Een leuke en interessante tekst doorgestuurd van John Jordan, ex-RTS, die een duidelijke positie inneemt in de strategiedebatten binnen de andersglobaliseringsbeweging. Waarbij hij, 130 jaar na Kropotkins Mutual Aid, inspiratie zoekt in de hedendaagse wetenschappelijke vorderingen in de natuurstudie, vooral rond complexe netwerken en hun organisatieprincipes.
“We beschouwen ze niet als terroristen…we zijn er eigenlijk nog
niet uit hoe ze te benoemen” zegt een woordvoerder van Europol, met zichzelf
worstelend om de nieuwe generatie activisten te beschrijven. Een Brits politiek
analist, Hugo Young, viel de “herbivoren” die de postkapitalistische
protesten opzetten aan op het feit dat ze “ er een deugd van maken gedesorganiseerd
te zijn” en “een vormloze huilende bende” noemde de voorzitter
van het WWF ons in Genua. Het bedrijf Rand, een denktank op Amerikaanse bodem,
slaagde erin een meer accurate analyse te brengen. In “Networks en Netwars”,
uit 2002, beschrijven ze de Zapatistische opstand, het web van nauw verbonden
actiegroepen en NGO’s, de affiniteitsgroepen uit Seattle en de tactieken
van het zwarte blok als zwermvorming. En zwermen zeggen ze, zullen de felste
conflicten in de toekomst veroorzaken, omdat ze beseffen wat anderen niet konden
zien: er zit een enorme intelligentie en kracht in een zwermachtige menigte.
Om dat te verklaren zochten ze inspiratie in een fenomeen dat eeuwenlang onderzoekers
en toevallige observanten met verbijstering sloeg: de bijenzwerm. De sleutel
tot begrip van deze verbazingwekkende beweging van bewegingen, kan gevonden
worden in een verheldering van het functioneren van enkele organisatorische
basisprocessen in de natuur. Is het niet paradoxaal dat misschien precies in
de natuur enkele organisatieprocessen verscholen liggen die ons vooruit kunnen
helpen, nu onze samenleving een onverwoordbare destructie teweeg brengt in de
ecosystemen. De tijd is gekomen dat de meester van de slaaf kan leren. Eeuwenlang
overheerste een beeld van de realiteit als een grote machine, waarbij de onderdelen
op een lineaire manier op elkaar inwerken, van oorzaak naar gevolg, van bevel
naar uitvoering. In deze natuuropvatting worden systemen - de taalvaardigheid,
een mierenkolonie of de wereld - steeds hiërarchisch opgevat, met een centraal
verordend controlecentrum. Bovenaan die fictieve orde, die de competitie als
strijd zou opgeleverd hebben, zou de mens staan, als een god al het toneel verlaten
had. Deze mechanische en atomistische beschouwingen stonden centraal in ons
patriarchaal westers wetenschappelijk wereldbeeld, met in hun buurt een groot
deel van de destructieve –ismen uit het verleden: sexisme, imperialisme,
racisme en kapitalisme. Vandaar dat onze taal en cultuur overloopt van verhaaltjes
over hiërarchie en dominantie in de natuur: we zien een bijenkorf en fantaseren
over de koningin als bevelende godin, we bemerken een groep vogels en veronderstellen
dat de eerste leidt en nog steeds noemen we de leeuw de koning van de jungle.
Honderden jaren wilden wetenschappers klare, eenvoudige antwoorden, dus werd
de complexiteit van de echte wereld genadeloos gereduceerd of weggemoffeld:
gehelen werden opgesplitst in deeltjes en geïsoleerd geanalyseerd. Kijk
naar de manier waarop recent de risico’s van GGO’s voor het milieu
in kaart werden gebracht: men ontwierp gecontroleerde (lees: veilige) veldproeven,
waarbij men voorbij ging aan alle banden die in de natuur reeds bestaan, door
tijdens de testen planten er gewoon van af te zonderen of niet voldoende ver
in de tijd metingen te doen. Net zoals transgene gewassen zich zullen verspreiden
via hun pollen of door DNA overdracht, zo ook is alles in de natuur met elkaar
verbonden: er bestaan geen te controleren, geïsoleerde settings in de natuur.
Een mechanisch wereldbeeld slaagt er niet in de verbanden en wederzijdse afhankelijkheden
in het leven te vatten, het is niet in staat om de wereld te zien als wat het
grotendeels is: een immens complex dynamisch systeem waarin “alles met
alles verbonden is”, zoals de ballon in Praag zo beeldend zei. De laatste
tientallen jaren is zich echter een paradigma wissel aan het voordoen binnen
ons wetenschappelijk begrip van levende systemen. Wetenschappers beginnen nu
te ontdekken wat veel oorspronkelijke, inheemse kennis al lang stelde. Ecologisten,
biologen, fysici en mathematici ontdekken steeds meer mogelijkheden om de enorme,
complexe, verbonden netten van het leven te beschrijven, die bestaan uit netwerken
binnen netwerken. Het drong tot hen door dat een groot deel van de essentie
van het leven de mogelijkheid tot zelforganisatie is en wederzijdse aanpassing
aan elkaars noden. Zonder een god, zonder een centrum, zonder controle. Dit
zijn waarden en werkwijzen die wel bekend in de oren klinken van iedereen die
participeert in de wereldwijde beweging tegen het kapitalisme. Het is precies
het verlangen naar zelforganisatie en waardige zelfdeterminatie, dat zowel middel
als doel is van deze beweging van bewegingen. Zelforganisatie was het, dat het
voor activisten mogelijk maakte om de ordekrachten te overtreffen in Londen,
Seattle of Praag. Gemeenschappen, van Chiapas tot Karnataka en van Buenos Aires
tot Durban, vragen slechts één ding: de mogelijkheid om hun leven
en hun afhankelijkheden uit te bouwen los van de versmachtende werking van onderdrukking
en dominantie door de geldwereld en haar instellingen. Ondanks het feit dat
de abstracte vrije markt theorieën ook over zelforganiserende systemen
praten - Adam Smiths onzichtbare hand – wanneer ze een aanval inzetten
op iedere vorm van interventies in de markt. In werkelijkheid walgen staat en
kapitaal van authentieke zelforganisatie. Ondanks de lege retoriek, blijft het
bij de uitbreiding van vrijhandel gaan over een uniform, regelgeleid systeem
dat overal toegepast moet worden, met haar helse consistentie en dwingende controle
is er trouwens niets vrij aan. Ons leven lang wordt ons verteld dat zonder autoriteit
het leven in een chaos zou veranderen. Kapitalisme en staat streven ernaar ons
afhankelijk te maken: lichaamgeestelijk. Leningen kunnen daarbij vaak een krachtig
hulpmiddel zijn. Bill Mollinson, die aan de wieg stond van de permacultuur beweging,
vertelde ooit een anekdote die dit prachtig illustreert “Op het ogenblik
dat de Heer Stamford Raggles naar Singapore reisde, passeerde hij voorbij Indonesië
en merkte op hoe de mensen daar zelfvoorzienend leefden van alles wat palmbomen
hen boden. Hij zei “ deze mensen zijn niet regeerbaar”. Er was nauwelijks
iets dat een bestuur hen kon bieden. Wat er moest gebeuren was met andere woorden
meer dan duidelijk. Leg die verdomde palmbomen plat zodat ze afhankelijk en
regeerbaar worden. Vrije mensen kan je niet regeren omdat ze niets nodig hebben
van wat je hen kan brengen.” Voor de meeste mensen is het moeilijk om
te geloven in de mogelijkheden van zelforganisatie, maar neem eens een vlucht
vogels als voorbeeld. Stel je voor dat je duizenden vogels ziet die één
voor één de lucht in gaan. Wanneer ze stijgen verschijnt stilaan
een patroon, ze groeperen zich in steeds wisselende vormen en dan plots, als
in de verte een valk aangevlogen komt, verandert de hele groep razendsnel van
richting, links, rechts of omhoog stotend, terwijl alle vogels tezamen blijven
en geen enkele lomp tegen de andere aan stoot, de hele zwerm bewegend als een
groot, gevoelig organisme. Maar hier staat niemand aan het hoofd, het gebeurt
gewoon. Filmbeelden die hoge snelheid draaien, onthullen dat de bewegingen in
zo een vlucht vogels zich verspreiden met een snelheid van 1/17 seconde, een
stuk sneller dan de reactietijd van één vogel. De zwerm is duidelijk
meer dan de optelsom van de individuele vogels! Maar hoe is zoiets mogelijk?
Met een zelfde soort verbijstering moeten politieagenten vanuit hun helikopters
gekeken hebben naar de bewegingen van affiniteitsgroepen doorheen de straten,
tijdens veel van de massamobilisaties de afgelopen jaren. Met een zelfde soort
beangstigende verwondering als de analisten die in hun enge controlekamers een
beeld trachten te krijgen van de dagelijkse informatievloed over het internet
tussen steeds wisselende groepjes activisten. Zelf wij, als deel van de beweging,
zijn vaak in de war gebracht door het feit dat op het laatste moment allerlei
zaken enigszins netjes in elkaar komen te passen. De logica van de zwerm is
iets angstaanjagend, vooral als je niet weg bent met haar eenvoudige basisregels.
Degene die niet leren uit zulke waarnemingen, blijven gevangen zitten in de
archaïsche uurwerk logica. En zwerm fenomenen kunnen overal geobserveerd
worden. Denk maar aan de miljarden neuronen in je brein, een neuron op zichzelf
kan geen gedachten vormen, poëzie schrijven of dromen beleven, maar als
ze samenwerken brengen ze onwaarschijnlijke beelden tot bewustzijn. Of stel
je een dichte, zoemende massa bijen voor, zoals ze over het landschap zwerven
op zoek naar een goede plaats voor hun nieuwe korf, zonder een centraal commando
centrum of een aanvoerder. Men moest wachten tot het ontstaan van supersnelle
computers vooraleer wetenschappers konden aanvangen met de verheldering van
dit mysterie, daarvoor konden ze gewoon hun ogen niet geloven en bleven generaties
lang vruchteloos zoeken naar de vogelleider, de geniale bij of de bevelhebbende
cel. Enkel computers slagen er enigszins in deze zeer complexe zelforganiserende
systemen te modelleren. Wat wetenschappers zagen was ontstellend – ieder
element, of het nu een vogel, een bij of een cel is, leek simpele regels te
volgen, toch vormen ze samenwerkend als multitude een uiterst intelligent en
gesofistikeerd systeem. Ieder element ondergaat de sterkste invloed van lokaal
beschikbare informatie, voegt daar enkele eigen gegevens bij en geeft het resultaat
dan weer verder door. In het netwerk of de zwerm ontstaan zo spontaan terugkoppelingsverbindingen
en clusters en als resultaat krijg je de echte wonderlijke organisatievormen
uit de natuur. Dit proces, waarbij eenvoudige locale eenheden gecompliceerd
globaal gedrag genereren, een proces dat niet gedirigeerd wordt door een bewuste
entiteit maar dat eerder te voorschijn komt door de nauwe relaties die de delen
van het systeem onderhouden, geraakte in wetenschappelijke kringen bekend onder
de term ‘emergentie’. Misschien denk je nu dat emergentie zomaar
optreed, het is echter eerder de resultante van een afgelijnde set principes
en processen die men terugvind in dicht verbonden netwerken. En van die principes
en processen kunnen we veel leren voor de opbouw van duurzame bewegingen op
lokaal vlak of om de creatieve stroom levendig te houden. Er bestaat een ingesteldheid
in sommige delen van de postkapitalistische beweging die ervan uit gaat dat
zaken spontaan, zonder planning of organisatie, gebeuren. Zo las ik recent een
email uit Australië die ten onrechte suggereerde dat de grote Reclaim the
Street feesten in Engeland het resultaat waren van pure spontaneïteit,
waarbij de schrijver het spijtig vond dat Australiërs om een of andere
reden deze magische eigenschap, om gewoon de straat op te lopen en een feestje
uit het niets te beginnen, niet bezitten. Spontaneïteit is broodnodig voor
verzet, maar het doet zich slechts voor onder bepaalde omstandigheden; de meest
succesvolle bewegingen zullen diegene zijn die erin slagen zich snel en soepel
aan te passen aan veranderende situaties, net zoals een groep vogels de predator
tracht te vermijden, door verbijsterend grote voorbereidingen en het uitbouwen
van steeds aanwezige contacten en methodes om informatie te verwerven. Neem
de meest succesvolle massa-acties van de afgelopen jaren – Praag of bomspotting
– ongelofelijke structuren werden op voorhand opgezet: men zocht grote
gebouwen voor de ‘convergence centers’, workshops en vergaderingen
werden georganiseerd, affiniteitsgroepen vormden zich, groepeerden zich tot
clusters en werkten manieren uit om te communiceren met Gsm’s of semafoons… Er is geen beter manier om iets te weten te komen over emergentie, dan te kijken
naar het buitengewone gedrag van mierenkolonies. Het was het beeld van zo’n
gigantische kolonie die me voor ogen kwam toen ik verwonderd de drukte in het
spelonkachtige ‘convergence center’ in Praag gade sloeg. Mieren
zijn van de meest succesvolle soorten op aarde, in tegenstelling tot onze eigen
soort die het volgens sommige observatoren nog slechts enkele generaties rekt.
Mieren kunnen nu eens echt bijna overal gevonden worden, van de polen tot de
tropen, van de woestijn tot in de toendra, en ze vormen 18% van de biomassa
van de aarde en ze bestaan reeds meer dan 100 miljoen jaar. Ze kweken schimmels,
verdedigen bladluizen in ruil voor voedingsstoffen en hebben uitzonderlijke
ingenieursvaardigheden. Zo bouwen ze recycleercentra, wasplaatsen en begraafplaatsen
die op handige afstand liggen van het belangrijkste centrum van de kolonie.
Ze hebben in verhouding het grootste brein van alle insecten en lopen snel als
een paard, maar vooral de manier waarop ze samenwerken blijkt de reden voor
hun succes te zijn. Mierenkolonies en bijen werden door 19de eeuwse anarchisten
en communisten als voorbeeld naar voren geschoven voor het “perfecte collectivisme”
waarbij het individu een vaste rol kreeg toegeschreven in functie van het gemeenschappelijk
belang. Maar ook zij zaten verstrikt in de uurwerk logica, zodat ze niet zagen
dat het precies de vrijheid van het autonome individu in mierenkolonies is,
die het mogelijk maakt dat het collectief er op vooruit gaat! Mierenkolonies
helpen zichzelf perfect vooruit en het bijzondere is dat ze dat doen zonder
één mier als verantwoordelijke. Mieren kunnen snel van functie
wisselen: nu eens voedsel zoeken dan weer een nest bouwen om tenslotte de kleintjes
te verzorgen. Ze kunnen de kortste weg naar een voedselbron vinden en selecteren
op kwaliteit, kennen de gemakkelijkste toegang en de afstand tot het nest en
de hele kolonie lijkt op iedere ogenblik te weten op welke plaatsten hoeveel
mieren nodig zijn om het werk op te knappen. De koningin houdt zich zeker niet
bezig met het schreeuwen van orders tegen de honderdduizenden werkers. Wat er
lijkt te gebeuren is dat iedere mier uit haar ontmoetingen met vele andere mieren
kan afleiden wat er te doen valt rekening houdend met de activiteiten van al
de anderen, waarbij - doordat deze informatie permanent wordt bijgesteld door
de duizenden ontmoetingen - de kolonie in staat blijkt haar globaal gedrag (macrostaat)
te veranderen, wat zondermeer verbazingwekkend is. Leg deze tekst weg en ga
eens op zoek naar een mierenkolonie bij jou in de buurt, dat kan niet moeilijk
zijn als het nu zomer is. Of het nu op de rotsen aan de Corsicaanse kust is
of vlakbij je tent in een vochtig bos, je zal de mieren in een eindeloze sliert
zien lopen van de voedselbron naar het nest en terug. Tracht ze even te observeren.
Beelden ingegeven door onze gedeelde culturele achtergrond roepen militaire
colonnes, fiere soldaten die plichtsbewust en overtuigd in de pas lopen, op,
waarbij de ene colonne naar het voedsel marcheert en de andere de buit naar
het kamp mee sleurt, net zoals op een autoweg, geïsoleerde individuen niet
aflatend in de weer voor het hogere. Maar mocht je echt kijken naar wat er gebeurt,
dan zal je iets anders zien: de mieren golven constant weg van de rechte lijn
om elkaar vlug te raken, iedere mier groet degene die uit de andere richting
aangesneld komt, hun hoofden en antennes raken elkaar, waarbij ze chemisch communiceren
door feromonen, vooraleer ze weer op weg gaan. In iedere rij mieren zal elke
mier bij benadering alle andere mieren groeten en informatie uit wisselen. Op
één of andere wijze maken deze vele locale interacties het voor
de kolonie mogelijk om aan iedere mier verschillende taken toe te wijzen en
om de rede van de kolonie efficiënt te laten werken. In de mierenkolonie
is lokaal globaal. Wat zich voor doet is een gigantisch, coöperatief gesprek
van een multitude aan autonome lokale delen – waaraan paradoxaal niemand
volledig maar toch iedereen deelneemt – en deze meerstemmige dialoog creëert
het buitengewone verschijnsel van de verschijning of emergentie, waarbij de
magie in de verbindingen (communicatie) zit die als iets tussen som en product
ervoor zorgt dat het geheel meer is dan wat delen zouden doen vermoeden. De
mieren denken en handelen lokaal maar hun acties produceren overkoepelend gedrag.
Dit fenomeen doet denken aan de beweging van bewegingen, met haar talloze email
lijsten, de basisgroepen die globale netwerken vormen, de intieme vergaderingen,
de verzamelplaatsen en vergadercentra en de mensen in de die de straat overspoelen
als het tij van de zee. De mierenkolonie kon ons helpen bij het efficiënt
opbouwen van een globalisering van onderop, netwerken waarbij het lokale globaal
wordt, de top basis en de ketting van commando’s breken en vervangen worden
door duizenden individuele verbindingen en contacten die gelijktijdig werken.
Waar de kleine mieren de fiere leeuw overspoelen!
De sterkte van verhalen
De logica van de zwerm
Indymedia en de piraatradio’s koppelde informatie van mobiele reporters
in de straten terug naar de blokkerende groepen. Activisten spendeerden maanden
om de netwerken op te zetten van waaruit de intelligentie van een magisch bewegende
en denkende zwerm kan tevoorschijn komen, een zich vervormend organisme dat
het geweld en de chaos in de straten kan overleven en weerstand kan bieden aan
de ontwrichtende repressie. Repressie waar men als individu al denkende bang
voor is, maar eenmaal men al handelend het ‘zwermgevoel’ beleeft
heeft, wordt men er niet eens meer door afgeschrikt. Rand, de Pentagon denktank,
kwam in haar analyses van de zwermen van Zapatistische opstandelingen of leden
van het Direct actie netwerk in Seattle tot de conclusie dat deze bewegingen
voor zijn op de autoriteiten in het beheersen en toepassen van de zwerm logica.
Maar in hun rapport over Seattle zeiden ze ook dat de politie heel wat leerde
uit haar mislukkingen op die bewuste dag in november maar dat de activisten
nauwelijks conclusies trokken uit hun overwinning. De laatste jaren wordt het
immers duidelijk dat, ondanks steeds grotere mobilisaties, teruggekeerd wordt
naar oudere strijdvormen: de grote marsen in plaats van gedecentraliseerde acties,
bijeenkomsten en toespraken in plaats van vergaderingen en spreek rondjes, kortom
vormen die niet uit de nieuw te bouwen werelden komen. Schrikt het nieuwe ons
toch niet altijd een beetje meer af dan het oude? Als we niet dezelfde fouten
willen maken van de grote opstanden uit het verleden, dan moeten we leren om
wegen te vinden die de richtingen volgen die onze overwinningen aangeven, verder
bouwen op het verleden naar de steeds onvoorspelbare en niet in kaart te brengen
toekomst. In alle levende systemen hangt behoud samen met de mogelijkheid om
zich het snelste aan te passen en van koers te veranderen, een concept dat vreemd
is aan vele oudere vormen van politieke organisatie. Veel groepen in de recent
tot stand gekomen netwerken noemen zich ‘disorganisaties’ en deze
groepen trachten te leren hoe men controle uit handen kan geven, om de mogelijkheid
te scheppen dat het systeem zich zoveel als mogelijk zelf leid. Maar om dit
te kunnen, leren we best structuren te ontwikkelen die het ons mogelijk maken
om op een waardige manier controle te verliezen en zo in staat te zijn om de
droge maar fragiele krachten van de geldwereld weg te vagen met onze onzichtbare
vloeibaarheid, vooraleer deze ook de kunst van het netwerken leert te beheersen.
De toekomst van de planeet en de samenleving zou wel eens kunnen afhangen van
wie er het meest succesvol in slaagt netwerken van netwerken uit te bouwen,
autoritaire systemen zijn wel goed in het wijzigen van wetten maar niet in het
veranderen van hun gewoonten, dus het lijkt erop dat we al voor liggen. Door
enkele principes van de zwermen logica en van emergentie te leren, kunnen we
creatieve tactieken en strategieën ontwikkelen die ons nog sterker zullen
maken. Principes die niet enkel in massale straatacties toepasbaar zijn, maar
in alle vormen van organisatie of mobilisatie, via het internet of in onze buurten.
Ook vormen van financieel activisme die inspelen op de psychologie van de financiële
analisten kunnen zich beroepen op de zwerm logica. De mieren observeren
Enkele mieren die kriskras over je keukenvloer rennen maken weinig
kans om die weinige broodkruimels onder je stoel te vinden, net zoals enkele
samenwerkende affiniteitsgroepen de zwakte in de omheining omheen een top niet
zullen vinden of een aantal nieuwsgierige natuurliefhebbers de link tussen de
houding van Fabricom in het Lappersfort dossier en de strijd tegen waterprivatisering
in het globale zuiden niet zullen ontdekken. Maar alles verandert als je het
aantal groepen en individuen en hun onderlinge contacten vermeerdert. Veel interagerende
kleine deeltjes creëren de exponentieel evoluerende magie van de emergentie,
het gedistribueerde zijn, de zwerm logica. Al de meest begeesterende raadsels
– het leven, bewustzijn, ecosystemen en evolutie – bevinden zich
op het terrein van het verdeelde, uitgesplitste ‘zijn’. Iedere dag
komen er nieuwe organisaties bij. Iedere dag ontstaan nieuwe persoonlijke contacten,
of legt het internet nieuwe verbindingen, de technologie die meer voelende wezens
dan ooit voordien met elkaar verbindt. Op het ogenblik dat de wereldhandelsorganisatie
haar eerste ministeriële conferenties in 1998 organiseerde, waren er acties
in de steden van 29 verschillende landen, minder dan 3 jaar later moet de WTO
zich terugtrekken in de woestijn van Quatar, terwijl er acties in 71 landen
plaatsvonden. De wereldwijde bijeenkomsten van netwerken zijn zich ook aan het
vermeerderen. Peoples global action (PGA), World social forum, Peoples summits
enz. Evenals de verscheidenheid aan deelnemers die ze aantrekken. Ondertussen
zien nieuwe webpagina’s, email lijsten en indymedia centra het daglicht.
De massa joeg de autoriteiten altijd al schrik aan, maar wanneer een menigte
bestaat uit individuen die autonoom denken en handelen en waarin iedereen met
iedereen verbonden is, dan zal het niet bij een koude rilling blijven, omdat
deze menigte zich totaal onvoorspelbaar zal gaan gedragen net als een complex
organisme.
Blijf klein:
“Wat de 21ste eeuw misschien voor ons in petto heeft is de ontmanteling
van de massiviteit. Grote bommen, grote dammen, grote helden en gigantische
vergissingen. Misschien wordt het de eeuw van het kleine” schrijft de
Indische romancier en activist Arundhati Roy. Het belangrijkste kenmerk van
de mierenkolonie is de eenvoud van iedere mier. Mocht één mier
op een of andere manier de toestand van de kolonie beginnen vaststellen en bepalen
dan zou het gesofisticeerde gedrag ophouden van beneden naar boven te klimmen
en zou de zwem logica in elkaar klappen. De essentie ligt hem in het intens
verbonden systeem van vele, kleine en eenvoudige elementen. Zodra onze groepen
te groot worden, stokt de communicatie en ontwikkelen zich onomkeerbaar hiërarchieën,
dus iedere keer als dat gebeurt, moeten we leren ons te splitsen als cellen:
groot is onhandig en lomp, klein en verbonden is hetgeen dat we steeds zouden
moeten nastreven. De berg informatie uit de beweging die ons iedere dag overspoeld,
laat een wrang gevoel achter, alsof we individueel achter lopen, maar precies
dat gevoel moeten we van ons afzetten, zoiets als ‘the big picture’
bestaat niet (meer). Niemand kan het geheel van deze beweging zien, zelf niet
tijdens een actie, waar er op het zelfde moment zoveel zaken gebeuren, maar
emergentie leert ons dat niet alles weten een ongelooflijke sterkte is, de lokale
kennis is soeverein. Degene die grote bewegingen en partijen willen bouwen mogen
rustig voort doen, enkel ze zullen eeuwig geconfronteerd worden met ruzies,
afsplitsingen en onenigheden, niet op het minst omdat lokaal aanwezige kennis
steeds conflicteert. Ze zullen nooit de magie van de zwerm ervaren.Een wereldwijd
netwerk van een miljoen kleine groepjes kan nooit door een van de bestaande
politiediensten plat gelegd worden, geen leiders kunnen uitgesloten worden wegens
recuperatie of corruptie, geen hoofdkwartieren zullen bestormd worden en er
zullen geen databases in beslag genomen worden, geen centraal comité
zal geïnfiltreerd worden. Het tijdperk van de grote politieke monsters
is voorbij, lang leve de eenvoudige mieren wiens subtiele bewegingen tot massale
verandering leiden!
Moedig willekeurigheid aan:
zoals merkt beveelt niemand wat de mieren moeten doen, zodat elkeen
vrij is om willekeurig de keuken vloer af te speuren, omdat er duizenden elementen
in het systeem meedraaien kan het geen kwaad dat enkelen schijnbaar doelloos
rond kuieren, de meeste zullen weer anderen ontmoeten die met informatie komen
over de lokale situatie zodat de zelforganisatie van de kolonie steeds doorgaat.
Toevallige ontmoetingen zijn ontzettend belangrijk, omdat dat de plaats is waar
de creativiteit voor het grijpen ligt, want zonder de autonome mier die maar
wat rondzwerft, zouden er geen nieuwe voedselbronnen of nieuwe levenswijzen
aangepast aan de milieuomstandigheden, ontdekt worden. Het was het lukraak rondneuzen
in een deel van de boekenwinkel waar ik normaal nooit kom, dat me bij een prachtig
boek over mieren bracht: de inspiratie wervelde m’n hoofd binnen en ik
zag een kans om aan deze tekst te beginnen. Gedecentraliseerde systemen drijven
voort op de creativiteit van toevallige ontmoetingen. Hoe vaak ben je niet in
een grote bewegende menigte verzeild tijdens straatacties, waarbij je toch tegen
die ene persoon aanloopt die je de informatie kan geven die je nodig had, of
hoe vaak kreeg je niet een willekeurig doorgestuurde mail waarin over iemand
gesproken wordt die je beginnend project van de grond kan krijgen. Maar op traditionele
betoging, van punt a naar b, waar ieder politiek blok, door een spandoek en
stewards, van elkaar afgesloten wordt, is de kans gering dat mensen nieuwe contacten
zullen leggen. Sommige denken dat de revolutie start met eenheid, maar zonder
willekeurigheid eindigt de evolutie. Terwijl sommigen de partijlijn trouw blijven,
dansen en slingeren anderen nieuwe wegen op om de wereld te veranderen. Wat
voor sommige een zootje lijkt, loopt in werkelijkheid over van creativiteit.
Geen netwerk zonder knooppunten??
Ik vind het een zeer intressante tekst, niet in het minst om hij tracht een aantal complexe ideëen te vertellen in mensentaal. Toch heb ik een aantal bemerkingen bij de tekst.
De vergelijking met de mier is zeker niet nieuw, maar volgens mij klopt ze niet.
Ik zou de mieren colonie vergelijken met een mens, maar niet met de mensenlijke samenleving. Het bewustzijn bij de mier speelt zich af op het niveau van de colonie, en niet op niveau van de mier. Zoals het bewuszijn zich bij de mens zich niet afspeelt op het niveau van de hersencel, maar op het niveau van de hersenen en de mens in zijn geheel. De mens als een complex geheel van cellen die met elkaar communiceren door electrische en chemische interactie. Daarnaast speelt bij elke mens de voorplanting een zeer belangerijke rol, bij de mier speelt dat zich enkel af op het niveau van de colonie, het is de colonie die zich voortplant en niet de mier.
Op zich vind ik dat niet belangerijk omdat elke dergelijk vergelijking niet anders kan zijn dan een mechanische vergelijking. Bovendien vind ik het wel zeer juist voor mensen die politiek en filosofie bedrijven dat ze gaan kijken naar de wetenschap. En dat vind ik zonder meer een steer sterk element van deze tekst.
Belangerijker vind ik dat vergelijking redelijk deterministisch is. De plaats van een mier in de colonie wordt immers genetisch bepaald, ondertussen werd reeds aangetoont dat plaats van een mens in de samenleving zeker niet genetisch bepaald is.
Dat brengt ons meteen bij de discussie over hiërarchie en leiders. Deze beweging zou een beweging zonder leiders zijn, "wij zijn het netwerk" . De vraag is toch of dit ook wel zo is.
Als we het over één ding eens zijn dan is dat we absoluut geen behoefte hebben aan de één of andere zelfverklaarde of "Natural born leader".
Maar om even op de idee van netwerken door te gaan, dan is het zeker zo dat een netwerk enkel kan bestaan omdat er knooppunten bestaan. Knooppunten die al dan niet informatie doorgeven, sorteren, stimuleren, .... misschien hebben we geen leiders, maar er zijn in deze beweging heel wat knoopunten die soms zeer ingrijpende beslissingen nemen.
Het internet bijvoorbeeld bestaat niet enkel uit de duizenden mensen die zich op elk denkbaar ogenblik met elkaar in verbinding stellen via dat elektronische netwerk. Het bestaat vooral uit knooppunten : providers, servers, routers, .... die deze verbinding mogelijk maken. Het internet is zelfs een beangstigend hierachish gegeven, het hele netwerk val en staat met de Domain Name Servers (DNS), zij geven aan elke gebruiker, elk knooppunt, ... een bepaald adres. Zonder die DNS geen internet, maar precies die DNS wordt gecontroleerd door een zeer kleine groep van mensen. Zij kunnen als het ware beslissen of je al dan niet een plaats hebt op dat internet. Op de VRT bijvoorbeeld maakt men bepaalde website ontoegankelijk, laatst was Indymedia gewoon onbestaande binnen het VRT gebouw. Je mocht zoveel als je wilde het adres van indymedia ingeven in je brouwser, je kreeg de boodschap dat indymedia niet bestond. Het is nogal normaal dat het internet zo in elkaar zit, het blijft een uitvinding van het Amerikaanse leger, dat lijkt men soms te vergeten.
In Praag was ik zelf zo'n knooppunt. Ik maakte er deel uit van het dispatch team van Indymedia. Wij kregen heel wat informatie binnen die we vervolgens terug verspreiden naar de medewerkers van Indymedia. We stonden ook in verbinding met een gelijkaardig team van het convergentie centrum. Toen wij op een bepaald ogenblik hoorden dat de roze mars tot op de conferentie ruimte was geraakt brieften wij niet alleen de indymedia medwerkers, we spraken ook iedereen aan op de blauwe mars, waarop velen besloten om de mensen van de roze mars te gaan vervoegen.
Dit was natuurlijk geen richtlijn, wij hebben niemand gezegd : nu moet je naar boven, naar de roze mars. Maar het feit dat wij wel de informatie mondeling zijn gaan verspreiden gaf weldegelijk richting aan het gebeuren.
Maar ook de tekst waarover we het hier hebben, en in wezen elke tekst, elke informatie, is een vorm van richting geven, sturen, leiden.
Een aantal mensen in de indymedia ploeg zijn zich daar tenvolle van bewust en hebben besloten dat ze niets meer zouden publiceren op de website omdat ze dat als te veel "richtinggevend" beschouwen.
Ze hebben natuurlijk gelijk, want elk artikel, elke comment, elke feature (stukje voor de voorpagina), ... is een vorm van sturen, richting geven, ... Dat is het probleem voor elke journalist, onderzoeker, ... het feit of hij zich al dan niet op een bepaald thema gaat toeleggen is reeds een subjectieve keuze : wat vinden we al dan niet belangerijk genoeg om er aandacht aan te besteden, om er een artikel over te schrijven, om er over in debat te treden, om er een stukje voor de voorpagina van te maken, ....
De tekst ontkent deze hele problematiek, en ik vind dat meer dan spijtig. Het is zeker niet eenvoudig om zo maar klare antwoorden te geven op dit probleem. Maar de mateforen van zwermen en mierencolonies maken het onmogelijk om op het probleem in te gaan.
Precies omdat de plaats van een bij, mier, wesp, .... in een zwerm of colonie genetisch bepaald wordt.
Het feit of ik al dan niet tijd wil besteden aan een artikel over het lappersfortbos, Diab Abu Jahjah, het Sociaal Forum,... is iets dat op geen enkele manier genetisch werd bepaald.
Ik kan hier zelf niet zo maar een oplossing voor verzinnen, maar jezelf het zwijgen opleggen omdat je wil vermijden andere te sturen is een logica die ik zeer vreemd vindt.
Anderen de mond snoeren omdat ze in een andere richting willen (al dan niet bewust) sturen lijkt me ook geen oplossing. (binnen de grenzen die we als collectief bepaald hebben : geen racisme, sexisme, homofobie, ...)
Het intressante aan iets als indymedia is precies dat er verschillenden meningen met elkaar in contact en botsing komen. Ik ontdekte er tot mijn grote verbazing hoe diep ingebakken het racisme en eurocentrisme is doorgedrongen in ons gehele denken, ik ontdekte er een groep jongeren die hun hele leven inrichtten om een stukje bos te redden, ik ontdekte er de Chilleense, Turkse, Nepalese, .... vluchtelingen, ik ontdekte er de mensen van het Vluchtelingen Aktie Komitee, Collectif sans tickets, ... al die mensen trachten richting te geven, ze trachtten je te overtuigen van hun zaak, ze trachtten je te deelgenoot te maken van hun strijd,...
En om eerlijk te zijn, dat vind ik één van de krachtigste dingen van Indymedia, indien we dat alles zouden bannen zouden we verworden tot een steriel medium, indymedia zou niet langer indymedia zijn.
Het stoort me ook een beetje dat de auteur zich afzet tegen andere denkers, maar hun vizie als een karrikatuur weergeeft. De oude communisten en anarchisten zagen de wereld niet als de som der delen. Integenstelling tot Descartes gingen ook zij er reeds van uit dat om iets te begrijpen het niet voldoende is de som te maken van de kenmerken van de verschillende componenten, maar dat het precies te doen is om de relatie en de interactie tussen die verschillende componenten.
De mens kan je niet verklaren door de som te maken van de kenmerken van verschillenden onderdelen, je kan de mensen enkel begrijpen als je te weten komt hoe die verschillenden componenten met elkaar interageren, communiceren,.... dat geld zowel op het niveau van de ledematen en de zintuigen als op niveau van de celstructuur en het DNA. Dat zijn dingen die zelfs Hegel reeds alsdusdanig formuleerde, het is één van kern ideëen van de dialectiek.
Nogmaals, het wordt als het ware mijn stokpaardje, maar al te weinig mensen lazen die oude denkers, ik vind steeds opnieuw dat ze verbazend actueel zijn.
Het verhaal van de colonie is die mate intressant dat het zelfs de vraag van revolutie stelt. De super colonie zoals die beschreven wordt kon enkel ontstaan doordat ze terecht kwam in drastisch gewijzigd klimaat.
Misschien bewijst dit wel dat zij die het hebben over de volksdemokratie het bij het rechte einde hebben. Namelijk dat de menselijke samenleving maar kan uitgroeien tot een communistische samenleving indien men de strukturen grondig verandert, de omstandigheden schept en beschermt waarbinnen dergelijke overgang mogelijk is. Want wat anders bedoelde Marx met zijn volksdemocratie, dan het scheppen van een staat die de overgang naar het communisme en dus het afsterven van de staat moest mogelijk maken.
Of misschien hebben de anarchisten gelijk, en volstaat het om de huidige maatschappij en al zijn fundamenten tot op de grond af te breken opdat er een nieuwe maatschappij kan ontstaan.
Laat ons hopen dat het niet zal afhangen van een grondige klimaatswijziging.
Precies dat element vind ik het meest facinerende in het verhaal van de mierencolonie. Welke factoren bepaalden dat de verschillende colonies elkaar niet meer te lijf gingen maar overgingen tot samenwerking.
Nogmaals, het wordt als het ware mijn stokpaardje, maar al te weinig mensen lazen die oude denkers, ik vind steeds opnieuw dat ze verbazend actueel zijn.
Ik vind dit een fascinerende tekst, omdat de auteur je binnenloodst in zijn denken, en dat op een verbazend toegankelijke en samenhangende manier.
Vreemd vind ik de vaststelling dat men het normaal vindt dat samenleving van de mens onkenbaar is, maar dat men wel de samenleving van de mier tot in de uiterste detail weet te beschrijven. In het tijdperk dat de wetenschap op het punt staat het menselijk gen niet alleen te begrijpen maar er ook op in te grijpen, vind ik de idee dat wereld onkenbaar is steeds moeilijker aanvaardbaar.
Zeker de wereld begrijpen is geen eenvoudig zaak, maar dat zal pas mogelijk worden als we dezelfde wetenschappelijke nauwkeurigheid aan de dag leggen als de biologen dat doen om de mier, de mierencolonie, de zwerm, of het menselijk gen te begrijpen.
Er valt wat te zeggen voor Han's opmerking omtrent de wetenschappelijke relevantie van bovenstaande tekst. Sommigen zullen zich de zogenaamde 'science-wars' tussen de postmoderne theoretici & de professoren Sokal & Bricmont nog levendig herinneren. Een verderzetting van die 'hoogstaande' academische discussie binnen de antiglobalistische beweging zou ons geen stap dichter bij onze verscheidene doelen brengen.
Maar omdat bovenstaande tekst een redenering beschrijft die niet direct schatplichtig is aan het filosofisch-wetenschappelijke (zeg maar platonisch-hegeliaanse) canon, wil niet zeggen dat dergelijk netwerkdenken ondergeschikt zou zijn aan die filosofisch-wetenschappelijke traditie.
Ze vertrekt vanuit een ander perspectief & bezit ook potentie om mens (individu) & wereld doeltreffend te beschrijven.
Han pleit ervoor om de oude meesters opnieuw te lezen (& te interpreteren). Ik pleit ervoor om daarnaast ook de andere perspectieven op mens& wereld in ogenschouw te nemen. Herakleitos, Democritus, Spinoza, Nietzsche, Bergson etc. kunnen de antiglobalistische beweging extra dynamiet & slagkracht leveren.
Omdat de mierenmetafoor hier (volgens mij terecht) op de korrel werd genomen verwijs ik met graagte naar de tekst van John Appleby : Facing the swarm - Encountering a non-human war machine. (te vinden via deze link : http://www.warwick.ac.uk/philosophy/pli_journal/pdfs/pli_7.pdf)