arch/ive/ief (2000 - 2005)

Bombspotting IV: verslag van een activist
by joeri Monday, Oct. 07, 2002 at 4:41 PM
joericoppens@pandora.be

verslag:

Waarom? sja, zo veel redenen. Uiteraard ook de redenen die het "forum voor vredesactie" en "voor moeder aarde" uitgewerkt hebben. Deze actie, en mijn deelname eraan, paste voor mij in een algemener kader, waar kernwapens (en de aanwezigheid ervan in onze directe omgeving) een van de vele symbolen zijn van het onrechtvaardige, schijn-democratische systeem waarin we leven en dat in stand gehouden wordt door middel van zichtbare, en minder opvallende (bvb. zwaar richtinggevende opdringerigheid van media en onderwijs) repressie. (sorry voor de bondige en misschien sloganesk en simplistisch overkomende visie, maar het was de bedoeling een actieverslag te schrijven, geen uitgebreide maatschappijvisie).

Leuk dat er deze keer ook een bus vanuit kortrijk vertrok. Veel gekwebbel was er te horen voor en na het vertrek van de bus, die gevuld was met een erg heterogene groep activisten.
Hoe dichter bij Kleine Brogel, hoe meer de positieve spanning opbouwde. Na uitleg over de actie en wat erbij kwam kijken door de busverantwoordelijken, beheersten ondermeer discussies over waar we best konden gedropt worden een deel van de bus, de sfeer was erg goed.

Na wat telefoontjes tussen onze buscoördinator en de thuiswacht beslisten we te voet verder te gaan vanuit Wijchmaal (deelgemeente van Peer), met een deel van onze groep.
Twee mensen die opgepikt werden door een auto, werden tegengehouden aan een politieblokkade, opgepakt, en onmiddellijk weer vrijgelaten, hoorden we via een telefoontje. De activisten die op de bus bleven raakten heelhuids in Kleine Brogel, de rest van de dag zouden we ze niet meer zien.
Met een vijftiental gingen we op weg, eerst te voet, dan een lift gekregen in een grote camionette, later weer te voet. Na een korte discussie over de verder te volgen weg, besloten we ons op te splitsen in twee groepen. Na anderhalf uur wandelen door veldbaantjes, velden, mais, bosjes, nog een opsplitsing, en nog een maisveld wisten we het allemaal niet zo goed meer. We zaten dicht, maar hoe dicht, daar had ons groepje geen idee meer van. Verscheidene malen verdoken we ons om ons niet te laten ontdekken door de verschillende helicopters. Na een picnick te velde blijken we op een bepaald moment vast te lopen: rechtdoor (noordwaarts) de kazerne, rechts van ons militairen, zoekende naar activisten die uit de maïs opduiken, en links de weg. Na wat overleg, en verkenning, ging een van ons praten met wat activisten verderop. Blijkbaar laat de politie activisten wandelen op de weg, zolang het in groepjes van niet meer dan vier gebeurt. Iets later passeren we het spotterspunt, waar we vorig jaar het terrein opgingen. Dat lag er dit jaar rustig bij, behalve een groepje dat het zich gezellig maakte aan de pic-nicktafel aldaar. Terwijl we doorlopen blijven er politiewagens over en weer rijden.

Ineens ver voor en achter ons geen aankomende politiemensen of -auto's te zien. Na kort beraad besluiten we dat we hier een poging zullen doen. Op 't gemak, maar vastberaden springen we alle vier de draad over, met behulp van een reflectorpaaltje. We zetten ons neer, beginnen te picnicken.
Even is er rust, de sandwich met kaas smaakt me wel. De soldaten rechttegenover, kunnen niet bij ons raken, wegens de scheermesprikkeldraad die ons gescheiden houdt. Na een tweetal minuten komen er 3 militairen op ons af. Eén ervan grijnzend terwijl hij ons bekijkt; een collega van hem ziet het en houdt hem tegen, terwijl hij op hem inpraat. Iets later komen er politiewagens aangereden, en nemen politiemensen over. Mijn drie mede-activisten worden gevraagd recht te staan, de politiemensen helpen hen over de draad. Bij dit manoever raakt de broek van een van de bombspotters gescheurd, "de politie heeft me sexier gemaakt" zal ze er later in de politiebus over grappen. Ook ik wordt toegeroepen te moeten rechtstaan en deel de politieman mee dat ik nog aan het eten ben. Met deze opmerking wordt geen rekening gehouden en iets later wordt ik horizontaal over de omheining gehoffen, terwijl ik me slap en passief hou. Ik word neergezet. Aaaaaaaaaa, roep ik uit. de agent die aan mn oor trekt laat uiteindelijk toch los. Ik voel me een berispt jongetje die vind dat ie niets verkeerd gedaan heeft. Daarop krijg ik handboeien om die veel te strak zitten, terwijl ik erover klaag dat ze mijn broodje afgepakt hebben; ik bedank ook de politieman die de spullen die uit mijn zakken vielen in mijn rugzak propt. Een politieman toont trots een camera die hij gestolen heeft van iemand die foto's zat te nemen van onze actie. Een politievrouw laat zich gelden door twee van ons met een knie in de rug te porren omdat we niet rechtop genoeg zitten (ik vergeef het haar, in zo'n macho politiewereld moet ze toch ook haar mannetje kunnen staan, al vind ik het erg jammer dat ze niet het positieve voorbeeld geeft aan haar collega's).
Meerdere politiemensen beginnen geënerveerd te raken, ik besluit mn passieve houding om te zetten in een licht actieve medewerking, kwestie van mn kameraden niet in moeilijkheden te brengen. Enkele van de politiemanschappen lijken een pik op me te hebben, fair enough, het zondebokmechanisme is nu eenmaal een fenomeen van deze wereld. Na wat getrek aan mijn handboeien die ondertussen verschrikkelijk in mijn polsen snijden, merkt een van de politiemensen toch op dat ze echt wel te strak zitten. Niet zonder problemen krijg ik er toch nieuwe om en kan ik in de arrestantenbus. Mn kameraden vervoegen me gauw, en al hobbelend en schuivend van de ene kant van de bus naar de andere door het oneffen terrein komen we aan bij een zijkant van het militair domein, waar we nog enkele andere activisten opgepikt worden. Zij werden preventief opgepakt, leert ons een snelle babbel. Het politiebusje stopt, de deuren gaan open, "iedereen eruit" klinkt het ietwat bars, "behalve jij", naar mij wijzend. Snel maak ik nog een afspraak met een mede-arrestant dat ze vrienden van me inlicht, van zodra ze kan. Ik vraag de chauffeur nog waaraan ik deze privileges verdiend heb. "jou brengen we ergens anders naartoe" roept hij me toe.
Enkele minuten later wordt ik binnengeleid in een administratief gebouw. Daar wordt ik toevertrouwd aan twee agenten zonder uniform. Na een zoektocht naar een leegstaand lokaal, wordt ik binnengeleid in het lokaal van de vrouwenkleedkamer. Gelukkig storen we niemand in haar privacy. Daar krijg ik te horen dat ik gerechtelijk aangehouden ben wegens het vernielen van eigendom, weerspannigheid en het verstoren van publieke orde. Over het verstoren van de publieke orde wordt verder niet gesproken (als ik sommigen hoor, dan verstoor ik de publieke orde al zowiezo door mijn aanwezigheid op deze aardbol).
Vervolgens volgde er een gesprek van naar schatting 10 a 15 minuten over hoe ik nu eigenlijk over die draad geraakt ben, en of ik al dan niet die omheining kapot gemaakt of beschadigd heb. Ik zou het liever over de aanwezigheid van kernwapens op het militaire domein hebben, maar daar hebben mijn gesprekspartners duidelijk geen oren naar, al verzekeren ze me wel verscheidene malen dat mijn schriftelijke verklaring over het waarom van mijn daad als bijlage bij mijn andere verkklaring zal gevoegd worden. Na het veelvuldig ontkennen dat ik de omheining doorgeknipt zou hebben (niet dat ik daar problemen mee heb, vermits de politieke zaak nu eenmaal enorm veel zwaarder doorweegt dan het beschadigen van wat omheiningsdraad; maar als ik het niet gedaan heb, dan heb ik het niet gedaan he). De man tegenover me twijfelt er duidelijk aan dat ik de fysieke mogelijkheid had om die omheining over te springen. Nu weet ik ook wel dat ik een stijve hark ben en over een ronduit slechte fysieke conditie beschik, maar ik ben er wel degelijk zelf overgeraakt. Hierna volgde dan een naar mijn aanvoelen ellenlang gesprek over het reflectorpaaltje dat ik als steun gebruikt heb, en over het al dan niet beschadigd geraakt zijn van de omheiningsdraad. Bij mijn weten raakte niets beschadigd, ook niet door de politiemannen ter plaatse, en dit verklaarde ik dan ook. Vervolgens kwam de beschuldiging van weerspannigheid aan bod. Ik verklaarde meerdere malen dat ik niet weerspannig geweest was, hooguit passief, en voegde eraan toe dat een agent het laatste deel van mijn sandwich afgepakt had (ik hoop bij deze dat hij het smakelijk vond).
Mijn afgelegde verklaring werd me voorgelezen, gevolgd door de vraag of ik het wilde ondertekenen. Normaal gezien onderteken ik zulke papieren zowiezo niet. Maar omwille van de valse beschuldigingen besloot ik daar deze keer toch maar een uitzondering op te maken. Toen ik het nog es nalas, betrapte ik mezelf erop dat ik eigenlijk toch weer te veel gebabbeld had (ik babbel eigenlijk zowiezo veel te veel). Niet dat er iets verkeerd instond, maar met het gerecht weet je nooit. Toen ik wat passages liet schrappen, begonnen ze het op de heupen te krijgen, wisselden ze onder mekaar wat blikken uit. Snel erna stopte ik met schrappen, die mensen doen immers ook maar hun job (ik kreeg deze opmerking warempel heel de dag niet te horen vanwege politiemensen en/of soldaten; daarom haal ik ze zelf maar even boven). Eigenlijk hoefden er in dat verslag maar drie zinnetjes (de reden van mijn daad van burgerlijke ongehoorzaamheid door de basis te betreden uiteraard niet bijgerekend), maar mijn vlaag van bondigheid werd dus niet op prijs gesteld. Hierna was het wachten tot een van de agenten gecommuniceerd had naar de commandant die mij met de beschuldigingen opgezadeld had. Een resultaat van dat gesprek heb ik niet gekregen.
De andere agente leidde me de gang in, vermits ik het telefoontje blijkbaar niet mocht horen. Verschillende malen droeg ze me op dat ik niet mocht gaan lopen, terwijl zij weg was. Natuurlijk zou ik niet gaan lopen, ik mocht er zelfs roken, en zat er beschut tegen de regen! Tijdens de tweede sigaret werd er nog een arrestant bijgebracht. Hij vroeg een vuurtje, ik gaf het hem. Na enkele trekjes kwam er zwaar protest: "wie heeft jou de toestemming gegeven om te roken!?" "Hij", antwoordde de mede-arrestant, naar mij wijzend. Ik kon een diepe glimlach niet onderdrukken. Hij moest zijn sigaret doven, en mocht niet roken vermits hij weigerde tegen hen te praten en hij zijn identiteitskaart niet wilde tonen, terwijl ik wel mijn medewerking verleende, aldus de politievrouw ("vind jij mij dan niet weerspannig?" kwam onmiddellijk in mijn hoofd op, ik kon de vraag echter inslikken). Bij zoveel privileges kon ik me echt niet goedvoelen, doofde mijn sigaret in solidariteit met de medegevangene, en verklaarde dit ook aan de aanwezige "ordehandhavers".

Iets later werd ik opgesloten in een van de "kampen". Na het geruststellen van vrienden over de foon, had ik rijkelijk de tijd om een babbel te slaan met oude bekenden. Ook anderen maakten er een zo leuk mogelijke tijd van: mensen en rugzakken werden opgeworpen uit een gevonden net, frisbee's vlogen in het rond, ervaren jongleurs leerden de kneepjes van het vak aan beginners, er klonk alle soorten gezang en er werd naar het schijnt zelfs monopoly gespeeld,... Jammer van het incidentje aan de poort. Een bedankje aan kokkerellen voor het voedsel, de appel heeft erg goed gesmaakt.
Enkele uren later werden we vrijgelaten.

Al bij al een geslaagde actie, mijns inziens. De kans dat er een gerechtelijk gevolg gegeven wordt aan de actie is erg klein (over de aanwezigheid van kernwapens dan; rechtzaken over weerspannigheid en dergelijke tel ik hier niet mee), dit lag vooraf dan ook in de lijn der verwachtingen.
Het overschakelen naar andere tactieken vind ik dan ook een wijze beslissing. Het collectieve betreden van de basis vorig jaar, gaf me wel een leuker gevoel, had ook een zwaardere impact op de pers (alhoewel de lange natuurwandeling van dit jaar toch ook een leuke ervaring was), maar dit was nu eenmaal niet mogelijk door de gewijzigde strategie van de "ordehandhavers".

Na nog wat bijpraten en ervaringen uitwisselen bij een erg lekkere kop soep in het parochiecentrum in kleine brogel terug de bus op, naar huis.

zie ook:
Interview met arrestant vanop de basis
Censuur door de Federale Flikken