Boekbespreking van Michael Parenti, Zwarthemden en roden by André Mommen Thursday July 04, 2002 at 11:17 AM |
imavo.vmt@ping.be |
prof. dr. André Mommen, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift, recenseert een boek van de Amerikaan Michael Parenti dat in het Nederlands verscheen (recensie eerder verschenen in het VMT).
Weer een andere kijk op Stalin
Michael Parenti is een marxistische predikant die vanuit Californië zijn evangelie verkoopt. Zijn laatste boek over Zwarthemden & Roden biedt hiervan een synthese. Vanaf de eerste regels al zet hij zijn lezers met een kanseltruc van bij de jezuïeten op het verkeerde been. Hij vindt dat iemand (hijzelf dus) die zich in "de huidige ideeën van het ‘democratisch-socialisme' wil verdiepen (...) een beeldenstormer (moet) zijn." Al snel wordt echter duidelijk dat Parenti onder ‘democratisch-socialisme' een stalinisme van de ergste soort bedoelt. Dat nogal overspannen wereldbeeld van Parenti laat zich bondig samenvatten in een historisch verhaal over een nogal rechtlijnige samenzwering van het grootkapitaal tegen het communisme. Parenti meent dat het grootkapitaal ooit op een snode manier het fascisme tot leven heeft gewekt om de arbeidersklasse af te houden van de revolutie. Daarna, toen het fascisme verslagen was, begon het grootkapitaal een campagne tegen het communisme door de parlementaire democratie te verdedigen. Hierdoor kon het ook nog eens (domme) linkse mensen mobiliseren tegen de Sovjetunie. Alweer met succes, zoals achteraf blijkt, want het communisme is geïmplodeerd.
Het grootste gedeelte van dit boek gaat ook over de implosie van het socialisme in Oost-Europa. Parenti verwekt hierbij de indruk dat hij van trotskistische origine is en in de ultieme fase van het communisme zich alsnog heeft bekeerd tot Stalin. Als verkapte fellow-traveller was Parenti blijkbaar in die periode in Washington de gast op de recepties en persconferenties van de ambassades. Zo vertelt hij dat hij in 1990 op de Hongaarse ambassade een persconferentie bijwoonde over het einde van het socialistische systeem in dat land. Op zijn vraag over de oorzaak daarvan kreeg hij als antwoord van de ambassadeur een "ik weet het niet". Parenti verklaart hierop: "Leiders die alleen maar met elkaar praten verliezen vlug het contact met de realiteit. De beleidsmannen van deze communistische landen toonden een verrassende onmarxistische kijk op de problemen waarmee ze kampten." Parenti denkt dus dat met een marxistisch kijk op de wereld niet alleen alle problemen verklaard kunnen worden, maar ook opgelost. Zelf voelt hij zich blijkbaar daarvan ontslagen, want over de oorzaken van de implosie taalt hij niet. Hij ontsnapt met de bekende bewering dat de "overgang van het oorlogssocialisme naar het consumentensocialisme mislukte (....) (omdat) er nooit een einde kwam aan de oorlog."
Deze omsingelingstheorie is dan de opmaat voor een andere kijk op Stalins terreur. Parenti wil hier de slimme rekenaar uithangen. De door hem geraadpleegde auteurs blijken alleen maar schattingen in miljoenen van de aantallen slachtoffers te kunnen geven, nergens precieze cijfers. Dat is een opluchting voor Parenti, want wie geen exacte cijfers kan bieden heeft geen recht van spreken. Gelukkig heeft hij wél exacte cijfers kunnen vinden over de miljoenen gevangenen die de kampen konden verlaten! Daar de meeste doden in de goelag tijdens de oorlog vielen, neemt Parenti zijdelings aan dat de Duitse fascisten en niet Stalin hiervoor verantwoordelijk waren. Daarna daalde dat sterftecijfer immers aanzienlijk. Hier praat Parenti evenwel in percentages en niet in absolute aantallen, wat ons weer in het ongewisse laat nopens het aantal doden. Daar de overgrote meerderheid van de gevangenen trouwens niet beticht was van politieke feiten, maar van moord, diefstal, etc., denkt hij dat het met de politieke repressie nogal is meegevallen.
Parenti slaat dan enkele decennia over. Zo komt hij bij het grote keerpunt van 1989. Hier ziet hij de "kolonisatie" van Oost-Europa door het grootkapitaal haar beslag krijgen met de hulp van lokale verraders (Jeltsin, Gorbatsjov). Het betoog krijgt nu een veel woestere inslag, want na de geschiedenisboeken stort de auteur zich polemisch op eigentijdse bronnen als de San Francisco Chronicle. Met een knipselarchief komt een publicist een eind. Boeken lezen hoeft dan niet meer.
Dit boek is een openbaring voor wie zich wil toeleggen op de studie van de paranoia in de publicistiek, niet voor wie iets wil leren over het behandelde onderwerp. Parenti is een auteur die kleine oorlogjes met andere publicisten op straat uitvecht. Deze bevlogen en fanatieke man wil het liefste aanklagen in de stijl van zijn geciteerde idool Noam Chomsky, wat ook al weer geen referentie is sinds deze laatste het wereldnieuws haalde met zijn verdediging van Pol Pot en Faurisson. De achterflap vermeldt dat de auteur doctor in de politieke wetenschappen en "een van de belangrijkste progressieve denkers in de VS" is. Hij zou vijftien boeken hebben geschreven die ook nog eens in tien talen zijn uitgegeven. Zijn artikelen zouden zijn verschenen in belangrijke bladen als Monthly Review. Dat laatste klopt in elk geval, want meer dan twintig jaar geleden verscheen er ooit van hem één artikel in de Monthly Review plus nog eens een boekbespreking. Dat was in de periode dat zijn boek Democracy for the Few hem in de belangstelling had gebracht. Daarna is hij blijkbaar van de universitaire Olympus gedonderd. De flaptekst vermeldt daarom decent dat hij in Berkeley "woont".
André Mommen
Michael Parenti, Zwarthemden & Roden. Rationeel fascisme en de omverwerping van het communisme, Berchem: EPO, 2001, 225 blz.
bespreking of standpunt? by Joachim Thursday July 04, 2002 at 01:52 PM |
Ergens anders op deze site net een discussie gehad over ridiculisatie en oneerlijke discussietechnieken etc. Deze bespreking doet me toch wel erg denken aan "die kleine oorlogjes met andere publicisten [die men] op straat uitvecht."
Ik heb het boek niet gelezen maar zal dat nu zeker wel doen, want ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de auteur van deze bespreking me, met behulp van winderig gewuif over stalinisme e.d., eerder enkele dogma's wil opdringen en me eerder wanhopig probeert af te raden het boek te lezen dan een eerlijk verslag te brengen van de inhoud van het boek.
Misschien volgt later dan wel een bespreking van mijn hand. Het lijkt me ondertussen interessant ook andere mensen die het boek wel gelezen hebben aan het woord te horen. Zijn er kandidaten, ik ben razend nieuwsgierig?
Joachim
Parenti is een museumstuk by Peter Zegers Thursday July 04, 2002 at 02:21 PM |
peter_zegers@runbox.no |
"De grootste ellendelingen in Parenti's boek zijn dan ook anticommunistische intellectuelen als George Orwell, Andrej Sacharov en Noam Chomsky. Altijd werd er maar gezeurd over de Goelag-archipel. Parenti: «Maar waar was de Goelag dan, in 1991? Waar bleven dan die miljoenen uit de kampen, nadat het systeem in elkaar gedonderd was? In de VS hoorden we tientallen jaren over niets anders dan over de Goelag. Ik zeg niet dat er onder het communisme geen misdaden zijn begaan, maar welk land begaat die niet? Heeft Nederland geen misdaden begaan? Moet je daarover eens in Indonesië gaan praten. Er ging van alles mis in de Sovjet-Unie, er waren fundamentele systeemfouten, er werden misdaden gepleegd, maar de kapitalisten zijn de laatsten die recht van spreken hebben.»"
Bovenstaande is afkomstig uit de recensie van Rob Hartmans in: De Groene Amsterdammer van 10-11-2001
http://www.groene.nl/2001/0145/rh_parenti.html
Parenti is de lieveling van alle hard line marxistisch-leninisten in België en Nederland. Ik ben het geheel eens met André Mommens inschatting van het boek van Parenti: interessanter als voorbeeld van een bepaalde vorm van paranoïde denken dan als een serieuze politieke analyse of geschiedschrijving.
ja by museumopzichter Thursday July 04, 2002 at 02:34 PM |
Ja, net zoals zionisme ook in het museum thuishoort.
Ikke ook gelezen by tonta Thursday July 04, 2002 at 03:13 PM |
Ik heb het boek ook gelezen.
Wat betreft vorm leest het heel vlot en makkelijk.
Parenti geeft een analyse van wat er gebeurd is en nog steeds gebeurt (duidelijke cijfers tonen bvb hoe dramatisch het herstel van het kapitalisme in het oosten is voor de mensen).
Wat betreft zijn kijk op de geschiedenis vind ik niet dat je hem kunt beschuldigen van "enkel decennia" over te slaan, inderdaad hij gaat niet op elke periode ven diep in, maar dat is in één boek ook onmogelijk, of je riskeert te vervallen in of een oppervlakkige globale analyse of in een onleesbaar dik boek.
Van een complottheorie heb ik nergens iets gemerkt in zijn boek. Inderdaad Parenti spreekt over een oorlog van kapitalisme tegen communisme, maar wie durft die oorlog te ontkennen? Inderdaad Parenti haalt een aantal cijfers aan die eerst en vooral aantonen dat de traditionele cijfers over repressie in de Sovjet-Unie met een korrel zout moeten genomen worden, dat kan alleen maar het debat verrijken lijkt mij.
De auteur van dit bovenstaand stukje lijkt het feit dat men argumenten in het voordeel van de USSR (en jammer genoeg voor hem bestaan die) aanhaalt wel als een misdaad te beschouwen; net als de meest overtuigde burgerijke kapitalistische politicus dat doet trouwens.
Waarom moet men onmiddellijk uitgekafferd worden omdat men een beetje, geargumenteerd, tegengas geeft?
Ik begrijp tegenwoordig ook niet meer wanneer men voor rare mensjes als André, of trotskisten nu wél en wanneer nu niet stalinist is.
Als men Stalin verdedigt dan is men het. Dat lijkt duidelijk. Men mag dat dan nog heel gerelativeerd en op basis van objectieve bronnen doen, dat maakt niet uit voor dit soort mensen. Dus hier zou Parenti moeten vallen onder de term stalinistisch.
Het Oostblok was stalinistisch tot en met de Val volgens vele trotskisten. Maar Parenti steunt de regimes daar niet, en meent net dat ze alle voeling met de realiteit verloren hadden en hij haalt een aantyal problemen aan die volgens hem inherent zijn aan het ciommunistische systeem, hij trekt ook een interessante parallel met Cuba. Dus valt hij hier dan niet onder de benaming stalinist... of wel? [btw de zgn "stalinistische" PVDA van België verdedigt de ex-Oostblokregimes ook niet blind]
Daarentegen toont hij, weer op basis van cijfers, aan dat de mensen het nu nog slechter hebben.
Dat is wat men een genuanceerde kijk kan noemen.
Ik denk dat Parenti een heel nuttige bijdrage levert tot de analyse van het hoe en waarom van de val van de Muur.
Daarenboven is ook zijn kijk op de milieuproblematiek de moeite waard.
Lézen dus, en je zelf een oordeel vormen.
Anarchist reply to Michael Parenti by Peter Zegers Thursday July 04, 2002 at 04:38 PM |
peter_zegers@runbox.no |
Voorheen ook al vaak geparenteerd by Maarten Van Hove Thursday July 04, 2002 at 05:46 PM |
vanhovemaarten@yahoo.com |
Hallo mensen
Typ eens in de zoekfunctie van deze site 'Parenti' in. Weet niet op die functie goed werkt, maar in ieder geval zijn er al vele teksten over deze enthousiaste Amerikaan verschenen. Ook al een van mij trouwens, en een interview van Han.
Om over dat boek te spreken: heb het na lang aandringen van sommigen ook gelezen. Leest inderdaad vlotjes. Ben het op sommige punten niet met hem eens, vind het bv. ook een beetje goedkoop om integere mensen als Orwell of Chomsky aan te vallen.
Toch blijft dit boek een heel interessante kijk op de feiten. Lees het en denk er het fijne van. Leerrijk zal het in elk geval wel zijn. Maar zoals altijd is het een kwestie van lezen en filteren.
Hm by Carl Vandenbroucke Thursday July 04, 2002 at 06:03 PM |
'Daarna is hij blijkbaar van de universitaire Olympus gedonderd. De flaptekst vermeldt daarom decent dat hij in Berkeley "woont".'
In Gent was er een lezing van Parenti. Hier vertelde hij over de moilijkheden die hij als communist in de VS ondervond. Ik dacht dat hij daardoor ook zijn leerstoel kwijtgeraakte. Dit is met vuil smijten.
'Parenti meent dat het grootkapitaal ooit op een snode manier het fascisme tot leven heeft gewekt om de arbeidersklasse af te houden van de revolutie.'
Hangt IMAVO niet af van de KP? Ik dacht dat zij ook wel eens scandeerden 'Achter het fascisme staat het kapitaal...'. Wat is er zo dom aan de bewering van Parenti?
'Deze bevlogen en fanatieke man wil het liefste aanklagen in de stijl van zijn geciteerde idool Noam Chomsky'<->'De grootste ellendelingen in Parenti's boek zijn dan ook anticommunistische intellectuelen als George Orwell, Andrej Sacharov en Noam Chomsky'
Hoe zit het nu? Willen de verenigde anti-Stalinisten wel eens overeenkomen?
'Gelukkig heeft hij wél exacte cijfers kunnen vinden over de miljoenen gevangenen die de kampen konden verlaten!'+ 'Daarna daalde dat sterftecijfer immers aanzienlijk. Hier praat Parenti evenwel in percentages en niet in absolute aantallen, wat ons weer in het ongewisse laat nopens het aantal doden.'
Exacte cijfers en percentages! Hebben ze bij Imavo een rekenmachine? Aan het werk dan!
'Daarna, toen het fascisme verslagen was, begon het grootkapitaal een campagne tegen het communisme door de parlementaire democratie te verdedigen. Hierdoor kon het ook nog eens (domme) linkse mensen mobiliseren tegen de Sovjetunie.'
Het lijkt erop dat de auteur van de bespreking Parenti gelijk geeft.
'Parenti denkt dus dat met een marxistisch kijk op de wereld niet alleen alle problemen verklaard kunnen worden, maar ook opgelost.'
Hij is dan ook een marxist. In tegenstelling tot de auteur van de bespreking. Trouwens, waar staat de ma uit imavo voor?
Klasseboek by jonje Thursday July 04, 2002 at 06:16 PM |
Is prof. dr. André Mommen, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift een beetje jaloers, misschien?
Zwijgen over 'klasse'
Het woord 'klasse' lijkt wel taboe, zowel voor trendy auteurs als voor vele linkse denkers. Maar wie woorden bant uit de openbare conversatie, verbant ook ideeën. Dissidente opvattingen komen alsmaar moeilijker aan bod als je niet over de woordenschat beschikt om er over te praten. 'Klasse' wordt regelmatig afgedaan als een versleten marxistisch begrip dat in de huidige maatschappelijke context geen enkele relevantie meer heeft. Kortom: klasse is een vies woord geworden. Als het woord 'klasse' eenmaal uit de woordenlijst is verdwenen, wordt het gemakkelijk om andere politiek onaanvaardbare begrippen als klassenprivileges, klassenmacht, klassenuitbuiting, klassenbelangen en klassenstrijd in de vuilnisbak te kieperen. Zo ze dat ooit waren, zijn deze begrippen irrelevant geworden in een maatschappij die zogezegd drijft op het vlotte pluralistische samenspel van verschillende groepen.
De klassennegatie van de klasse
Wie zich in de hoogste kringen van weelde en macht beweegt, zijn zich bijzonder goed bewust van hun eigen belangen. Hoewel ze af en toe ernstige meningsverschillen hebben, vertonen ze een merkwaardige eensgezindheid als het er op aan komt de bestaande klassenverhoudingen in de bedrijven, in het eigendomsrecht, inzake privileges en winstverdeling te beschermen. Tegelijkertijd zetten zij alle zeilen bij om het grote publiek zorgvuldig elk dieper inzicht in de ware klassenverhoudingen te beletten. Zij vermijden het woord 'klasse', vooral als het gebruikt wordt om naar zichzelf te verwijzen als de 'bezittende klasse', de klasse van de geldmagnaten. Maar ze worden pas echt kregelig als de politiek actieve elementen van de bezittende klasse omschreven wordt als de 'heersende klasse'.
Die heersende klasse heeft zich decennia lang ingezet om aan te tonen dat ze niet bestaat, dat zij niet het leeuwendeel bezit van zowat alles, dat zij geen overweldigende invloed uitoefent op de staatszaken. Die bekommernis toont aan dat zij zich acuut bewust is van haar klassenbelangen. En toch zijn de dames en heren van de heersende klasse verre van onzichtbaar. Informatie over hun leidinggevende functies in het bedrijfsleven, hun bezit van de belangrijkste media, hun invloed op de staatsmacht en op het politieke proces is - op enkele uitzonderingen na - vlot toegankelijk.
Terwijl het vanzelfsprekend is het begrip klasse te gebruiken voor wie de hoogste posten bezetten in de klassenmaatschappij, verwerpt de heersende klassenideologie een dergelijke formulering als een ketterij die deel uitmaakt van de 'complottheorie'. Het woord klasse is eveneens taboe als het wordt toegepast op de miljoenen mensen die, meestal voor een schamel loon, gemeenschapsarbeid verrichten. De term 'arbeidersklasse' wordt afgedaan als marxistisch jargon. En het is ten strengste verboden naar 'de uitbuiters' of 'de uitbuitende klasse' te verwijzen omdat men dan wel eens de ware essentie van het kapitalistische systeem zou kunnen blootleggen, namelijk dat de rijkdom van de ondernemingen groeit ten koste van de arbeiders. Het woord klasse komt echter wel goed van pas als het gecombineerd kan worden met de verzachtende term 'midden'. Politici, publicisten en geleerden kunnen hun enthousiasme over de 'middenklasse' niet onder stoelen of banken steken. Hun welgemeende bekommernis om de middenklasse is haast ontroerend. De zo bewonderde en vaak beklaagde middenklasse bestaat uit deugdzame, zelfredzame mensen die de losbandigheid van de lagere maatschappelijke rangen totaal ontgroeid zijn. Wie haast iedereen bij die middenklasse indeelt, beschikt over een vaag, maar uiterst geschikt concept om de uitbuiting en de ongelijkheid in onze relaties te verdoezelen. Het woord klasse is overigens wel gebruikelijk als het gaat om die ene groep van wanhopigen die in de allerlaagste rangen van onze maatschappij leven. Zij die van alles het allerminste krijgen en bovendien het verwijt moeten slikken dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun lot: het uitschot, de allerlaagste klasse. Verwijzen naar de vermoedelijke tekorten van de allerlaagste klasse is aanvaardbaar omdat zij de bestaande sociale hiërarchie verstevigen en de onrechtvaardige behandeling rechtvaardigen die onze maatschappij over heeft voor haar meest kwetsbare elementen.
De realiteit van de klassenmaatschappij wordt verdoezeld door een ideologie waarvan de uitgangspunten als volgt kunnen worden samengevat en weerlegd:
Stelling: In onze maatschappij bestaan geen echte klassentegenstellingen. Op enkele rijke en arme uitzonderingen na behoren we allemaal tot de middenklasse.
Antwoord: De rijkdom is bijzonder sterk geconcentreerd bij een relatief kleine groep terwijl tientallen miljoenen mensen voor een hongerloontje moeten werken, als er überhaupt werk voor ze is. De kloof tussen rijk en arm is altijd al groot geweest, maar groeide nog vanaf de late jaren zeventig. Wie zowat tussenin zit is eveneens het slachtoffer van toenemende economische onrechtvaardigheid en onzekerheid.
Stelling: Onze socio-culturele instellingen zijn autonome entiteiten in een pluralistische maatschappij. Rijkdom en klassenpositie hebben er haast geen invloed op. Wie het tegendeel beweert, gelooft in de 'complottheorie'.
Antwoord: Grote concentratie van geld beïnvloedt alle levensaspecten en vaak op een erg dominante manier. Onze socio-culturele instellingen worden geleid door raden van bestuur die hoofdzakelijk zijn samengesteld met ons-kent-ons-lui uit de absolute toplaag van de bedrijfswereld. Zij bezetten, samen met hun trouwe huurlingen, de meeste leidinggevende functies van de uitvoerende macht en van andere beleidsbepalende instellingen. Ze leggen daarbij een bijzondere interesse aan de dag voor de belangen van hun eigen klasse als ze de binnen- en buitenlandse politiek bepalen. Dit geldt onder meer voor de WTO (World Trade Organisation; Wereldhandelsorganisatie), een organisatie die als opvolger van de GATT (General Agreement on Tariffs and Trade) ontworpen werd om elke nationaal-democratische oprisping tijdig te kunnen fnuiken. De taak van de WTO is volgens zichzelf liberalisering van de wereldeconomie, met meer welvaart voor iedereen. Maar de WTO staat in werkelijkheid voor eenzijdige liberalisering van de wereldeconomie, met winst voor de multinationale ondernemingen en verlies voor de Derde Wereld, mens en natuur.
Stelling: De verschillen tussen rijk en arm behoren tot de wetten van de natuur. Er bestaat geen oorzakelijk verband tussen beide. Niet de klasse waartoe men behoort bepaalt de menselijke prestaties en levenskansen maar het individuele menselijke gedrag. De bestaande sociale verhoudingen zijn de natuurlijke weerspiegeling van hoofdzakelijk aangeboren neigingen.
Antwoord: Alle conservatieve ideologieën rechtvaardigen de bestaande ongelijkheden als 'de natuurlijke orde der dingen', als onvermijdelijke gevolgen van de menselijke aard. Als de uiterst rijken zo natuurlijk bekwamer zijn dan de rest, waarom moeten zij dan worden beschermd door de wet? Waarom moeten er dan zoveel financiële reddingsoperaties, subsidies en andere voorrechten worden toegekend ten koste van de gewone man? Tot hun 'natuurlijk superieure talenten' behoren principeloze en onwettelijke trucjes zoals prijsafspraken, manipulaties met stocks, handel met voorkennis, fraude, belastingontduiking, het wettelijk maken van oneerlijke concurrentie, ecologische plunderingen, produceren van schadelijke producten en het creëren van onveilige werkvoorwaarden. Men zou van natuurlijk superieure mensen toch mogen verwachten dat zij niet zo hebzuchtig en corrupt handelen. Niet alle mensen hebben dezelfde talenten en capaciteiten, maar die verschillen zijn geen excuus voor de misdaden en onrechtvaardigheden van de grote concerns.
Uit: Zwarthemden & Roden, Michael Parenti.
goed boek by Tim H. Thursday July 04, 2002 at 06:17 PM |
de recensie van bovenvernoemde professor is nogal minachtend. het nodigt andere mensen niet uit om het boek te lezen. spijtig! mocht hij het boek zelf beter kunnen schrijven dan zou ik zeggen: "GA UW GANG"!!! zou zelf voorstellen om zo'n spelletjes ergens anders uit te vechten.
vond dat ik heel wat interessante informatie mocht downloaden in mijne kop omtrent de opkomst van het fascisme (wat inderdaad bediscussieerbaar is --> volgens mij ligt de reden meer te vinden dat het systeem op zich een machine is dat automatisch zijn gang voortzet en daarmee alle problemen produceert, niet bij één of ander zogenaamd internationaal 'complot' à la P8-loges... maar laatste heeft effectief bestaan...), de propaganda-machine van het systeem waarin we leven, het verval van het Sowjetblok en de gevolgen daarop (gevolgen van de liberalisering) en in mindere mate het milieu (enkele pagina's maar de literatuur is wel treffend).
het boek is degelijk onderbouwd met heel wat getuigenissen (hoofdstuk verval sowjetblok). de interviews zijn soms onthutsend!
De heer Mommens schrijft "Al snel wordt echter duidelijk dat Parenti onder ‘democratisch-socialisme' een stalinisme van de ergste soort bedoelt"
nochtans schrijft Parenti op p.86:
"Tegen het einde van de jaren '20 stonden de Sovjets voor de keuze (a) op volle kracht de weg in te slaan naar nog meer centralisatie met een geleide economie en gedwongen agrarische collectivisatie en industrialisatie onder leiding van een autocratische partijleiding, de keuze van Stalin, of (b) de weg naar liberalisatie die meer politieke diversiteit toestaat, meer autonomie voor vakbonden en andere organisaties, meer inspraak en openlijke kritiek, meer autonomie voor de verschillende sovjetrepublieken, een sector van kleine bedrijven in privé-bezit, onafhankelijke agrarische ontwikkeling door de boerenbevolking, meer nadruk op consumptiegoederen en minder aandacht voor het soort kapitaalaccumulatie dat noodzakelijk is om een sterke militair-industriele basis op te bouwen.
de laatste weg zou, naar mijn mening, een comfortabeler, humaner en meer dienstbare samenleving opgeleverd hebben." aldus Parenti.
Wil hierbij nog enkele passages uit zijn boek citeren om u uit te nodigen het boek zeker te lezen!:
M.P. omtrent Moskou (p.152) à National Public Radio News 20/07/96:
"Nu de huurprijzen niet langer gesubsidieerd worden, lopen de schattingen over het aantal daklozen – voor Moslou alleen – op tot 300.000."
M.P. omtrent inkomen (p.78):
In de Sovjet-Unie verdiende de hoogste inkomensklasse tot vijf maal meer dan de laagste. In de VS bedraagt het jaarlijks inkomen van de top multimiljardairs tot tienduizend maal meer dan dat van de slechtst betaalde arbeiders.
M.P. over de totalitaire staat (=Sovjet-Unie) (p.94):
Corruptie en favoritisme waren gemeengoed. De manager plunderde regelmatig de kassa, de arbeiders stalen voedsel en goederen uit staatswinkels of fabrieksvoorraden voor eigen profijt, boeren van de collectieve boerderijen bouwden onderdelen van tractoren uit om ze op de zwarte markt te verkopen, de directeur kreeg steekpenningen om mensen bovenaan de wachtlijst voor de aankoop van een auto te zetten en boeren kweekten vee dat ze aan de stadbewoners driemaal duurder verkochten dan de prijs in de staatswinkels. Dit alles was niet meteen het gedrag van mensen die beefden onder een totalitaire terreur.
M.P. over markthervorming USSR (p.108):
De meeste mensen die onder het socialisme leefden, hadden weinig besef van hoe het kapitalisme in de praktijk functioneerde. Poolse arbeiders vertelden in een interview dat als hun fabriek zou moeten sluiten tijdens de overgang naar de vrije markt ‘de staat wel een nieuwe job voor ons zal vinden' (New Yorker, 13/11/89). Ze dachten dat ze uit twee ruiven konden eten. Velen in de Sovjet-Unie die voor de privatisering ijverden, verwachtten tegelijkertijd dat de regering hen collectieve voordelen en subsidies zou blijven toekennen. Een sceptische landbouwer had het bij het rechte eind: ‘Sommigen willen kapitalist worden voor zichzelf, maar ze verwachten dat het socialisme hen verder blijft helpen' (Guardian, 23/11/91).
M.P. over romantisering kapitalisme (p.109):
Niet iedereen stelde het kapitalisme romantisch voor. Vele van de Sovjet- en Oost-Europese migranten die in de jaren 1970 en 1980 naar de VS waren geëmigreerd, maakten hun beklag over slechte sociale voorzieningen, criminaliteit, moeilijke werkomstandigheden, gebrek aan samenhorigheid, vulgaire verkiezingscampagnes, inferieure onderwijsnormen, en over het feit dat Amerikanen verbazend weinig afwisten over geschiedenis.
M.P. omtrent bureaucratie (p.147):
Emigranten uit communistische landen zijn verbaasd over de bureaucratie in het Westen. Twee sovjetimmigranten in Canada klaagden, onafhankelijk van elkaar, dat ‘de bureaucratie hier nog erger was dan thuis'. (Monthly Review, 5/88).
De voormalige DDR-minister van Defensie over vrijheid in de New York Times, 20/07/96) p.165:
Natuurlijk hoor ik over de nieuwe vrijheden waarvan de mensen in Oost-Europa genieten. Maar hoe definieer je vrijheid? Miljoenen mensen in Oost-Europa zijn nu vrij van werk, vrij van veilige straten, vrij van gezondheidszorg en vrij van sociale zekerheid.
Maureen Orth interviewde het hoofd van een ziekenhuisafdeling in Moskou na de val (p.165):
Het leven was twee jaar geleden heel anders, zei de man, toen was ik een mens. Nu moest hij mensen rondrijden voor een extra inkomen. En de nieuwe vrijheden dan? Wat voor vrijheden? Antwoordde hij. De vrijheid om pornografie te kopen?
M.P. over de markthervorming (p.166):
Het staatssocialisme, ‘het systeem dat niet werkte', gaf iedereen enige werkzekerheid. Het kapitalisme van de vrije markt, ‘het systeem dat werkt', deed de economie in elkaar stuiken, bracht financiële plunderingen, sociale achteruitgang en een lijdensweg voor de overgrote meerderheid van de bevolking.
M.P. (p.168):
De mensen in Oost-Europa gingen ervan uit dat ze alle sociale voordelen van het communisme zouden behouden met daarbovenop de slagroom van het westerse consumentisme.
Friedrich Engels schreef in 1876 omtrent het milieu (p.213):
We moeten niet al te hoog van de toren blazen omdat de mens de natuur overwonnen heeft. De natuur wreekt zich voor elke verovering van de mens. Bij elke stap worden wij eraan herinnerd dat wij de natuur op geen enkele manier overheersen zoals veroveraars dat doen met onderworpen volkeren. Wij staan niet boven de natuur maar maken er met vlees, bloed en hersenen deel van uit en bestaan slechts in en dankzij de natuur…'
Strijdvaardige groeten
Post-Milosevictijdperk brengt steeds meer kommer en kwel. by peter de groot Thursday July 04, 2002 at 06:40 PM |
Anderhalf jaar na de val van Slobodan Milosevic is er voor de inwoners van Joegoslavië nog niet veel ten goede veranderd. De nieuwe machthebbers bakkeleien, de bevolking wendt zich af van de politiek en ook economisch gaat het van kwaad naar erger.
Volgens de officiële statistieken zit 40 procent van de actieve bevolking in Servië zonder werk. De Serviërs hebben bovendien de indruk dat de regering geen oog heeft voor hun problemen. Gisteren (maandag) werden de elektriciteitsprijzen bijvoorbeeld in één klap met 50 procent verhoogd. In de steden hangt een constante dreiging van straatgeweld. Vorige week werd de spanning even bijna ondraaglijk toen generaal Nebojsa Pavkovic, de stafchef van het Joegoslavische leger, zich een tijdlang weigerde neer te leggen bij zijn door president Vojislav Kostunica getekende ontslag.
De onvrede over de barslechte economische situatie en het onvermogen van de politieke klasse doet sommige Serviërs teruggrijpen naar oude recepten. Vorige week kreeg de Socialistische Partij van Milosevic 30.000 mensen op de been in het centrum van Belgrado.
"De meeste Serviërs zijn de dagdagelijkse politiek beu en piekeren alleen nog over de verslechterende levensomstandigheden," stelt Srecko Mihajlovic, een medewerker van het Instituut voor Sociale Wetenschappen in Belgrado. Het ooit zo welvarende Servië kwam door de oorlogen en de internationale sancties in de jaren 90 helemaal aan de grond te zitten, maar van de verwachte opleving na het vertrek van Molosevic is nog niets in huis gekomen. Daardoor is de politieke fut er bij de bevolking nu helemaal uit. Volgens een onderzoek van het Instituut voor Sociale Wetenschappen zou nog maar 40 procent van de Serviërs naar de stembus trekken als er morgen verkiezingen werden gehouden.
Zegers by Ikke Thursday July 04, 2002 at 11:23 PM |
Zegers is en Anarchist en Zionist.
Hij is zaarschijnlijk ook fan van het VMT en imavo.
Pffff ...... Hoelang moeten we dergelijk gezwets nog blijven aanhoren.
Hoelang mogen dergelijke zwetsers zichzelf lings, progressief, of Marxist blijven noemen?
Eèk by Maarten Van Hove Friday July 05, 2002 at 10:07 AM |
vanhovemaarten@yahoo.com |
Redactie: gelieve de commentaar hierboven en meteen deze nutteloze van mij beiden te verwijderen. 'Anarchist en zionist'. Bah!
Reactie by Jan D. Friday July 05, 2002 at 12:12 PM |
Imavo (het Instituut voor Marxistische Vorming), hoewel ooit opgericht als vormingsinstelling van de KP, is reeds lang een volledig onafhankelijke VZW met medewerkers uit verschillende politieke strekkingen. Imavo staat voor een 'pluralistisch marxisme'. Dat wil zeggen dat de kritische analysemethode van Karl Marx voor Imavo een zeer belangrijk uitgangspunt blijft, maar dat ook andere kritische en bevrijdende theorieën er een plaats vinden. Imavo heeft niet één bepaalde 'juiste lijn' die we aande mensen opdringen, iedere auteur schrijft voor zijn eigen rekening, ook de hoofdredacteur.
Zo kun je zien dat in het laatste nummer van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift bijvoorbeeld ook een tekst van de anarchist Murray Bookchin staat, ingeleid door Raf Grinfeld, een Vlaamse Bookchin-kenner en libertair activist.Je vindt er nu ook vertaalde teksten van Pierre Bourdieu en een interessant artikel van 1302-specialiste Véronique Lambert over de legitimerende functies en de mythevorming rond de Vlaamse symboliek van de Guldensporenslag.
André Mommen heeft vaak een nogal scherpe stijl, dat merk je ook hier. ;-) Ook in de kolommen van het VMT verschijnen er dan ook soms wederwoorden op zijn recensies. Telkens is dat echter aanleiding tot een debat waar we allemaal meer uit leren. Een recent artikel van André over 'het groene populisme van Agalev' maakte bijvoorbeeld heel wat ergernis los bij sommige groenen, maar leverde toch een interessante polemiek op. Dat zijn daarom geen 'spelletjes' beste Tim, al hebben academici wel vaak de neiging om scherp uit de hoek te komen over thema's die hen nauw aan het hart liggen als ze het met een ander niet eens zijn. De linkse denkers hadden dat ook wel vaker: lees maar eens de bikkelharde en vandaag vaak onverteerbare stijl van Marx of Lenin die hun tegenstanders op papier alle hoeken van de kamer lieten zien. Misschien hebben we van henzelf die slechte gewoonte geërfd ;-)
Beste Joachim, een bespreking van een boek is natuurlijk altijd een standpunt. Hoe zou het anders kunnen? Als jij een andere bespreking maakt, zal dat ook jouw standpunt zijn natuurlijk, of moet een bespreking zich beperken tot een korte inhoud van het boek?
Wat Chomsky betreft: hier is inderdaad een kleine tegenstrijdigheid. Parenti's echte specialiteit is media-analyse, en hierin is hij sterk beïnvloed door Chomsky en Herman. Op politiek vlak verwijt de marxist-leninist Parenti echter de libertair Chomsky dat hij ook een 'linkse anticommunist' is. Die term die hij daarvoor gebruikt is zeer betwistbaar. Zelfs iemand als Rosa Luxemburg die al in 1918 zware kritiek had op de Sovjets zou dan een zogezegde ‘anticommunist' zijn. Wat is het ‘communisme' eigenlijk precies en wie claimt daar dan het monopolie op? Een gevaarlijk denkspoor…
Beste Jonje, dit is inderdaad een interessant fragmentje dat je daar overneemt (lees ook eens Ellen Meiksins Wood, ‘The Retreat from Class' waar Parenti zich hier op inspireert) , maar André zal daar niet over gestruikeld zijn. Die man moet je niet overtuigen van de noodzaak van een klassenanalyse. Hij is immers de auteur van verschillende mooie boeken en vele artikels over de geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging en ook één over 'de teloorgang van de Belgische bourgeoisie'. Er zijn echter vele visies op het marxisme en op klassenanalyse.
Het is ook niet jaloers of zo hoor denk ik, beste Tim en Jonje. Zelf schreef André Mommen in het boek 'Tien jaar na de val van de muur' het artikel 'Van socialistische planeconomie naar kapitalisme. Een economische verklaring voor de val van het socialisme in Oost-Europa'. André beheerst verschillende slavische talen en kent de internationale literatuur over dit thema zeer goed. Hij citeert daar vele interessante studies en bronnen die Parentie niet kent of misschien bewust niet wil citeren.
En beste Tonta, André is een man die met de regelmaat van de klok over allerlei thema's tegengas geeft. De bedoeling van het VMT is juist tegengas te geven. Maar dat soort mensen mag toch ook onderling van mening verschillen?
Zelf ben ik het vaak niet eens met André, en vaak ook wel. Wat dit boek van Parenti betreft, ik heb er sterk gemengde gevoelens over. Er staan veel waarheden in, maar er zijn ook een aantal zwakkere stukken en algemenen aspecten, en die signaleert André. Velen zijn het erover eens dat dit eigenlijk een van Parenti's mindere is. Het is ook niet echt zijn thema. Vaak geldt ook voor wetenschappers het gezegde "schoenmaker, blijf bij uw leest". Er zijn heel wat betere boeken over dit thema, die zijn jammer genoeg vaak niet in het Nederlands vertaald. Heel wat mensen lijken dit boek voor een of andere reden plots zo goed te vinden omdat die man hier nu toevallig ook is geweest, omdat hij op Indymedia werd geïnterviewd, maar – met alle respect, ik wil niet uit de hoogte doen – hoe goed kennen ze het thema dan eigenlijk? Hoeveel andere dingen hebben ze erover gelezen?
Ik zou ook uitgebreid op dit boek kunnen ingaan om beter te motiveren waarom ik dat als historicus die deze materie toch wel een beetje kent eigenlijk ook een eerder slecht boek vind. Ik zou het kunnen hebben over de massa's relevante literatuur die Parenti (bewust?) negeert of over een aantal storende en sterk eenzijdige formuleringen. Ik kan daarvoor ook verwijzen naar die goede anarchistische kritiek waar hier een link naar wordt gegeven. Natuurlijk staat er dus ook veel in wat volkomen correct is en weerlegt Parenti een aantal mythes en dogma's. Maar wat me het meest fundamenteel stoort is de vergoelijkende toon die uit alles spreekt. Alles wat slecht ging in het ‘siege socialism' was de schuld van externe factoren: de oorlog , de buitenlandse bedreiging. Het gewicht van de loodzware bureaucratie, het totale gebrek aan politieke en burgerrechtelijke vrijheden, het ontbreken van directe (raden)democratie en arbeiderscontrole, zoals men dat in een systeem dat zich ‘communistisch' of ‘socialistisch' noemt had mogen verwachten… Het wordt door Parenti allemaal een beetje teveel met de mantel der liefde bedekt. De feitenweergave gebeurt dan ook zeer selectief om dit al te rooskleurige beeld te bevestigen. We zouden er als linksen beter aan doen om de ‘zelfkritiek' op de historische pogingen om ‘een andere wereld' op te bouwen toch wat scherper te stellen dan Michael Parenti dat doet.
Carl schrijft ten slotte ook: als reactie op Mommens uitspraak 'Parenti denkt dus dat met een
marxistisch kijk op de wereld niet alleen alle problemen verklaard kunnen worden, maar ook opgelost.' "Hij is dan ook een marxist. In tegenstelling tot de auteur van de bespreking. Trouwens, waar staat de ma uit imavo voor? "Laat me hier eerst nog eens zeggen dat Marx de eerste was om te zeggen dat hij geen marxist was... En dat Lenin iemand die dacht dat het marxisme het antwoord op alle problemen bood een 'komstchanstvo' (communistische opschepper) noemde. Het marxisme is een dialectische methode om de werkelijkheid mee te analyseren en geen leer die voor alles de ultieme oplossing biedt.
En beste Carl, bij Imavo beschikken we inderdaad over een aftandse rekenmachine, maar het is niet echt de taak van Imavo om die berekeningen te gaan maken. Ik wil je wel eens persoonlijk een mail sturen met goede referenties over dat dodenaantal, maar ik zal er de lezers van deze site niet verder mee lastig vallen.
Maar inderdaad, zelf het boek lezen is altijd beter dan enkel op een recensie afgaan natuurlijk. Een recensie is niet meer dan één mening over een boek.
Lenin by jonje Friday July 05, 2002 at 12:46 PM |
>Jan d. schrijft: Het marxisme is een dialectische methode om de werkelijkheid mee te analyseren en geen leer die voor alles de ultieme oplossing biedt.
Toen Lenin Kamenjew en enige oude bolsjewiki kritiseerde, die zich in april 1917 aan de oude formulering van de revolutionair-democratische dictatuur van het proletariaat en de boeren vastklampten, terwijl de revolutionaire beweging voorwaarts was geschreden en de overgang naar de socialistische revolutie eiste, schreef hij:
"Onze leer is geen dogma, maar een leidraad voor het handelen, zo hebben Marx en Engels steeds gesproken en terecht de spot gedreven met het van buiten leren en het domweg herhalen van formules, die in het beste geval slechts kunnen dienen om een 'algemene' taak aan te wijzen, die noodzakelijk door de 'concrete' economische en politieke situatie in elke afzonderlijke 'etappe' van het historische proces wijzigingen ondergaat... Men moet zich die onbetwistbare waarheid inprenten, dat een Marxist met het levende leven, met de precieze feiten 'van de werkelijkheid' rekening moet houden en zich niet aan de theorie van de dag van gisteren moet blijven vastklampen"... (Lenin, Verz. Werken VI, blz. 39-41)