arch/ive/ief (2000 - 2005)

Reactie ACV op de 2e open brief van Verhofstadt
by ACV Tuesday November 26, 2002 at 12:07 PM
gvandendriessche@acv-csc.be

Sociale gevolgen van vrije wereldhandel moeten ernstig worden genomen!

Volgens de tweede open brief van de premier aan de andersglobalisten zijn globalisering,vrije markt en vrije handel de beste, zelfs de enige bewezen methode, om armoede weg te krijgen. Om het eigen gelijk te beklemtonen verwijst de premier naar die landen van Azië die zich succesvol in de wereldeconomie hebben geïntegreerd. Daarbij vergeet hij echter dat de vooruitgang die in de landen van Zuid Oost Azië inderdaad werd geboekt in de strijd tegen de armoede in '98 in één klap werd weggeveegd door dat andere fenomeen dat een essentieel onderdeel van het huidige globaliseringsmodel is, namelijk financiële speculatie op de vrije wereldmarkt van kapitaalverkeer. Ook wordt vlug voorbijgegaan aan het feit dat de landen in kwestie allesbehalve een zuivere politiek van vrijhandel volgden. De zogenaamde vrijhandel en export naar de wereldmarkt werd er gestuurd en georganiseerd door een overheidsbeleid dat industriële sectoren en ondernemingen tot ontwikkeling bracht en dat, zoals Zuid Korea, zwaar investeerde in vorming en opleiding van de bevolking. Of dit in de context van de Wereldhandelsorganisatie nog mogelijk is, is maar de vraag. Belangrijk is trouwens ook om te onderstrepen dat Zuid–Korea overging tot een hervorming van het landbezit, zodat de voordelen van export van landbouwproducten naar de wereldmarkt aan een brede laag van de bevolking ten goede kwamen.

Tegenover Azië staan de ervaringen van de andere continenten. Globalisering betekent voor Afrika een overdreven specialisatie in en afhankelijkheid van de export van grondstoffen en landbouwproducten waar de prijzen op de wereldmarkt alsmaar dalen. Het gevolg is dat Afrika méér produceert, maar minder verdient. Het voorbeeld van Latijns-Amerika is nog meer ontluisterend. Onder druk van IMF en Wereldbank opende Latijns-Amerika de poorten voor het buitenlands privé-kapitaal en schakelde het zich in in de wereldeconomie. De economische groei die aanvankelijk gepaard ging met de zogenaamde structurele aanpassingen resulteerde echter in … een stijging van de armoede in het continent. De extreem ongelijke inkomensverhoudingen betekenden dat de rijke elite de voordelen van globalisering voor de neus van de armen wegkaapte. Latijns–Amerika zit nu trouwens economisch aan de grond. Van economische groei is daar allang geen sprake meer.

In dit verband is één fout van de open brief veelzeggend. Het verschil in gemiddeld inkomen tussen rijke en arme landen bedraagt op dit moment niet één tot 30 gaat (zoals verkeerdelijk vermeld in de open brief) maar één tot zestig. De verhouding van één tot dertig dateert nog van de jaren '60. Dit wijst erop dat de kloof tussen rijke en arme landen ondertussen enorm is toegenomen, ondanks de opgehemelde voordelen van internationale vrijhandel.

Anderzijds moeten we de brief van de premier - formeel dan toch - enig krediet geven. Vrije handel en globalisering volstaan niet en actie is nodig daar waar de vrije markt tekortschiet, zo wordt er geschreven. Internationale vrijhandel ok, maar ook overheidsinterventie om de nefaste sociale effecten te vermijden die uit ongebreidelde concurrentie resulteren en om iedereen de kans en de middelen te bieden om op globalisering in te spelen. Daarmee lijkt de eerste minister toch wel wat op weg naar het model van een andere globalisering waar wij voorstander van zijn. De wijze waarop de brief deze pijler van sociale correcties invult, is echter mager.

Enerzijds wordt er wel gepleit voor een verhoging van het ontwikkelingsbudget (waar wij ten volle achter staan), maar bestemt men deze hulp meteen voor het verlichten van de schuldenlast van de armste landen. Zo slaat men uiteraard twee vliegen in één klap. Schulden die hoe dan ook oninbaar waren (én meestal het gevolg van corruptie en collusie met Westerse ondernemingsbelangen) worden kwijtgescholden en meteen kan men uitpakken met hogere cijfers voor ontwikkelingshulp.

Bijzonder misplaatst in deze context van ontwikkelingshulp is ook het verwijt aan NGO's en overheidsadministraties die de regeringen in de arme landen zouden overnemen. Als er instanties zijn die het economisch en sociaal beleid van arme én minder arme ontwikkelingslanden volledig overnemen, dan zijn het wel instellingen zoals IMF en Wereldbank die gedomineerd worden door de enkele grote landen en hun financie-ministers. Deze instellingen dwingen de ontwikkelingslanden om maatregelen te nemen die in Europa totaal onaanvaardbaar zouden zijn. De Europese vissersboten die in Afrika visgronden gaan bewerken doen dit wellicht met Europese subsidies, maar ook omdat IMF en Wereldbank de landen in kwestie gedwongen hebben om deze visgronden open te stellen voor de Europese vissersvloot… Het is spijtig dat de open brief dit fenomeen niet aanklaagt.

Maar wat vooral tegenvalt in de benadering van de eerste minister is de totale afwezigheid van fundamentele werknemersrechten, zoals deze vastgelegd zijn in de conventies van de IAO: verbod op de ergste vormen van kinderarbeid, het recht om vrije vakverenigingen op te richten, vrije onderhandelingen, geen discriminaties en verbod van dwangarbeid (zoals bvb. in Myanmar/Birma). Arbeiders mogen dus voor een hongerloon werken in vrijhandelszones, maar ervoor zorgen dat die werknemer zich kunnen verenigen in vrije vakbonden en collectieve onderhandelingen kunnen aangaan om hun lot te verbeteren, is er niet bij. Indien de premier écht werk wil maken van een andere globalisering, dan is ons advies om van het verdedigen van de fundamentele werknemersrechten een strijdpunt te maken. Fundamentele werknemersrechten zouden in het economisch systeem van de wereldeconomie structureel en systematisch ingebouwd moeten worden. Of het nu gaat om dollarkredieten van IMF en Wereldbank, om onderhandelingen of landenbesprekingen in de Wereldhandelsorganisatie, om initiatieven inzake schuldverlichting of om de preferentiële toegang van ontwikkelingslanden op de Europese markt, steeds zou België erbij moeten zijn om het verband te maken met het dossier van de fundamentele werknemersnormen. Inzake bilaterale verdragen, maar vooral inzake de exportkredieten van het Delcredere belet trouwens niets dat België zélf actie onderneemt om kredieten toe te kennen in functie van het respecteren van de fundamentele arbeidsnormen ter plekke.

vakbonden
by Michel VP Tuesday November 26, 2002 at 06:19 PM

Uiteraard is het belangrijk dat vakbonden als ABVV en ACV hun internationale rol ter harte nemen.
Mediaspelletjes die tot doel hebben de een of andere vakbond een voortrekkers-imago te bezorgen zijn daarbij uit den boze.
A propos, waarom is de vinnige discussie naar aanleiding van artikel 39006 van de site gewist? nu vind je op die plaats de mededeling "no story tot tell yet". Technisch foutje of censuur?