten te weinig ruimte voor de zelforganisatie en echte ontmoeting. Het schema spreker(s) vooraan, publiek in de zaal is maar een van de vele manieren waarop mensen elkaar kunnen 'ontmoeten'. Het is ook allemaal te strak georganiseerd en bijgevolg vooral afgestemd op dezen die hun weg kunnen vinden in de hele zaak (ten nadele van diegenen die zoekende zijn).

Wat de kritiek op deze site richting NGO's betreft, mag het toch wel eens gezegd worden dat die verre van belangeloos is. Klein-linkse partijen kunnen het net als vakbonden moeilijk hebben met NGO's omdat die een alternatieve machtsbasis uitbouwen. Die alternatieve machtsbasis mag en moet bekritiseerd worden, maar op deze site gebeurt dit al teveel vanuit een sektaire ingesteldheid. NGO's worden allen op een hoop gegooid omdat het past binnen de eigen partijpolitieke machtspelletjes.

STOPUSA is daar een mooi voorbeeld van. De terechte kritiek op NGO's als Pax Christi werd gebruikt om alles wat niet STOPUSA is of zich vragen stelde bij de verborgen agenda achter het project te diskrediteren. Een gemakkelijke stok om andersdenkenden te slaan.

Ook de 'kritiek' van Indymedia.be op het SFiB had veel te maken met machtsdenken. Het was allemaal niet radicaal genoeg, was de stelling. Kan best zijn, maar op mijn vraag hoe ze dan die radicalisering wilden uitwerken kwam nooit geen antwoord ... . Zinde het SFiB een aantal mensen niet omdat ze het zelf niet controleerden?