arch/ive/ief (2000 - 2005)

Diogenes van Sinope: de macht de waarheid aanzeggen
by jpe Tuesday October 22, 2002 at 04:20 PM
mediadoc.diva@skynet.be

Ter gelegenheid van een half jaar bestaan van het wekelijks via e-mail verzonden e- DIOGENE(S), hier enkele teksten over zowel Diogenes van Sinope als over het e-zine zelf (motivatie en FAQ). Eerst: de hondse filosoof Diogenes van Sinope.

Diogenes van Sinope (ca. 400 - ca. 325 v.C.) komt via de overlevering tot ons als iemand die iedereen durfde bekritiseren.

"Met Diogenes begint in de Europese filosofie het verzet tegen de doorgestoken kaart van het 'discours', het 'vertoog'. Diogenes bestreed de zwendel van idealistische abstracties en de schizoïde onnozelheid van een denken dat uitsluitend in het hoofd plaatsvindt. Daarom creëerde hij, als laatste archaïsche sofist en als eerste in de traditie van satirische rennaissance, een rationalisme van de lomperik. (...) Van hieruit is het niet moeilijk de zin van vrijpostigheid aan te tonen. Men moet vrijpostig heid bezitten om te zeggen waarnaar men leeft. In een cultuur waar verstard idealisme de leugen tot levensvorm maakt, is het waarheidsproces afhankelijk van de vraag of er mensen te vinden zijn die voldoende agressief en vrij ('schaamteloos') zijn om de waarheid te zeggen."

Aldus Peter Sloterdijk die in zijn boek 'Kritiek der Cynische Rede' boeiend over Diogenes geschreven heeft.


* Hondmens, filosoof, nietsnut

Diogenes' optreden ging uit van twee belangrijke principes: de 'autarkeia' ('zelfredzaamheid') en de 'philantropeia' ('menslievendheid').

Tal van anekdotes zijn er over hem in omloop. Zo zou hij zijn drinkbeker als nutteloos hebben weggegooid, nadat hij een jongen uit de palm van zijn hand had zien drinken.

Een andere keer toonde een rijk man Diogenes zijn prachtig huis waarin - zo zei de rijke - niet op de grond gespuwd mocht worden. Diogenes fluimde de man midden in het gezicht want dat was "toch het lelijkste plekje van het huis". Maar tegen iemand die zijn vader verachtte, zei de wijsgeer: "Schaam je je niet, zo af te geven op de man dankzij wie je zo hoog van jezelf opgeeft ?" (2)

Eén keer riep hij luid: "Hé mensen !" Toen ze op hem toekwamen bewerkte hij hen met zijn stok. "Mensen heb ik geroepen. Geen vuiligheid !"
Diogenes, zo stelt Sloterdijk, is niet de idyllische dromer in de ton, maar een hond die bijt als hij daar zin in heeft. "Tegen diegenen die mij iets aanreiken, kwispel ik, tegen degenen die mij niets geven, blaf ik en schurken bijt ik."


* Arm niet om de armoede, maar om de vrijheid

Uiterlijk moet Diogenes veel weg gehad hebben van een hippie, een stadsindiaan. Sloterdijk omschrijft hem als een woeste, geestige, listige kerel. Een man zonder bezittingen, die al wat hij had met zich mee droeg. Dat hij een baard droeg, spreekt vanzelf; geen stoppelbaard maar een ongeschorenheid van tientallen jaren.


Door zijn pretentieloosheid kan Diogenes gezien worden als stamvader van de zelfhulpgedachte ('autarkeia'): jezelf helpen door distantiëring en ironisering van behoeften die de meeste mensen bevredigen door ervoor te betalen met hun vrijheid. In dit opzicht sluit hij overigens aan bij Boeddha.

Als 'oerhippie' zette Diogenes zijn stempel op de Europese traditie van intelligent bestaan. Zijn spectaculaire armoede is de prijs die hij betaalt voor de vrijheid. Hij is niet arm om de armoede, maar om de vrijheid.

* "Ga een eindje opzij, uit mijn zon."

Wie probeert om Diogenes' bedoelingen in moderne taal uit te drukken, komt dichtbij het existentialisme. Maar Diogenes praat niet over absurditeit, atheïsme en de andere leuzen van het moderne existentialisme. Zijn existentialisme blijkt het best uit de anekdotes. Het gevaar dreigt wel dat men de filosofische waarde van het 'kynisme' onderschat omdat het 'slechts' in anekdotische vorm tot ons kwam.

De bekendste anekdote is die van de ontmoeting met Alexander de Grote. Toen de veroveraar vroeg wat hij Diogenes geven kon, antwoordde de wijsgeer: "Ga een eindje opzij, uit mijn zon." Seneca schreef: "Diogenes was rijker en machtiger dan Alexander die alles had. Wat Diogenes weigerde te accepteren was meer dan Alexander geven kon." Volgens Sloterdijk fascineert deze anekdote doordat ze toont hoe de filosoof zich bevrijdt van de politiek. Hier zie je een wijsgeer die vrij is om de vorst de waarheid te zeggen. Zijn antwoord negeert zowel de wens van de macht, als de macht van de wens.

Een andere keer stak Diogenes op klaarlichte dag een lantaarn aan. Toen hij daarmee door de stad trok, vroeg men wat hij deed. Hij antwoordde: "Ik zoek mensen." Deze episode noemt Sloterdijk het meesterstuk van Diogenes' pantomimische filosofie. De mensenzoeker met de lantaarn verbergt zijn leer niet in academisch gezwets. Met zijn lamp wijst hij zijn medeburgers aan als verslaafde wezens die op geen enkele manier nog autarke, beheerste en vrije individuen zijn.

* Schaamteloos & opgewekt

De politieke kant van Diogenes' optreden blijkt uit zijn schaamteloosheid. Schaamte is de intiemste sociale binding die ons, nog voor alle concrete gewetensregels, ketent aan algemene normen. De existentiefilosoof legt zich niet neer bij de sociale schaamtedressuur. Diogenes scheet letterlijk op de getikte normen van een samenleving die zich wel schaamde voor haar dierlijke kanten maar onbewogen bleef over winstbejag, onrechtvaardigheid, wreedheid ... Door in het openbaar te masturberen verzette hij zich tegen de deugdzaamheidsdressuur van alle systemen. De opgewekte onanist ('kon men maar door over zijn buik te wrijven ook de honger verdrijven') doorbrak de conserva tieve seksuele economie zonder er vitaal op achteruit te gaan. Seksuele onafhankelijkheid blijft één van de belangrijkste voorwaarden voor emancipatie, stelt Sloterdijk.

Wonen deed Diogenes in een 'ton', om te tonen dat hij afzag van al het bijkomstige. De Atheners (of de Korinthiërs) gaven hem daarom de scheldnaam 'hond'. Diogenes noemde er zijn filosofische stroming naar: het 'kynisme'. Met Sloterdijk moeten we dat 'kynisme' overigens onderscheiden van het cynisme, dat er later uit ontstond maar dat Diogenes' houding 180 graden omkeerde.

De essentie die Diogenes uit zijn denken haalde, was dat hij geleerd had op alles voorbereid te zijn. Daarom woonde hij in een ton: hij kon overal leven omdat hij op elke plaats harmonieerde met zichzelf en de natuurwetten. Voorwaar een sterke aanval op de ideologie van Goed Wonen en de comfortabele vervreemding. Diogenes weigerde heel de 'bovenbouw'. Hij weigerde wat de beschaving te bieden heeft aan comfortabele verleidingen om mensen te verlokken tot dienstverlening aan haar doelstellin gen. Wat hij zich echter niet liet ontnemen waren de vrijheid, bewustheid en levensvreugde. Bovendien was hij één van de eersten om zichzelf als wereldburger te beschouwen.

Ecologist was Diogenes ook. Zo leerde ons de Duitse Bondskanselier Helmut Schmidt toen hij in 1976 als cynicus sprak om te waarschuwen tegen kynisme. "Niemand zou zich moeten laten beïnvloeden door de geleerden van de Club van Rome die ons verteld hebben dat we allemaal weer terug moeten naar het eenvoudige bestaan. Daar zijn we niet voor gekomen. Daar werken we ook niet voor. Dio genes kon in zijn ton leven en was daarmee tevreden. Maar hij was een filosoof en dat zijn wij allen meestal niet."

Toch worden we gefascineerd door de kynische levenswijze en met name door haar ongelooflijke opgewektheid. Wie zich onderworpen heeft aan het 'realiteitsprincipe' (aan de samenleving) kijkt verbluft, geërgerd maar ook gefascineerd naar hen die 'de kortste weg naar het eigenlijke leven' kozen. Diogenes stelde dat het goddelijk is niets nodig te hebben en godgelijk slechts weinig te behoeven.


* De levensfilosofie van de crisis

Na Diogenes zouden andere filosofen gedeeltes van zijn leer overnemen maar - zoals Sloterdijk aantoont aan de hand van het leven van 'Lucianus van Samosta, de spotter' - zich niet meer houden aan de kynische onthouding. Ze gaan op zoek naar rijkdom en roem. De kritiek wisselt van kamp. Het cynisme is geboren.

Maar juist in onze cynische crisistijden is het kynisme meer dan ooit nodig. "Het kynisme" schrijft Sloterdijk "is de levensfilosofie van de crisis. Alleen met dit wapen in de hand blijft geluk in het ongewisse mogelijk. Het kynisme leert inperking van de eisen, wendbaarheid, besluitvaardigheid, luisteren naar wat het moment te bieden heeft. Het weet dat elke verwachting van vaste carrières en elke verdediging van sociale bezitsverhoudingen verstrikt zullen raken in een bestaan als 'bezorgdheid'." En dat is wat de onafhankelijke intellectueel net wil vermijden. Kynisme en een onafhankelijke intellectueel leven gaan hand in hand.

JP Everaerts

(1) In 'Kritiek van de Cynische Rede' schreef de Duitse filosoof Peter Sloterdijk uitgebreid over Diogenes. Sloterdijks visie op Diogenes vatten we in deze tekst kort samen.

SLOTERDIJK, P., Kritiek van de Cynische Rede, deel 1, vertaald door Tinke Davids, Nederlandse vertaling en uitgave: Uitgave De Arbeiderspers, Amsterdam, 1984, ISBN 90 295 4604 2.

(2) Tekst gebaseerd op o.a. de 'alfabetische namenlijst' in het boek "Petrarca, leven in eenzaamheid en brieven aan zijn broer", vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Chris Tazelaar, uitgeverij Westland, Schoten, 1993

meer
by att Tuesday October 22, 2002 at 08:26 PM

Ik vond een tijdje geleden in dat verband het boek: "Cynismen.Portret van de hondse filosoof." bij De Sleghte in Brugge, ik zag het ook liggen bij De Sleghte in Gent...

ONFRAY, M.,Cynismen.Portret van de hondse filosoof.Ambo/Baarn,1992,ISBN 90 263 1078 1