Eerste regionale sociale forum in België: deel 3, vernieuwing van de derdewerel by Maarten Van Hove Monday, Oct. 07, 2002 at 3:19 PM |
vanhovemaarten@yahoo.com www.11.be/vernieuwing |
Op zaterdag 5 oktober vond samen met bomspotting ook het eerste regionale sociale forum van België plaats. De opkomst de eerste dag was stevig, met meer dan 100 man, maar viel de tweede dag tegen met op het hoogtepunt 15 man. Het aantal mensen aanwezig was echter omgekeerd evenredig aan de diepgang van de workshops.
Meer informatie over de tweede dag van het forum zelf en over de workshop duurzame streekontwikkeling kan je in delen 1 en 2 vinden.
Op zaterdagnamiddag zakte Rob Adriaensen af naar Geraardsbergen. Rob is een 11.11.11 veteraan en ook de oorspronkelijke bezieler binnen 11.11.11 van Worldshake.
Wie niet vertrouwd is met Worldshake (en nu heb ik het niet over de gelijknamige sapjes), het was een grootschalig evenement voor jongeren, dat twee en een half jaar geleden plaatshad in Mechelen. Het thema was de groeiende kloof tussen arm en rijk en uiteindelijk zakten er maar liefst 30.000 jongeren af naar die stad. NGO's van alle pluimage sloegen voor één keer de handen samen voor dit monsterproject. Het was een denderend succes.
De NGO's waren echter tot scha en schande verplicht om in de eigen boezem te kijken toen de succesvolle jongerendag was afgelopen. De reden? Er kwamen ongelooflijk veel vragen binnen bij de NGO's van enthousiaste jongeren die waren geïnteresseerd om verder rond het Worldshake-principe te werken. Omdat de dag was opgevat als een eenmalig project, waren ze echter genoodzaakt om al deze jongeren terug naar huis te sturen: Worldshake was gedaan. Wat het had aangetoond was a) jongeren zijn wél geïnteresseerd in de wereld en b) de NGO's zijn verkeerd bezig als ze hen gewoon terug moeten wegsturen.
Het gevolg was dat de NGO's gingen nadenken. Het was duidelijk dat hun impact tanende was, dat ze niet de doelen bereikten die ze wilden bereiken. Rob Adriaensen kreeg vanuit 11.11.11 de opdracht om een vernieuwing van de derdewereldbeweging in gang te trekken.
We zijn nu twee jaar verder, en de NGO's hebben de stap gezet naar MeAnders, een vernieuwingsevenement dat op 26 oktober beroepskrachten, vrijwilligers en sympathisanten moet samenbrengen om mee aan een nieuwe kracht van de derdewereldbeweging te denken en te bouwen.
Naar aanleiding van dit vernieuwingsproces en de aanloop naar MeAnders, was Rob vandaag uitgenodigd op het Regionale Sociale Forum voor een diepgaande discussie.
WAAROM DE IMPACT VAN DE NGO'S VERMINDERT
Rob is al dertig jaar actief binnen de derdewereldbeweging en was dus ideaal geplaatst om de trendbreuken aan te duiden tussen de beweging van dertig jaar geleden en die van vandaag.
Op een vernieuwingsweekend van de NGO's een jaar geleden, waren uit de discussies al de volgende vaststellingen naar boven gekomen.
Na dertig jaar lijkt het bijna onafwendbaar dat elke sociale beweging in zijn groei tot een instituut verwordt. De vrijwilligers die oorspronkelijk de beweging trokken, groeien door tot beroepskrachten. De vrijwilligers vergrijzen en de breuk tussen beroepskrachten en basis groeit, met een sterk verzwakte dynamiek en radikaliteit tot gevolg. De wervingskracht neemt sterk af.
Een afnemende wervingskracht zorgt meteen ook voor een stijgende profileringsdrang vanuit de NGO's, die allemaal willen bewijzen dat zij een sterk verhaal hebben, een unieke identiteit en een grote impact. De interne concurrentie tussen de NGO's is echter nefast voor de hele beweging: in de profileringsdrang verworden ze allemaal tot eenheidsworst.
Verder heeft de NGO-wereld zich doorheen de jaren de gewoonte eigen gemaakt om steeds te werken in losse projecten. Men werkt twee jaar rond de Tobintaks, tot de tijd op is. Dan begint men met een nieuw onderwerp (grond, water), en is er van de Tobintaks weinig sprake meer. De speerpunten om de doelen koste wat het kost te bereiken, worden nog maar zelden gemaakt. Dat Worldshake na een bulderend succes toch ook maar éénmalig was, vertelt het hele verhaal. Meteen erna moeten alle educatieve medewerkers opnieuw moeite doen om al de jongeren te bereiken.
Daarnaast is ook de maatschappij aan het veranderen. Iedereen die met vrijwilligers aan de slag is, merkt dat het moeilijker lijkt te worden om mensen te motiveren. Het verenigingsleven neemt af.
Tenslotte wordt er binnen de NGO's ook sterk nagedacht over het zogenaamde ‘einde van de derde wereld'. De vraag: kan het in een globaliserende maatschappij wel dat we de derde wereld als één apart verhaal vertellen? En hoe kan het dat we sterke contacten hebben met de derde wereld, maar dat we met de migranten uit die derde wereld in eigen land geen contact hebben? En is de vierde wereld ook geen derde wereld?
De goede bedoelingen zijn er zeker binnen de derdewereldbeweging, maar het verlies aan dynamiek en kracht gedurende de jaren blijkt nefast. Veel kritiek van de basisbewegingen op de grote NGO-mastodonten komt hier uit voort. Feit blijft in ieder geval dat we het zonder elkaar niet kunnen. Deze vernieuwing gaat elke lezer op deze site rechtstreeks aan.
DE VASTGELEGDE THEMA'S
Op een voorbij vernieuwingsweekend waar vertegenwoordigers van vele ngo's aanwezig waren, werden enkele doelstellingen vastgelegd. Rond deze punten zoeken ze nu naar antwoorden en oplossingen.
De doelstellingen zijn de volgende:
1) ngo's moeten meer gaan samenwerken en de krachten bundelen. Geen nut voor concurrentie tussen Broederlijk Delen en 11.11.11. En wat met samenwerking tussen milieubeweging, vredesbeweging en derdewereldbeweging? Wat met een samenwerking tussen ngo's en vrijwilligersgroeperingen die rond specifieke thema's het heft in eigen handen hebben genomen? Samenwerking moet gaan over het hele spectrum van maatschappelijke krachten. Het streefdoel: één beweging worden, de ‘beweging voor een andere wereld'. (als je het mij vraagt betekent dit gewoon dat ngo's hun plaats moeten herdefiniëren binnen het antiglobalisme, en dat het antiglobalisme moet openstaan en meewerken aan een vernieuwing van de ngo's)
2) Rond educatie, communicatie en media is er één strategie nodig, en de verspreiding van één groot verhaal (nvdr: het ‘grote verhaal' waarvan ethici en media tien jaar geleden hoogmoedig aankondigden dat het 'failliet' was…). Het verhaal moet beter en rechtstreekser bij de mensen geraken.
3) Fondsenwerving is een groot probleem voor de ngo's. Het principe moet geheel herzien worden. Ten eerste heerst op het vlak van het werven van fondsen een enorme concurrentie tussen de verschillende ngo's. Ten tweede worden vrijwilligers vaak ingeschakeld als loopjongens om dit geld deur aan deur samen te brengen. Ten derde mag de vraag gesteld worden wat voor een beeld wordt opgeroepen. Hoe wordt geld bijeengeraapt? Vaak met het beeld van ‘hongerige negertjes'. De ngo's beginnen zelf te beseffen dat dit een geheel verkeerde beeldvorming over het Zuiden oproept, en dat het de mensen wijsmaakt dat het geld dat ze geven de problemen in het Zuiden zal oplossen, wat natuurlijk niet waar is. Het geld dat 11.11.11 in een jaar bijeenkrijgt, is evenveel dan de Vlaamse lotto op een week…
4) De ngo's voelen zelf de vraag om jonger, frisser en radikaler te worden. Weg van vergrijsde vrijwilligerscomité's. Het is tijd om terug open te staan voor de jeugd, om dynamischer om te gaan met actievoeren, en vooral om te gaan voor één ding: het behalen van de doelen, wat ook de kost ervan. Terug tanden groeien en vuisten maken. (Hierbij wil ik persoonlijk toevoegen dat dit een diepere nood oproept: de ngo-toppen en beroepskrachten moeten het afleren om bovenaan de piramide te bepalen wat men onderaan moet doen. Alleen vrijwilligers bezitten de jeugd, de frisheid en de radikaliteit om , als ze het belangrijk vinden, vrije tijd op te offeren voor tien jaar in een ruk om een klein doel te bereiken. Ze verdienen er geen geld mee dus zijn ze vooral geïnteresseerd in het doel. En ze weten heus wel wat ze doen – nvdr)
5) De ngo's moeten de relatie met het zuiden herbekijken. Nog te vaak is de werking vol van zelfgenoegzaamheid en paternalisme, in plaats van dat de zuiderlingen zélf het heft in eigen handen nemen met steun van het noorden. Ook past hier de boven al gemelde vraag in hoe het zit met dat ‘einde van de derde wereld': waarom hebben ze contact met Afrika, en niet met de Afrikanen in eigen land en de zogenaamde ‘vierde wereld', de eigen armen?
ONZE DISCUSSIE
De discussie werd vooral in het Nederlands gevoerd, wat een beetje jammer was voor de franstaligen rond de tafel. In de discussie 's ochtends werd er volop tijd gemaakt om te vertalen in beide richtingen, maar er waren heel wat Vlamingen bijgekomen in de namiddag, de discussie was soms te verhit om die te pauseren voor vertaling, en het ging vooral over de situatie in Vlaanderen. Ikzelf sla me hier een mea culpa – zelf was ik ook te diep in de discussie verweven om stil te staan bij het feit dat er enkelen rond de tafel me niet steeds verstonden.
Dit feit heeft echter ook een brede weerslag in het hele vernieuwingsproces. De franstaligen rond de tafel waren correct om een beetje kwaad aan te stippen dat MeAnders blijkbaar enkel in de vijf Vlaamse provincies zou plaatsvinden – en niét in Wallonië. ‘Intriest' werd dit genoemd. De opmerking werd trouwens gemaakt dat in Vlaanderen en Wallonië twee tegengestelde tendenzen zijn: in Wallonië wil men naar kleinere ngo's met meer belang voor de vrijwilliger, in Vlaanderen kiest men grotere ngo's met een sterkere rol voor de beroepskracht (ikzelf moet de Walen hier wel bijtreden…)
Het ging hier dus in hoofdzaak over Vlaanderen. Een smaad wel voor de opzet van het sociale forum, dat over de taalgrens reikte.
Stefan, een activist uit Aalst, beet de spits af met de opmerking dat hij graag zou zien dat ngo's het voorbeeld van de vakbonden volgde. ‘Organiseer stakingen'. Ook het voorbeeld van de radikaliteit van de Braziliaanse landloze boeren, die grond bezetten als pleidooi voor eigen land, kwam hier aan bod. Geen aandacht voor de Tobintaks? Dan bezetten de ngo's honderd kruispunten in Vlaanderen.
Ikzelf meldde dat er in de verspreiding van de informatie over het Belgisch Sociaal Forum veel te wensen overliet. Veel goedmenende en weldenkende vrienden activisten uit Gent voelden zich niet uitgenodigd voor het forum of hadden zelfs nooit de informatie tot bij hen gekregen. Gevolg: de meerderheid van de aanwezigen op het BSF waren Walen, en er waren weinig Vlaamse basisactivisten. Filip De Bodt counterde mijn mening voor een deel door te zeggen dat ook hij deze visie ooit had verkondigd, maar dat veel mensen uit deze zogenaamde basis zichzelf buitenspel zetten. Als ze er wilden zijn, waren ze er geweest, kijk maar naar de mensen van het Vluchtelingen Aktie Komitee, die er wél waren. Dit is echter voor mij echter geen volledige verklaring: de discussie over de oprichting van het BSF is oorspronkelijk vooral in de hoogste regionen van de ngo's gevoerd, en veel mensen die wél geïnteresseerd zijn, missen de informatiekanalen die hen van het bestaan ervan op de hoogte zouden hebben gesteld. Laat staan de man in de straat – die hoort nooit wat, zelfs al is hij geïnteresseerd.
Allemaal waren we van mening dat het beter is om door te gaan met vechten voor een thema tot het doel is bereikt of tot alle pistes zijn uitgeput. Als een doel niet is bereikt, is alle energie en geld dat erin is gestoken, verloren.
Een aanwezige politicus van de SP-a wist hierover aan te vullen dat het een ziekte van de tijd is om te veronderstellen dat een actie snel resultaat brengt. Acties kunnen soms jaren aanslepen. Kijk naar het gevecht voor een acht-urendag, dat heeft jaren geduurd.
Ikzelf merkte op dat het steeds dringender aan het worden is om toch te gaan voor al wat nodig is om die doelen te bereiken. Met de huidige internationale GATS-akkoorden en de onderhandelingen errond worden staten bijvoorbeeld verplicht om om de zoveel jaar meer en meer overheidsinitiatieven te liberaliseren, zoals water, openbaar vervoer, gezondheidszorg, onderwijs, energie. Voor die thema's hebben mensen inderdaad gevochten, maar nu komen die thema's onder druk te staan.
De SP-a'er meldde dat er vanuit de politiek heel wat bereikt kan worden, en dat hijzelf bijvoorbeeld heel wat heeft gedaan om de politiek wakker te maken voor de Tobintaks. Maar hij merkt daarbij wél op dat de druk vanuit de basis voor een Tobintaks steeds sterker afneemt, en dat de politiek zo minder kracht heeft om de Tobintaks er op Vlaams niveau door te krijgen – ook al is dit op nationaal vlak slechts een symbolische verdienste.
Filip De Bodt ging in tegen de opmerking van Rob dat de ngo's erover nadenken om te specialiseren rondom specifieke onderwerpen, en zo elk rond hun eigen thema meer lobbykracht te vergaren. Filip merkte op dat dit wel eens bijzonder contraproductief zou kunnen zijn. Met een verregaande specialisatie wordt actie het monopolie van experts. Wat dan vergeten wordt zijn de mensen met een geweten. Militanten vechten hard voor het behalen van grote doelen, maar op de hedendaagse manier worden ze door veel ngo's enkel op een bepaald moment stapels folders in de handen gedrukt. Filip merkte op dat hij dit persoonlijk kostbeu was. Filip vroeg niet om specialisatie, maar vroeg dat het groot verhaal dat de mensen persoonlijk aangaat, terug wordt opgenomen. Daarrond kunnen de afzonderlijke actiecomité's makkelijk met hun eigen visies en accenten aansluiten. Rob nam nota van deze opmerking, en zal die zeker meenemen.
Stefan, vooral actief binnen vakbondskringen, merkte op dat het leuk zeggen is om meer te pleiten voor samenwerking, en dat hij ngo'ers vaak hoort zeggen dat er nood is aan meer samenwerking met de vakbonden, maar dat er nooit ngo'ers aanwezig zijn als de vakbonden eenmaal de straat op komen voor stakingen en sluitingen.
Ik merkte nog op dat het misschien een idee is dat mensen zich wel specialiseren op basis van hun technische vaardigheden in plaats van rond specifieke thema's. Een grote ngo als 11.11.11 heeft op 19 oktober vorig jaar in Gent bijvoorbeeld duidelijk aangetoond dat ze een kleintje als Indymedia op logistiek vlak makkelijk uit de nood konden helpen. Voor het open redactielokaal op het Gentse Zuid gaven zij computers en een tent ter beschikking, technische materialen die we zelf niet hadden. Zo kunnen er ook mensen opstaan die verstand hebben van media, marketing, layout,… die eenvoudig benaderd kunnen worden door iedereen binnen de beweging.
MEANDERS
Zo stilaan was het afgelopen met onze tijd. Er is nog wat over en weer gediscussieerd achteraf bij de pinten, maar een stuk van ons ei zijn we wel kwijt denk ik.
Maar het is nog niet gedaan, integendeel: het echte werk moet nog beginnen.
Op 26 OKTOBER vindt in de 5 Vlaamse provincie dus MeAnders plaats, het open forum voor iedereen die zich aangesproken voelt over de vernieuwing van de derdewereldbeweging. Van 10 tot 17 uur zal er gediscussieerd worden in Antwerpen, Kessel-lo, Roeselare, Houthalen-Helchteren en Sint-Denijs-Westrem. Op elk van de vijf locaties is er ruimte voor 250 man. Als je met vragen, opmerkingen, bedenkingen of ideeën zit in verband met de ngo's, en je wilt dat je kritiek gehoord wordt, dan is het nu de moment.
Iedereen is welkom, maar je moet je vooraf wel inschrijven op http://www.11.be/vernieuwing. De uiteindelijke datum voor de inschrijving is 16 OKTOVER, dus haast je!
Allen daarheen!