arch/ive/ief (2000 - 2005)

Het filmevangelie volgens Luckas / "verdeel en heers" toegepast op filmsector
by jan-pieter everaerts Saturday December 28, 2002 at 12:16 AM
mediadoc.diva@skynet.be

Enkele maanden geleden meldde ik op deze site met vreugde de aanstelling van Luckas Vander Taelen tot filmintendant. Ondertussen is het sprookje van 'Agalev gaat het hier eens veranderen' ook in de filmsector voorbij. Ziehier de nota die we hierover met het Vlaams documentair netwerk DIVA opstelden.

* Biechtvader van verstijfde filmsector

Op 22 november 2002 vond de eerste vergadering plaats van het 'overlegcomité' van de filmsector (vertegenwoordigd door enkele filmverenigingen) en het team van het Vlaams Audiovisueel Fonds. DIVA - het netwerk van de Vlaamse documentairesector - werd niet uitgenodigd. Dit in tegenstelling tot wat op 14 juni, dag van de filmhearing met cultuurminister Anciaux, onder andere door VAF- Beheerraad-voorzitter Jan Dyck expliciet beloofd werd.

Het is vanuit die 'uitsluiting' dat deze tekst groeide. Met eerst een klein groepje mensen die willen dat DIVA verder werkt, zijn we over de situatie beginnen nadenken, telefoneren, e-mailen en vergaderen. Naarmate de tekst groeide én na DIVA-Nieuws 41 - waarmee de film- en tv-sector van het bestaan van een kritische werktekst op de hoogte kwam - groeiden de contacten. Al met al lieten zo'n vijftigtal mensen uit de filmsector hun gedacht kennen. Een flink stuk van de filmsector is dat. De aard van veel van die contacten - mensen die soms een uur en langer steen en been kloegen over allerlei ontwikkelingen, maar er zelf niet mee naar buiten durven komen, zelfs niet wensen dat hun mails anoniem zouden gepubliceerd worden ("want ze achterhalen toch van wie dit komt") - gaven me de indruk de biechtvader van een door angst verstijfde filmsector te zijn geworden.

De redenen waarom cineasten/producenten en anderen hun kritiek niet openlijk durven uiten, die worden u, zo dat nog nodig zou zijn, zo meteen duidelijk.

Vandaar dat ik als zowat de enige van DIVA die 'geen ijzers in het vuur heeft' - geen projecten waarvoor subsidies nodig zijn - deze tekst alleen onderteken. De tekst werd dus wel opgesteld en eindeloos bijgeschaafd op basis van al de contacten, maar ik neem er alleen de verantwoordelijkheid voor; opdat niemand anders er last door krijgt.

En toch ... Toch moeten we proberen opbouwend te blijven. Vanuit de oppositie waarin DIVA als enige filmvereniging gedwongen werd, willen we verder constructief bijdragen aan het debat over het filmbeleid. In plaats van emotioneel uit te halen, van meteen op de man te spelen (hetgeen wel moeilijk te vermijden is) of alle reeds verzamelde vuile was buiten te hangen, werd getracht op een objectieve manier de huidige ontwikkelingen te analyseren, de problemen aan te wijzen én waar mogelijk, voorstellen te formuleren.

JP Everaerts

PS. De term 'audiovisueel beleid' gebruiken we niet, omdat het belangrijkste Vlaamse audiovisuele instituut, de VRT, totaal buiten het beleid van het ministerie van Cultuur valt. De openbare omroep valt immers nog steeds onder de minister van Economie !


1) Welk nieuw filmbeleid ?

* Welkom op http://www.vaf.be

Sinds enkele maanden wordt er dus een nieuw Vlaams filmbeleid in de steigers gezet. Veel is daarover nog niet naar buiten gekomen. Overlopen we kort wat we wel reeds weten.

Op de website van het VAF (http://www.vaf.be) die sinds korte tijd actief is, vind je vooral algemene informatie, over wie voor het Fonds werkt, hoe het Fonds gestructureerd is en wat de algemene plannen zijn.

Noteren we alvast dat het VAF zich "vier belangrijke concrete taken" stelt:

1) Het toekennen van financiële steun aan en het begeleiden van audiovisuele creaties.
2) Het verlenen van beurzen, het ondersteunen van opleidingsinitiatieven en het steunen of inrichten van ateliers.
3) Het voeren van promotie voor de Vlaamse audiovisuele creatiesector.
4) Het uitvoeren of uitbesteden van studies over het audiovisuele werkterrein.

Voor verdere toelichting bij de taken, moet je op zoek in de andere meestal korte teksten op de site. Zo bv. in het "Welkomstwoord door Luckas Vander Taelen", directeur-intendant van het Fonds.

Vander Taelen meldt dat de "VAF-beheersovereenkomst met de Vlaamse regering" "op 13 december door de Vlaamse Regering goedgekeurd werd".

Hij stelt vast dat de meeste mensen al weten "wat te doen om te kunnen genieten van de steun die wij ter beschikking stellen van de Vlaamse audiovisuele creatie" en meldt ook "dat we bestookt worden met vragen over onze plannen omtrent de atelierwerking." Maar ... "We vragen nog even geduld vooraleer we met onze intenties naar buiten komen. Het concipiëren van dit volledig nieuwe, uiterst belangrijke luik van onze werking vraagt tijd en reflectie."

Ook voor de overname van de promotietaken van Flanders Image zal later pas info volgen.

Ten behoeve van het overleg met de Minister van Cultuur over de "automatische steun" liet het Fonds wel al een "studie uitvoeren". "Nu is het aan Minister en Fonds om zo snel mogelijk de onduidelijkheid over de automatische steun en de uitdovende "detaxatieregeling" (...) op te heffen."

Tot slot roept Vander Taelen "de sector" op "om goed samen te werken". "Het overlegcomité met de sector, dat op 22 november van start ging, belooft een erg nuttig orgaan te worden om de voeling met het beroep levendig te houden."

En hij besluit dat "het Vlaams Audiovisueel Fonds er alles zal aan doen om een transparante politiek te voeren. Wij bestaan voor u en staan open voor uw vragen. Voor elk probleem zullen we graag proberen met u naar een oplossing te zoeken. Maar we zijn vooral benieuwd met welke schitterende projecten u ons zal verrassen!" Aldus Luckas Vander Taelen.

Zijn volledig welkomstwoord kunt u dus vinden op http://www.vaf.be.

* Een visie blijft uit; centenbesteding ligt wel al grotendeels vast

Een visie over de toekomstige richting van het Vlaams filmbeleid vind je op de site niet. Nergens vind je bv. de doelstelling vermeld dat men er naar streeft om de betrokkenheid van de Vlaamse cineasten te vergroten bij de eigentijdse maatschappelijke uitdagingen, zoals daar zijn de multiculturele samenleving, de gevolgen van de globalisering, de inspanningen die we allen moeten leveren om Vlaanderen ecologisch leefbaar te houden ...

Ondertussen ligt de verdeling van het budget van het VAF - belastingsgeld nota bene - wel al grotendeels vast. 36 % van de productiemiddelen is voor speelfilms bestemd. Slechts 8 % van het totale budget van het VAF gaat naar de productiesteun voor documentaires (evenveel als naar animatiefilms én minder dan het Fonds zelf aan werking kost: 10 %). Kan iemand voor die ongelijke verdeling een zinnig antwoord verzinnen ? OK, er blijft 22 % vrij te besteden, maar fictie-regisseurs en -producenten lieten reeds weten, dat ze dat geld zeker "nodig" zullen hebben.

* Waarom zo lang wachten op "een beleidsvisie" ?

De in de media alom tegenwoordige Jan Verheyen bekloeg er zich in De Standaard van 27/12 over dat men in Vlaanderen te veel geengageerde films maakte. Volgens onze bekendste ciné-entertainer stemmen veel regisseurs "hun productie af op de signalen van het beleid. Vroeger kregen we daarom verfilmingen van streekromans, de jongste jaren wereldverbeterende prenten over politiek correcte onderwerpen." Verheyen hoopt dat daaraan een einde komt - "waarom zouden mensen zes euro betalen om naar 'Hop' te gaan als ze ook naar 'Signs' kunnen ?" En hij heeft er vetrouwen in, "veel vertrouwen" zelfs in "filmintendant Luckas Vander Taelen, omdat hij het vak kent en goed omringd is."

"Jarenlang heeft men gepleit voor zo'n filmintendant, zo'n 'Mister Cinéma', iemand die de stal ging uitmesten, de Vlaamse 'film' terug op de rails zou zetten, etc. Met Van der Taelen hebben we nu wel geen managertype", maar zo schreef een documentairemaker, "hij handelt wel naar het beeld van de PDG. De directeur-intendant trekt alles naar zich toe, heeft almacht. Een positie die niet echt te rijmen valt met fondsleiding of kunsten/cultuurbeleid in ruimere zin. Dit merk je bv. aan het feit dat er geen voorafgaande reflectienota kwam waarover discussie mogelijk zou zijn. Dat er geen direct open overleg is met het veld, wel via zelf geïnstalleerde tussenstations." Einde citaat.
Vander Taelen zelf heeft al herhaaldelijk gesteld - onder andere op het 'overlegcomité' van 22 november - nog niet naar buiten te willen komen met een beleidsnota waaruit zou blijken welk soort films hij gemaakt wil zien worden. Hij wil "eerst zien wat er leeft binnen de sector zelf".

In een verslag van het 'overlegcomité' lezen we overigens de volgende merkwaardige zin:

"Het verschil met vroeger zal er dus niet in bestaan dat het Fonds zal bepalen welke soort films er moeten gemaakt worden maar dat de procedures transparanter, professioneler en op basis van expertise gebeuren."
Men kan deze tekst zo interpeteren dat er eigenlijk geen filmbeleid meer zal zijn ... Dat het aanbod op de project-markt, de subsidiestroom zal bepalen. Maar, zoals de "vrije markt" niet kan bestaan zonder 'sturing', zo zal ook hier 'gestuurd' worden. De vraag is: hoe ? Welk soort films wordt extra aangemoedigd ? Welke zijn de prioriteiten van het beleid (zie bv. hoe andere landen bewust hun jeugdfilm voortrokken) ?

Ook in het Vlaams Parlement werd daarover tot nu toe niet gesproken. Het normaal voorziene debat over de VAF-beheersovereenkomst in de mediacommissie van het Vlaams Parlement, ging gewoon niet door.

Van de CD&V-fractie in het Parlement weten we dat zij meermaals aan de meerderheidsfracties gevraagd heeft wanneer de beheersovereenkomst met het VAF eindelijk in de mediacommissie zou kunnen besproken worden. "Commissievoorzitter Jos Stassen (Agalev) antwoordde daarop steeds 'dat de beheersovereenkomst nog niet gefinaliseerd was' en "dat we het filmfonds wat tijd moesten gunnen ... Maar in het voorjaar 2003 konden we het er zeker eens over hebben tijdens een hoorzitting met het filmfonds."

Dit bleek echter een nummertje "veel beloven en weinig geven" want inmiddels is alles al in kannen en kruiken. De definitieve versie stond op vrijdag 13/12 op de regeringsagenda. De 'gedachtenwisseling' wordt een pro forma nummertje.


* En hoe was het vroeger: van 1963 tot 2002 ?

Blikken we even terug op ongeveer veertig jaar Vlaams filmbeleid. Tot 1963 was er zo goed als niets. Dan begon men aan Nederlandstalige kant met productiesubsidies, voor speelfilms, maar niet voor documentaires (tenzij het om kunstfilms ging). Documentaire: dat was iets voor de BRT. Men hield destijds ook een "Hoge Raad voor de Film" boven de doopvont: die moest het filmbeleid uitstippelen. De Raad kreeg echter, zoals Frans Buyens schreef, "spoedig een begrafenis, nulste klasse, met een rouwkroon vol desinteresse." Het werd de filmselectiecommissie die met haar adviezen film per film een "ad hoc"-filmbeleid zou uitwerken.

Na dertig jaar veranderde er in 1992-1993 één en ander. Zo konden nu ook 'creatieve documentaires' subsidies krijgen. Maar de door vele cineasten verfoeide 'selectiecommissie', die bleef zitten.

Nu, nog eens tien jaar later, wordt de film-ondersteuningspolitiek grondig hertekend. Zo is er sinds kort het 'IAK', een 'steunpunt' voor de audiovisuele kunst. Er is een Helpdesk (voor de kunstensector), een Mediadesk (de Mediadesk van vroeger, voor Europese steun), een Digitaal Platform (voor nieuwe media en kunst) én het Vlaams Audiovisueel Fonds, het VAF, dat vanaf januari 2003 operationeel zal zijn.

Dat VAF - een echte instelling - kent op een heel nieuwe manier steun toe aan filmprojecten. De selectiecommissie werd vervangen door 'deskundigen' die - zo stelt men het vaak voor - zullen adviseren waarna de Raad van Beheer van het VAF zal beslissen. De werkelijkheid is - zo zien we meteen - iets ingewikkelder.

* Vraagstuk 1: wie beslist eigenlijk over de projecten ?

In het nieuwe systeem krijgt de destijds op omstreden wijze samengestelde Raad van Bestuur (zie eerdere DIVA-nieuwsen daarover) (schijnbaar) veel macht. (Ter informatie: de leden van die Raad van Bestuur zijn: Jan Dyck (voorzitter), Daniël Biltereyst, Inge Buyse, Luc De Leersnyder, Luc Leysen en Filip Van Damme (ondervoorzitter).

Maar veel macht gaat zeker en vast naar het Fonds. In het tweede nummer van de VAF-Nieuwsbrief (2/12/02) lezen we: "Alle aanvragen zullen door het Fonds worden voorgelegd aan externe, bezoldigde deskundigen. Er bestaat dus geen selectiecommissie meer, die alle aanvragen behandelt. Het Fonds heeft geopteerd voor een formule van pools van deskundigen, die per categorie werden samengesteld. Afhankelijk van het project zal een aantal deskundigen worden aangezocht die het project in kwestie gaan lezen en het Fonds hun advies meedelen. Na kennisname van hun visie en intern onderzoek van het dossier, stoomt het team van het Fonds een advies voor de Raad van Bestuur klaar. Deze Raad van Bestuur beslist dan of een aanvraag wordt gehonoreerd en onder welke voorwaarden. Er is ook een bezwaarprocedure voorzien."

Het zijn dus niet de deskundigen die een advies verlenen, maar wel "het team van het Fonds" ...

Op de VAF-website vonden we nog een ietwat andere toelichting: "Wie beslist? Het VAF legt alle steunaanvragen voor aan externe, bezoldigde deskundigen. De selectiecommissie (...) bestaat niet meer. Het Vlaams Audiovisueel Fonds heeft daarvoor pools van deskundigen per categorie samengesteld. Zij lezen de projecten en formuleren hun advies. Na kennisname van hun advies en intern onderzoek van het dossier, bereidt de Directeur-Intendant met zijn team een aanbeveling voor de Raad van Bestuur voor. Het is de Raad van Bestuur die beslist of een aanvraag wordt goedgekeurd en onder welke voorwaarden. Er is ook een bezwaarprocedure voorzien."

* Vraagstuk 2: welke deskundigen zullen over de projecten oordelen ?

Ondertussen werd een lange lijst opgesteld van deskundigen. In een eerste meegedeelde versie waren het er 54 in totaal: 28 voor de fictie, 10 voor animatie, 7 voor experimentele mediakunst en 9 voor documentaire.

Toen we op donderdag 27/12 nog even op de VAF-website gingen kijken, waren de lijsten alweer licht veranderd. Zo werde de lijst van documentaire deskundigen uitgebreid van 9 naar 12.

De oorspronkelijke negen waren: (tussen haakjes proberen we ze even te situeren): Cis Bierinckx (ex- Viewpoint), Peter Boeckx (televisiemaker ?), Kathleen De Bethune (CBA), Pierre Drouot (producent van vooral fictiefilms), Heddy Honigmann (een Nederlandse documentairemaakster), Paul Pauwels (documentaireproducent) Rik Stallaerts (VRT), An Van Dienderen (documentairemaakster) en Miel Van Hoogenbemt (documentairemaker).

Kwamen er inmiddels bij: producenten Filip Callewaert en Jan De Clerq en VRT-man Dirk Deslé.

Totdaar de namen.

Nu wordt de stap naar het werken met deskundigen - in vergelijking met de vroegere selectiecommissie - door velen in de filmsector gezien als een stap in de goede richting. Maar er blijven veel vragen:

Wie koos de 'deskundigen' ? Wie beslist over de samenstelling van de deskundigenlijst ? Luckas Vander Taelen ?

Op basis van welke criteria werden de deskundigen gekozen ? Waarom de ene 'deskundige' wel en de andere niet ? Waarom zit bv. producent Pierre Drouot die vooral van zijn speelfilms bekend is, zowel in de deskundigenlijst van de fictie als die van de documentairesector ? Hoe lang blijven de deskundigen meedraaien ? Er circuleren al enkele alternatieve lijstjes van mensen die "zoveel beter zouden geweest zijn", waarmee duidelijk is dat de huidige selectie zeker niet mag rekenen op algemene instemming.

Een ander aspect is dit: er werden duidelijk verschillende soorten van deskundigen aangetrokken: zo zijn er producenten, regisseurs, festivalorganisatoren ... Zullen deze met elkaar gecombineerd worden bij de beoordeling van een dossier ? Zal bv. per dossier een deskundige scenarist, een regisseur en een producent gevraagd worden om te oordelen ?

Naast de samenstelling van de deskundigenlijst zal vooral de aanduiding van de lectoren over de verschillende projecten, in hoge mate bepalend zal zijn voor de evaluatie van de projecten. Hebben de projectindieners hier enige inspraak in ?

Kunnen de indieners bv. eisen dat bepaalde deskundigen bepaalde projectdossiers niet mogen te lezen krijgen ? Anders lopen de indieners het risico lopen dat een deskundige (een filmmaker of producent) zelf met hun project (het concept, het idee) aan de haal zou gaan ...

Lopen we ook niet het gevaar dat de intendant door het aanduiden van deskundigen voor een dossier, al op voorhand elk dossier kan sturen ?

Tot slot moet ook deze vraag gesteld worden: waar blijft het multiculturele aspect binnen zowel de groep van deskundigen als binnen de Raad van Beheer ? 'Zuiderse Belgen' zitten er niet tussen. Kan het filmbeleid - na de recente problemen met de erg omstreden film 'Kassablanca' - nog blind blijven voor de problemen én de positieve inbreng van zowat één tiende van onze bevolking die van zuiderse afkomst is ? De VRT verklaarde de jongste weken aan een charter terzake te werken. En het VAF ?


* Vraag 3: Hoe zit het met de beloofde 'transparantie' ?

De vroegere beslissingsnemers - de minister en de selectiecommissie (aangevuld met de administratie en de inspectie van financiën) - werden vervangen door het volgende driespan: de deskundigen, het 'team van het Fonds' en de Raad van Beheer. Minstens drie, want misschien wil de minister zich ook nog (al dan niet achter de schermen) moeien. Krijgen we zo de verhoopte transparantie ? Of wordt dit een ideale toestand voor het "openen van paraplu's".

Temeer omdat het nog onduidelijk is hoe de selectie door het team van het Fonds, van de lectoren per project zal verlopen. Onduidelijk is ook in hoeverre de rol van de Raad van Beheer een louter protocolaire of louter controlerende aangelegenheid is. Of zal de Raad van Beheer de dossiers grondig bespreken ?

En dan de rol van de minister. Met iemand zoals Van Grembergen die we niet van een overweldigende belangstelling voor de filmsien kunnen verdenken, kan het Fonds wellicht zijn gang gaan; maar wat indien Anciaux terugkeert op cultuur ? Een Anciaux die op de filmhearing van 14/6 stelde: "Ik walg van vormen van verfondsing als dat leidt tot het afschuiven van de verantwoordelijkheid van de politieke wereld."

* En al de andere vraagstukken ...

Tal van andere vraagstukken werden eerder - voor en na de filmhearing met minister Anciaux - reeds aangekaart in DIVA-Nieuws:

- de verdeling van de schaarse geldelijke middelen over de vier 'genres' (met alweer een overwicht van fictie; zie hoger reeds).

Eén niet onbelangrijke vraag hierbij is deze. Wordt bij de berekening van de percentages voor de diverse 'genres' rekening gehouden met het feit dat (dankzij mediaminister Van Mechelen) al 1/5 van het budget werd toegewezen aan televisie-fictie ? De 8 % voor documentaire is dat 8 % van 400 miljoen bfr (10 miljoen euro) of van 500 miljoen bfr (12,5 miljoen euro) ?

- de groeiende onzekerheid inzake de vraag van een groot deel van de filmsector om permanente productie-ateliers te bekomen, naar het voorbeeld van de Franstalige ateliers ...

- de relatie met de omroepen. Om Frans Buyens nog eens te citeren (uit zijn open brief uit 1989): "Wie wil er voor ijveren om gedaan te krijgen dat op de Reyerslaan de documentaire niet langer als een mummie ingewikkeld wordt ?"

- de problematische omschrijving van het begrip documentaire.

Ziehier de VAF-definitie van documentaire: "Documentaire: een non-fictiefilm die hoofdzakelijk, maar op originele wijze, een aspect van de werkelijkheid belicht. Uitgezonderd zijn films die louter tot doel hebben informatie te verstrekken, zoals bijvoorbeeld een bedrijfsfilm, een bijdrage voor het journaal of voor een actualiteitenprogramma."

Bij de besprekingen in juni hebben we o.a. samen met Ides Debruyne van het Pascal Decroos Fonds aan Vander Taelen al vragen gesteld over die definitie; ze kan immers heel veel echt documentair werk onmogelijk maken. "Investigative journalism" bv., dat bij de VRT ook al zo stiefmoederlijk behandeld wordt.

- Een ander punt betreft de taak van de filmintendant. Vroeger werd gesteld dat één van zijn belangrijkste opdrachten er in zou bestaan geld te vinden in 'de privé'. De jongste tijd wordt daar zedig over gezwegen. En toen mediaminister Van Mechelen bij het begin van de zomervakantie 100 miljoen Bfr uit de pot van de filmsubsidies aan de omroepen schonk, werd daar door de intendant, ondanks ons aandringen bij hem, weinig of geen commotie rond gemaakt. Mensen uit de televisiesector vinden dit onbegrijpelijk: dat de filmsector zich zonder enig verweer één vijfde van zijn budget afhandig laat maken. Vander Taelen zal veel privépartners mogen vinden om dat goed te maken.


2) Het overleg met de filmsector: Waarom werd ook hier de oppositie buitengesloten ?

Na de hearing op 14/6 met "filmminister Anciaux" (verslag: zie DIVA-Nieuws 40), volgden twee vergaderingen tussen Luckas Vander Taelen en het kabinet (Marc Vanden Broucke) over hoe de beheersovereenkosmt voor het VAF moest bijgewerkt worden. Dankzij mijn onuitgenodigde tussenkomst op de hearing - waar ik vanuit een in de DIVA-kern opgestelde nota, kritiek leverde op de voorliggende plannen - werd DIVA op die twee vergaderingen uitgenodigd. Eerst ik en daarna Paul Pauwels leverden er een opgemerkte bijdrage (al was het maar omwille van de gestructureerdheid van onze nota).

* Wat was hier democratisch aan ?

Ondanks de beloften eind juni van zowel Luckas Vander Taelen - die jarenlang met DIVA sympathiseerde - als van Jan Dyck (voorzitter VAF) werd DIVA op de eerste vergadering van het "overlegcomité" tussen de filmsector en het VAF (22/11) niet uitgenodigd. (Nota bene: voor 2003 staan vier bijeenkomsten op de agenda: 14/3; 13/6, 12/9 en 12/12).

Dat ondanks een duidelijke maar vriendelijke mail vanwege DIVA aan het adres van Luckas Vander Taelen: een mail waar niet eens een antwoord op kwam ...

En wat lezen we in de tweede VAF-Nieuwsbrief ? "Overlegcomité met de sector: Het Fonds heeft een overlegcomité opgericht dat tot doel heeft de voeling met de sector - via democratisch aangestelde vertegenwoordigers - levendig te houden en feedback te organiseren over de audiovisuele praktijk en het ondersteunend beleid. In dit comité zetelen vertegenwoordigers van scenaristen, regisseurs en producenten actief binnen de verschillende categorieën die door het Fonds worden ondersteund (animatie, documentaire, experimentele mediakunst en fictie). Ieder trimester wordt er vergaderd."

Nu is het maar zeer de vraag hoe je in de filmsector "democratisch aangestelde vertegenwoordigers" kunt bekomen, maar voor de documentairesector was er alvast TOTAAL NIETS DEMOCRATISCH aan de aanstelling. Mensen van het Fonds hebben gewoon zelf beslist wie er mocht komen.

In concreto werden Paul Pauwels (producent) en Peter Krüger (Intifilms en beheerder bij de Gilde van de regisseurs) uitgenodigd. De sector werd daarbij totaal niet om advies gevraagd.

Toen Paul, na overleg, voorstelde dat hij namens DIVA in het 'Overlegcomité' zou zetelen en dat er in 'roulatie' met hem ook andere leden van DIVA het comité zouden bijwonen (kandidaten genoeg en zo zouden meerdere mensen inzage krijgen in de gang van zaken !), werd daar niet op ingegaan.

Objectieve criteria om DIVA uit te sluiten zijn er nochtans niet.

Integendeel: de vereniging bestaat sinds 1996 en kwam al een veertigtal keer samen (o.a. samen met de Nederlandse zustervereniging DIFA en met het Europees Documentair Netwerk). DIVA geeft (bij mijn weten als enige Vlaamse filmersvereniging) een eigen e-zine uit en kan zoals zomer 2002 weer bleek, rekenen op de steun van zowat heel de Vlaamse documentaire sector (22 mensen ondertekenden toen de kritische nota over de beheersovereenkomst). Bovendien heeft DIVA - iets wat ook weer geen enkele andere vereniging ooit deed - een heel beleidsplan opgesteld voor haar sector, de documentairefilm en televisie. Een tweede versie van die nota werd in 2001 door maar liefst 108 mensen ondertekend.

Wat kan men nog meer doen ? En dat alles zonder een frank subsidies.

Waarom mag dan zelfs de diplomatische Paul Pauwels niet namens DIVA deelnemen ? We hadden ons de jongste maanden nochtans heel 'gematigd' opgesteld. Diverse mails gingen zelfs eerst naar Vandertaelen vooraleer ze in de documentaire sector verspreid werden. Er was met DIVA dus echt wel te 'handelen'.

Vanwaar die onheilige schrik voor DIVA ?

De enige 'stevige' reden die we kunnen vinden waarom de VAF-leiding DIVA wil weren is deze: als DIVA er bij zou zitten, zouden er onafhankelijke verslagen komen die gepubliceerd zouden worden.

Eigenlijk hebben Vander Taelen & Co door DIVA uit te sluiten, heel de filmsector een hak gezet. Met DIVA werd immers de enige onafhankelijke waakhond op straat gegooid. En men rekent er op dat de filmsector bedeesd genoeg zal zijn om daar niet tegen te protesteren.

* Zit de mot al in het hart van het systeem ?

Kan het zijn dat de angst voor 'pottenkijkers' bij het Fonds ingegeven wordt door het besef dat er tussen al de mensen die nu reeds bij het beleid betrokken raakten, tal van belangenconflicten bestaan.

Denk aan de strijd om zoveel mogelijk macht tussen minstens de vier volgende 'groepen':

- Vander Taelen en zijn ploeg;
- de VAF-Raad van Bestuur met voorzitter Jan Dyck (een Antwerps advocaat);
- 'de administratie' (wel ja, die telt ook nog mee),
- en het kabinet met onder andere Marc Vandenbroecke.

Over Marc Vandenbroecke nog dit: hij was tot voor kort - zo vernemen we - actief in het aardappelenbedrijf van zijn familie. Nu rees er bij de aanstelling van de eerste VRT-managers van buiten de televisiewereld op de VRT nog enig protest. Dagelijks nog blijkt de onkunde van zulke lieden. Een voorbeeld: als hij in Humo van 17/12 een vraag niet kan beantwoorden, maakt 'VRT-CEO' Tony Mary er zich van af met: "ik ben geen mediamens hé" ... En Vandenbroecke: wat weet hij van de filmsector ? Die vraag mogen we toch stellen ?

En dan hebben we het nog niet over al de politieke 'combines' waarin ook sommigen uit de filmsector betrokken zijn. Welke rol speelt bijvoorbeeld de Brusselse Anciaux-clan in ons verhaal ?

Was het wegens de ingewikkeldheid van de situatie dat zowel de Vlaamse regering een debat met de oppositie uit de weg ging als dat Vander Taelen hoopte er veilig aan te doen om een kritische stem als DIVA niet uit te nodigen ? Waar is de Luckas die een paar jaar geleden in een aula van de VUB opriep tot "subversie" ?

* Raden naar de gevolgen


Er is niet veel fantasie nodig om te vermoeden dat, mede door de druk om met het filmbeleid bij het publiek te 'scoren', vooral populaire producties (én 'kunstzinnige schaamlapjes') steun zullen krijgen. Wellicht zullen kritische documentaires zoals in het verleden, ook in de toekomst meestal in de kou blijven staan.

Want laten we een kat een kat noemen: het establishment is niet gediend met kritische werkstukken. Herinner u de redenering van William Van Laeken (Panorama): de overheid gaat ons toch geen geld geven voor echte onderzoeksjournalistiek waarmee wij het dan diezelfde overheid lastig gaan maken ?

Een ander aspect is dat van de strijd die er binnen de filmsector dreigt te ontbranden. Vroeger kon de filmsector eensgezind opboksen tegen Selectiecommissie en Administratie.

In het nieuwe systeem wordt echter een belangrijk deel van de filmsector (met name de lange lijst deskundigen) direct bij het beleid betrokken. Ondertussen hebben een aantal 'clubs' hun belangen stevig aan het VAF vast geankerd. Zie de Producentenbond (van Erwin Provoost) en de Regisseursgilde (met voorzitter Jan Vandierendonck die ook "verantwoordelijke internationale betrekkingen" van het Fonds is !). Maar wat met hen die niet aan tafel zitten bij Vander Taelen ? Wat zal er gebeuren zodra het Fonds niet de verwachtingen van iedereen in de filmsector zal kunnen inlossen; hetgeen gezien het beperkte budget onvermijdelijk is ? Riskeren we dan niet een 'burgeroorlog' waarbij cineasten tegenover cineasten staan, producenten tegenover producenten ... Verdeel en heers. En als het geen burgeroorlog wordt, dan zal toch de hypocrisie hoogtij vieren tegenover al de 'deskundigen' en hun 'kennissen'.


3) Wat te doen ?

DIVA moet blijven ijveren voor de realisatie van zoveel mogelijk elementen van zijn documentaire beleidsnota.

Een belangrijk aspect daarvan is de eis om onafhankelijke en permanente productie-ateliers op te starten en niet (alleen maar) de tijdelijke 'workshops' die Vander Taelen wil. Op het 'Overlegcomité' werd overigens gemeld dat "een voorstel inzake de ateliers in de loop van december of janauari aan de sector zal gecommuniceerd worden." Momenteel wordt aan dat voorstel gesleuteld, maar weer geheel achter de schermen.

Van een goed ingelichte bron vernamen we dat "er weliswaar nog geen officieel standpunt van het VAF inzake de ateliers is, maar toch laat Vander Taelen al ventileren dat hij AV-materiaal wil installeren in de kantoren van het fonds en geen heil zit in onafhankelijke atelierwerkingen. Het fonds dat zelf in een atelier gaat voorzien, dat wordt lachen. Het 'tijdelijke' haalt het van het 'permanente'. Het is een beetje de oude producentenlogica die zich verzet tegen ateliers naar Waals model omdat ze die ateliers als een bedreiging aanzien."

Dat er ook over de ateliers met DIVA geen contact opgenomen wordt - we waren via DIVA-Nieuws én Belgian DOC, dé pioniers in Vlaanderen inzake aandacht voor de productie-ateliers - stemt weer tot nadenken. Maar ook andere Vlamingen (ook van buiten de documentairesector) die goed geplaatst zijn om hun inbreng in het besluit te hebben, worden van het overleg uitgesloten; zo bleek uit mails na DIVA-Nieuws 41.

* Oppositie voeren kan 'lonend' zijn

Ijveren voor een goed 'documentair beleid', kan enerzijds via documentairemakers en producenten die bij het beleid betrokken worden. We dringen er bij deze nog eens op aan dat - liefst in een beurtrol - documentairemakers/producenten namens DIVA aan het overleg deel zullen kunnen nemen.

Ijveren voor een goed documentair beleid kan echter ook door als enige niet bij het beleid betrokken, onafhankelijke 'filmersvereniging' een constructieve oppositie te voeren. We hebben daarover al een aantal ideeën en werkmethoden op papier. Maar laat ons niet voorbarig zijn en het beleid nog een kans geven om DIVA bij het overleg te betrekken.

Overigens zal alleen al het feit dat DIVA hoe dan ook het VAF kritisch zal opvolgen - of we nu aan het overleg deel kunnen nemen of niet - mistoestanden helpen voorkomen. In dit opzicht vervult DIVA een democratische rol: die van toezicht van georganiseerde burgers ('het middenveld') op de overheid.

JP Everaerts

P.S. Op 23 oktober was er een vergadering op uitnodiging van Walter Provo (IAK) over de "subsidieregeling van culturele initiatieven in het audiovisuele veld 2003 en 2004". De tijd is me ontglipt om daarover een verslag te maken, maar het volgende wil ik even meegeven. De vergadering werd voorgezeten door Marc Van den Broecke van het kabinet van minister Van Grembergen. Wat in zijn exposé opviel was hoe 'sterk' hij zich afzette tegen de socialistische en katholieke filmverenigingen. Peter Misotten die ook aanwezig was, sprak hem niet tegen. Misotten pleit al langer voor het terugschroeven van de subsidies aan met name de Katholieke Filmliga. Zijn alternatief: de cineastenverenigingen (zoals 'zijn' Dziga alsook de 'Gilde') subsidiëren.