arch/ive/ief (2000 - 2005)

Pombo: "Toen ik Che voor het eerst zag, was ik meteen onder de indruk"
by Katrien Depoorter Sunday October 13, 2002 at 04:39 PM
ics@lai-aib.org

Een duizendtal mensen nam zaterdag deel aan de Cuba-solidariteitsdag Che Presente. De dag stond in het teken van de strijd voor de bevrijding van de vijf Cubanen die in de VS opgesloten zitten omdat ze geïnfiltreerd waren in de anti-Cubaanse maffia, met het doel terroristische aanslagen tegen Cuba te voorkomen. Ook de 35ste verjaardag van de moord op Che Guevara werd herdacht. Daarvoor was Harry ‘Pombo' Villegas naar Brussel gekomen.

Harry Villegas, guerrillanaam Pombo, was een van de stichters van de Cubaanse Communistische Partij en stapte op jonge leeftijd in de strijd tegen dictator Batista. Hij vergezelde Che later ook naar Kongo en Bolivia. "Voor mij persoonlijk was Che een speciale man, zo begon Pombo. Een voorbeeld van altruïsme, eenvoud, eerlijkheid en moed. Hij hield niet van macht en wou geen leider zijn. Daarom trok hij, toen de strijd in Cuba gestreden was, door naar Kongo en later naar Bolivia. Hij wou een republiek van en voor iedereen, een grondwet gebaseerd op rechtvaardigheid. Zijn grootste wens was zijn vaderland Argentinië te bevrijden."

Pombo trakteerde zijn gehoor op een resem boeiende anekdotes. "Ik ontmoette Che Guevara in de Sierra Maestra. Meteen was ik onder de indruk van deze Argentijn. Hij zat op een grote ezel, met zijn pet scheef op z'n hoofd en een groot geweer om zijn schouder. Ik zei hem dat ik mee wou strijden. Che vroeg naar mijn wapen, maar dat had ik niet. Hij zei me dat ik moest proberen een Cubaans soldaat zijn geweer af te nemen. Al gauw werd ik verraden door informanten van de regering. Op zeker moment stonden soldaten voor de deur om me aan te houden. Gelukkig hadden wij een bananenveld achter ons huis, langs daar ben ik gevlucht. Ik zocht Che op en zei hem dat de ontwapening niet gelukt was. ‘Niet het wapen is van belang, maar je wil om te strijden', antwoordde Che. Van dan af werden wij kameraden."

"Che dacht dat ik afgestudeerd was aan de universiteit, omdat ik op al zijn vragen een antwoord wist. Maar eigenlijk was ik maar een ezel. Ik was afkomstig uit de boerenbevolking en kon amper lezen en schrijven. Toch moest ik les geven. Ik was ook boodschapper en liep voortdurend heen en weer tussen Che, Fidel en Raul Castro en andere commandanten."

Villegas vertelde dat ze met driehonderd guerillero's o.l.v. Che van het oosten van het land naar het centrum trokken en beetje bij beetje het leger van Batista afmatten. "We vochten echter niet alleen tegen het leger, maar ook tegen de cyclonen. We doorkruisten de helft van Cuba met onze voeten in het water." "In tegenstelling tot de Romeinen zei Che nooit ‘verdeel en heers!', maar wel dat we onze krachten moesten bundelen als we wilden overwinnen. In Santa Clara werd ik leider van een peloton van pas opgeleide soldaten. Ik moest van Che met hen door het centrum gaan, terwijl het leger links en rechts stond. Toch beval ik de jonge soldaten om zich te verspreiden. Ik hoorde Che roepen: ‘Lafaard, ga langs het centrum!'. Later zei Che me dat ik als leider altijd de kop moest trekken en een voorbeeld moest zijn voor mijn peloton."

Ook in Kongo streed Pombo aan de zijde van Che Guevara. "Voor Che was de strijd in Afrika één grote mislukking, vertelde Pombo. Wij begrepen de Afrikanen niet, ze hadden andere sociale patronen dan wij. Daarbij kwam nog dat niemand er geschoold was." Harry Villegas is de enige overlevende van de Boliviaanse guerrilla met Che die een dagboek heeft bijgehouden. Hij In 1996 publiceerde "Un homme de la guérilla du Che".

Pombo geeft nog drie uitzonderlijke conferenties in België:
- woensdag 16 oktober om 19.30 u in Gent (Blandijn)
- donderdag 17 oktober om 19.30 u in Brussel (ULB, Campus Solbosch)
- vrijdag 18 oktober om 20 u in Brussel (Internationaal Centrum, Lemonnierlaan 171)