arch/ive/ief (2000 - 2005)

Palestina: Verslag van de Belgische delegatie deel 4
by Jan Dumolyn Sunday August 04, 2002 at 05:48 PM

Betlehem, zondag 4 augustus Een bezoek aan het vluchtelingenkamp Aida in Betlehem

Nadat we een bezoek hebben afgelegd aan de vluchtelingenorganisatie Badil
brengt een taxichauffeur ons naar het kamp Aida, dat werd opgericht in 1948
nadat de Israelische soldaten mensen uit tientallen dorpen rond Betlehem uit
hun dorpen hadden verdreven. Aanvankelijk waren de vluchtelingen de heuvels
ingetrokken en leefden ze in tenten, maar na meer dan een halve eeuw is er al
een hele infrastructuur opgetrokken, al ziet alles er natuurlijk vrij armoedig
uit. 4000 mensen leven er op elkaar gepakt in kleine huisjes. Dankzij de
Verenigde Naties, allerlei giften en vooral dankzij de initiatieven van de
vluchtelingen zelf zijn er intussen wel scholen, een gemeenschapshuis en
dergelijke. 40 procent is jonger dan 18 jaar. Als je als internationale
vrijwilliger het kamp bezoekt hangen tientallen kinderen rond je. Voor hen is
het belangrijk eens iemand anders te zien en te weten dat er nog mensen zijn
die hen steunen en dat ze niet helemaal alleen staan. We worden rondgeleid door
Claire en haar dochter, Franse internationals die er Engels en Frans
onderwijzen. De school is enorm belangrijk voor de toekomst en de waardigheid
van de kinderen. Er wordt ook toneel gespeeld en geschilderd. Ook cultuur is
een wapen in het dagelijkse verzet tegen de onderdrukking. Hoewel je zou
verwachten dat ze volledig getraumatiseerd zijn, straalt er levenslust uit van
de inwoners van dit vluchtelingenkamp.
Wat het meest choqueert zijn niet de levensomstandigheden of de armoede van de
inwoners van het kamp - bijna iedereen is werkloos en nu zeker door alle
wegversperringen die het Israelische leger optrekt - maar de stille getuigen
van de wraakroepende daden die de soldaten en de kolonisten er stellen. Overal
zijn kogelgaten, sporen van tanks die de straten kapotmaken, inslagen van
artillerie en zwaar geschut uit Apache-helikopters en door bulldozers tot puin
verwerkte huizen. Men toont ons van welke kanten de Israelis op de ongewapende
mensen uit het kamp schieten. Zelfs op de speelplaats van de meisjesschool
vallen doden en gewonden. Het lijkt wel alsof de gemeenschappelijke
infrastructuur in het bijzonder wordt geviseerd. Op de plaatsen waar mensen
omkwamen hangen affiches met de afbeelding van zij die men als martelaars
beschouwt.
Toekomstperspectieven zijn schaars. Hier worden nieuwe generaties levende
bommen gekweekt en de beschaafde wereld zal het weer niet geweten hebben. Een
bezoek aan dit kamp laat niemand onberoerd.

Jan Dumolyn, lid van de delegatie Actieplatform Palestina