arch/ive/ief (2000 - 2005)

'The Arab Human Development Report 2002': I: visieLucas Catherine & Eddy Daniëls
by jpe/Lucas Catherine/Eddy Daniëls Tuesday July 30, 2002 at 08:52 AM
mediadoc.diva@skynet.be

Dit is het eerste deel van een in e-DIOGENE(S) 14 verschenen luik over het Arab Human Development Report. Na een inleiding volgt een commentaar erop door Lucas Catherine (auteur boeken over islam). Met daarna een gisteren binnengelopen reactie van journalist Eddy Daniëls.

Arab Human Development Report
Bedenkingen bij een rapport en het gebruik ervan in de media

Inleiding: hoe neoliberaal is UNDP ?

Het recent uitgebrachte 'Arab Human Development Report' kreeg in dit ezine al twee keer aandacht: in nr 11 in een samenvattend artikel en in nr 13 via een viertal (o.a. Arabische) reacties. Deze week stond er in het weekblad Knack een editoriaal en een lang artikel over.

Lucas Catherine reageerde op al de artikels over het rapport met de zo dadelijk volgende bijdrage.

Van een Marokkaanse kennis bekwamen we het webadres waar het rapport te vinden is: http://www.undp.org/rbas/ahdr. Een kijkje op die site van de UNDP (United Nations Development Programme) laat er geen twijfel over bestaan: UNDP redeneert vanuit het neoliberaal mondialistisch gedachtegoed van o.a. de WTO.

1) Wie heeft baat bij zo'n achterlijk clubje debiele monarchen ?

Ziehier een korte commentaar op het UNO-rapport over de Arabische landen, dat eerder in e-DIOGENE(S) aan bod kwam.

Vooreerst: het is een zeer lezenswaardig rapport dat vol waarheden staat: economisch kennen de Arabische landen inderdaad weinig of geen ontwikkeling. Op educatief niveau is het armoede alom. Pertinente feiten, maar wie geeft ze duiding ?

Ik beperk mij tot enkele opmerkingen bij de meest geciteerde zin: "De laatste duizend jaar werden er in de Arabische wereld minder boeken vertaald dan in een land als Spanje in één jaar." Een zin waarmee zowel De Morgen, Knack als de suffragette van de anti-islam, Mia Doornaert ons in De Standaard om de oren sloeg.

Eerste opmerking: die zin heeft het over de laatste duizend jaar, dat is dus vanaf 1002. Laten we dat jaar eens duiden. In 1002 was er bijvoorbeeld nog geen sprake van Nederlandse boeken, laat staan van vertalingen. 'Hebban olla vogala' dateert van een eeuw later.

Het Arabisch bestond toen als literaire taal al meer dan drie eeuwen. Voor 900 werden alle belangrijke boeken uit de Perzische, Indische en Griekse cultuur naar die taal vertaald. Van de tiende eeuw af werd Arabisch de handels- en de cultuurtaal van Lissabon tot Kanton.

Daarna werd er nog weinig vertaald omdat die taal zelf de wereldcultuurtaal was geworden. Van Andaloesië tot Indië en van Toledo tot Zanzibar schreef iedereen die toen aan weten schap of cultuur deed Arabisch. Die taal had toen de status van het Latijn, of van het Engels nu. Dat zal zo blijven tot minstens bij het begin van de zestiende eeuw. Colombus nam op zijn eerste reis, naar het Westen, en ook bij latere reizen een tolk Arabisch mee. Omdat hij zeker was dat als hij in een beschaafde wereld zou terecht komen, men daar Arabisch zou begrijpen. De eerste zin die door Europeanen in de Nieuwe Wereld tot de inboorlingen werd gericht was dan ook Arabisch.

Minstens zes eeuwen lang bestond er weinig behoefte om te vertalen naar het Arabisch, omdat de grote meerderheid van boeken die met kennis te maken hadden in die taal werden gepubliceerd. Dit op een moment dat Europa heel weigerachtig stond tegenover die cultuurtaal. Om het even over de Spanjaarden te hebben. In januari 1500 werden in Cordoba alleen al één miljoen Arabische boeken verbrand op bevel van de Katholieke Vorsten en hun groot-inquisiteur kardinaal Cisneros.

Tweede opmerking. Over nu. De grote massa van boeken die nu in het Nederlands wordt vertaald zijn hobbyboeken: tuin-, aquarium- kook- en andere vrije tijdsboeken. Mensen in de derde wereld, ook in Arabië, hebben daar weinig behoefte aan. Wegens geen vrije tijd.

Derde opmerking. Alle Arabische landen werden gekoloniseerd en worden grondig cultureel overheerst. Intellectuelen in Marokko of de andere Maghreb-landen lezen hoofdzakelijk Franse boeken, die in Egypte en de Golf Engelse. Spanjaarden, die zelf koloniseerden, kennen weinig of geen vreemde talen. Je vindt in de boekhandels van Sevilla of Cordoba haast geen niet-Spaanstalige boeken. In Kairo vindt je zonder moeite Engelse- en Franstali ge boekhandels. Onder meer hierom vertalen Spanjaarden meer boeken.

Vierde opmerking: om te vertalen moet je geld hebben om de rechten te betalen. Dat de meeste Arabische landen blut zijn, kan je ook in dat UNO-rapport lezen. Dus wordt er niet vertaald, of wordt er illegaal vertaald. Net als er een grote parallelle 'zwarte' economische sector bestaat in de Arabische wereld, heb je ook 'illegale' vertalingen. Zelf heb ik bvb. pas tien jaar na datum, en louter toevallig, vernomen dat één van mijn boeken in Irak in het Arabisch werd uitgegeven. Dat zwarte circuit staat natuurlijk niet in het rapport.

Laatste opmerking: liefde voor lectuur en boeken begint in de kindertijd. In de jaren zeventig was de grootste producent van Arabische kwaliteitskinderboeken Irak. Het exporteerde naar alle Arabische landen. Nu is dat land naar het steentijdperk gebombardeeerd.

* De "Arabische ziekte"

Maar goed. Alles wat in dat VN-rapport staat klopt zeer zeker. En daarom is het heel zinnig om er de oorzaken van te onderzoeken. De boventitel in De Morgen was: "VN-Rapport is aanklacht tegen de Arabische leiders." Wie houdt die leiders in het zadel? De koning van Marokko dankt zijn positie aan de overweldigende steun van Frankrijk en de VS. Zonder diezelfde landen zou het Algerijnse noch het Tunesische regime overleven. De Egyptische generaal/president Mubarak overleeft omdat de VS zijn regime massaal financieel steunen. Het krijgt het meeste geld, na Israël. Zelfs Saddam Hussein is groot geworden dankzij een economisch partnership met Duitsland en Frankrijk en dankzij hun militaire hulp. Ook de VS deden hier aan mee, toen hij nog een 'nuttige idioot' was die Khomeiny de oorlog verklaarde. De Golfstaten zijn indertijd door de Britten gesticht als aparte identiteitjes om de aardoliepro duktie en de inkomsten ervan te controleren. Dat is nog zo. Alleen spelen nu de VS de hoofdrol. Het Saoedisch regime zou het geen twee weken volhouden zonder de VS. De Saoedische monarchie is wel het type voorbeeld van de "Arabische ziekte". Haar vermogen wordt geschat op 400 miljard Euro. Wordt dat geld in duurzame ontwikkeling geïnvesteerd? Financiert men hiermee onderwijsprojecten in de Arabische wereld? Neen, al dit geld vloeit naar het westen. In volgorde van belangrijkheid naar de VS, Zwitserland en Groot-Brittannië. En wie heeft er baat bij dat zo'n achterlijk clubje debiele monarchen aan de macht blijft ? Het Westen. Ook België. Saoedi-Arabië is één van de beste klanten in onze wapenwinkel. Vorig jaar verkochten wij hen voor 102,2 miljoen Euro aan wapentuig.

Een juistere evaluatie van het UNO-rapport zou dan ook als titel kunnen dragen: "Aanklacht tegen de Arabische leiders en het Westen dat hen in het zadel houdt." Maar dat zie ik onze media nog niet doen. Daarom zal de zin "De laatste duizend jaar werden er in de Arabische wereld minder boeken vertaald dan in een land als Spanje in één jaar" nog vaak worden geciteerd. Die insinueert dat domheid en achterlijkheid eeuwige kenmerken zijn van de Arabische cultuur en van de islam. Daarom zal u die zin nog vaak te lezen krijgen, in plaats van een analyse over de westerse betrokkenheid bij de miserabele en godsgeklaagde toestanden in de Arabische landen.

Lucas Catherine

P.S. De auteur heeft diverse boeken over de Arabische wereld gepubliceerd. Twee daarvan - "Islam voor ongelovigen" en "Ik wist niet dat de wereld zo klein was, Reisverhalen van een eerste globalisering" vindt u besproken in nummer drie van de gedrukte DIOGENE(S). Ze werden uitgegeven bij EPO, Antwerpen


**** Reactie op "Wie heeft baat bij zo'n achterlijk clubje debiele monarchen?" van Lucas Catherine in e-DIOGENE(S) 14 28/07/02

e-DIOGENE(S) een onafhankelijke (niet gesponsorde, niet gesubsidieerde) uitgave van vzw Mediadoc (onafhankelijk mediacentrum). Contact: Mediadoc/DIVA, Rogierstraat 217, 1030 Brussel, tel & fax: 02/219.93.13, mediadoc.diva@skynet.be. Wil u dit e-zine niet langer ontvangen, kan u de toezending stoppen door een bericht te sturen naar mediadoc.diva@skynet.be, met als mededeling: stopzetting (vermeld aub duidelijk uw naam en e-mail-adres).

Lucas Catherine beschikt terecht over een uitstekende reputatie als het erom gaat nuanceringen en correcties aan te brengen bij het vertekend beeld dat onze media vaak ophangen van de islamitische, Arabische of Palestijnse realiteit. Zijn nu al 25 jaar oude werk 'Honderd jaar kolonisatie in Palestina' blijft voor mij nog steeds een referentiewerk, dat dringend opnieuw – en geactualiseerd – zou mogen uitgegeven worden. Edoch: van defensief verzet tegen medialeugens van Westerse kant is de lijn flinterdun naar het vergoelijken van medialeugens van Oosterse kant. Catherine wordt daardoor langzamerhand blind voor de zeer negatieve mentaliteit die zich in de islamwereld ontwikkelt, een mentaliteit die zich optrekt aan de fouten die het Westen inderdaad gemaakt heeft en nog steeds maakt. Bekijken we even het geciteerde artikel, dan vind ik daarin twee klassieke argumenten terug, die je in elke discussie met een ontwikkelde islamiet steeds weer tegenkomen zult: a) de Arabische wereld was ooit de meest hoogstaande cultuur van deze planeet; b) dat de Arabische wereld nu gedomineerd wordt door achterlijke potentaten is een resultaat van het Westerse kolonialisme en imperialisme. Dit zijn beide drogredeneringen.

1) De hoogstaande Arabische Gouden Eeuw werd niet gedragen door Arabieren, noch door islamieten maar door verarabiseerde Syriërs (meestal nestoriaanse christenen), Egyptenaren (meestal koptische of monofysitische christenen) en Iberiërs (meestal mozarabische joden). Het is heel gemakkelijk om aan te tonen dat de creatieve impulsen van die groepen stand hielden zolang zij slechts arabiseerden qua taal. Zodra zij echter ook islamiseerden qua godsdienst – om aan de 'jizyah' of hoofdelijke belasting, plus een reeks discriminaties als 'dhimmi' te ontkomen – was hun inbreng snel uitgewerkt. De Arabische Gouden Eeuw was daarom niet Arabisch maar posthellenistisch van karakter. Het grote voordeel was dat de eeuwenlang ingehouden creativiteit korte tijd de vrije loop kreeg doordat de Byzantijnse bureaucratie werd uitgeschakeld. Zij werd tijdelijk vervangen niet door Arabische interesse, maar door onverschilligheid en onbegrip zolang de belastingen maar werden betaald waarmee de krijgers hun 'diwan' of krijgsvergoeding kregen uitbetaald. Vanaf het moment dat de kaliefen zich ernstig met de zaak gingen moeien werd het kritische denken in de kortste keren uitgeschakeld (wat op dat moment trouwens ook in het katholieke Westen gebeurde). Onder andere Avicenna en Averroës zullen dat geweten hebben, om maar de bekendste slachtoffers te citeren. Opvallend is trouwens dat in Arabië zelf nooit enig cultuurcentrum ontstond, en dit ondanks de wereldwijde 'hajj' naar de Ka'bah in Mekka.

2) Aan de basis van de Arabisch-islamitische expansie lag ondertussen geen bevrijdend denken, maar puur roofzuchtig imperialisme, dat voor de misdaden in naam van Christus niet moest onderdoen. Volgens Catherines lezenswaardig boek uit 1997 'Islam voor ongelovigen' wist Mohammad rond zich in Mekka een groep mensen te verenigen die kritisch openstonden voor nieuwe ervaringen en naar sociale rechtvaardigheid streefden (p. 24). Het tegendeel was het geval: Mohammed verzamelde rond zich mensen die volkomen onkritisch elk verzinsel slikten dat hij hen opdiste. Bij momenten gebeurde dat zo grof dat zelfs zijn lievelingsvrouwtje Aïshah (met wie hij 'zijn huwelijk voltrok' toen ze negen jaar oud was) erop wees dat zijn God hem wel erg snel op zijn wenken bediende. Het bindmiddel tussen die mensen was geen verlangen naar rechtvaardigheid, maar naar hun deel in de buit tijdens een 'ghazwa' of rooftocht die Mohammed aankondigde tegen de Syrische, Perzische en Egyptische gebieden, zodra hij alle bedoeïenen rond Allah zou hebben verenigd. Die belofte deed Mohammed reeds in Mekka, nog voor de eerste Hijra naar Abessinië, in een discussie met zijn grote tegenstrever Abu Jahl, onder leiding van zijn beschermheer Abu Talib. Dit perspectief was volgens hem ook toen al het voornaamste argument waarom de Arabieren de cultus van hun traditionele Godinnen dienden op te geven. De Arabische wereld is vitaal gebleven zolang die 'ghazwa' aan de gang werd gehouden. Zodra de militaire expansie stilviel trad ook de culturele aderverkalking in.

3) Vanaf het allereerste moment is de islam daardoor een godsdienst geweest die het parasitaire bestaan als normerend heeft naar voren geschoven – 'leven in een eeuwigdurend orgasme' zo noemt de psycholoog Herman Somers het in 'Een andere Mohammed' (1993). De corrupte en achterlijke sjeiks die momenteel de rijke olielanden domineren zijn geen perverse Westerse creaties, zoals Catherine ons wil aanpraten, maar authentieke voortbrengselen van de islamitische cultuur zoals Mohammed zich die van meet af aan gewenst heeft. In de mate dat er Arabische of islamitische leiders zijn die afstand hiervan probeerden te nemen, kwamen zij tegenover de islam te staan, of werden zij erdoor uitgespuwd – ik denk aan Atatürk, Mossadeqh, Abd al-Nasser, Ben Barka of Bani Sadr. De meesten gingen daaraan ten onder of verzopen in een halfslachtigheid die – na oprechte pogingen om het anders aan te pakken – uiteindelijk ertoe leidde dat het slechtste van de twee werelden werd gecombineerd. De meest trieste voorbeelden daarvan vormen de beide Baath-regimes, Syrië en Irak, die heel goed van start waren gegaan, maar op dit ogenblik monsterlijke dictaturen zijn, al dan niet kapotgebombardeerd na militaire avonturen.
4) Opvallend is trouwens dat die regimes of bewegingen in de Arabische wereld die zich emancipatorisch of revolutionair opstelden, steeds proportioneel abnormaal sterk beroep deden op Arabisch-christelijke kaders. Zowel de stichter van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), Georges Habache, als die van het Democratisch Front (DFLP) Nayef Hawatmeh zijn van Grieks-orthodoxe afkomst. Dat was ook zo voor Naïm Khader de eerste – en vermoorde – PLO-afgevaardigde bij de Europese Unie, net als voor zijn opvolger Shawki Armali. Ook de voornaamste theoreticus van het Syrisch-Iraakse Baath-nationalisme Michel Aaflaq was een christen, net als de dynamische minister van Buitenlandse Zaken van Saddams Irak, Tareq Aziz. Ik heb me ooit laten vertellen – maar weet niet of het waar is – dat ongeveer dertig procent van de PLO-kaders in de aanvangsfase Palestijnse christenen waren, daar waar die maar twaalf procent uitmaakten van de Palestijnse bevolking. Het is pas een recent fenomeen dat het islamisme, genre het door Saudi-Arabië opgerichte Hamas, zich in de PLO heeft genesteld, en we zien de gevolgen: een klakkeloze imitatie van de tactiek van de judaïsche zeloten uit de eerste eeuw, die te Masada het voorbeeld hebben gegeven hoe collectieve zelfmoord zelfs na twintig eeuwen propagandistisch lonend blijft.

Samengevat: Catherine heeft gelijk als hij op de vertekende perceptie wijst in een deel van de Westerse berichtgeving betreffende het Nabije Oosten en ik juich hem daarbij toe. Catherine heeft echter ongelijk in de mate dat hij zich hierdoor tot kritiekloos apologeet ontpopt van de Arabisch-islamitische paradigma's. Het door hem op een detail bekritiseerde UNDP-rapport legt de vinger wel degelijk op de wonde: als de Arabische wereld zo achterlijk is vandaag, dan zijn dat niet de gevolgen van het kolonialisme of het imperialisme – dat heeft veeleer voor positieve impulsen gezorgd, via het opbouwen van de infrastructuur en het ontwikkelen van modern onderwijs – maar wel van het afschuwelijke gebrek aan vrijheid voor het denken en handelen dat in die landen leeft, en waar vooral de vrouwen mee dom worden gehouden.
Dit dictatoriaal systeem wortelt niet in een gecoördineerde strategie van een abject imperialisme van Westerse oorsprong, maar in culturele reflexen die onverbreekbaar verbonden zijn met de mohammedaanse variant van de islam. Daar hebben de achterlijke geledingen van het Westen blindelings op in gespeeld, zodat ze nu radeloos zijn – denken we maar aan de CIA-steun indertijd voor de Moslim Broeders in Egypte of voor de Taliban in Afghanistan. Dit door het imperialisme geëxploiteerde mohammedanisme heeft ervoor gezorgd dat het achterlijke tribalisme van de bedoeïenen vervangen werd door een xenofoob neotribalisme, eerst op Arabische en nu op wereldschaal, waar hun Westerse broodheren geen kanten meer mee opkunnen omdat Bin Ladens Al-Qaeda er de logische uitloper van is.
Het antwoord op de vraag van Catherine 'Wie heeft baat bij zo'n achterlijk clubje debiele monarchen' luidt dus: zij die geloven dat de onrechtvaardige sociale verhoudingen, zoals Mohammed die indertijd uitgebouwd heeft in de 'umma' van Medina, de authentieke wil van God zijn. Het is niet waar wat de bewonderenswaardige dokter Latifa Ben Messaoud in hetzelfde nummer van e-DIOGENES schrijft, als zou één van de pijlers van de islam zijn dat je mensen moet helpen. De mohammedaanse islam verplicht niet tot naastenliefde maar tot 'zakat'. Dat is een maatschappijbevestigende vorm van aalmoezen uitdelen waardoor de rijke zich in zijn zelfgenoegzaamheid bevestigd ziet, en waarvoor de arme zich in het stof dient te vernederen. Het christelijke denkbeeld dat je rechterhand niet mag zien wat je linkerhand doet, is de islam vreemd. De mohammedaan is eerder geneigd de hand te kussen van de sjeik die hem een gunst verleent.
Zowel in het Oosten als in het Westen zijn er ondertussen mensen en groepen die lang gedacht hebben materieel belang te hebben bij de bevriezing van deze status quo, en in die zin heeft Catherine gelijk als hij als alternatieve titel voor het UNDP-rapport formuleert: 'Aanklacht tegen de Arabische leiders en het Westen dat hen in het zadel houdt'. Alhoewel dat woordje 'houdt' meer en meer als verleden tijd mag worden geformuleerd en vervangen worden door 'heeft geholpen'. Want zelfs de meest achterlijke lagen van het dollarimperialisme hebben ondertussen begrepen dat zij als leerling-tovenaars krachten in het leven hebben geroepen die zij niet meer kunnen bedwingen. De grote krachtmeting waar iedereen zich op voorbereidt is de clanoorlog die onvermijdelijk losbarsten zal in Saudi-Arabië als de huidige stokoude koning sterven zal. Het netwerk van de religieuze politie of 'muttawa' is er sterk genoeg, en het ongenoegen wegens de gedaalde olieprijzen en de gestegen bevolking is er groot genoeg, om een revolutie van het Khomeiny-type onder het banier van Bin Laden meer dan waarschijnlijk te maken. De CIA doet daarvoor in zijn broek.
De oplossing voor deze achterlijke situatie dient volgens mij ondertussen niet gezocht te worden in een verketteren van de islam als dusdanig, zoals Europees extreem-rechts het doet. Maar ook niet in het verzwijgen van de abjecte kanten van het mohammedanisme, zoals het Europees links-intellectualistisch politiek correct denken het probeert, met onder andere helaas Lucas Catherine momenteel als één van de opinieleiders, naast bijvoorbeeld de Gentse prof Herman De Ley of de onderdanige islamologen uit Leuven Daniel de Smet & Jan van Reeth. De o)plossing zit volgens mij in het herbronnen van de islam tot wat hij aan het worden was voor die onvoorstelbaar onverdraagzame man uit de Kurayshstam van Mekka – Mohammed ibn Abd Allah van de Banu Hashim – zich ermee ging bemoeien.
Er waren op dat moment in Arabië andere profeten en godzoekers aan het werk – 'hanifs' of 'hunafa' – die een humane leer verkondigden van Allah als 'ar-Rahim ar-Rahman', de Barmhartige Erbarmer. Zij hebben geen faire kans gekregen omdat Mohammed hen nagenoeg allemaal – zowel in Mekka als in Medina – via sluipmoord heeft laten uitschakelen, of hun volgelingen met corruptie voor zich heeft gewonnen of met geweld heeft onderworpen. Wat zeker met de belangrijkste onder hen is gebeurd, Musaylima uit de Yamama-woestijn.
Het is maar in de mate dat de islamieten zelf zullen inzien dat zij een valse profeet zijn gevolgd en nog steeds volgen, dat hun waardevolle boodschap 'Allah u akhbar' – God is groot – een humane invulling kan krijgen. Een invulling waar het Westen, met zijn 'beschavingsziekten' en zelfmoordrecords, wel degelijk nood aan heeft, als een nieuwe erkenning van het transcendente in ons bestaan. En dit na de leegheid van de cartesiaanse ingenieursperiode waarin God dood werd verklaard, zonder dat er een ander alternatief werd geformuleerd dan blind rationalisme, plat materialisme en oeverloos hedonisme.
Tot dan zal de islam of 'onderwerping' (aan de profeet) echter een oproep blijven tot 'jihad' of heilige ijver. Niet in de oorlog of 'harb' – dat zou tenminste nog een ideologisch motief hebben verondersteld – maar in de 'ghazwa' of rooftocht. Een 'ghazwa' – ons woord 'razzia' is er van afgeleid – die geboren werd vanuit de overtuiging dat alles wat een andere toebehoorde eigenlijk de bedoeïen toebehoorde, op basis van dat ene sluitende argument waar niemand ooit tegen op zal kunnen: 'timah' of blinde begeerte. Een begeerte waar alles voor moest wijken, en die Mohammed losgelaten heeft tegen de christelijke wereld vanaf het jaar 629 of zeven na de Hijra, toen hij persoonlijk zijn schoonzoon Zayd ibn al-Harith aan het hoofd van drieduizend manschappen erop uit zond om zuidelijk Jordanië niet te bekeren maar leeg te plunderen.

Eddy Daniëls