Knack publiceerde deze week een "Dossier onderwijs - universiteiten" dat veel weg heeft van één lange publireportage. Het dossier is bedoeld om leerlingen wegwijs te maken in het universitair aanbod. Pas op het eind klinkt er enige kritiek, en hoe dan nog ...
In een inleidend stukje beschrijft Misjoe Verleyen hoe Knack voor dit dossier te werk ging: "We hebben de persdiensten van elke universiteit om (veel) cijfers gevraagd, die ze ook netjes hebben geleverd. (..) Uit al die pagina's vol cijfers hebben we de leukste en de meest veelzeggende gepikt".
Omdat veelzeggende cijfers toch niet alles zeggen, liet Knack vijf hoogleraren hun universiteit voorstellen. "Zij vertellen wat zij de reden vinden om aan hun universiteit te komen studeren. op hun eigen manier: no nonsense of heel beeldrijk. Heel gestructureerd of juist heel bevlogen."
Tot slot klopte Knack ook aan bij "onze collega's van de studentenmedia: schrijvende pers en radio" en werden een aantal websites bezocht.
Het resultaat van zo'n werkwijze is een dossier waarin je struikelt over titels zoals: "Unieke studentenvoorzieningen" (KUL), "Een hechte groep" (LUC), "Gent is een cultureel bruisende stad" (RUG), "Een regenbooguniversiteit" en "Een fantastische jobdienst" (UA), "Kleurrijke en pluralistisch" en "Goed contact met de proffen" (VUB) ...
Eén van de titels in het dossier luidt cynisch genoeg: "Zonder barnumcampagnes". Tja, die zijn niet nodig als Knack daarvoor zorgt.
Gelukkig voor de 'eer' van Knack, was Misjoe Verleyen zo verstandig om na 28 pagina's reclame (redactionele én 'echte', betaalde reclame-bladzijden) toch zelf nog een artikel te schrijven van 6 pagina's. "Toen waren ze nog met twee" titelde ze. Het stuk gaat over Bologna en de "Europese onderwijsruimte die in Vlaanderen al lang verzand is in gekibbel en wederzijdse verdachtmakingen". Hierin komen onder andere aan bod: het plan van de KULeuven voor één grote Vlaamse associatie, de ingewikkelde hervormingen van het hoger onderwijs, de 'prijs van onderwijs', 'slaagkansen' , 'levenslang leren' ...
Een paar opmerkelijke aspecten hier nog uit.
1) In het stukje 'Hoe lang leren' schrijft Verleyen dat, geconfronteerd met het nieuwe systeem van batchelors en masters, "de studenten een studieduurverlenging vragen." Met welke studenten heeft Misjoe Verleyen gesproken ? Welke student wil er nu voor zijn diploma langer moeten studeren ?
2) In dat zelfde stukje heeft Verleyen het erover dat het nieuwe systeem voor de overheid "zeker duur wordt". En voor de student ? Ooit van de problemen van de democratisering van het onderwijs gehoord mevrouw Verleyen ? Wel ja, één keer vermeldt ze het magische woord. Als ze schrijft dat "de enigen die er op wezen dat Bologna een zoveelste besparingsronde dreigde te worden, de studenten waren. Ze wezen er ook op dat de democratisering van het onderwijs zou worden teruggedraaid. Zoals Bologna verkocht werd, leek het immers de bedoeling dat alleen de allerbeste jongeren zouden voortstuderen." Of dat probleem ondertussen is bijgewerkt, je leest het niet bij Verleyen.
Verleyens overgevoeligheid voor de financiële zorgen van de studenten blijkt overigens ook uit haar slotwoorden. Ze heeft het over de twee topuniefs die in 'Vlaanderen' zouden overblijven, RUG en KUL. En die moeten samenwerken. "En zeg zelf: als studenten wel in Bologna, Salamanca of Praag kunnen gaan studeren, is een beetje reizen in Vlaanderen best te doen." Jazeker en de portemonnees van de studenten én de verkeersfiles zullen daar ook mee gediend zijn.
3) Verleyen heeft in haar stuk eigenlijk vooral aandacht voor de strijd tussen de Vlaamse universiteiten en de rol van de KULeuven daarin. Eén van de tussentitetjes luidt zowaar: "Laten we een NAVO van de kennis vormen. Wie één van ons aanvalt, valt ons allen aan". Deze oorlogszuchtige taal komt van - we hadden het kunnen raden - KUL-rector André Oosterlynck ... De brave man was beter tankkommandant geworden.
4) Interessant is nog dat Verleyen het volgende vermeldt: "De Europese landen hebben via de Wereldhandelsorganisatie in 1994 de General Agreement on Trade in Services afgesloten" (GATS). "Die moet leiden tot de liberalisering van alle diensten. Volgens de WTO is onderwijs een 'dienst'. Dus kan de WTO de Europese landen dwingen om de liberalisering van het onderwijs door te voeren. Dan wordt de markt van het onderwijs overgeleverd aan de vrije concurrentie. Tenzij de lidstaten het onder elkaar regelen. Bologna geeft hen daartoe de kans. " Hoe dat dan precies zit, daar gaat Verleyen niet op in. Weer een gemiste kans.
(e-DIOGENE(S) nr 28)