Verslag kerstwake en getuigenissen uit de Refuge by VAK Monday December 23, 2002 at 04:20 PM |
vak@student.rug.ac.be |
Zondag hield het VAK haar jaarlijkse kerstwake aan het gesloten centrum De Refuge in Brugge. Meer dan 100 mensen waren aanwezig om hun stem te laten horen tegen de opsluiting van vluchtelingen. Bovendien hebben kinderen tekeningen gemaakt om de vluchtelingen een hart onder de riem te steken. Meer dan 200 kindertekeningen konden we overhandigen!
Op de website van Indymedia West-Vlaanderen (jaja, in West-Vlaanderen hebben ze hun eigen indymedia!) staan een aantal verslagen van de kerstwake, alsook verschillende fotoreportages: http://wvl.hacknet.tk/
Een kleine delegatie kon binnen in de Refuge de pakketjes overhandigen aan
de vluchtelingen. We hadden de mogelijkheid om met alle vluchtelingen en
mensen zonder papieren te praten. Alle verhalen die we toen hoorden waren
een beetje overdonderend. Het verslag dat we buiten uitbrachten was dan
ook verre van volledig en waarschijnlijk ook een beetje verward.
Gisterenavond heb ik geprobeerd alles een beetje op een rijtje te zetten
en in een verslagje te gieten. Dat verslag vind je hieronder.
En tot slot nogmaals bedankt aan iedereen die heeft meegewerkt aan de kerstwake, door tekeningen te maken, cadeautjes in te zamelen of gewoon z'n steun te betuigen.
Angela.
------------------------------------------------------------
Tijdens de jaarlijkse kerstwake van het VAK kreeg een kleine delegatie de kans om de kerstpakketjes binnen in het centrum aan de vluchtelingen en sans-papiers te overhandigen. Zowel in de mannen- als de vrouwenafdeling konden we met de vluchtelingen praten. Vele van de getuigenissen waren erg geëmotioneerd. Onbegrip over hun opsluiting was de meest gehoorde klacht.
Het 'vrijuit' kunnen spreken met de vluchtelingen in het centrum was voor de delegatie erg confronterend. Je wordt overvallen door machteloosheid. Je komt aandraven met enkele zakjes met cadeautjes, terwijl het enige wat deze mensen willen is hun vrijheid terug te krijgen; en dat ene ding kunnen we ze niet geven.
Eerst mochten we naar de vrouwenafdeling. De eerste vrouw waar ik mee
sprak zat een beetje afgezonderd van de andere vrouwen en al gauw bleek
waarom. Ze was een franssprekende in een groep van overwegend engelstalige
vrouwen. Ze zei dat ze afkomstig was uit Ivoorkust. Ze leek enorm
overvallen door mijn aanwezigheid. Na een halve minuut praten kreeg ze
tranen in haar ogen. Ze vertelde me dat ze niemand meer had. Haar man en
haar ouders waren vermoord.
In een ruimte enkele meters verder zaten nog een tiental vrouwen. Ze
kloegen over de leefomstandigheden in het centrum. Velen van hen zeiden
dat ze niet veel aten. Een van de vrouwen was een echte 'Afrikaanse mama'
die zei dat ze haar hele zijn verwoesten. Ze trok aan haar jurk en zei:
'Kijk, is dit nu het lijf van een Afrikaanse vrouw?!' erop wijzend dat ze
enorm vermagerd was sinds ze opgesloten werd in het centrum. De vrouw
naast haar was eerst een beetje achterdochtig over onze komst, maar nadat
ik had uitgelegd wie we waren en wat de bedoeling van onze actie was,
begon ze te vertellen wat ze van het centrum vond. Ze zei dat de
omstandigheden waarin ze daar verblijven afstompend zijn. Iedereen moet op
hetzelfde uur opstaan, zonder excuus (ook als je de nacht voordien slechts
een of twee uur geslapen hebt). Alles verloopt volgens een vast schema.
Tussen bepaalde uren moet je verplicht in de recreatieruimte zitten, waar
je niet veel meer kan doen dan naar de televisie staren. In haar ogen is
de Refuge nog erger dan een gevangenis. In een gevangenis kunnen de
gedetineerden namelijk werken en worden ze hiervoor ook betaald. De
dagelijkse sleur van opgesloten zitten en niets om handen te hebben is erg
deprimerend. Er is één taakje dat ze eventueel kunnen doen en dat is de
tafels schoonmaken, maar hiervoor krijgen ze een fractie van wat een
telefoonkaart kost. De telefoonkaarten die we meebrachten waren in elk
geval heel welgekomen. Voor enkele vrouwen betekent dit immers dat ze voor
het eerst sinds hun aankomst in het centrum zullen kunnen communiceren met
hun familie. Toen we net binnenkwamen in de vrouwenvleugel en de eerste
cadeautjes overhandigd hadden, konden we aan de vreugdekreetjes merken dat
ze de telefoonkaarten ontdekt hadden! Het vertellen van hun verhaal stemde
de meeste vrouwen echter al vlug iets minder gelukkig. Het is onmogelijk
om alles wat we gehoord hebben hier weer te geven. Maar de vrouwen hadden
een voor een enorm veel dingen meegemaakt en waren ten einde raad. De
sfeer in de vrouwenvleugel was dan ook erg moedeloos. Niet veel later
mochten we zelf een staaltje van het groepsregime meemaken. Terwijl ik met
een viertal vrouwen een gesprek aan het voeren was, kwam een van de
bewaaksters aankondigen dat het tijd was om te gaan douchen. We babbelden
nog even verder en wilden afscheid nemen, toen ze ons weer kwam
onderbreken, ditmaal op haar horloge tikkend, 'Zeg, jullie zijn al 5
minuten te laat hè!'. Alle vrouwen moesten in twee rijtjes in de gang
aanschuiven om naar de douches te gaan. Terwijl de bewakers de vrouwen bij
elkaar riepen, stond de ene bewaakster die ons gesprek was komen
beëindigen vooraan in haar handen klappend en roepend 'Douche! Douche!'.
Het hele tafereel deed me denken aan een kleuterleraar die in een streng
schooltje de kinderen samenroept...
Iedereen in de delegatie was duidelijk aangedaan toen we de vrouwenvleugel
moesten verlaten. Op naar de mannenafdeling. De sfeer daar was helemaal
anders. De eerste zaal waar we binnenkwamen leken de mannen blij dat er
plots bezoek kwam, wat afwisseling op de dagelijkse sleur. De mannen waren
iets communicatiever; ze kwamen zelf op ons afgelopen om vragen te
stellen. De meeste onder hen waren vooral vol onbegrip over hun
opsluiting. Een voor een begonnen ze ons te vertellen hoe lang ze daar al
zaten, hoe ze behandeld werden, enz. De verontwaardiging onder de mannen
was zeer groot. Een van de mannelijke sans-papiers wist dat dit reeds de
derde keer was dat we een kerstwake aan de Refuge hielden. Een vriend van
hem die vorig jaar opgesloten zat had hem daar reeds over verteld. 'En
kijk', zei hij, 'al drie jaar na mekaar doen jullie deze actie, maar het
centrum staat er nog steeds en er zitten nog steeds mensen opgesloten.' En
inderdaad, we protesteren al jaren tegen de opsluiting van vluchtelingen
en mensen zonder papieren; maar tot nu toe zijn we er niet in geslaagd om
de druk zodanig op te voeren dat er fundamenteel iets veranderd in de
manier waarop België hen 'ontvangt'. Dit wil niet zeggen dat we helemaal
niks bereiken. Af en toe slagen we erin om een uitwijzing tegen te houden,
om ervoor te zorgen dat iemand toch in België kan blijven, enz. Maar voor
elke persoon die je kan helpen, zijn er nog tientallen anderen die
opgesloten blijven.
Het laatste dat we tijdens ons bezoek wilden doen was de vluchtelingen
valse hoop geven. We hebben hen dan ook duidelijk uitgelegd dat we slechts
een klein comité-tje zijn, dat we in de mate van het mogelijke proberen te
helpen, maar dat het opboksen is tegen het beleid.
De mededeling dat er ook buiten een heel aantal mensen stonden om hen te
ondersteunen en om te protesteren tegen hun opsluiting, stak enkele mannen
duidelijk een hart onder de riem.
Een van de mannen vertelde me nog dat de bewakers hen toestonden om
binnenkort een klein kerstfeestje te geven. Maar dit feestje moest wel
verlopen binnen hun groep. De vluchtelingen zitten in groepen van een
20-tal personen en contact tussen deze groepen is verboden, zelfs tijdens
het kerstfeestje.
Een Kosovaarse man opende het pakketje dat hij ontvangen had en nam er
onmiddellijk het papier uit. Hij vroeg me om op te schrijven wat hij
vertelde en dit ook over te dragen aan de mensen buiten. Hij verblijft
reeds vijf jaar in België en heeft hier al drie jaar gewerkt. Hij had geen
enkel probleem hier. Hij woonde reeds drie jaar samen met een Belgisch
meisje. Op dit moment zit hij al twee maanden opgesloten in het gesloten
centrum. Toen men hem een tijdje geleden probeerde uit te wijzen, mocht
hij niemand telefoneren, zelfs niet zijn advocaat en evenmin z'n vriendin.
Hij haalde allerlei bewijsmateriaal boven over zijn leven hier in België.
Een kaartje waar zijn naam opstond als medewerker bij een Brussels circus,
een bankkaart, enz. Hij begreep niet waarom hij opgesloten werd. Hij
leefde hier in België en deed toch niks verkeerd?
Mijn hoofd zit nog steeds barstensvol. Toen ik al die verhalen hoorde in het centrum, dacht ik elke minuut bij mezelf 'dit moet ik vertellen', 'dit is zo erg. de mensen buiten moeten hiervan weten.'. Maar het was zo veel ineens; alles was enorm overdonderend. Toen ik buiten verslag moest uitbrengen, kon ik bijna niks zeggen... Ook nu heb ik nog altijd niet alles op een rijtje kunnen zetten. Af en toe springen me plots nog dingen te binnen die een van de vluchtelingen verteld heeft. Maar een ding is erg duidelijk: de onrechtvaardigheid van de opsluiting van deze mensen.
aanvulling by angela Tuesday December 24, 2002 at 05:20 PM |
Toen we binnenkwamen in de mannenafdeling, kwamen er enkele mannen uit een naburige ruimte aangesneld om te zien wat er aan de hand was.
Een van de mannen was vrij opgewonden. Hij vertelde dat de situatie in het centrum afgrijselijk was. Hij zei: 'On se coupe les bras ici' en stroopte toen z'n mouwen op en liet littekens op z'n polsen zien.
Een van de andere mannen vertelde me dat er regelmatig zelfmoordpogingen zijn, maar dat de directie dit doorgaans verdoezelt en probeert af te doen als ongelukjes...