arch/ive/ief (2000 - 2005)

Bullebakken, angsthazen&persmagnaten: NRC over politieke druk op Belgische media
by jan-pieter everaerts Monday December 23, 2002 at 02:36 PM
mediadoc.diva@skynet.be

Uittreksels uit + commentaar bij een opmerkelijk artikel, getiteld: "Is het nu gedaan met die kloterij ? / De moeizame verhouding tussen Belgische politici en de media"

Terwijl 'Vlaanderen' zopas zijn "Raad voor de Journalistiek" kreeg die o.a. moet waken over de kwaliteit van de berichtgeving, blijft het vertrouwen in de media dalen en terecht.

Steeds meer mensen krijgen gelukkig door dat de grote commerciële mediagroepen zowel als de staatsomroepen, vooral belangrijke economische belangen moeten dienen, niet de waarheid. Zie daarover het uitstekende boekje dat Geoffrey Geuens onlangs publiceerde bij Editions Labor: "L'information sous controle; Médias et pouvoir économique en Belgique". Een dun werk (94 p.) maar zeer de moeite waard. In één van de volgende edities van DIOGENE(S) brengen we er een recensie over.

En dan duiken er regelmatig nog berichten op over hoe politieke (en economische) machthebbers het nodig achten, om sommige journalisten persoonlijk onder druk te zetten. Om daarover geïnformeerd te worden, moet je ecter, net zoals ten tijde van het 'Ancien Regime', de buitenlandse pers lezen. Zo bv. de Nederlandse krant NRC Handelsblad die op zaterdag 16 november een buitengewoon interessant artikel bracht van de hand van Caroline De Gruyter, getiteld:

"`Is het nu gedaan met die kloterij ?'
"De moeizame verhouding tussen Belgische politici en de media"

In eigen land leidde dit stuk al tot een interpellatie (vanwege Pieter De Crem / CD&V) in de Kamercommissie van Binnenlandse Zaken. Een interpellatie waarover we niets terugvonden in De Standaard of De Morgen, wel in de Financieel-Economische Tijd (12/12). De krant meldde dat De Crem stelde dat "als de informatie van NRC klopt, dat problematisch is. Het betekent dat het publiek wordt uitgesloten voor sommige informatie."

Verhofstadt reageerde met te antwoorden dat de pers vrij is en dat hij geen commentaar op het stuk had. Om vervolgens toch commentaar te geven: "Het stuk is een amalgaam van hele en halve waarheden." Wat een bekentenis ... Er zit dus veel waarheid in !

En: "De amusementswaarde prevaleert op de informatiewaarde. De Franse krant Le Monde" - die het artikel ook had opgemerkt, zie de bijdrage van Olivier Taymans in e-DIO 32 - "omschrijft het artikel als een pamflet."

Toen even later "tijdens de commissievergadering een televisiejournalist met een cameraploeg binnentrad", zo schreef 'RS' in de FET, "gaf de blik van de premier blijk van een onaangename verrassing. Tegenover De Crem ging hij daarover in de tegenaanval: 'Zegt u mij eens hoe vaak u journalisten opbelt. Ik denk dat u er vandaag zelfs één hebt opgebeld. Ik denk zelfs dat ik weet wie u hebt opgebeld.'" Waarna RS eindigt met: "Er waren zes journalisten aanwezig tijdens de commissievergadering. Onderlinge navraag achteraf toonde dat ze niet gecontacteerd waren door politici om aanwezig te zijn."

We vatten het artikel van De Gruyter hier samen aan de hand van lange citaten, waaraan we waar wenselijk, enige commentaar toevoegen.

* "Hij belt me in de badkamer, op wc ..."


De Gruyter begon begon met "het geval Derk-Jan Eppink". Die speelde deze zomer zijn column in De Standaard kwijt omdat hij te veel kritiek had geuit op Karel De Gucht, VLD-voorzitter. De Gucht belde eerst met "de hoofdredacteur van De Standaard met het verzoek Eppink een toontje lager te laten zingen, maar dat haalde niets uit. Vervolgens nam de Belgische premier Guy Verhofstadt, contact op met de voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi. Want Derk-Jan Eppink, voormalig redacteur van De Standaard en NRC Handelsblad, werkt op het kabinet van de Nederlandse eurocommissaris Frits Bolkestein - en is dus in dienst van de Commissie. Verhofstadt klaagde dat de column de relaties tussen België en de Europese Commissie schaadde. Daarop werd Eppink naar eigen zeggen door zijn werkgever voor het blok gezet: óf schrijven óf voor de Commissie werken. Eppink koos voor het laatste. "

"Het was niet de eerste keer dat de premier probeerde een scribent het zwijgen op te leggen" vervolgde De Gruyter. "Verhofstadt die bij zijn aantreden in 1999 trots de `open-debatcultuur' in België predikte, staat erom bekend dat hij direct de telefoon grijpt als een artikel of tv-programma hem niet bevalt."

Dan citeerde De Gruyter, Luc Van der Kelen, editorialist van Het (liberale) Laatste Nieuws: "Hij belt me in de badkamer, op de wc en als ik een tongetje sta te bakken. Hij probeert me op zaterdagavond om half twaalf nog te vertellen wat ik moet schrijven en wat ik niet moet schrijven.''

Volgens De Gruyter "werd Van der Kelen ongeveer een jaar geleden bijna van zijn functie ontheven na hevige pressie van de VLD op de beheersstichting die over de koers van zijn krant waakt. Hij maakte dat openbaar - en de deining die dat veroorzaakte heeft hem gered, zegt hij zelf. Maar de telefonades gaan door."

* "Verhofstadt is overgevoelig voor de media"

Een soortgelijk verhaal tekende De Gruyter op bij Olivier Mouton, een redacteur van de Franstalige krant La Libre Belgique die bezig is met een boek over de premier. Mouton: "Verhofstadt is overgevoelig voor de media. Als een van de eerste politici in België begreep hij dat je de pers actief moet gebruiken om je boodschap bij de publieke opinie te krijgen. De media, en het imago dat zíj van hem uitdragen, zijn vreselijk belangrijk voor hem. Maar dat maakt hem kwetsbaar voor kritiek. Als het goede nieuws in zijn ogen verkeerd wordt uitgedragen, is de wereld te klein.''

* "Elke politicus doet dat hier" ...

Volgens De Gruyter rechtvaardigt de premier "zijn telefonades aan journalisten vaak met de opmerking `Ik mag me toch verdedigen?!'"

Maar wanneer NRC Handelsblad de premier benaderde voor een gesprek over zijn relaties met de pers, had hij daar volgens De Gruyter geen tijd voor. Zij vernam dat van zijn woordvoerder Miguel Chevalier. Volgens die man "zijn de verhalen dat de premier zo vaak journalisten zou bellen, overdreven. Trouwens, elke politicus doet dat hier. Ik zie niet in wat er verkeerd aan is, als er iets in de krant staat dat fout is.''

Chevalier voegde er nog aan toe dat "de pers en de politici in België dicht op elkaar staan. De premier heeft een open relatie met journalisten. Iedereen belt elkaar constant. Dat heeft voordelen en nadelen."

Toch is er volgens De Gruyter iets nieuws aan de hand. Ze schetst hoe de media vroeger erg verzuild waren. Elke partij had zijn eigen spreekbuis. Maar die verzuiling brak af en het economische management deed in de media zijn intrede. Wat maakt dat de band tussen politiek en pers losser werd. De politici beseften natuurlijk goed dat ze media nodig hadden en dus gingen sommigen zich extra inspannen.

Als premier, pakte Verhofstadt het aanvankelijk helemaal anders aan dan de norse Dehaene, die zich vaak voor vergaderingen op een kasteel buiten de stad terugtrok, het hek dicht. Verhofstadt daarentegen wou een regering die communiceerde. Ook zijn ministers mochten met de media praten wat met zes coalitiepartners (drie Vlaamse en drie Franstalige) vaak "een gekrakeel van jewelste is.''

"Het free for all van deze open-debatcultuur" noteert De Gruyter, "maakt het voor Verhofstadt lastig om enigszins greep te houden op wat er gepubliceerd en uitgezonden wordt". "Nu de nieuwigheid van de regering-Verhofstadt er na ruim drie jaar af is, begint de pers de premier af te rekenen op zijn verkiezingsbeloftes. Ze ontdekt dat er geen eind is gekomen aan de politieke benoemingen, laat staan aan vele andere symptomen van de `Belgische ziekte'. De verkiezingen komen er weer aan: in juni 2003, misschien eerder. In het gewijzigde mediaklimaat van tegenwoordig moet Verhofstadt, die tijdens de vorige verkiezingen net als Tony Blair zwaar leunde op een strak geregisseerde imagocampagne van prijzig ingehuurde spin doctors, op een nieuwe manier in actie komen als hij wil dat er van dat imago nog iets overblijft."

* Voorbeelden van geslaagde 'actieve interventies'

Volgens De Gruyter kiest Verhofstadt vaak voor "de actieve interventie, vooral door telefoontjes. Toen vice-premier Johan Vande Lanotte vorige maand zich liet ontvallen dat hij de uitbreiding van de Europese Unie niet zo'n goed idee vond, liet de premier zijn woordvoerders allerlei redacties bellen met het verzoek er geen aandacht aan te besteden. Er was een bericht over op Belga, het Belgische persbureau dat door de grote uitgevers in het land wordt bestuurd. Maar, zei de woordvoerder, dat bericht moest niemand serieus nemen want de auteur, Paul Goossens, 'volgt zijn eigen agenda'."

Volgens De Gruyter typeert dit Verhofstadt: "als er kritisch over hem wordt bericht, denkt hij vaak dat er iets achter zit, ook bij de buitenlandse pers."

En het uit de pers houden van vervelende berichten, het lukt Verhofstadt regelmatig.

De Gruyter geeft nog een voorbeeld: "Paul Goossens van Belga herinnert zich 11 september vorig jaar, direct na de aanslagen op het WTC in New York. De Belgische premier en de vijf vice-premiers vergaderden over een NAVO-verklaring dat een aanval op één lid een aanval op allen was. Ondanks 'een totale black-out, alle telefoons waren dichtgegooid', wist Goossens iemand te vinden die hem vertelde dat er onenigheid over was. Hij schreef daar een bericht over. 'Twee minuten later kreeg ik de premier aan de lijn om rechtzetting te eisen en weet ik wat allemaal. Hij was bijzonder boos. Ik heb het niet gedaan. Toen is hij de andere vice-premiers en fractieleiders gaan zeggen dat ze niet met mij mochten praten. Dat is systematisch onder Verhofstadt.' De andere media, die alle geabonneerd zijn op Belga, berichtten er niet over."

* Het afblaffen heeft effect, maar waarom ?

De Gruyter zocht naar een verklaring waarom het "bullyen" zo goed werkt. Als de journalisten de premier zouden wandelen sturen, zou hij er wel mee ophouden.

Jurgen Verstrepen, die een politiek praatprogramma heeft op Liberty-TV, verklaarde aan De Gruyter dat ook hij "zijn rug ook niet altijd recht weet te houden." De Gruyter: "Omdat Verstrepen als interviewer nogal ongezouten vragen stelt, wil premier Verhofstadt - in zijn oppositiedagen een enthousiaste gast - allang niet meer met hem praten. Maar Verstrepen schrijft ook politieke commentaren op een nieuws-site op internet. Of liever: schrééf. Want daar is hij sinds kort mee opgehouden. Er is druk op hem uitgeoefend, zegt hij, door kringen rondom de premier. Als Verstrepen met `die kloterij in die columns' door zou gaan, werd hem links en rechts verzekerd, 'zou de premier ervoor zorgen dat er geen enkele gezagsdrager meer in mijn tv-programma verschijnt''. Hij koos eieren voor zijn geld. "Ik wil mijn rekeningen aan het eind van de maand kunnen betalen.''

De Gruyter vernam verder dat volgens "de meeste journalisten" het probleem zou zijn "dat pers en politici in België zo dicht op elkaar zitten. Het is een klein landje, bovendien in tweeën geknipt door de taalgrens. Nederlandstalige politici kennen alle Nederlandstalige journalisten van haver tot gort. Voor de Franstaligen, die eveneens vooral met elkáár omgaan, geldt hetzelfde. Veel journalisten en politici gaan decennialang mee. Ze kennen elkaars echtgenoten, komen op elkaars bruiloften. Als een politicus een toespraak heeft gehouden, klappen journalisten niet zelden met het publiek mee. Wie journalisten vraagt of ze privé- en GSM-nummers hebben van toppolitici valt van zijn stoel: ze laten zien hoe ze die nummers in hun eigen toestel hebben geprogrammeerd, tot dat van de premier aan toe. Ze gebruiken die nummers ook. 'Dag en nacht, als het moet'', zegt Jean-Pierre Martin van het televisiekanaal RTL."

Dan moet je natuurlijk niet verwonderd zijn, dat de politici ook de journalisten bellen, als ze iets van hén nodig hebben. "Het gebeurt voortdurend. Een verslaggever die lang voor Belgische media werkte en nu in Brussel voor een buitenlandse krant schrijft, antwoordt op de vraag of politici hem nu anders bejegenen dan vroeger: 'Zeker. Sinds hun electoraat niet of nauwelijks meer leest wat ik schrijf, bellen ze me niet meer.'"

* Familiebanden tussen pers en politiek

"De verstrengeling gaat nog verder. De vrouw van de belangrijkste justitieadviseur van Verhofstadt (de schaduwminister van Justitie, noemt men hem) interviewt de premier voor het tv-programma 'Villa Politica', of doet voor avondnieuws een `item' over de échte Justitie-minister, die het bloed van haar echtgenoot wel kan drinken." De Gruyter doelt hiermee op VRT-journaliste Annemie Nijs en regeringsmedewerker Bride De Ruyver. Nijs vermeldde haar band (ze wonen wel alleen maar samen, zijn niet gehuwd, als ik het goed kon volgen) met de befaamde "schaduwminister" (en criminoloog) zelf al in interviews: ze ziet er blijkbaar zelf geen graten in.

Ander voorbeeld van De Gruyter: "Een journalist bij De Standaard die over de hervorming van de ambtenarij schrijft heeft een dochter die op het kabinet werkt van de minister die deze hervorming moet doorvoeren. Een journalist die voor La Libre Belgique werkt, klust freelance bij als woordvoerder voor een van de grootste infrastructurele megaprojecten van de Waalse regering."

Over dat bijklussen alleen al, is er een boek te schrijven: hoeveel Belgische journalisten laten er zich niet royaal vergoeden voor het schrijven van allerlei teksten (van speeches tot heelder boeken) voor en over de politici ?

* Verleidelijke 'succettes'

De Gruyter heeft het ook over de 'sucettes', 'de fopspenen'. "Omdat veel Belgische media klein zijn, hebben ze weinig geld om politici achterna te reizen. Gelukkig mogen ze vaak gratis mee in het regeringsvliegtuig, naar Europese toppen, naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York, of voor de zoveelste keer naar het Afrikaanse landje Benin, waar minister van Defensie André Flahaut een projectje heeft. Het effect daarvan op de berichtgeving is moeilijk te meten, maar dat is juist het venijnige. Dat veel media eens in de zoveel maanden een reportage over Benin hebben, hoort tot de onschuldigste gevolgen. Maar gevraagd wat veelvuldig meereizen met Louis Michel voor invloed heeft op zijn berichtgeving over de minister, wil een Franstalig verslaggever wel toegeven: 'Uuhh, het meeste wat ik over hem weet, gebruik ik niet in mijn stukken. Anders mag ik niet meer mee." Dat laatste is nooit met zoveel woorden gezegd. Maar het hangt constant in de lucht, als ongeschreven regel."

De schrik om niet meer mee te mogen, die wordt continu gevoed. Zie hoe de Waalse minister van Economie, Serge Kubla een journalist die meevloog naar Californië bedreigde met: "dit was de laatste keer". Reden: de journalist had geen zin om Kubla's ontmoeting met zangeres Céline Dion te filmen.

Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van De Standaard, vertelde aan De Gruyter dat "we de reisjes aan het verminderen zijn". Maar dat vinden de politici dan weer lastig. "Het maakt ze achterdochtig.''

Tegenover De Gruyter beaamde Vandermeersch ook "volmondig dat journalisten en politici in België gevaarlijk dicht op elkaar zitten." De Gruyter: "Ook een redacteur van zijn krant schreef onlangs een boek met (lees: voor) een politicus, een vorm van partnerschap die in België in opmars is. Zo iemand krijgt een schat aan informatie als hij drie weken met een fractievoorzitter of minister in Italië aan een boek werkt. Bij terugkeer op de krant kan hij dat onmogelijk allemaal gebruiken. Hij past dus, in welke gradatie ook, zelfcensuur toe. Ook heeft Vandermeersch in korte tijd drie van zijn redacteuren naar de politiek zien vertrekken; allen naar de VLD. 'We zijn soms te veel speler en te weinig toeschouwer. Maar het evenwicht is moeilijk. Als je nergens meer naar toe gaat, als je niet barbecuet met de Vlaamse regering, niet naar feestjes gaat, word je buitengesloten. Dat is niet goed voor een krant.''

* "Dreiging met uitsluiting is constante"

Rik van Cauwelaert van Knack verklaarde aan De Gruyter: "De druk om inschikkelijk te zijn is onder deze regering enorm''. RVC publiceerde onlangs "een tergend omslagverhaal over Verhofstadts media-adviseur Noël Slangen, en een vernietigend artikel waarin te lezen was dat de hervorming van de ambtenarij die deze regering doorvoert in wezen een verkapte poging is om meer liberalen op hoge posten te benoemen. "Wat Verhofstadt ervan vindt kan mij niet schelen. Hij belt me dus ook nooit.'' Maar veel andere media durven dit soort onderwerpen niet aan. Wel gaven De Standaard en Le Soir alle ministers in juni een voorlopig rapportcijfer na drie jaar regering. Vijf ministers kregen een dikke onvoldoende. Sindsdien heeft de premier stelselmatig geweigerd om met De Standaard - "die oppositiekrant'' - te praten. De minister van Justitie draaide na drie maanden bij. Maar als Verhofstadt iets te melden heeft, doet hij dat nog steeds bij de concurrent, zoals De Morgen."

"Dat steekt'', zegt Peter Vandermeersch. "Onder vorige regeringen hebben we dat niet meegemaakt.'' Maar volgens hem werden vorige regeringen ook minder hard aangepakt ...

Hoezeer de praktijk van Verhofstadt botst met zijn theorie, blijkt als we een opiniestuk dat de premier
in 2001 in De Standaard liet verschijnen, herlezen. Titel: "Het wonder van de verdraagzaamheid". Daarin scheef Guy V. o.a.: "Uitsluitend in een verdraagzame wereld kunnen vriend en vijand met open vizier naast en met elkaar leven. Daar hebben ze ook het recht en de plicht elkaar te bestrijden, in het enige politieke systeem dat zijn vijanden bestrijdt zonder ze te willen uitschakelen.''

* "Franstalige journalisten doen meer aan zelfcensuur"

Dat het er aan Franstalige kant, niet bepaald beter aan toe gaat, dat merkte De Gruyter ook. Volgens haar " zijn de persoonlijke relaties daar zo mogelijk nog hechter dan in Vlaanderen."

"Ministers praten vrij met journalisten omdat ze ervan uitgaan dat het toch niet in de krant komt. Het meeste dat je van hen hoort, is compleet off-the-record. Daar gebeuren zelden `ongelukken' mee, omdat journalisten er voorzichtig mee omgaan - en niet alleen de journalisten van de RTBF, de Franstalige publieke omroep waar de politieke kleur van de bestuurders nog steeds een afspiegeling is van de laatste verkiezingsuitslagen en waar verslaggevers naar politieke kleur worden aangenomen. Iedereen houdt zich aan die code. Anders dan hun Vlaamse collega's vragen Franstalige politici zelden aan een journalist of ze een artikel voor publicatie mogen lezen. De Vlamingen willen er vaak nog aan prutsen, en eisen soms op hoge poten dat een citaat, ook al is dat op de band opgenomen, verdwijnt. Waarom ze dat doen, is evident: ze zijn gewend dat je daarover kunt onderhandelen en zeggen dat ook als een journalist protesteert."

Tegenover De Gruyter gaven Franstalige journalisten toe, dat ze "meer aan zelfcensuur doen." "Wij zijn meer geneigd tot het compromis'', vertelde David Coppi, politiek redacteur van Le Soir. "We zijn meer arrangiste dan de Vlamingen. Ik denk dat dit cultureel bepaald is.''

Waarna Coppi het verhaal vertelt van hoe een journalist ooit op een reis in de V.S. van de minister van Buitenlandse Zaken te horen kreeg wat iedereen al jaren vermoedde: dat er Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel opgeslagen liggen. Le Soir publiceerde dat, weliswaar zonder de minister te noemen.

Het gevolg ? "Louis Michel, een Bourgondiër die in temperament zeker niet onderdoet voor Guy Verhofstadt (hij kan even charmant zijn, maar aarzelt ook niet om zijn eigen diplomaten uit te schelden waar iedereen bij is), was woedend. Hij deed links en rechts zijn beklag, maar niet bij de krant. Nog steeds wordt er op de redactie gesproken over de vraag of dit artikel `kon' of niet. Velen vinden dat het op het randje was. Michel weet dat, en rekent erop dat het niet meer gebeurt. Zoals hij ook weet dat de meeste van zijn actieve interventies om de Belgische politiek in het gareel te houden de pers niet of maar zeer besmuikt halen. De enige keer dat Michel rechtstreeks een journalist belde om hem uit te schelden, was toen er in Le Soir stond dat hij een kabinetsmedewerkster had laten benoemen bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen, een overheidsinstantie tegen racisme en discriminatie. Michel: 'Het is dat ik in het buitenland zit, anders zou ik u ik weet niet wat doen. Ik heb niks met die benoeming te maken! Hoe denkt u verdomme wel dat die arme mevrouw zich voelt?!'"

Dat met dit soort berichten het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, in discrediet gebracht wordt, dat kan Michel blijkbaar veel minder schelen.

* De achilleshiel van de Belgische pers

"De angst voor uitsluiting" is volgens Caroline De Gruyter, "de achilleshiel van de Belgische pers. En daar spelen de politici actief op in. Ze kunnen het altijd proberen, want vaak werkt het. Zo bood de premier een paar weken geleden zowel De Standaard als De Morgen een groot stuk aan over de (anti)globalisering. Hij eiste dat ze van tevoren beslisten of ze het wilden plaatsen, anders stuurde hij het ze niet. Volgens Vandermeersch is De Standaard er niet op ingegaan, waarna de premier het stuk alsnog faxte. De redactie las het en besliste vervolgens om het te publiceren. Verhofstadt speelde hier duidelijk in op de angst die bij veel media leeft en die hij maar wat goed kent: `dat de ander het heeft'."

Verhofstadt heeft overigens een aantal media de jongste tijd duidelijk laten vallen. De Franstalige pers staat hij sowieso spaarzaam te woord omdat, zegt Coppi van Le Soir, "zijn electoraat in Vlaanderen woont en niet aan onze kant van de taalgrens.'' En De Gruyter vervolgt: "Kritische' media zoals de ondernemerskrant Financieel-Economische Tijd, het weekblad Knack, kranten van de VUM-uitgeversgroep zoals De Standaard, en in mindere mate ook de VRT-televisie lijken bij de premier steeds meer uit de gratie te raken."

* Van Thillo is zo blauw als het diepste blauw van de zee

En dan lezen we bij De Gruyter wat we zelf ook al jaren aan het aanklagen zijn:

De Gruyter: "Volgens een voormalig journalist die niet met naam in de krant wil, leunt Verhofstadt steeds meer op publicaties van De Persgroep (waaronder De Morgen en Het Laatste Nieuws) en op de VTM, de commerciële televisie. De Persgroep en de VTM worden allebei geleid door Christian van Thillo, een ondernemer die, aldus de voormalige journalist, "zo blauw is als het diepste blauw van de zee.''Blauw is liberaal. Dat Van Thillo en Verhofstadt elkaar geregeld spreken, weet iedereen. Journalisten die binnen Van Thillo's concerns werken kunnen kritisch zijn over de regering. Van Thillo intervenieert voor zover bekend meer in het voorpaginabeleid van zijn kranten (die pagina's worden steeds kleuriger en sensationeler, want dat verkoopt beter) dan in de redactionele inhoud. Hij komt soms zelfs voor zijn mensen op bij Verhofstadt en andere politici. Maar toch, de toon is gezet. Want dit zijn precies de journalisten met wie de premier bij tijd en wijle wil lunchen, om `bij pot en pint' de zaken even door te nemen. Dit zijn de mensen die hij vaak belt, als hem iets zint of als hem iets niet zint. Met hen is de relatie waarvoor de Fransen zo'n mooie term hebben, copain-copain, het innigst. Binnen die relatie spelen beide partijen met wikken en wegen hun eigen rol."

De Gruyter rondde haar stuk af met deze verzuchting van de voormalige journalist: "De politieke verzuiling binnen de media heeft plaatsgemaakt voor economische verzuiling. Het medialand bestaat uit een paar grote concerns. Maar als de baas van zo'n concern kleur bekent, heb je eigenlijk weer politieke verzuiling.''

En eigenlijk heb je die altijd. Want bazen van mediaconcerns zijn zelden of nooit "linkse rakkers". Of hoe een commerciële pers ook steeds een politiek rechtse pers is.

te laat !
by Bosgeus Monday December 23, 2002 at 04:13 PM

Beste JPE,

Dit prachtstuk van een artikel uit het NRC-Handelsblad (overigens niet meteen een linkse krant) hebben bij ons (Vlaamse volksnationalisten)al velen onder de ogen gehad. Het ding is exact 5 weken oud en nu pas komt een overkritisch orgaan als Indymedia hiermee op de proppen.

Soit, beter laat dan nooit ! Het zegt natuurlijk wel veel over de ijver van Indymedia om "anders" te zijn.

De mediastrategie van Verhofstadt en co is overigens niet enkel radikaal-links een doorn in het oog, maar IEDEREEN die oppositionele taal spreekt, zowel rechts als links, Vlaams als Waals.
In het bewuste artikel worden ook Derk-Jan eppink en Jurgen Verstrepen aangehaald, evenmin idolen van links, maar desondanks wel voorbeelden van zuivering.

Ik kan alleen maar hopen dat links in Vlaanderen dit artikel eens goed leest en vaststelt dat niet "rechts" as such de vijand is, maar elke vorm van monopolisering en nivellering van de media.

Zalig Pasen !

Ma bosgeuzeke toch ...
by jpe Monday December 23, 2002 at 06:09 PM

Bosgeus; ik snap niet waarom een mens altijd kort op de bal zou moeten spelen. Wij linksen hebben niet altijd de tijd om zoals de door zijn rijke sponsors van alles voorziene rechterzijde, meteen op alle interessante zaken te reageren.

Noteer dat ik de tekst van De Gruyter ook verder aanvulde met nieuwe gegevens.

Dat de "mediastrategie van Verhofstadt en co niet enkel radikaal-links een doorn in het oog is, maar IEDEREEN die oppositionele taal spreekt, zowel rechts als links, Vlaams als Waals" dat zal dan wel waar zijn hé.

Maar dat links nu zou moeten vaststellen "dat niet "rechts" as such de vijand is, maar elke vorm van monopolisering en nivellering van de media" ... Tja, bij jou zal de frank (oeps, dat is de euro nu; ook nog een gemeenschappelijke vijand, nietwaar ?) wel nooit vallen zeker ? Nog veel leesgenoegen op Indymedia.

Indymedia niet te laat.
by Carline Tuesday December 24, 2002 at 12:28 AM
carline.vanhie@belgacom.net

Kleine opmerking voor Bosgeus: dit artikel staat al enkele weken op Indymedia, maar dan wel in een Franse versie.
Maar in het algemeen moet ik zeggen dat ook een aantal rechtste kranten, zoals de Financieel-Economische tijd, vaak schitterend werk leveren. In de krant van zaterdag stond nog een artikel over de vrouw van Wim Duisenberg die actie voert tegen de bezetting van Palestina, en een artikel over de internationale politiek die ingegeven wordt door oliebelangen (Irak en Venezuela). En ook over Dyab Abou Jahjah heb ik ze op geen enkele leugen kunnen betrappen. Ik ben me dan ook beginnen afvragen waarom we voor vredesacties e.d. ook geen organisaties van middenstanders of kmo's betrekken? Alsof iedereen die rechts is per definitie voor oorlog of uitbuiting zou zijn! Ik weet het, ik wijk af van het onderwerp, maar het is misschien toch interessant om eens over na te denken.

schrijf dan toch gewoon je eigen artikels, Bosgeus !
by jorg Tuesday December 24, 2002 at 12:23 PM

Bosgeus ,
als gij al 5 weken van het bestaan van dit artikel afwist en er zo veel waarheid in terugvond, waarom postte je er dan zelf godverdomme geen stuk over ?
Be the media !