Edwin Brys (Piazza): "Vooral de torens en de koningen laten van zich horen" by Valerie Baeyens Friday November 22, 2002 at 03:58 PM |
mediadoc.diva@skynet.be |
"De beste documentaires hebben het over het menselijk tekort, de kloof tussen droom en daad, mensen die willen en niet kunnen of kunnen maar niet willen. (...) De goede documentaire schommelt op het scherp van het leven. De documentairemaker heeft daar oren naar. Grote oren. Nieuwe oren. Warme oren." (Edwin Brys)
Als ik denk aan radio, denk ik in de eerste plaats aan plaatjes draaien, het nieuws, af en toe een interview met een beller en spelletjes met Bekende Vlamingen. Wat leren jonge radiomakers dan eigenlijk ? Leren ze goed spreken, zodat ze achteraf goede presentatoren kunnen worden? Leren ze nieuws maken? Leren ze alles over muziek? Inderdaad, dat leren ze allemaal, maar ze leren ook documentaires maken. Vorig jaar hoorde ik voor de eerste keer een radiodocumentaire, van een studente radio op het 'Rits'. Ik was verbaasd hoe geboeid ik een half uur lang bleef luisteren naar een documentaire over een instelling met mentaal gehandicapten. Die mensen zijn helemaal niet zo taalvaardig en vertellen geen nieuwe dingen, maar toch met de juiste omgevingsgeluiden en de kleine dingen die ze vertellen kon ik me helemaal inleven in het verhaal.
De eerste echte, professionele, documentaire die ik hoorde was 'Iedere dag verdwijnt er wel iets' over een tehuis voor dementerende bejaarden. Toevallig ook een documentaire over een instelling, waardoor dit wel hét uitgangspunt van de radiodocumentaires leek, maar niets is minder waar. Mijn interesse voor de radiodocumen taire werd hierdoor sterk aangewakkerd en ondertussen heb ik naast een reeks vhs-documentaires ook een reeks cd-documentaires in mijn boekenkast staan.
De documentaire 'Iedere dag verdwijnt er wel iets' maakte veel indruk op me en daarom ben ik op zoek gegaan naar de personen achter het verhaal, Luc Haekens, ook bekend voor zijn televisiereportages en Edwin Brys, vroeger producer bij Radio 1 en nu hoofd Opleiding & Vorming bij de VRT.
Edwin Brys begon in 1972 als producer bij de radio. Hij was vooral bezig met nieuws en magazines waarna hij in 1990 de dienst radiodocumentaire & drama nieuw leven in blies en met het programma Piazza begon, het enige documentaireprogramma op onze radiozenders. Het programma werd ondertussen ingekort, maar brengt nog wekelijks een nieuw verhaal. Edwin Brys is ook verantwoordelijk voor een groep van een 70-tal documentairemakers in de wereld, de National Feature Conference, die elk jaar samenkomen om elkaars werk te beluisteren en te evalueren en zich via gespecialiseerde workshops verder in het vak te bekwamen. Sinds enkele jaren is hij ook docent aan het Rits in Brussel.
* 'Iedere dag verdwijnt er wel iets.'
In 1993 maakten Luc Haekens en Edwin Brys samen een documentaire over een rusthuis voor dementerende bejaarden in Essen, waar dagelijks aan muziektherapie wordt gedaan. Als bezigheidstherapie wordt iedere dag met de patiënten muziek beluisterd en gezongen. Hoewel de meesten hun eigen kinderen niet meer herkennen, herinneren ze zich nog wel de liedjes uit hun jeugd.
Met dit uitgangspunt zijn Luc Haekens en Edwin Brys aan hun documentaire begonnen. Niet alleen de muziek was een belangrijke factor, maar ook de indeling van het gebouw. Hoe hoger je gaat in het gebouw, hoe slechter de toestand van de patiënten wordt. In de documentaire komen enkel de patiënten van het gelijkvloers aan het woord, omdat met hen nog een normaal gesprek mogelijk is. Ze zijn nog redelijk bij de pinken, maar beseffen al te goed dat ze hier de rest van hun leven zullen slijten en dat iedere lift in het gebouw een stapje dichter bij het einde is. Naast de bejaarden komt ook een therapeut aan het woord die de gedragingen van zijn patiënten scherp weet te analyseren en er verklaringen voor zoekt. Zo vertelt hij over een bejaarde man die na een gesprek met zijn dochter, de telefoon in zijn draagtasje wil stoppen, omdat hij zijn dochter nog iets langer bij zich wou. "Wie hier binnen gaat maakt heel weinig kans om er ooit nog buiten te geraken." In combinatie met de bejaarden, de (ook literair bevlogen) therapeut en de muziektherapie, zijn er ook af en toe fragmenten uit het boek 'Hersenschimmen' van Bernlef te horen. Het is het verhaal van een pianist die stilaan dement wordt en zijn partituren niet meer kan ontcijferen en de noten nog moeilijk in zijn vingers krijgt. In hun tweestrijd tussen besef en onbesef wordt er gelachen en geweend, gejammerd en gezongen.
De combinatie van humor en interviews, gesprekken, muziek en literaire teksten maakt dat de luisteraar zich een half uur lang inleeft in het huis waar iedere verdieping letterlijk en figuurlijk een stapje dichter bij de hemel is.
* "Altijd op zoek naar radiofonisch materiaal"
Valerie Baeyens: Hoe bent u op het idee gekomen een documentaire te maken over een bejaardentehuis?
Edwin Brys: "We hadden iets in de krant gelezen over het home 'De Bijster' in Essen, een tehuis waar muzikale bezigheidstherapie gegeven wordt aan dementerende patiënten. En we vermoedden meteen dat daar een boeiend radioverhaal in zat. Luc Haekens is er dan een kijkje gaan nemen en logeerde een paar dagen in het bijgebouwtje. Hij is teruggekomen met heel sterke interviews van patiënten, dokters, verpleegsters, de kok, therapeuten, bezoekers enzovoort. Luc liet me ook opnames horen van zingende patiënten en het vreemde was dat ze in vele gevallen hun eigen kinderen niet meer herkenden, maar wel nog puntgaaf de liedjes uit hun jongere jaren. 'Aan het noordzeestrand', en meer uit dit nostalgisch repertoire, kenden ze nog perfect, woord voor woord. Blijkbaar is het muzische gedeelte van de hersenen beter bestand tegen het dementeringsproces dan het rationele deel en dat vonden we een hele mooie en verrassende invalshoek. We hebben de gesprekken beperkt tot patiënten van de eerste verdieping, omdat je met hen nog een normaal gesprek kon hebben. Op de hogere verdiepingen,liggen de patiënten die vegeteren, die weg zijn van de wereld, die brallen en lallen, om het oneerbiedig te zeggen. Dan vonden we nog de welbespraakte therapeut Van Oers en fragmenten uit het boek van Bernlef. Je voelde zo aan dat het goede radio of sterke radio kon worden."
VB: Waarom fragmenten van Bernlef en muziek van Mozart?
Brys: "Het boek 'Hersenschimmen' van Bernlef gaat over het trage dementeringsproces van een pianist die er niet meer in slaagt om wat hij ziet op zijn partituur over te brengen naar zijn handen. Omwille van zijn scherpe observatie, zijn helder taalgebruik en zijn sobere ontroering, hebben we een aantal passages van Bernlef ingelast. In het boek poogt de pianist sonates van Mozart weer in de vingers te krijgen. Vandaar. En die muziek is tegelijk ontzettend lichtvoetig en troostend tegelijk.
* "Hoe gek het ook klinkt er wordt wat afgelachen"
VB: Had u geen schrik dat het ridicuul ging worden, tenslotte ben je met zingende dementen aan het werk?
Edwin Brys: "Neen, maar je moet wel weten waar de grens ligt tussen het relevante en het onfatsoenlijke. Je moet rekenen op de integriteit van de maker. Het materiaal was sterk genoeg, je had geen spectaculaire scènes nodig. Ook wist de therapeut dementie perfect te duiden. Opvallend is ook de grote dosis humor die patiënten ongewild en soms erg doelbewust ten toon spreiden, en dit houdt een programma over een delicaat en vaak schrijnend en ondraaglijk gegeven als dementie overeind. Een programma van een half uur met alleen maar de demente patiënten, is erg confronterend en intriest. Ik denk dat je bijna niets erger kan overkomen dan je rede compleet te verliezen. En hoe gek het ook klinkt er wordt wat afgelachen in De Bijster. Ondanks alles.
VB: Waarom denkt u dat de documentaire in de prijzen gevallen is?
Edwin Brys: "Wel, we wisten dat we een prijs zouden krijgen. (lacht) Neen, we hadden een voorgevoel. Vanaf het ogenblik dat Luc met het materiaal terugkwam wist ik meteen, dit maakt een kans voor een prijs. De universaliteit van het onderwerp en de behandeling ervan met literaire teksten, de humor, de tragi-komische toonzetting , de keuze van muziek, … maakt dat we een onderwerp hadden dat een grote groep mensen kon aanspreken van alle nationaliteiten, klassen of leeftijden. Het programma is sterk emotioneel geladen en als het daarenboven technisch goed gerealiseeerd is, kom je dicht in de buurt van de kanshebbers op een prijs. Heel opvallend was ook de grote dosis humor die patiënten tentoon spreiden. Dit houdt een programma overeind, want niets is zo ondraaglijk als dementie."
VB: Wat was de prijs?
Brys: "Dat was de Prix Italia, dat was een 200.000 frank en daarmee hebben we het kerstfeest van het home gesteund."
* "Piazza, een publiek forum eigenlijk waar alles ter sprake kan komen"
VB: Hoe bent u eigenlijk ooit bij de radio terechtgekomen?
Edwin Brys: "Na de kandidaturen Romaanse ben ik overgestapt naar pers- en communicatiewetenschappen aan de VUB. Zo ben ik op een vrij normale en snelle manier bij de radio terechtgekomen."
VB: Vanwaar uw interesse voor documentaire?
Edwin Brys: "Ik denk dat ik documentaires maakte voor ik wist wat een documentaire was en lang voor ik op de dienst Drama en Documentaires terecht kwam. Wat mij vooral in het genre aansprak was de unieke combinatie van de vier basisingrediënten van radiomaken: woord, muziek, geluid en stilte. En ik was al vroeg gefascineerd door alle mogelijkheden die het medium bood en vooral de stilistische en grammaticale mogelijkheden. Ik wilde de hele grammatica en stilistiek van de radio optimaal benutten. Ik denk dat het er altijd wat ingezeten heeft."
VB: Was Piazza het eerste documentaireprogramma op Radio 1?
Brys: "Daarvoor waren er sporadisch radiodocumentaires en drama, maar we hebben die documentaires samengebracht op zaterdagnamiddag in een vast programma, Piazza."
VB: Vanwaar de naam Piazza?
Edwin Brys: "Een piazza is in Italië het publieke stadsplein, waar tegen valavond al de Italianen naartoe stromen en alles bespreken wat er die dag gebeurd is. Rond acht uur verdwijnen ze allemaal weer en gaan ze eten. Het is echt een vooravondritueel. Vandaar Piazza, een publiek forum waar alles ter sprake kan komen."
* "Documentaire kan peilen naar wat broeit en woelt in een samenleving"
VB: Vindt u dat documentaires nog genoeg kansen krijgen op radio?
Edwin Brys: "Er is één vast documentaire-programma bij ons, gemaakt door een actieve ploeg en geleid door Pat Donnez. Maar het is korter dan vroeger. Vroeger duurde een documentaire ongeveer 35 minuten en nu is dat 20 minuten. Documentaires worden ingekort en meer aangepast aan het tempo en de stijl van een bepaald net. Ook de thema's veranderen en zijn vaker geënt op de directe actualiteit. En opvallend is ook dat, in het buitenland, steeds meer korte, gebalde en snelle vormen opduiken, vooral op jongerenzenders. Maar goed, het genre wordt alvast in stand gehouden."
VB: Waarom werd het ingekort?
Edwin Brys: "Men zegt dat in deze tijd alle informatie zeer snel, zeer versplinterd , zeer verhakkeld de wereld wordt ingestuurd. Men zegt ook dat de luisteraar vermoedelijk de tijd niet meer heeft voor iets wat langer dan vijf minuten duurt, men zegt ook dat documentaire te duur is in vergelijking met andere programma's, maar ik heb daar men twijfels over. Het gaat er niet zozeer om hoelang een programma duurt, maar hoe het tijdsverloop van een programma ervaren wordt. De psychologische tijd, daar gaat het vooral om. Een programma dat saai is, monotoon, vervelend, niet boeiend, lijkt heel traag, maar als je ervoor zorgt dat er in je documentaire om de drie minuten iets gebeurt, een verandering van perspectief, een nieuwe scène, een kleine kanteling, net zoals bij de film, dan is het best mogelijk dat die documentaire van vijfendertig minuten veel sneller gaat dan die van twintig minuten waarin heel weinig gebeurt. Dus, ik geloof eigenlijk niet dat het genre ten dode opgeschreven is. Er is nog een andere kwestie die voor de documentaire pleit. In de meeste programma's hoor je vaak wat, wanneer en waar iets gebeurd is. Het waarom en hoe van wat mensen doen of overkomt, komt veel minder vaak aan bod. Daar is tijd voor nodig en dat is de sterkte van documentaire. Documentaire kan peilen naar achtergronden en naar de motivering van mensen. Naar wat broeit en woelt in een samenleving. Het kan processen blootleggen van iets wat zich voltrekt in iemand of het kan een fenomeen volgen van punt A naar punt Z. Dat vertel je niet in drie minuten. En willen we niet meer weten dan wat er gebeurd is, maar ook waarom? Hoe het zover is kunnen komen, blijft altijd een boeiende vraag."
VB: Maar Piazza is het enige programma waar documentaires worden uitgezonden?
Edwin Brys: "Het hangt er eigenlijk een beetje van af waar je de grens legt. Je hebt soms tussenvormen van documentaire en fictie die je al wel eens kunt horen op Klara, maar eigenlijk heel weinig. Of minireeksen van tien minuten die eigenlijk ook gemaakt zijn met al de ingrediënten van documentaire. En maar goed ook. Het zou gek zijn alleen te zweren bij de langere, meer epische documentaire. Een symfonie of een polonaise, het zijn allemaal valabele en werkbare vormen. Maar op de VRT is het toch overwegend Piazza dat energie en tijd stopt in dit soort radio."
* "Commissaris O" & "Het Leugenpaleis"
VB: Wat zou er gebeuren met de Vlaamse radiodocumentaire wanneer Piazza ermee stopt?
Edwin Brys: "Er zijn ook van die periodes geweest dat het luisterspel op sterven na dood was. In sommige landen heeft men om economische redenen het genre helemaal afgeschaft, ofwel omdat men vond dat de tijden er niet meer naar waren om mensen aan de radio vast te kluisteren. Drama dateert uit de periode van voor de televisie, het was het spannende of lyrische avondvertier van de luisteraar. Nu, in landen waar men het luisterspel opgeborgen leek te hebben, bleek het plots en haast ongevraagd weer op te duiken op een ander net. Omdat het genre zo eigen is aan het medium radio, dat het nog altijd moet hebben van het vertellen van verhalen, in fictievorm of in documentairevorm. Studio Brussel bijvoorbeeld heeft "Commissaris O" in het leven geroepen en de bonte bende prettig gestoorden van "Het Leugenpaleis". Met alle truukjes en technieken van hoorspelachtig allooi en bijzonder geestig bovendien. Het medium laat zich niet zo makkelijk ringeloren. Omdat zijn levenskracht, zijn elan , zijn charme precies te maken hebben met die unieke mix van woord, muziek, stilte, geluid en het besef dat je daar ontzettend veel mee kan oproepen komt zal zich altijd weer opdringen. Daarenboven zal je, naast de pure informatie en de statements van de opiniërende krachten, altijd ruimte moeten laten voor de verhalen van de burger. Radio is tenslotte een gemeenschapsmedium. "
* "'Beste Piazza' klinkt al veel warmer'
VB: Er is toch een reden waarom velen niet echt weten dat er ook op radio zoiets als documentaires bestaat?
Edwin Brys: " Dat men niet weet dat het genre documentaire heet, doet weinig ter zake. Het is eigenlijk een heel saaie naam. Als ik hier begon stond er in de kranten en tijdschriften: 22.10u radiodocumentaire. Dat klinkt weinig aanlokkelijk! Het eerste wat we dede, was het programma een naam geven. Je kunt geen brieven schrijven naar "Beste radiodocumentaire". "Beste Piazza" klinkt al veel warmer. Dus of mensen nu weten dat er zoiets als de documentaire bestaat, doet er weinig toe, wel dat er plekken zijn op de radio waarbinnen je alle stilistische troeven van het medium kan uitspelen. Radio is meer dan plaatje praatje. Het is ook de plek voor beklijvende getuigenissen en verhalen en spitse reportages. En dank zij het sterk evocerend vermogen van het medium komt er nog een dosis welluidende magie bij."
* "Vooral de torens en de koningen en de koninginnen laten van zich horen"
VB: Wat is het belang van documentaire op de radio?
Edwin Brys: "De meeste stemmen die we horen op radio zijn die van politici, sportlui en entertainers. Als je de maatschappij zou vergelijken met een schaakbord, dan laten vooral de torens en de koningen en de koninginnen van zich horen. De gewone pionnen zijn zwijgzaam. Ze worden niet gevraagd te praten. Met andere woorden, je hoort diegenen die beslissingen nemen of die in de schijnwerpers staan, maar diegenen die deze dagelijkse beslissingen ondergaan die komen veel minder aan de bak. Hoe de burger zich door het leven spartelt in goeie of in kwaaie zin, de verhalen van de doorsnee sterveling die hoor je eigenlijk niet zo vaak en daar zijn uiteraard ontzettend boeiende verhalen bij. Dikwijls is het ook zo dat de beste documentaires precies gaan over iets wat onvoltooid is in de mens, iets wat onvervuld is. Het gaat vaak over mensen die iets willen, maar niet kunnen, of mensen die kunnen, maar niet willen. Die spanning tussen droom en daad in het leven en dat leven een beetje op het scherp van de snee is de essentie van de beste documentaires en ik denk dat het evengoed geldt voor een roman, een film of een theatervoorstelling als voor een documentaire."
VB: Is het moeilijk om elke week opnieuw een documentaire te brengen?
Edwin Brys: "Dat is niet makkelijk, omdat gaat je je behoorlijk lang inwerkt en inleeft in elk thema dat je behandelt. Je bent toch snel 6 weken met een documentaire bezig. Je gaat veel langer praten met mensen dan iemand die een korte reportage maakt, je zit te dubben op de structuur, op het gebruik van muziek, op het opnemen van live scènes enzovoort, dus het is toch altijd een beetje een bevalling. Als je documentaire dan af is heb je een afkickperiode nodig. Dag in dag uit documentaires maken is slopend en vermoeiend. Ideaal lijkt me de productie van een viertal per jaar maakt en daarbuiten ander werk. Je moet je gedachten weer op nul zetten om aan iets nieuws te beginnen. Het heeft trouwens weinig zin om dit soort werk alleen maar te laten doen door een vaste ploeg, dan zou die er te veel moeten maken per jaar en is de groep te snel opgebrand. Ik denk dat de kunst erin bestaat om zoveel mogelijk en ook verscheidene talenten en temperamenten aan het werk te zetten. Dat maakt je oogst op jaarbasis veel rijker dan wanneer je telkens met dezelfde ploeg werkt."
VB: En de toekomst ?
Edwin Brys: "Radio heeft eigenlijk nooit de serieuze klappen gekregen die men verwacht had. Zelfs nu nog blijft radio de gezel bij uitstek van de burger, veel meer dan televisie. Radio zet je op van in de vroege ochtend, begeleidt je door een heel aantal dagtaken. Dus ik denk niet dat de radio in de toekomst echt in het gedrang zal komen."
Valerie Baeyens
(Belgian DOC nr 8)