arch/ive/ief (2000 - 2005)

De NATO en zijn kweekschool
by raf Tuesday November 12, 2002 at 05:25 PM
raf.custers@euronet.be

(eerder gepubliceerd in De Wereld Morgen,november 2002) Heel handig heeft de NAVO vroegere vijandelijke legers in Oost-Europa omgeschoold tot handlangers. Eerst werden ze in het Partnership for Peace gelokt. Zogenaamd om beter te interveniëren tijdens rampen en noodtoestanden. In feite zijn ze gedrild in de logica van het Westerse bondgenootschap dat wel eens de militaire arm van de kapitalistische globalisering wordt genoemd. PfP-lidstaten hielpen Joegoslavië openbreken voor de Westerse voogdij. En sinds 11 september leveren ze hand- en spandiensten voor de War on Terror. Binnenkort, tijdens de NAVO-top in Praag, krijgen de beste leerlingen promotie.

Verloren onschuld

"Wij hebben geen leger", zeggen de Zwitsers graag, "wij zijn het leger". Volwassen mannen en vrouwen kloppen vrijwillig militaire dienst, nemen daarna hun wapen mee naar huis en gaan dan tot hun veertigste om de twee jaar bij het leger op verversingskamp. Dankzij dat leger, zo luidt de leuze, weet Zwitserland al sinds 1515 zijn neutraliteit te handhaven. Of het land echt zo neutraal is, valt te bezien. Maar het is nog altijd géén lid van Europese Unie noch NAVO.

Maar het hek is van de dam sinds Zwitserland in 1996 lid werd van het Partnership for Peace (PfP), "om een bijdrage te leveren aan de Vrede". Het PfP is een doorgeefluik ("transmission belt") voor NAVO-ideeën, zo noemde Javier Solana het vehikel toen hij nog baas was van de NAVO, het Westerse bondgenootschap onder leiding van de Verenigde Staten. En zo heeft het zich in Zwitserland gedragen. Het PfP-bureau ontpopte zich tot een actieve NAVO-lobby. De afgelopen jaren heeft het verscheidene referenda doen houden, telkens om van het leger een schakel te maken in de Oost-politiek van de NAVO (zie kader).

Het referendum van december 2001 ging over de vraag of het vrijwilligersleger niet vervangen moest worden door een beroepsleger. Driekwart van de kiezers stemde voor het vrijwilligersleger. Maar in juni 2001 moesten de Zwitsers zich uitspreken over buitenlandse "vredesmissies" van hun militairen. Wie ertegen was dat Zwitserse militairen in het buitenland wapens zouden mogen dragen, werd conservatief genoemd. "Het gaat helemaal niet om het opheffen van de neutraliteit of om lid worden van de NAVO", schreef een "progressieve" krant. Nipt 51% van de kiezers ging mee in die redenering. Zwitserland mag sindsdien voluit gaan tijdens zogenaamde vredesmissies van de NAVO- en het Partnership for Peace.

Wat veel kiezers over de streep trok, is de gewenning. Sinds Zwitserland lid is van het PfP heeft het deelgenomen aan een lange lijst van militaire oefeningen, samen met en in andere PfP-lidstaten. Bovendien heeft het soldaten aan de NAVO-voogdij in Kosovo geleverd. Tel dat alles op en de conclusie is paradoxaal genoeg : dankzij (?) het Partnership for Peace is Zwitserland aan het militariseren.

Dolle schutter

Er zijn maar enkele West-Europese landen bij het Partnership, de meeste van de zowat 30 lidstaten liggen in Oost-Europa en Centraal-Azië. Dat was van bij de oprichting de bedoeling. In januari 1994 trad Ukraïne als eerste lid toe. Dat paste wonderwel in de Amerikaanse strategie, die Rusland wilde klein houden. "Zonder Ukraïne houdt Rusland direct op een imperium te zijn", zei topstrateeg Brzezinski daarover. Ukraïne werd in geforceerd tempo in de Westerse invloedsfeer getrokken, zowel militair via het Partnership als economisch. Nog in 1994 begon het zijn kernwapens te ontmantelen. In 1995 was het na Israël en Egypte de meest gesubsidieerde bondgenoot van de Verenigde Staten. Ukraïne deed wat er verwacht werd. In 1996 leverde het 550 infanteristen en een compleet helicopter-escadron van 400 man, aan de NAVO voor de SFOR-macht in Bosnië.
Zo werd Ukraïne voor de NAVO een modelpartner. In 1997 kreeg het de status van bevoorrechte bondgenoot. De militaire samenwerking werd nog intensiever. De NAVO vestigde er een spionagecentrum en gebruikte het trainingscentrum van Yavoriv. NAVO en PfP vonden Ukraïne de ideale locatie voor militaire maneuvers, waaraan telkens vele tientallen Amerikaanse militairen meededen. Vlootmaneuvers speelden zich af rond de Krim in de Zwarte Zee, zeg maar in Rusland's achtertuin. Na 11 september was Ukraïne het eerste partner-land dat zich openlijk achter de NAVO schaarde tegen De Terreur, en dat zijn luchtruim openstelde voor militaire vluchten naar Afghanistan.
Voor zo'n gewillige leerling-tovenaar strijkt de NAVO graag over zijn hart. Er valt geen kwaad woord over de sociale woestenij in het land (in 1997 en '98 samen kosten katastrofen in de verwaarloosde mijnen aan 650 mijnwerkers het leven), en nog minder over de talrijke ongevallen veroorzaakt door de militairen. In oktober 2001 schoten de militairen vanaf de Krim een S-200-raket af en haalden een Siberisch lijnvliegtuig in neer. Er vielen 78 doden, maar volgens de militairen was het incident te wijten aan "een tragische samenloop van omstandigheden van natuurlijke aard". Ze slaagden er ook in met een raket een appartementsblok te raken, 90 km verderop in de stad Brovarov. Daar viel een half dozijn doden. Ook dit was een ongeluk.

Partnership for Peace, het slaafje van de NAVO
Na de val van de Muur hebben Europese Unie en NAVO in Oost-Europa de taken netjes verdeeld. De EU pakte de consumenten, ze lijfde de emerging markets in, zoals de vroegere socialistische landen werden genoemd, waar de multinationals miljoenen nieuwe klanten zouden aantreffen. De NAVO nam als oogmerk de legers van de vroegere communistische vijand te pakken. De NAVO bracht, zoals NAVO-baas Javier Solana later zei, "de militaire structuren onder democratische controle". Kortzichtig was de NAVO niet, die intenties stonden al in de jaren '90-91 op papier.
Zoals altijd predikte de NAVO de passie. Het pakt verkondigde dat samenwerking in de plaats zou komen van "verdediging tegen grootscheepse militaire agressie" van het Warschau-pakt rond de Sovjetunie. Dat viel vanaf 1990 uit elkaar. De NAVO ging nu proberen de vroegere leden van het Warschau-pakt onder te brengen in een zogenaamde Euro-Atlantische Veiligheids-architectuur : een militair en politiek systeem om van hen betrouwbare militaire handlangers te maken.

Op 20 december 1991, de dag dat de Sovjetunie ophield te bestaan, ontstond de North Atlantic Cooperation Council (NACC) die in Midden- en Oost-Europa het terrein zou effenen. In januari '94 maakte die plaats het Partnership for Peace. In januari '94 trad Ukraïne als eerste lidstaat van buiten de NAVO toe tot het PfP. Nog datzelfde jaar stapte het gros van de oude en nieuwe Oost-Europese landen, van Albanië tot Uzbekistan, in de PfP. Ook Ierland, Oostenrijk, Zwitserland en Zweden werden lid. Laatste nieuwkomers waren Kroatië in 2000 en Tadjikistan in 2002. Nu zijn er zo'n 30 "partners".

Het duurde niet lang voor de PfP-lidstaten door de NAVO op de proef werden gesteld. In Joegoslavië was het oorlog, Duitsland en de Verenigde Staten vooral zetten zich actief in om dat land uiteen te doen vallen. De NAVO bemoeide zich intensief met de oorlog en organiseerde vanaf einde 1996 het bezettingskorps IFOR (later SFOR) dat ten dienste stond van de Westerse voogdij in Bosnië. Aan IFOR namen 21-niet-NAVO-partners deel. Het PfP wierp de eerste vruchten af.
Zijn rol wordt duidelijk. "We moeten soldaten, piloten en mariniers hebben die elkaar begrijpen en tesamen kunnen opereren", aldus Javier Solana. Maar dan onder leiding van de NAVO. Drie jaar later, voorjaar 1999, gaat de NAVO de Joegoslavische republiek bombarderen om haar te straffen voor haar beleid in Kosovo. Andermaal gaan verscheidene PfP-leden, zoals Roemenië en Bulgarije, de NAVO helpen.
Na de oorlog tegen Joegoslavië trekt de NAVO de teugels vaster aan, want het PfP moet "meer operationeel worden om de uitdagingen van de volgende eeuw aan te kunnen". De NAVO zegt nu openlijk dat de "partners" zullen moeten meedoen aan multinationale operaties onder leiding van de NAVO. Daarom moet de "interoperabiliteit" verbeteren : eenheden uit verschillende landen van "partners" en "bondgenoten" (dat zijn NAVO-lidstaten) moeten leren efficiënt samen te werken. In plaats van dat ze minder aan defensie zouden uitgeven, jaagt de NAVO de "partners" op kosten. Ze moeten zwaar investeren in modern wapentuig, om de capabilities gap te dichten. In alles speelt het NAVO-hoofdkwartier de baas. Wie dus wil weten wat er in de toekomst van de Partners for Peace gevraagd zal worden, moet naar de strategie van de NAVO kijken.

De NAVO en de multinationals
In november houdt de NAVO een uiterst belangrijke topconferentie in Praag. Eerst was die aangekondigd als de enlargement summit, de top van de uitbreiding. Maar meer en meer wordt Praag nu een transformation summit. Want de NAVO is zich alweer volop aan het afvragen wat hij gaat doen. De NAVO heeft in de loop van de jaren '90 voortdurend zijn strategie bijgestuurd. Het pakt veranderde naar eigen zeggen van een "defensieve, ja zelfs passieve alliantie" in een "actief instrument ten dienste van de politieke verandering in Europa", zeg maar de rush van de multinationals naar het Oosten.
Na de aanslagen van 11 september 2001 tegen het World Trade Center in New York en het Pentagon, schakelde de NAVO in een hogere versnelling. Wie bedenkt hoe "passief" de NAVO vroeger was, kan zich inbeelden hoe agressief het pakt nu is, of aan het worden is want helemaal zijn ze er nog niet uit.
Na 11 september is Artikel 5 van het NAVO-handvest in werking gesteld, dat bepaalt dat alle lidstaten moeten riposteren wanneer er één collega wordt aangevallen.
In de aanloop naar Praag wordt nu in discussie-teksten gesteld dat die gezamenlijke reactie veel te wensen overliet. De Amerikanen spelen in Afghanistan cavalier seul, zo wordt gezegd, al zijn daar ook militairen uit andere NAVO-landen actief. Die spanning moet in Praag worden bijgelegd. Laten we ons in Praag niet in ruzies verliezen, zegt bij voorbeeld de Duitse generaal Klaus Naumannn, want "de NAVO moet een globale alliantie worden, die de belangen van zijn lidstaten overal kan verdedigen, waar ze ook maar in het gedrang komen, en die de spil kan zijn van alle toekomstige ad hoc-allianties van hen die bereid zijn (the willing)".
Omdat de Euro-Atlantische multinationals tot in de verste uithoeken van de aardbol hun profijt zoeken, kan het dat de Westerse belangen wereldwijd in het gedrang komen. Daarom - en ook omdat het alibi van de War on Terror overeind blijft - staat het voor de NAVO vast dat zijn militairen wereldwijde "ad-hoc"-offensieven zullen voeren.
De spil van die interventie-as loopt nu van het Midden-Oosten en de Kaukasus naar Centraal-Azie, omdat daar gigantische voorraden van petroleum en andere natuurlijke rijkdommen te vinden zijn. In het gebied staan onder leiding van BP en Chevron reuzeprojecten (oa. de BTC-pipe-line van Baku over Tbilisi naar Ceyhan in Turkije) op stapel voor de aanleg van gas- en olie-pijpleidingen. Tegelijk worden militaire voorposten uitgebouwd. In april 2002 kwamen in Georgië - lid van het Partnership - 150 Amerikaanse instructeurs en 10 Amerikaanse gevechtshelicopters aan. Het luidde dat ze in de Pankisi-canyon op Tchetcheense rebellen zouden gaan jagen. Twee maanden eerder had een Georgisch ambtenaar van Defensie de echte reden van hun komst genoemd : ze gingen strategische plaatsen bewaken, "en vooral de bouwplaatsen voor de BTC-pipeline".
De hele strategie is gericht op de exploitatie van de regio, maar ook op het counteren van een Russisch-Armeens-Iraanse alliantie. In die optiek is het Partnership for Peace, waarvan het gros van de landen in de Kaukasus en Centraal-Azië lid is, letterlijk van kapitaal belang. Volgens de NAVO liggen ze in de frontlinie van de war on terrorism.

De NAVO-top van Praag zal overigens òòk over uitbreiding gaan. In 1999 werden Polen, Tsjechië en Hongarije al toegelaten. En nu mogen de beste leerlingen uit het Partnership een klas hoger en worden volwaardig NAVO-lid. Slovakije en Slovenië worden genoemd en mogelijk ook Roemenië en Bulgarije die een beloning verwachten voor de hand-en-spandiensten tegen Joegoslavië tijdens de bombardementen van 1999.
De Amerikaanse president Bush zou graag zien dat het NAVO-pakt zich uitstrekt van de Baltische tot de Zwarte Zee. Mogelijk komen dus ook de Baltische Staten (Estland, Letland en Litauwen) erbij. Ukraïne was een jaar geleden géén kandidaat, maar schijnt dat nu wel te zijn.
Rusland ziet met lede ogen hoe vroegere bondgenoten zich door de vroegere vijand laten opslorpen, nu ook vlak naast de deur. Moskou heeft daarom duidelijk laten verstaan dat het de uitbreiding "een zware vergissing" vindt. Komt daar een openlijk conflict van ? Nog een reden om Praag met argusogen te volgen.