Het ontluisterende einde van 'Modelstaat België' by Arne Baillière Wednesday December 04, 2002 at 05:44 PM |
to_arne@hotmail.com 0473 532 494 |
Toen, na o.a. de dioxine-crisis en de affaire - dutroux, een paarsgroene coalitie aan de 'macht' kwam, wou deze een 'modelstaat' verwezenlijken. De politieke, sociale en economische realiteit aan het einde van deze legislatuur toont een ontluisterend beeld van een ontspoord anti-model. Maar er is hoop...
DE ECONOMISCHE ONMACHT VAN DE BURGERLIJKE POLITIEK
De desastreuze plaatselijke gevolgen van de internationale economische context, zoals 1) de massale ontslagen bij plaatselijke vestigingen van multinationale ondernemingen, 2) het groot aantal faillissementen bij kleine ondernemers die niet meer opkunnen tegen de rationaliseringswoede en de schaalvergroting bij de multinationals 3) de liquidatie van overheidsbedrijven- en sectoren ten gunste van internationale privé- investeerders 4) toenemende werkloosheid en onzekerheid bij grote lagen van de bevolking 5) de oplichting van duizenden kleine beleggers op de internationale beurzen door grootschalige fraude van de grotere spelers... hebben een situatie doen ontstaan, die in België (al is ze zeker niet origineel) de rol van de traditionele politiek tot haar ware proporties heeft weten te herleiden.
Het politieke bedrijf zoals het nu in de wettelijke instellingen in de praktijk wordt gebracht, is verworden van een proces van maatschappelijke besluitvorming tot een zichzelf in stand houdend complex geheel van politieke cocooning.
De politiek, en de politieke vertegenwoordigers van de verschillende belangengroepen, hebben geen greep op het maatschappelijke gebeuren. Dat wordt grotendeels gedomineerd door de economische processen van voortdurende concurrentie tussen de financiële belangengroepen. De 'onzichtbare' hand van de macht heeft geen gezicht, geen persoonlijkheid. Het volstrekt anarchistische spel van het grootkapitaal stort miljarden mensen in vervreemding en laat geen bemoeienissen toe.
De rol van de parlementaire democratie is gereduceerd tot een op zichzelf staande debatclub, die verschillende instrumenten ter harer beschikking krijgt om de publieke opinie van het tegendeel te bewijzen. Binnen dit politieke spel primeert voor elke deelnemer in de eerste plaats het eigen lijfbehoud, of het in stand houden van de eigen welvaart. Zelfs degenen die beweren dit te betwisten (of er toch hun doorbraak mee verzekerden) zoals bv. de mandatarissen van het Vlaams Blok, eten nu reeds lange tijd mee uit de ruif van de zitpenningen, commissievergoedingen, parlementaire weddes e.d. die toegekend worden aan al diegenen die in het poppentheater hun rol willen opnemen.
Goed mogelijk dat sommigen in het voorgaande een antipolitiek discours zien, wat hen zou kunnen verwonderen, gezien ik zelf mandataris ben. Toch is dit niet zo.
De voornaamste antipolitiek wordt nu in de praktijk gebracht door de politiek zelf. Want wat is politiek?
Politiek is het maatschappelijk proces van het tot uiting komen en in de praktijk omzetten van de verschillende visies in de bevolking over de rol en de toekomst van de samenleving. Het via democratische verkiezingen afvaardigen van verkozenen, zou er dus moeten toe leiden dat de verwachtingen en eisen van de bevolking op het terrein omgezet worden in verandering.
Gezien de feitelijke machtsverhoudingen, is dit echter niet meer mogelijk. De politiek ziet (heeft) zichzelf gereduceerd tot een instrumenteel aanhangsel van de lopende economische processen, omdat zij zelf geenszins meer bij machte is een economisch beleid, afgestemd op de noden van de gemeenschap, te voeren of te sturen. Daarvoor heeft zij niet de hefbomen.
De industriële takken zijn in handen van het grootkapitaal. De sectoren die nog voor een deel door de overheid beheerd worden, worden onder druk van datzelfde grootkapitaal vrijgegevan aan de markt en per opbod verkocht. (spoor, post, water, electriciteit, communicatie)
De rol van de huidige politiek bestaat erin, de verschillende vormen van verontwaardiging, berusting en/of vervreemding die bij de bevolking leven naar aanleiding van deze evoluties, op een zo efficiënt mogelijke manier voor het eigen voordeel aan te wenden. Namelijk: het in stand houden van de eigen groep betaalde mandatarissen, het verwerven van allerlei functies voor de trouwe leden van de achterban, het vergroten van de invloedssfeer en het vernietigen van de oppositie, waaardoor nog meer kan uitgedeeld worden aan de eigen getrouwen.
Over de kern van de kwestie, namelijk de gevolgen van de economische machtsverhoudingen, kan de traditionele politiek niet beslissen. Dus probeert ze die te ontkrachten door te beweren dat deze kern niet meer ter zake doet en dat de oorspronkelijke verhoudingen en tegenstellingen van het politieke debat irrelevant geworden zijn.
Patrick Dewael, bijvoorbeeld, de minister-president van Vlaanderen, beweerde onlangs 'De VLD is niet 'rechts' of 'links'. Links en rechts bestaan niet meer, gezien de muur al meer dan tien jaar geleden gevallen is.' Met het verdwijnen van het reël bestaande socialisme is dus ook de tegenstelling links- rechts verdwenen, althans voor de liberalen.
We doen er goed aan eens stil te staan bij de implikaties van die stellingname. Wat Dewael eigenlijk wil zeggen, is dat, gezien het socialisme geen alternatief meer is, het kapitalisme (of liever: neoliberalisme) het enig mogelijke referentiekader is waarbinnen er nog aan politiek kan gedaan worden. Daarbinnen is er geen plaats meer voor een links- rechts tegenstelling. Maar nog veel meer dan dat. Dewael beweert eigenlijk dat er geen ideologie meer nodig is.
Uiteindelijk bedoelt hij dat er in de samenleving geen plaats is voor het ontwikkelen van een visie op de maatschappij vanuit een persoonlijke of gedeelde overtuiging die stoelt op een toekomstgericht visie van hoe de maatschappij anders zou kunnen functioneren, en dus dat er voor de bevolking, en voor het beleid, niet meer inzit dan het zo goed mogelijk besturen, beheren, van de zich in de samenleving voltrekkende anarchistische machtsprocessen. Waarmee hij de facto het eigenlijke karakter van de politiek afschaft, en daarmee (zonder het zelf te beseffen, waarschijnlijk) in feite ook de traditionele politiek, als uitdrukkingsvorm van het door de bevolking gewenste beleid, nutteloos verklaart.
Dewael staat zeker niet alleen met die stellingname. De christenen gooien hun katholieke roots beetje bij beetje overboord, de socialisten noemen zich nog socialist als het nodig is, maar hebben ook al lang hun ideologie op de vuilnisbelt gezet. De tegenstelling tussen links en rechts wordt in het klassieke politieke toneel vervangen door progressief en conservatief, en dus herleid tot een eerder ethisch- humanistische , dan een sociaal-economische kwestie.
Dit werpt natuurlijk wel een bijzonder licht op de gebeurtenissen van de voorbije weken en jaren. Doordat de werkelijke vervreemding als gevolg van de kapitalistische anarchie als het enig leefbare model wordt ervaren, beperkt de rol van politici zich enerzijds tot het beoefenen van de puur uitvoerende technocratie voor hen die zich in de meerderheid bevinden, anderzijds voor de tot de oppositie behorende partijen tot het bespelen door het aanklagen van dit 'beleid' t.o.v. van de publieke opinie in de hoop de electorale achterban te vergroten en zo uiteindelijk zelf de lucratievere betrekkingen van bestuurspolitici te kunnen verwerven.
Dit gevecht om de publieke opinie is zo overheersend geworden in het politieke bedrijf, dat ze bijna het enige is waarrond het politieke bedrijf nog draait. Zo is de politiek verworden tot een bedrijfstak als een andere, die voorziet in amusement.
De politici zelf blijken zich ook niet meer bewust te zijn van de eigenlijke betekenis van hun functie. Ze slagen er niet in de meest elementaire beginselen van het politieke bedrijf onder de knie te krijgen. Een regering die haar eigen wetten overtreedt om wapens te leveren aan een dictatuur, ministers die ervan uitgaan dat ze zonder enige reden wetten mogen of kunnen aanpassen om mensen of organisaties te verbieden, een premier die zich de scheiding der machten niet meer voor de geest kan halen en in het parlement in het rond schreeuwt dat hij het gerecht zal laten ingrijpen terwijl hij er niet voor bevoegd is... Als de paniek toeslaat, huilen alle wolven overigens mee: ook Patrick Janssens profileerde zich op dit vlak.
Kortom: in het gevecht voor de publieke opinie, en geconfronteerd met de eigenlijke onmacht en onwil om aan de werkelijke maatschappelijke processen iets te veranderen, om de eigen nutteloosheid te verdoezelen, raakt de traditionele politiek het spoor volledig bijster.
Het maatschappelijk debat, de ziel van de samenleving, verwordt tot een wekelijks opgevoerde show, politici (in de eerste plaats BV's) verworden tot eerzuchtige egoïsten, terwijl de maffia van het grootkapitaal ongestoord zijn gang gaat.
Jonge, idealistische mensen, die in de plaatselijke traditionele politiek stappen, worden ook op gemeentelijk vlak al snel geconfronteerd met de heersende machtsverhoudingen en het spel van 'nu zwijgen, volgende keer ben jij aan de beurt'. Voor zover ze al het woord mogen voeren, moet dat binnen de lijntjes van het opgelegde discours, en als ze geluk hebben, worden ze door een goddelijke hand uitgekozen om de volgende mandataris (met het bijbehorende aanzien) te worden. Ach, binnen het beleid zijn er natuurlijk al snel enkele 'accenten' te leggen, en wie voor de onmacht de ogen sluit, valt een riante toekomst te beurt.
Maar ja, soms zijn de plaatsjes zo dun gezaaid dat men al gauw opteert voor dynastievorming en daar krijg je dan de Dehaenetjes, Tobbackjes, Coensjes en Vandenbosschetjes die het mogen maken. Waarom niet, ze zijn tenslotte democratisch verkozen en zo'n uitzonderlijk groot verschil zal het toch niet maken.
Who cares? Gezien de macht van de traditionele politiek zich beperkt tot het bevoogden van de grote groep niet- kapitaalkrachtige burgers, waartegen wel hard kan opgetreden worden, vervreemd de politiek hoe langer hoe meer van diezelfde bevolkingsgroep, die ook wel aanvoelt, dat zij het traditionele politieke toneel geen heil te verwachten heeft als het aankomt op het voorzien van een veilige, welvarende toekomst voor de bevolking en de komende generaties.
Stilzwijgend in dit cynische spel meestappen is natuurlijk een optie die voor velen makkelijk is. Maar voor vele anderen ook niet. Vooral niet, als ze zonder boe of ba op straat worden gezet, 's nachts uit hun bed gelicht, gearresteerd, vernederd, gediscrimineerd, in een toestand van economische onzekerheid verkeren en sociaal vereenzamen.
Uiteindelijk, als de inhoudsloosheid en de pure formaliteit van de werking van de traditionele politiek haar hoogtepunt bereikt, staat er altijd wel iemand op die een grote bek openzet en de opeengestapelde frustraties kanaliseert in de richting van het systeem, en de instellingen.
En dan slaat de paniek in de politieke cocon pas goed toe. De op zichzelf levende biotoop, bevolkt met meestal volledig los van de werkelijkheid en boven de mensen levende mandatarissen, wordt plotseling geconfronteerd met een externe vijand. De vreedzame coëxistentie wordt bedreigd! Alle middelen zijn goed om het eigen hachje en de biotoop te redden. Criminaliseren, oppakken, diaboliseren, weer moeten vrijlaten en er tenslotte een volksheld van maken.
Wat heeft men hier geleerd van Pim Fortuyn? Niets. Waarom? Omdat het Haagse binnenhof, met zijn vredige consensusmodel, een al even op zichzelf levende biotoop is als de Vlaamse, Waalse en federale parlementen hier zijn.
Verfrissend is wel te zien, dat de jonge woordvoerders van de AEL op een directe confronterende manier de discussie aangaan met de traditionele politici en met journalisten à la Siegfried Bracke, en ze meestal nog in de pan hakken ook. Ik moet nog de eerste autochtone jonge politicus tegenkomen, die er op zo'n manier tegenaan gaat. Want daar wringt ook het schoentje: jonge mensen, en zeker politici, worden hier nog altijd niet geacht voor hun mening uit te komen, zeker niet als die mening niet strookt met het partij- imago.
Wie het wel doet , weet meteen hoe laat het is. Dialogeren op de schoot van Verhofstadt, Declerck of Janssens mag, contesteren niet. Zeker niet naar buiten uit, en zeker niet over de kern van de zaak, want we zitten allemaal in het schuitje en we eten allemaal uit de ruif! Het Vlaams blok is overigens een ultieme exponent van dit soort denken. De gesloten partij voert een ijzeren interne discipline en een volstrekt irrealistisch, maar daarom niet minder succesrijk discours, terwijl de leiding zelf goed genoeg weet dat hun programma indien het zou uitgevoerd worden, een ramp voor de samenleving betekent. Dat is pas het pure machtsgeile opportunisme. Jongeren hebben er al helemaal niets te zeggen.
Daarom vind ik de AEL met de dag sympathieker worden. Jonge mensen, die geen blad voor de mond nemen, maar zeggen waar het op staat. En de onmacht van de traditionele politici, die eigenlijk niet gewoon zijn om zo'n discussie's te voeren, toont aan dat er een nieuwe breuklijn in het maatschappelijk besef zit aan te komen.
Binnen het consensusdenken, en binnen de politieke machtsconsensus, is het eigenlijk niet mogelijk om voor je mening uit te komen, noch om iets effectief te veranderen. Het ideologische nultijdperk heeft als gevolg dat de spelers niet meer dan onderling inwisselbare willoze instrumenten worden. Maar zoiets blijft nooit duren.
Het gevaar zit er wel in dat men weer de politiek gaat afrekenen op de sociale ontwrichting die veroorzaakt wordt door het kapitalisme. Maar als het maatschappelijke ongenoegen over de onmacht over en de oncontroleerbaarheid van het eigen leven in al haar hevigheid losbarst, staan er ons nog rare tijden te wachten.
Dewael heeft gelijk, de muur van Berlijn is al tien jaar geleden gevallen. Maar het zou wel eens niet de laatste muur kunnen zijn, die door het ongenoegen over de aanhoudende schijnvertoningen naar beneden gehaald wordt.